• No results found

De relevante actoren bevinden zich zowel binnen als buiten de

In document HandreikingBesluit bodemkwaliteit (pagina 81-83)

eigen organisatie.

Woonkern Macharen 80

Kiezen tussen gebiedsspecifi ek en generiek beleid

den stagneren ontwikkelingen of is sprake van verhoging van de kosten, omdat onvoldoende hergebruikmogelijkheden beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat alleen schone grond en baggerspecie mag worden hergebruikt vanwege de land- bouwfunctie van een gebied, terwijl de vrijkomende grond uit hetzelfde gebied licht verontreinigd is.

Met de relevante actoren kunnen de gebiedsopgaven worden geïnventariseerd. Dit kan als volgt worden opgepakt:

– Maak een overzicht van alle verwachte ontwikkelingen (bijvoorbeeld voor de komende vijf jaar) in het beheer- gebied en de omliggende gebieden, waarbij grond of baggerspecie nodig is of vrijkomt. Maak zo concreet mogelijk waar en wanneer dit aan de orde is.

– Maak een inschatting van de hoeveelheden grond en baggerspecie die nodig zijn en vrijkomen (vraag en aanbod) en geef deze hoeveelheden aan op een gebiedskaart.

– Raadpleeg zowel interne afdelingen (zoals ruimtelijke ordening) en externe organisaties (zoals provincies, projectontwikkelaars, grondbanken) voor een goed beeld van de omvang van vraag en aanbod.

– Bekijk op de Nieuwe kaart van Nederland de ruimtelijke plannen in de nabije toekomst.

Stap 3: Verken de ambities en wensen ten aanzien van de gebiedskwaliteit

Wat zijn de kwaliteitsdoelstellingen voor de bodem en voor het oppervlaktewater? Welke functies in het gebied stellen bijzondere eisen aan de bodemkwaliteit? In veel gevallen zijn de kwaliteitsdoelstellingen al vastgelegd door gemeen- ten, waterschappen en provincies. Bijvoorbeeld in bodem- of gebiedsvisies, streekplannen, waterkwaliteitsplannen, ‘ruimte voor de rivier-plannen’ of andere beleidsplannen voor woningbouw, recreatie of natuur. Daarnaast kunnen ook eisen worden gesteld aan de gebiedskwaliteit vanuit andere regelgeving, zoals de Natuurbeschermingswet of de Kaderrichtlijn water.

Behalve naar de ambities voor de chemische kwaliteit, kunnen ook bodemverbredingthema’s een rol spelen in het gebied. Denk bijvoorbeeld aan ambities om verdroging tegen te gaan, of om archeologische waarden te beschermen. U kunt de “Bodem Kansen Verkenner” van het project Routeplanner lokale bodemambities gebruiken, om te bepalen welke verbredingthema’s voor uw gebied relevant zijn en welke ambities u hiervoor kunt opstellen. Zie hiervoor www.bodemambities.nl.

Verken alle ambities voor de bodemkwaliteit, de water- kwaliteit en de verbredingthema’s en leg deze vast, bij voorkeur op een gebiedskaart.

Stap 4: Breng de huidige situatie in kaart

Hoe ver liggen de huidige en gewenste situatie uit elkaar? Dit wordt duidelijk door de huidige situatie in kaart te brengen. Een goed beeld van de huidige situatie is ook nodig om te kunnen beoordelen of gebiedsspecifi ek beleid nodig is om de gebieds- visie te realiseren en ontwikkelingen niet te belemmeren. De volgende gegevens over de huidige situatie moeten in kaart worden gebracht:

a. de bodemfunctieklassen

b. de (water)bodemkwaliteit en (water)bodem kwaliteitsklassen Ad a. Bodemfunctieklassen

Bodemfuncties spelen in het Besluit een belangrijke rol. In het generieke beleid is de bodemfunctieklasse één van de twee pijlers voor het vaststellen van de toepassingseis. Daarom zijn gemeenten verplicht om binnen een half jaar na inwerking treding (van de eerste fase; zie §4.6) van het Besluit een bodemfunctieklassenkaart te laten vaststellen door het college van B&W, voor de gebieden waar het generieke kader van toepassing is. Afhankelijk van het tijdstip en de fasering van het keuzeproces kan dus al een bodemfunctieklassen- kaart beschikbaar zijn. Is dit nog niet het geval, dan kan de kaart binnen deze stap worden gemaakt. Een andere moge- lijkheid is om in deze fase een voorlopige functieklassenkaart te maken en deze in de implementatiefase defi nitief te maken en vast te stellen. Meer informatie over hoe u de bodemfunc- tieklassenkaart opstelt, vindt u in Bijlage J van de Regeling en in §9.2 van deze handreiking.

De veranderlijkheid van de bodem

Akker, Steurgat

Ad b. Actuele (water)bodemkwaliteit en (water)bodem- kwaliteitsklassen

Veel gemeenten en een aantal waterschappen hebben de (water)bodemkwaliteit al vastgelegd op (water)bodem- kwaliteitskaarten. Waar dit niet het geval is, kan de kwaliteit van verschillende deelgebieden worden ingeschat op basis van historische gegevens, de gebiedskennis bij de verschil- lende actoren en de omgevingskwaliteit. Hiervan kan een globale (water) bodemkwaliteitskaart worden gemaakt ten behoeve van het keuzeproces. Hierbij raden we aan om ook een vertaalslag te maken naar de kwaliteitsklassen. Deze indeling wordt in de volgende stap gebruikt om de consequen ties van het generieke beleid in kaart te brengen. Informatie over de indeling in kwaliteitsklassen vindt u in §5.8.

Stap 5: Breng de gevolgen van het generieke beleid in kaart In deze stap worden de gevolgen van het generieke beleid in kaart gebracht. Daarbij staan twee vragen centraal:

a. Wordt de gewenste (water)bodemkwaliteit gerealiseerd?

b. Zijn er voldoende hergebruiksmogelijkheden voor vrij komende grond en baggerspecie?

5a. Wordt de gewenste (water)bodemkwaliteit gerealiseerd?

Voor die gebieden waarvoor een kwaliteitsverbetering wordt nagestreefd (bijvoorbeeld vanwege de huidige of toekom- stige functie; zie stap 3), wordt in deze stap nagegaan of de gewenste kwaliteitsverbetering kan worden gerealiseerd met generiek beleid, of dat gebiedsspecifi ek beleid nodig is. Dit kan door voor deze gebieden achtereenvolgens het volgende uit te zoeken:

Wat is de toepassingseis per deelgebied?

Voor landbodems bepalen de actuele bodemkwaliteitsklasse en de bodemfunctieklasse van de ontvangende bodem welke kwaliteitsklasse grond of baggerspecie mag worden toege- past (zie §5.2). Uitgangspunt hierbij is dat de strengste eis geldt, zodat de bodemkwaliteit geschikt blijft voor de functie die erop wordt uitgeoefend. Voor waterbodems bepaalt de kwaliteitsklasse van de ontvangende waterbodem welke kwaliteitsklasse mag worden toegepast (zie §5.4). Geef de toepassingseisen per deelgebied aan op een gebiedskaart.

In document HandreikingBesluit bodemkwaliteit (pagina 81-83)