• No results found

Relevant deel uit GEN-verslagen 15 januari 2009 betreffende het initiatiefvoorstel van EnergieNed

Uit verslag GEN-vergadering 15 januari 2009:

Aanwezig Vanaf 10.00 uur tot 11.55 uur (bij voorstel congestiemanagement) Namens representatieve organisaties:

COGEN Nederland: ir. C. den Blanken MSc en drs. P. Steenbergen; EnergieNed Sectie Productie: ing. J. Bolkenbaas;

EnergieNed Sectie Handel & Verkoop: ing. R.L. Otter, ir. Th.A.C. de Waal en ir. A.W.R. Vrolijk;

EnergieNed Sectie Retail: E. van Lier;

Glaskracht Nederland: ir. R.P.A. van der Valk; PAWEX: mr. M.J. Scholten;

Platform Meetbedrijven: M.J. Hagen;

VEMW: ir. E. te Brake en ir. J.J.M. van de Worp; VA: M Sanders;

VME: drs. A.A. Ramaker en ing. H.A. van de Merbel.

Namens de netbeheerders

Netbeheer Nederland: ir.drs. J.J. Damsté en ir. J. Janssen; TenneT: ir. D.A.M. Klaar en mr. M. van Oostveen.

Voorzitter: drs.ing. P.H. Corton Secretaris: mr. W.H. van Oorspronk

Verhinderd FME/CWM, GTS, MKB-Nederland, Produktschap Tuinbouw, VNCI, VNG, VNO-NCW,

VOEG en ZLTO.

(……)

1.a Initiatief-voorstel van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop tot wijziging van de Netcode Elektriciteit, de Meetcode Elektriciteit en de Begrippenlijst Elektriciteit in verband met congestiemanagement (GEN 2009-004)

EnergieNed Sectie Handel & Verkoop licht haar codewijzigingsvoorstel toe. Het voorstel komt erop neer dat bij congestie iedere aangeslotene eerst vrijwillig kan inbieden en indien dit onvoldoende soulaas biedt TenneT vervolgens alle aangeslotenen vanaf een bepaalde grens kan verplichten tot inbieden, met uitzondering van “groene producenten”. In de toelichting wijzigt zij derhalve nog punt 2 van de tijdlijn zodanig dat het onderscheid tussen nieuwe aangeslotenen en geïnteresseerde

bestaande aangeslotenen vervalt.

Zij wijst erop dat bij het voorstel nog een kosten-/batenanalyse ontbreekt: wat kosten netinvesteringen en wat kost congestiemanagement. TenneT/de betrokken netbeheerders zullen in de visie van de Sectie Handel & Verkoop een bepaald gebied uitroepen tot congestiegebied, waarbij de Energiekamer een toetsende rol heeft (zowel bij het uitroepen als bij het beëindigen). De Sectie Handel & Verkoop meent dat het onderhavige codewijzigingsvoorstel past binnen het huidige wettelijke kader en niet hoeft te wachten op de voorziene m.r. of een wetswijziging.

Bijlage 3 Relevant deel uit GEN-verslagen 15 januari 2009 betreffende het initiatiefvoorstel van EnergieNed

TenneT reikt vervolgens een schriftelijke concept-reactie op het codewijzingsvoorstel van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop uit. Netbeheer Nederland merkt op dat deze concept-brief niet mag worden aangemerkt als een reactie van de gezamenlijke netbeheerders, maar wel is afgestemd met

vertegenwoordigers van verschillende regionale netbeheerders.

Naar aanleiding hiervan merkt VEMW op dat de wet voorschrijft dat de gezamenlijke netbeheerders met afnemersorganisaties overleggen en dat nu blijkbaar voor het eerst TenneT wordt geacht met afnemersorganisaties te overleggen. Netbeheer Nederland bestrijdt deze interpretatie en wijst erop dat het logisch en gebruikelijk is dat de netbeheerder die het meest door een voorstel voor

congestiemanagement getroffen wordt, wordt gevraagd een reactie voor te bereiden en hierover in het GEN het woord te voeren.

Naar aanleiding van een vraag van Cogen deelt Netbeheer Nederland mede dat hij een brief aan de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer heeft gezonden waarin

congestiemanagement op de regionale netten als oplossing voor capaciteitsschaarste van de hand wordt gewezen en waarin wordt aangedrongen de netbeheerders met spoed van een nader instrument te voorzien om congestiemanagement op de hogere netten adequaat aan te kunnen pakken en de voorziene m.r. niet op te houden. Desgevraagd wordt de leden van het GEN een afschrift van bedoelde brief toegezegd.

Na een korte pauze om de concept-brief van TenneT te lezen, stelt de voorzitter voor na te gaan waar de uitgangspunten van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop en TenneT uiteenlopen en na te gaan welke uitgangspunten op een breed draagvlak kunnen rekenen.

TenneT geeft hierop aan dat partijen onder meer verschillen over voorrang voor duurzaam. Conform het voorstel van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop hoeven aangeslotenen die elektriciteit

opwekken uit hernieuwbare bronnen of hoogrenderende WKK-installaties niet verplicht mee te bieden (5.1.2.11a van het voorstel), terwijl TenneT zich schaart achter het standpunt van het Ministerie van Economische Zaken dat de huidige wetgeving niet toelaat onderscheid te maken tussen

aangeslotenen en dat voor voorrang voor duurzaam een wetswijziging nodig is.

Glaskracht wijst erop dat het tot op heden geen harde motieven heeft gehoord waarop het Ministerie het standpunt baseert dat de huidige wet onderscheid tussen aangeslotenen niet toestaat.

Cogen merkt op dat Cogen zich op basis van de Europese richtlijn voor de interne markt voor elektriciteit alle rechten met betrekking tot terugwerkende kracht van voorrang voor duurzaam

voorbehoudt. Vanaf 2001 biedt de Europese richtlijn een basis voor voorrang voor duurzaam. In 2005 is die basis verbreed met WKK. Eerst was de voorrang voor duurzaam verder alleen voor transport geregeld, later ook voor de aansluiting. De Europese richtlijn is niet in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd omdat er in Nederland voldoende transportcapaciteit was en niet omdat het principe van voorrang voor duurzaam niet werd onderschreven. Cogen gaat er derhalve van uit dat voorrang voor duurzaam wel degelijk al conform de huidige wetgeving geldt.

PAWEX concludeert dat het blijkbaar discutabel is of voor voorrang voor duurzaam een wetswijziging nodig is, maar staat er positief tegenover dit in het codewijzigingsvoorstel wel op te nemen.

Na enige verdere discussie hierover wordt geconcludeerd dat TenneT en Netbeheer Nederland er in beginsel mee zouden kunnen leven om een codewijzigingsvoorstel met voorrang voor duurzaam bij de Energiekamer in te dienen en de beoordeling van het codewijzigingsvoorstel aldus ter zake aan de Energiekamer over te laten.

Bijlage 3 Relevant deel uit GEN-verslagen 15 januari 2009 betreffende het initiatiefvoorstel van EnergieNed

De voorzitter concludeert vervolgens dat EnergieNed Sectie Handel & Verkoop en TenneT beide geen onderscheid maken tussen nieuwe aangeslotenen en bestaande aangeslotenen. Hij informeert hoe de overige afnemersorganisaties hierover denken.

Cogen meent dat bestaande aangeslotenen, die een onvoorwaardelijk aansluit- en transportcontract hebben, voorrang hebben boven nieuwe aangeslotenen. Alleen indien bestaande aangeslotenen hun schade door inbreuk op hun bestaande transportrechten vergoed zouden krijgen, is verplicht inbieden door bestaande aangeslotenen voor Cogen bespreekbaar. Cogen wijst er verder nog op dat de Minister heeft aangegeven op grond van de aangekondigde m.r. geen claims van bestaande

aangeslotenen te verwachten, omdat alle rechtsmiddelen die op grond daarvan tegenover bestaande aangeslotenen (kunnen) worden gebruikt, nu al mogelijk zijn. Dit impliceert dat de m.r. helemaal niet nodig is. Cogen ziet het gedrag van TenneT en rnb’s om potentiële nieuwe aangeslotenen thans “run back contracten” aan te bieden als een erkenning van de rechten van bestaande aangeslotenen. VA merkt op dat een aangeslotene sowieso alleen verplicht moet worden tot inbieden vanaf een bepaalde minimum-grens en indien de aangeslotene inderdaad een reële bijdrage aan de congestie kan leveren. Voor wat het laatste betreft moeten de regelbaarheid en de voorspelbaarheid van het in te voeden of af te nemen vermogen in aanmerking worden genomen. Aangeslotenen moeten niet verplicht worden onzinnige biedingen te doen en sommige aangeslotenen mogen ook niet verplicht kunnen worden af te regelen.

TenneT benadrukt dat ook zij van mening is dat bezien moet worden welke aangeslotenen congestie op kunnen lossen en dat alleen die aangeslotenen daadwerkelijk verplicht moeten worden biedingen te doen. EnergieNed Sectie Handel & Verkoop onderschrijft dat behalve een minimum-grens ook andere toetsingscriteria voor verplicht inbieden mogelijk moeten zijn. Het gaat erom dat indien congestie niet door vrijwillige biedingen opgelost kan worden, de netbeheerders een stok achter de deur moeten hebben. Overigens gaat EnergieNed Sectie Handel & Verkoop ervan uit dat congestie zich hooguit in een bepaald gebied een paar uur per jaar zal voordoen. Congestie ziet men

aankomen. De Sectie verwacht derhalve dat in de meeste gevallen congestie met behulp van vrijwillige biedingen opgelost zal kunnen worden.

Glaskracht steunt het voorstel van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop dat als eerste stap vrijwillige deelname aan congestiemanagement de basis moet zijn voor congestiemanagement en dat bij een daarop volgende eventuele verplichte deelname zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met de rechten van bestaande aangeslotenen. Glaskracht stelt vast dat wat dit laatste betreft de totstandkoming van de m.r. en het wetsvoorstel “Voorrang voor duurzaam” afgewacht moeten worden als resultaat van het politieke proces.

VEMW vindt dat bestaande transportrechten gerespecteerd moeten worden en vindt mede daarom dat er wel onderscheid gemaakt moet worden tussen nieuwe aangeslotenen en bestaande

aangeslotenen. In de huidige situatie heeft TenneT de bestaande transportcapaciteit met bestaande aangeslotenen contractueel vastgelegd. Voor nieuwe productie-eenheden (meestal ook van

bestaande partijen) moet het bestaande net zo goed mogelijk gebruikt worden, zonder deze rechten aan te tasten. Tijdens de tijdelijke congestieperiode kunnen nieuwe productie-eenheden de resterende capaciteit die niet gebruikt wordt, volledig benutten. Daarnaast dienen de netbeheerders zo spoedig mogelijk nieuwe capaciteit bij te bouwen, waar dit voor nieuwe aangeslotenen nodig is. Het

onderhavige voorstel maakt op verschillende voor VEMW onaanvaardbare manieren inbreuk op bestaande rechten van aangeslotenen (voor wat betreft de mogelijkheid om afgeschakeld te worden, de introductie van een congestiemanagement onbalansprijs bij afwijking van het programma etc.). Ook VA is van mening dat de rechten van bestaande aangeslotenen gerespecteerd moeten worden. VA leidt uit de verschillende redactie van de artikelen 23 en 24 van de Elektriciteitswet 1998 af dat

Bijlage 3 Relevant deel uit GEN-verslagen 15 januari 2009 betreffende het initiatiefvoorstel van EnergieNed

onderscheid gemaakt mag worden tussen nieuwe aangeslotenen en bestaande aangeslotenen. Voor zover ter zake de publiekrechtelijke kaders worden aangepast, mag dit volgens VA niet onnodig in de privaatrechtelijke kaders (contracten) ingrijpen; schade door inbreuken in bestaande rechten zou derhalve vergoed moeten worden. Het bestaande 5.1.1 van de Netcode biedt volgens VA bovendien al een regeling voor congestie.

Ook PAWEX is van oordeel dat het wettelijk kader met zich meebrengt dat bestaande contracten gerespecteerd moeten worden.

VME is geen voorstander van het maken van onderscheid tussen nieuwe aangeslotenen en bestaande aangeslotenen. Run back contracten acht VME een erkenning van de zorg van TenneT voor het net en waren volgens VME de enige mogelijkheid om toch tot aansluiting van de betreffende personen over te gaan.

Alle vertegenwoordigde organisaties aldus gehoord hebbende, concludeert de voorzitter dat met uitzondering van EnergieNed Sectie Handel & Verkoop en VME alle afnemersorganisaties van oordeel zijn dat onderscheid gemaakt moet worden tussen nieuwe aangeslotenen en bestaande aangeslotenen (in ieder geval in die zin dat bij verplichte biedingen door alle aangeslotenen, bestaande aangeslotenen in ieder geval hun eventuele schade vergoed dienen te krijgen). Over de vraag of de huidige wet onderscheid tussen nieuwe en bestaande aangeslotenen rechtvaardigt of juist verbiedt, wordt verschillend gedacht door met name de meeste afnemersorganisaties en het Ministerie van Economische Zaken. Deze onduidelijkheid kan alleen echt opgelost worden bij een voorstel tot wetswijziging. Voor de netbeheerders maakt de uitkomst volgens de voorzitter niet veel verschil. Verschillende afnemersorganisaties wijzen erop dat volgende week een beslissing over de voorziene m.r. wordt verwacht, dat de NMa binnenkort besluiten zal moeten nemen over de gevraagde

ontheffingen voor de run back contracten, dat over enkele maanden het wetsvoorstel voor voorrang voor duurzaam wordt verwacht en dat het Ministerie van Economische Zaken het voortouw bij de totstandkoming van een regeling voor congestiemanagement wil nemen. Bepleit wordt een en ander eerst af te wachten en een codewijzigingsvoorstel te zijner tijd in samenhang met deze zaken te bezien. Na enige verdere discussie hierover wordt op voorstel van de voorzitter besloten dat het GEN een brief zal schrijven aan het Ministerie van Economische Zaken waarin wordt aangegeven dat er op korte termijn behoefte is aan wetgeving die duidelijkheid/zekerheid biedt over voorrang voor duurzaam en de positie van bestaande aangeslotenen ten opzichte van nieuwe aangeslotenen. Afgesproken wordt voorts dat in de tussentijd de technische aspekten van het onderhavige voorstel uitgaande van de diverse mogelijke scenario’s verder uitgewerkt zullen worden zodat verder geen tijd verloren gaat. VA maakt hierbij het voorbehoud dat bij eerste lezing van de concept-brief van TenneT lijkt dat hierin diverse punten zijn opgenomen, onder andere ten aanzien van balanshandhaving in het

congestiegebied, die zeer verontrustende gevolgen zouden kunnen hebben voor aangeslotenen.

Bijlage 4 Relevant deel uit GEN-verslagen 15 en 27 oktober 2009 betreffende het onderhavige