• No results found

Regressieanalyse

In document MEER VROUWEN,  MEER DUURZAAM? (pagina 35-39)

4. Resultaten

4.3 Regressieanalyse

aan ta l wo orden   Land   vr o u we n(re la ti ef )   vro u wen(a b so lu ut)   Ond.  Grootte   Ln TA   Leef ti jdOnderne m in g     Flesch reading ease  1    aantal woorden  ‐0,144  1   Land  ‐0,486  0,615 1   vrouwen(relatief)  0,461  ‐0,417 ‐0,778* 1   vrouwen(absoluut)  0,51  ‐0,474 ‐0,867* 0,796* 1   Ond. Grootte LnTA  0,15  0,544 0,569 ‐0,465 ‐0,436 1  LeeftijdOnderneming  0,005  0,267 0,083 0,022 ‐0,108 0,062  1 Tabel 5 Uitkomsten bivariate correlatieanalyse

4.3 Regressieanalyse 

Tabel 6 en 7 geven de resultaten weer van het uiteindelijke regressiemodel. Er is gebruik gemaakt van meervoudige regressieanalyse. Hierin zijn de onafhankelijke variabelen en de controlevariabelen meegenomen. De onafhankelijke variabele vrouwen in de raad van bestuur is zowel absoluut als relatief getoetst. Daarnaast zijn de twee controlevariabelen,

ondernemingsgrootte (Ln van de totale activa) en leeftijd van de onderneming meegenomen. Deze variabelen zijn weergegeven aan de linkerzijde van de kolom. De afhankelijke variabele in tabel 6 is de Flesch reading ease en in tabel 7 is dit het logaritme van het aantal woorden. De resultaten geven weer wat de invloed is van de onafhankelijke variabelen op de

afhankelijke variabelen. Aan de hand van de gegevens in deze twee tabellen zullen we een antwoord geven op de eerste hypothese.

Hypothese 1: Het aantal vrouwen in de raad van bestuur/commissarissen heeft een relatie met de leesbaarheidsscore van duurzaamheidsverslagen.

De resultaten in tabel 6 wijzen op een belangrijk effect op de leesbaarheid van

duurzaamheidsverslagen. Voor de gehele populatie blijkt het aantal vrouwen (relatief) in de raad van bestuur/commissarissen een significant (bij een significantieniveau van 0,05) effect te hebben op de leesbaarheid van duurzaamheidsverslagen. De richtingscoëfficiënt die hierbij hoort is 0,146. Dit betekent dat het aantal vrouwen in de raad van bestuur/commissarissen gemiddeld gezien zorgt voor een leesbaarheidsscore die 0,146 hoger ligt. Een hogere score staat zoals eerder beschreven in hoofdstuk 2.4 voor een betere leesbaarheid. De adjusted R2

verklaard door de meegenomen variabelen. Op basis van deze resultaten kunnen we hypothese 1 aannemen. Voor de leesbaarheid van het duurzaamheidsverslag wordt in dit onderzoek echter gebruik gemaakt van een tweede afhankelijke variabele (lengte van het duurzaamheidsverslag). Afhankelijk van de bevindingen uit tabel 7 wordt hypothese 1 aangenomen of verworpen. Naast het toetsen voor de gehele populatie, is er ook afzonderlijk per land getoetst. Afzonderlijk is er voor Noorwegen en Japan is geen significant resultaat gevonden. Er kan dus niet gesteld worden dat in Noorwegen of Japan het aantal vrouwen in de raad van bestuur/commissarissen zorgt voor een betere leesbaarheid van het

duurzaamheidsverslag.

 

gehele 

populatie   Noorwegen   Japan   

  B  Sig.   B  Sig.  B  Sig. 

constante  14,863  0,159  ‐11,033  0,540  25,342  0,118  vrouwen (relatief)  0,146  0,034**  0,045  0,669  1,700  0,158  Ondernemingsgrootte LnTA  0,942  0,340  3,472  0,050**  ‐0,042  0,977  Leeftijdonderneming  0,001  0,956  ‐0,005  0,728  0,000  0,979          Adjusted R2  0,228    0,080    0,044    */**significant op respectievelijk 0,01 en 0,05 B=>unstandardized Coefficient

Tabel 6 Resultaten meervoudige regressieanalyse

In tabel 7 is de afhankelijke variabele de lengte van het duurzaamheidsverslagen. Hieruit blijkt dat het aantal vrouwen (relatief) voor de gehele populatie geen significante invloed heeft op de lengte van het verslag. De constante geeft een significante waarde, echter zegt dit niets. De constante is geen variabele, maar beschrijft de waarde van de afhankelijke variabele, wanneer alle X’s gelijks zijn aan 0. De grootte van de onderneming en de leeftijd van de onderneming geven voor de gehele populatie wel een significant resultaat. De

ondernemingsgrootte is significant bij een niveau van 0,01 met een richtingscoëfficiënt van 0,187. De leeftijd van de onderneming is ook significant, echter met een niveau van 0,05 en een richtingscoëfficiënt van 0,001. Aangezien de richtingscoëfficiënt van de leeftijd van de onderneming zo laag is, zegt dit resultaat niets. Bij de afzonderlijke resultaten per land geeft het aantal vrouwen (relatief) geen significant resultaat. Op basis van de resultaten in tabel 7 wordt hypothese 1 dan ook verworpen.

 

Gehele 

populatie    Noorwegen    Japan   

  B  Sig.  B.  Sig.  B  Sig. 

constante  1,840  0,003*  0,895  0,388  3,501  0,000*  vrouwen (relatief)  ‐0,007  0,062  ‐0,004  0,479  ‐0,019  0,715  Ondernemingsgrootte LnTA  0,019  0,001*  0,188  0,064  0,048  0,446  Leeftijdonderneming  0,001  0,019**  0,002  0,077  0,000  0,761          AdjustedR2  0,379    0,258    ‐0,102   

*/**significant op respectievelijk 0,01 en 0,05 B=>Unstandardized Coefficient Tabel 7 Resultaten meervoudige regressieanalyse

Hypothese 2 is ook getoetst aan de hand van meervoudige regressieanalyse. Hierbij is een dummyvariabele opgenomen voor de onafhankelijke variabele land. Noorwegen heeft hierbij de waarde 0 toegekend gekregen en Japan de waarde 1. In tabel 8 zijn twee modellen

weergegeven. In het eerste model wordt er getoetst met de afhankelijke variabele Flesch reading score en in het tweede model met de afhankelijke variabele aantal woorden (Log).

Hypothese 2: Het duurzaamheidsverslag van Noorse ondernemingen heeft een hogere/lagere leesbaarheidsscore dan het duurzaamheidsverslag van Japanse ondernemingen.

  model 1    model 2      B  Sig.  B  Sig.  Constante  17,376  0,095  2,121  0,000*  Land  ‐7,395  0,000*  0,343  0,000*  Ondernemingsgrootte LnTA  1,407  0,185  0,134  0,020**  Leeftijdonderneming  0,004  0,711  0,001  0,032**            Adjusted R2  0,223    0,451   

*/**significant op respectievelijk 0,01 en 0,05 B=>unstandardized Coefficient Tabel 8 Resultaten meervoudige regressieanalyse

Model 1 laat zien dat er een significant resultaat is tussen het land waar de onderneming gevestigd is en het de leesbaarheid van het duurzaamheidsverslag. De richtingscoëfficiënt

versterkt dit resultaat met een hoge score van -7,395. Gemiddeld genomen heeft een Japanse onderneming een Flesch reading ease die 7,395 lager ligt dan de score van ondernemingen uit Noorwegen. De adjusted R2 is hier 0,223 dit betekent dat 22,3% wordt verklaard door de meegenomen onafhankelijke variabelen. Model 2 geeft een significant resultaat voor het land van vestiging en de lengte van het duurzaamheidsverslag. De richtingscoëfficiënt is hier lager dan bij model 1, namelijk 0,134. De adjusted R2 is hier echter hoger, 45,1% van de lengte van het duurzaamheidsverslag wordt verklaard door de meegenomen onafhankelijke variabelen. Daarnaast is ook de organisatiegrootte en de leeftijd van de onderneming significant met het aantal woorden van het duurzaamheidsverslag. Het significantieniveau is hierbij echter lager dan bij dummy variabele land, respectievelijk 0,05 en 0,01. Hypothese 2 wordt op basis van deze bevindingen dan ook aangenomen.

Het statische onderzoek heeft er in geresulteerd dat ik een uitspraak heb kunnen doen over beide hypotheses. Dit heeft er toe geleid dat hypothese 1 is verworpen en hypothese 2 is aangenomen.

De uitvoering van de meervoudige regressieanalyse heeft mij in staat gesteld een uitspraak te kunnen doen over de twee hypotheses. De conclusies die ik hier aan verbind bespreek ik in het volgende hoofdstuk.

 

In document MEER VROUWEN,  MEER DUURZAAM? (pagina 35-39)

GERELATEERDE DOCUMENTEN