• No results found

Artikel 1 Algemene bepalingen

1. De bij artikel 362, lid 1, van de overeenkomst ingestelde Partnerschapsraad voert zijn taken uit zoals bepaald in artikel 362 van de overeenkomst.

2. Zoals bepaald in artikel 362, lid 2, van de overeenkomst is de Partnerschapsraad samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen op ministerieel niveau en komt hij regelmatig bijeen, ten minste eenmaal per jaar en voorts wanneer de omstandigheden zulks vereisen. De samenstelling van de Partnerschapsraad wordt afgestemd op de specifieke vraagstukken die tijdens een bepaalde vergadering worden behandeld.

3. Zoals bepaald in artikel 362, lid 6, van de overeenkomst en met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen ervan heeft de Partnerschapsraad de bevoegdheid besluiten te nemen binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst voor zover de overeenkomst daarin voorziet. De besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen moeten treffen voor de uitvoering ervan. De Partnerschapsraad kan tevens aanbevelingen doen. De Partnerschapsraad stelt zijn besluiten en aanbevelingen vast in overleg tussen de partijen, mits die hun respectieve interne procedures hebben voltooid.

4. Voor de toepassing van dit reglement van orde dient onder "partijen" te worden verstaan partijen in de zin van artikel 382 van de overeenkomst.

Artikel 2 Voorzitterschap

Het voorzitterschap van de Partnerschapsraad rouleert over de partijen. De eerste periode begint op de datum van de eerste vergadering van de Partnerschapsraad en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar. De Europese Unie zit de eerste Partnerschapsraad voor.

Artikel 3 Vergaderingen

1. De Partnerschapsraad komt eenmaal per jaar bijeen en voorts wanneer de omstandigheden zulks vereisen, in onderlinge overeenstemming tussen de partijen. Tenzij de partijen anders overeenkomen, worden de vergaderingen van de Partnerschapsraad gehouden op de plaats waar de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie gewoonlijk worden gehouden.

2. Elke vergadering van de Partnerschapsraad wordt gehouden op een door de partijen overeengekomen datum.

3. De vergaderingen van de Partnerschapsraad worden door de secretarissen van de Partnerschapsraad gezamenlijk in overleg met de voorzitter van de Partnerschapsraad bijeengeroepen, uiterlijk 30 kalenderdagen vóór de datum van de vergadering.

Artikel 4 Vertegenwoordiging

1. Een vertegenwoordiger van de partijen in de Partnerschapsraad kan persoonlijk aanwezig zijn of een andere ambtenaar afvaardigen die alle rechten namens hem uitoefent.

2. De naam van de gedelegeerde ambtenaar wordt vóór de vergadering schriftelijk meegedeeld aan de voorzitter van de Partnerschapsraad.

Artikel 5 Delegaties

1. De vertegenwoordigers van de partijen in de Partnerschapsraad mogen worden vergezeld door ambtenaren. Vóór elke vergadering wordt de voorzitter van de Partnerschapsraad via het secretariaat van de Partnerschapsraad in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van elke partij.

2. In overeenstemming tussen de partijen kan de Partnerschapsraad vertegenwoordigers van andere organen van de partijen of onafhankelijke deskundigen op een bepaald gebied uitnodigen om als waarnemer deel te nemen aan zijn vergaderingen of om informatie te verschaffen over bepaalde onderwerpen. De partijen komen overeen onder welke voorwaarden die waarnemers aan de vergaderingen kunnen deelnemen.

Artikel 6 Secretariaat

Een ambtenaar van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Armenië treden gezamenlijk op als secretarissen van de Partnerschapsraad.

Artikel 7 Correspondentie

1. De voor de Partnerschapsraad bestemde correspondentie wordt gericht aan de secretaris van de Europese Unie of aan de secretaris van de Republiek Armenië, die op zijn beurt de andere secretaris inlicht.

2. De secretarissen van de Partnerschapsraad zien erop toe dat de correspondentie naar de voorzitter van de Partnerschapsraad en naar het hoofd van de delegatie van de andere partij wordt gestuurd en waar passend naar de vertegenwoordigers van de partijen in de Partnerschapsraad wordt doorgestuurd.

3. De secretarissen sturen mededelingen van de voorzitter namens hem aan de geadresseerden. Dergelijke mededelingen worden waar passend doorgestuurd naar de vertegenwoordigers van de partijen in de Partnerschapsraad.

Artikel 8 Vertrouwelijkheid

De vergaderingen van de Partnerschapsraad zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders overeenkomen. Wanneer een partij aan de Partnerschapsraad informatie overlegt die zij als vertrouwelijk aanmerkt, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.

Artikel 9

Agenda van de vergaderingen

1. De voorzitter van de Partnerschapsraad stelt voor elke vergadering van de Partnerschapsraad een voorlopige agenda op. Die wordt door de secretarissen van de Partnerschapsraad uiterlijk 20 kalenderdagen vóór de vergadering aan de in artikel 7 bedoelde geadresseerden gezonden.

2. De voorlopige agenda omvat de punten waarvoor de voorzitter uiterlijk 21 kalenderdagen vóór de vergadering een

3. De agenda wordt bij het begin van iedere vergadering door de Partnerschapsraad goedgekeurd. Indien de vertegenwoordigers van de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, aan de agenda worden toegevoegd.

4. De voorzitter kan in overleg met de vertegenwoordigers van de partijen de in lid 1 bepaalde termijnen inkorten indien een bijzondere omstandigheid daartoe noopt.

Artikel 10 Notulen

1. Van elke vergadering worden door de secretarissen van de Partnerschapsraad gezamenlijk ontwerpnotulen opgesteld.

2. In de notulen worden in het algemeen voor ieder agendapunt de volgende gegevens vermeld:

a) de bij de Partnerschapsraad ingediende documentatie;

b) verklaringen die op verzoek van een vertegenwoordiger van een partij in de Partnerschapsraad worden opgenomen in de notulen; en

c) door de partijen overeengekomen punten, zoals besluiten die zijn vastgesteld, verklaringen die zijn overeengekomen en conclusies.

3. De ontwerpnotulen worden ter goedkeuring aan de Partnerschapsraad voorgelegd. De Partnerschapsraad keurt die ontwerpnotulen goed tijdens zijn volgende vergadering. De ontwerpnotulen kunnen ook schriftelijk worden goedgekeurd.

Artikel 11

Besluiten en aanbevelingen

1. Zoals bepaald in artikel 362, lid 6, van de overeenkomst neemt de Partnerschapsraad besluiten en formuleert hij aanbevelingen in onderlinge overeenstemming tussen de partijen en na voltooiing van hun respectieve interne procedures.

2. Als de partijen zulks overeenkomen, kan de Partnerschapsraad besluiten of aanbevelingen ook bij schriftelijke procedure vaststellen. Met het oog hierop wordt overeenkomstig artikel 7 het ontwerpbesluit of de ontwerpaanbeveling door de voorzitter van de Partnerschapsraad schriftelijk meegedeeld aan de vertegenwoordigers van de partijen, waarbij een termijn van 21 kalenderdagen wordt gesteld. De vertegenwoordigers van de partijen in de Partnerschapsraad maken binnen die termijn hun voorbehouden of melden hun gewenste wijzigingen. De voorzitter kan in overleg met de partijen de termijn inkorten als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.

3. De Partnerschapsraad in de zin van artikel 362, lid 6, van de overeenkomst kan besluiten nemen of aanbevelingen formuleren, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp. Die besluiten en aanbevelingen worden ondertekend door de voorzitter en gewaarmerkt door de secretarissen van de Partnerschapsraad. Die besluiten en aanbevelingen worden doorgestuurd overeenkomstig artikel 7 van dit reglement van orde. Elke partij kan besluiten tot de bekendmaking van de besluiten en aanbevelingen van de Partnerschapsraad in haar publicatieblad of staatsblad.

4. De besluiten van de Partnerschapsraad treden in werking op de datum van vaststelling, tenzij in het besluit of de aanbeveling anders is bepaald.

Artikel 12 Talen

1. De officiële talen van de Partnerschapsraad zijn de officiële talen van de partijen.

2. De werktaal van de Partnerschapsraad is het Engels. Tenzij anders wordt besloten, beraadslaagt de Partnerschapsraad op basis van in die taal opgestelde documenten.

Artikel 13 Onkosten

1. Elke partij draagt de personeels-, reis- en verblijfskosten en de post- en telecommunicatiekosten die ze maakt voor deelname aan vergaderingen van de Partnerschapsraad.

2. De kosten van vertolking tijdens de vergaderingen en van de vertaling en de reproductie van documenten komen ten laste van de Europese Unie.

3. Andere kosten in verband met de materiële organisatie van de vergaderingen komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Artikel 14

Partnerschapscomité en subcomités

1. Overeenkomstig artikel 363 van de overeenkomst staat het Partnerschapscomité de Partnerschapsraad bij in de uitvoering van zijn taken. Het Partnerschapscomité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen op hoog ambtelijk niveau.

2. Wanneer de overeenkomst spreekt van een verplichting of een mogelijkheid tot raadpleging, of wanneer de partijen na onderling overleg besluiten elkaar te raadplegen, kan die raadpleging plaatsvinden in het Partnerschapscomité, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald. Dat overleg kan, indien de partijen daarmee instemmen, worden voortgezet in de Partnerschapsraad.

3. Op grond van artikel 364, lid 2, van de overeenkomst kan de Partnerschapsraad besluiten op specifieke terreinen subcomités en andere organen in te stellen wanneer dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst en bepaalt de Partnerschapsraad de samenstelling, taken en werking van die subcomités en organen.

4. Na onderling akkoord tussen de partijen kan de Partnerschapsraad de in bijlage IV opgenomen lijst van subcomités en andere organen wijzigen.

Artikel 15

Wijziging van het reglement van orde Dit reglement van orde kan worden gewijzigd overeenkomstig artikel 11.

BIJLAGE II