• No results found

9. Empirische analyse

9.2 Empirische analyse hypothese 2

9.2.2 Regressieanalyse hypothese 2

Het regressiemodel, dat in de vorige paragraaf opgesteld is, zal gebruikt worden om een regressieanalyse uit te voeren. Door een regressieanalyse uit te voeren zal een

duidelijker beeld ontstaan welk effect de nieuwe beloningsstructuur op de productiviteit van promotors heeft. De resultaten van de regressieanalyse staan in de bijlage. Tabel 9.6 vat de belangrijkste resultaten van de regressieanalyse samen.

Tabel 9.6: Regressieanalyse score

Model Aantal observaties 1361 F 5,71 R2 0,0599 Significantie 0,0000

Score Coëfficiënten T-statistiek P-waarde Constante 5,144 3,69 0,000* Nieuw -1,531 -4,77 0,000* Leeftijd 0,202 2,83 0,005* Temperatuur -0,064 -2,61 0,009* Neerslag -0,096 -2,80 0,005* Maand_2 2,019 2,89 0,004* Maand_3 1,131 1,62 0,105 Maand_4 0,909 1,20 0,232 Maand_5 2,970 3,67 0,000* Maand_6 2,283 3,06 0,002* Maand_7 1,504 1,93 0,054*** Maand_8 1,653 2,26 0,024** Maand_9 3,281 4,38 0,000* Maand_10 2,861 4,04 0,000* Maand_11 1,424 1,83 0,068*** Maand_12 1,050 1,40 0,163

*** significant op niveau van 10 procent, ** significant op niveau van 5 procent, * significant op niveau van 1 procent

Uit tabel 9.6 wordt duidelijk dat het regressiemodel in zijn geheel significant is. Dit betekent dat er in zijn geheel een significant verband bestaat tussen de onafhankelijke variabelen nieuw, leeftijd, temperatuur, neerslag en maand en de afhankelijke variabele score. Het effect van de nieuwe beloningsstructuur komt naar voren door in tabel 9.6 de variabele nieuw te analyseren. De regressieanalyse toont aan dat de variabele nieuw significant is op een 1% significantieniveau. Dit betekent dat er een significant verband bestaat tussen het type beloningsstructuur en het aantal donateurs dat een promotor op een dag werft. De coëfficiënt van de variabele nieuw bedraagt echter -1.531, waardoor sprake is van een negatief verband tussen de variabelen nieuw en score. Dit negatieve verband houdt in dat, ervan uitgaande dat de andere variabelen constant blijven, promotors onder de nieuwe beloningsstructuur gemiddeld 1,53 donateurs minder werven. De nieuwe beloningsstructuur heeft er dus niet voor gezorgd dat promotors productiever worden. Hypothese 2 wordt dus niet bewezen en dient verworpen te worden.

Uit de resultaten van de regressieanalyse kunnen echter ook de verbanden tussen de onafhankelijke variabelen en de score bepaald worden. De variabele leeftijd is significant op een 1% significantieniveau. De coëfficiënt van de variabele leeftijd bedraagt 0,202. Wanneer de overige variabelen constant blijven, betekent dit dat elk jaar dat een promotor ouder wordt een promotor 0,202 donateurs meer werft. Doordat 90% van de promotors zich bevindt in de leeftijdsgroep 16 t/m 19 jaar, is dus de invloed van de leeftijd op de productiviteit van een promotor minimaal.

De variabele temperatuur is significant op een 1% significantieniveau. Er is sprake van een negatief verband, de coëfficiënt van de variabele temperatuur is namelijk -0.064. Als de overige variabelen constant blijven, houdt dit in dat voor elke graad dat de temperatuur stijgt een promotor 0,064 donateurs minder werft. De variabele neerslag is ook significant op een 1% significantieniveau. Door de coëfficiënt van -0,096 is ook hier sprake van een negatief verband tussen de variabelen neerslag en score. Voor elke millimeter neerslag dat er meer valt op een werfdag, werft een promotor 0,096

donateurs minder. Dit geldt echter alleen als de overige variabelen constant blijven. Tot slot is de variabele maand een onafhankelijke variabele in de

maandinvloeden. Hierbij is maand 1 (januari) de referentie maand. In totaal zijn vijf maanden significant op een 1% significantieniveau, één maand is significant op een 5% significantieniveau, twee maanden zijn significant op een 10% significantieniveau en bij drie maanden is geen significant verband tussen de variabelen maand en score. De drie maanden die niet significant zijn, hebben bovendien de laagste coëfficiënt. Dit houdt in dat in deze drie maanden (maart, april en december) aanzienlijk minder donateurs geworven worden.

Uit bovenstaande regressieanalyse komt naar voren dat hypothese 2 verworpen dient te worden. Promotors zijn onder de nieuwe beloningsstructuur namelijk minder productief geworden. Uit de theorie is naar voren gekomen dat het effect van prestatiebeloning kan worden opgedeeld in een prikkel- en selectie-effect. In dit empirische onderzoek is het daarom ook interessant om het prikkel- en selectie-effect van de nieuwe

beloningsstructuur te onderzoeken. Allereerst zal het prikkeleffect van de nieuwe beloningsstructuur besproken worden.

Het prikkeleffect van de nieuwe beloningsstructuur wordt duidelijk door onderzoek te doen naar de invloed van de nieuwe beloningsstructuur op de prestaties van de huidige promotors (promotors die ook onder de oude structuur hebben gewerkt). Met het prikkeleffect zal de productiviteit van promotors, die onder de oude én onder de nieuwe beloningsstructuur gewerkt hebben, geanalyseerd worden. Hiervoor zal de dummy variabele prikkel worden gebruikt. De dummy heeft de waarde 1 wanneer een promotor onder de oude én de nieuwe beloningsstructuur gewerkt. Het prikkeleffect wordt duidelijk door een regressieanalyse van de variabele score uit te voeren wanneer de dummy variabele prikkel de waarde 1 heeft. Tabel 9.7 geeft de belangrijkste

resultaten van de regressieanalyse.

Tabel 9.7: Regressieanalyse score (prikkeleffect)

Model Aantal observaties 829 F 4,64 R2 0,0789 Significantie 0,0000

Score Coëfficiënten T-statistiek P-waarde Constante 3,369 1,80 0,072***

Nieuw -1,153 -2,81 0,005*

Temperatuur -0,139 -2,53 0,012** Neerslag -0,084 -2,18 0,029** Maand_2 1,270 1,55 0,121 Maand_3 1,502 1,84 0,066*** Maand_4 1,602 1,65 0,099*** Maand_5 3,751 3,44 0,001* Maand_6 3,444 3,26 0,001* Maand_7 2,210 2,02 0,044** Maand_8 3,767 3,58 0,000* Maand_9 4,890 4,79 0,000* Maand_10 3,684 4,31 0,000* Maand_11 2,331 2,79 0,005* Maand_12 1,383 1,81 0,071***

*** significant op niveau van 10 procent, ** significant op niveau van 5 procent, * significant op niveau van 1 procent

In totaal hebben 829 promotors onder beide beloningsstructuren gewerkt. De resultaten van de regressieanalyse tonen aan dat het regressiemodel in zijn geheel significant is. Het prikkeleffect van de nieuwe beloningsstructuur wordt duidelijk door de variabele nieuw te analyseren. De variabele nieuw is significant op een 1% significantieniveau. De coëfficiënt van de variabele nieuw bedraagt -1,153. Dit betekent dat het prikkeleffect van de nieuwe beloningsstructuur -1,153 is. De negatieve coëfficiënt toont aan dat de nieuwe beloningsstructuur promotors niet een prikkel heeft gegeven om productiever te worden. Tot slot is in deze regressieanalyse ook sprake van een significant verband tussen de onafhankelijke variabelen leeftijd, temperatuur, neerslag en maand en de afhankelijke variabele score.

De nieuwe beloningsstructuur kan ook onderzocht worden door het selectie- effect van de nieuwe beloningsstructuur te analyseren. Het selectie-effect is de invloed die de nieuwe beloningsstructuur op het aantrekken en behouden van promotors heeft. Het wordt duidelijk door de productiviteit van promotors, die alleen onder de oude beloningsstructuur gewerkt hebben, te vergelijken met de productiviteit van promotors, die alleen onder de nieuwe beloningsstructuur gewerkt hebben. Ook in deze

regressieanalyse zal de dummy variabele prikkel gebruikt worden. Wanneer de dummy namelijk de waarde 0 heeft, heeft een promotor alleen onder de oude of alleen onder de nieuwe beloningsstructuur gewerkt. Het selectie-effect wordt duidelijk door een

regressieanalyse van de variabele score uit te voeren wanneer de dummy prikkel de waarde 0 heeft. Tabel 9.8 geeft de belangrijkste resultaten van de regressieanalyse.

Model Aantal observaties 532 F 2,79 R2 0,0750 Significantie 0,0004

Score Coëfficiënten T-statistiek P-waarde Constante 6,020 2,61 0,009* Nieuw -1,789 -3,31 0,001* Leeftijd 0,144 1,31 0,190 Temperatuur -0,051 -1,75 0,081*** Neerslag -0,134 -1,89 0,060*** Maand_2 3,040 2,17 0,030** Maand_3 0,733 0,52 0,603 Maand_4 0,751 0,51 0,611 Maand_5 3,155 2,05 0,041** Maand_6 2,113 1,46 0,146 Maand_7 1,740 1,16 0,248 Maand_8 0,713 0,50 0,614 Maand_9 2,252 1,52 0,130 Maand_10 2,293 1,58 0,115 Maand_11 -1,582 -0,81 0,418 Maand_12 -4,517 -1,37 0,171

*** significant op niveau van 10 procent, ** significant op niveau van 5 procent, * significant op niveau van 1 procent

Uit tabel 9.8 wordt duidelijk dat in totaal 532 promotors alleen onder de oude of onder de nieuwe beloningsstructuur gewerkt heeft. Het regressiemodel is in zijn geheel significant. Het selectie-effect wordt duidelijk door de variabele nieuw te analyseren. De variabele nieuw is significant op een 1% significantieniveau. De coëfficiënt en dus het selectie-effect van de nieuwe beloningsstructuur bedraagt -1,789. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de nieuwe beloningsstructuur er niet voor gezorgd heeft dat de productiefste promotors, onder het oude systeem, blijven werken. Bovendien heeft het nieuwe beloningsstructuur er niet voor gezorgd dat er productievere promotors zijn aangetrokken. Tot slot is het verband tussen de onafhankelijke variabelen leeftijd, temperatuur, neerslag en maand en de afhankelijke variabele score wel minder significant.