• No results found

Rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen Zwakke rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen

3.5 Data-analyse

4.2.2 Rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen Zwakke rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen

1. Opvatting over de inhoud van het vak rekenen en rekenen als activiteit

De zwakke rekenaars op school C zien rekenen als een ‘verplichting voor de toekomst’. Deze leerlingen zien rekenen als iets dat je moet beheersen om later goed voor de dag te komen:

‘Voor later. Dat je dan, bijvoorbeeld dan vraagt iemand ‘ja hoeveel is dat?’ en dan moet je het zeggen. Want straks is het een hele moeilijke som.’ (School C, jongen *). Op school D

zien de zwakke rekenaars rekenen als het beheersen van bewerkingen.

2. Mening over eigen rekencapaciteiten (en de verwachting van mening van ouders en leerkrachten)

De zwakke rekenaars van school C vinden zichzelf niet goed in rekenen. Een zwakke rekenaar van school D vindt zichzelf ook niet goed, de ander vindt dat zij gemiddeld rekent.

48 Alle leerlingen geven als verklaring voor hun rekencapaciteiten dat zij een negatieve

werkhouding hebben. Alle leerlingen, op een zwakke rekenaar van school C na, denken dat de leerkracht en hun ouders wel positief denken over hun rekencapaciteiten. De leerling van school C is bang dat haar ouders vinden dat zij niet goed kan rekenen: En dan ja, en dan is

mijn moeder ook bang, omdat ik in oranje zit, dat ik ook niet zo’n hoog niveau krijg voor de middelbare (School C, meisje *).

3. Gevoelens en emoties tijdens rekenen

Drie van de vier zwakke rekenaars op de OGO-scholen voelen zich ‘wisselend’ tijdens het rekenen. Een leerling geeft aan zich fijn te voelen: ‘Dan zit je er eenmaal in en dan vind je

het makkelijk en dan gaat het echt veel beter gewoon.’ (School C, meisje *).

4. Belang van rekenen nu en in de toekomst

Alle zwakke rekenaars op de OGO-scholen vinden rekenen belangrijk, voor het beroep later en alledaagse situaties. Op school C passen de zwakke rekenaars rekenen toe tijdens het maken van huiswerk en in alledaagse situaties, zoals tijdens sporten. Op school D geven de zwakke rekenaars aan rekenen vooral te gebruiken in situaties waarbij zij met geld omgaan.

Gemiddelde rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen

1. Opvatting over de inhoud van het vak rekenen en rekenen als activiteit

De opvattingen die de gemiddelde rekenaars over het vak rekenen hebben liggen uiteen. Twee leerlingen, een leerling van school C en een leerling van school D, zien het rekenen als een vak ‘waar je slimmer van wordt: ‘Rekenen is een soort iets van uh, dat je wat slimmer

wordt. Dan zijn je hersens eigenlijk wat groter want elke keer als je slimmer wordt zijn je hersens wat groter’ (School D, jongen **). De andere twee leerlingen (ook van school C en

D) zien rekenen als onderdeel van de toekomst: ‘Je wordt er slimmer van en het is ook

belangrijk voor als je later misschien groot bent. Zoals misschien wil je wel iets worden waar je heel erg veel sommetjes voor moet uitrekenen. Je hebt het ook later nodig om gewoon taart te bakken’ (School C, jongen **)

2. Mening over eigen rekencapaciteiten (en de verwachting van mening van ouders en leerkrachten)

Op school C vinden de gemiddelde rekenaars dat hun rekencapaciteiten ‘gemiddeld’ zijn. Op school D vindt een van de leerlingen dat hij goed kan rekenen, terwijl de andere leerling vindt dat zij juist niet goed rekent. De gemiddelde rekenaars geven hun (positieve of

49 hun ouders en leerkracht vinden dat zij het goed doen. Een gemiddelde rekenaar van school D weet niet hoe de leerkracht denkt over haar rekencapaciteiten.

3. Gevoelens en emoties tijdens rekenen

Twee gemiddelde rekenaars, de jongens van school C en D voelen zich goed tijdens het rekenen. De meisjes onder de gemiddelde rekenaars voelen zich wisselend: ‘Soms vind ik het

fijn en soms ook weer niet. Soms vind ik het niet zo fijn dat ik de sommen niet echt zo goed snap en soms vind ik het fijn omdat, uh, dat me die som wel lukt.’ (School C, meisje **).

4. Belang van rekenen nu en in de toekomst

Alle gemiddelde rekenaars van de OGO-scholen vinden rekenen een belangrijk vak. Drie leerlingen denken rekenen nodig te hebben voor hun beroep later, een leerling denkt dat het nodig is voor alledaagse situaties. De jongens onder de gemiddelde rekenaars kunnen geen voorbeeld noemen van een situatie waarin zij rekenen gebruiken. De meisjes daarentegen, geven voorbeelden van het gebruik van klokkijken en geld: ‘Op visite. En dan ben ik soms

moe en dan vraag ik aan mijn moeder wanneer we naar huis gaan en dan gebruik ik ook de klok’ (School C, meisje **) en ‘Uh ja. Ik heb net een nieuwe bankpas en daar moet ik ook wat rekenen, en ik heb een pin minimaat en daar moet je ook heel veel voor rekenen.’

(School D, meisje **).

Sterke rekenaars op Ontwikkelingsgerichte scholen

1. Opvatting over de inhoud van het vak rekenen en rekenen als activiteit

Van school C zien de drie van de sterke rekenaars het vak rekenen als het beheersen van bewerkingen. De allersterkste rekenaars van school C zien het vak als een onderdeel van de toekomst. Ook op school D vinden de leerlingen dat rekenen een onderdeel van de toekomst is: ‘Uh.. rekenen is heel belangrijk in de toekomst, vind ik’ (School D, meisje ***).

2. Mening over eigen rekencapaciteiten (en de verwachting van mening van ouders en leerkrachten)

De sterke rekenaars op de OGO-scholen vinden zichzelf allemaal goed in rekenen, twee rekenaars vinden zichzelf ‘heel goed’ in rekenen. De verklaringen die hiervoor gegeven worden, variëren van ‘familie’ (twee keer): ‘Uh.. ik denk dat dat in de familie zit. Mijn vader

kon wel goed rekenen en mijn neef ook. Dus ik denk dat het toch wel in de familie zit.’

(School C, jongen ****) en een positieve werkhouding (twee keer). Daarnaast geeft een leerling aan ‘snel van begrip’ te zijn. Ten slotte noemt een sterke rekenaar van school C aan dat haar rekencapaciteiten positief beïnvloed worden door het gebruik van iPads in de les.

50 Alle sterke rekenaars denken dat de leerkracht en hun ouders positief denken over hun

rekencapaciteiten.

3. Gevoelens en emoties tijdens rekenen

De gevoelens van de sterke rekenaars op de OGO-scholen variëren van ‘geconcentreerd’ (twee leerlingen) tot ‘goed’ en ‘blij’ (vier leerlingen). Een sterke rekenaar van school D geeft expliciet aan het vervelend te vinden als zij een moeilijke som tegenkomt die zij niet snel kan oplossen.

4. Belang van rekenen nu en in de toekomst

De sterke rekenaars op school C en D vinden rekenen allemaal van belang voor het beroep dat zij later willen uitoefenen. Daarnaast noemen alle leerlingen voorbeelden van hoe zij rekenen in hun dagelijks leven toepassen. Deze toepassingen lopen uiteen van het delen van spullen over meerdere kinderen, het gebruiken van de klok, het betalen in winkels tot dingen wegen tijdens het koken.

4.2.3 Resultaten voor de traditionele en Ontwikkelingsgerichte scholen