• No results found

Hoofdstuk 9 bestaat uit de losse bijlagen met daarin het Programma van Eisen, twee notities inzake Horizontale en Verticale Verantwoording, de startnotitie privacybescherming en

4 Denk en werkkader: Zelfredzaamheid en Regie

4.3.4 Registratie één plan

Het ondersteuningsplan (zie één gezin één plan) is het plan van aanpak waarin de afspraken tussen het gezin en de hulpverleners is vastgelegd. Het is daarnaast de basis waarop de bewaking van de voortgang van de afgesproken hulp plaatsvindt. Het plan bevat afspraken over de

activiteiten die de burger of het gezin zelf kan/wil/moet doen in afstemming met de eigen sociale omgeving (in het kader van versterking zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht & samenkracht) en afspraken over activiteiten die door professionele hulpverleners worden geleverd.

Het plan kan acties/maatregelen bevatten voor bijvoorbeeld het gehele gezin, maar ook voor individuele leden van dat gezin. Gegevens, afspraken en documenten moeten aan het juiste niveau/onderdeel gekoppeld kunnen worden.

Het plan is in beginsel toegankelijk voor het gezin, de regisseur en - voor zover het hun eigen dienstverlening betreft - de betrokken hulpverleners. Informatie in dossiers en systemen van hulpverleners is niet toegankelijk voor gezin en regisseur (hooguit ‘dat’, niet ‘wat’).

Afhankelijk van de hoeveelheid en type ondersteuning en afhankelijk van of er bijv. veiligheid in het geding is, kan de burger zelf (in overleg met de regisseur) de lijst personen/organisaties met toegang verlenen, ontzeggen en inzien. In voorkomende gevallen (bijv. dwang) zal de regisseur de toegang zonder overleg beperken.

Uitgangspunten bij één plan

• Met betrekking tot één gezin één plan alleen voor multiprobleemgezinnen: Het één gezin één plan wordt opgesteld in de kader van de multiprobleemaanpak. Hiervoor is in beginsel geen toestemming van betrokkene(n) nodig. Registratie gebeurt wel in overleg met betrokkenen.

• Één gezin één plan buiten multiprobleemgezin alleen op basis van toestemming: Ook voor niet multiprobleemgezinnen kan een dossier volgens één gezin één plan worden gemaakt. Dit kan alleen op basis van vrijwilligheid, op verzoek of met toestemming van de betrokkene(n).

• Beperkte kring van professionals heeft toegang tot de in het één gezin één plan voor hem/haar relevante gegevens: toegang tot het één gezin één plan is beperkt tot de betrokkene(n) zelf,

Een voorbeeld: Geen wettelijke basis onder vroegsignalering is problematisch;

Landelijk informatiesysteem Schulden (LIS)

De ontwikkeling van het LIS en de latere vervanger daarvan ‘verwijzingen

problematische schulden’ (VIP) is gestrand wegens de mogelijke schending van de privacy.

LIS is ontwikkeld met als doel dat aangesloten partijen aangaven of er sprake was van een betalingsachterstand. Hierbij worden de achterstand, het maandbedrag en de gegevens van de persoon geregistreerd. Dit is omwille van de privacy later gewijzigd in een verwijzing waarbij de organisatie die een achterstallige vordering heeft, wordt geregistreerd. Omdat er geen wettelijke grondslag is, is deze ontwikkeling definitief van tafel.

Een alternatief is om te werken met sluitende contracten. In het contract tussen burger en organisatie is opgenomen dat bij nalatigheid in betaling een melding wordt

gemaakt. Dit kan echter alleen bij nieuwe contracten. Bestaande contracten moeten hiervoor worden opengebroken.

Deze ontwikkeling verhoudt zich lastig tot vroegsignalering. Vroegsignalering lijkt dus niet mogelijk zolang wet en regelgeving niet is geregeld.

de regisseur en de bij het gezin betrokken professionele hulpverleners. Betrokkene zelf kan op basis van vrijwilligheid derden ook toegang geven tot het één gezin één plan.

4.3.5 Berichtgeving

Binnen de regiefunctie is sprake van drie vormen van informatie-uitwisseling. Ten eerste zijn er signalen en meldingen; ten tweede sociale communicatie en interactie; ten derde informatie-uitwisseling met ketenpartners28. Signalen en meldingen hebben betrekking op informatie uitwisseling omtrent de status van een burger. Dit is de informatie stroom waar informatie over een burger gedeeld wordt die aanleiding kan zijn om regie-ondersteuning of een voorziening aan te bieden. Keteninformatie heeft betrekking op de informatie-uitwisseling die omtrent het voorzieningentraject plaats vindt. Hierbij valt te denken aan berichten over aanvraag in

behandeling nemen, statusberichten, afronding voorziening en bijbehorende financiële berichten.

Daarnaast zal er ook informatie uitwisseling plaats vinden die betrekking heeft op interactie tussen burger en hulpverleners. Hierbij valt te denken aan input van de burger op het plan van aanpak, digitale communicatie (gesprekken) tussen burger en hulpverlener.

Veel contacten tussen hulpverleners, gezin en regisseur zijn niet in een format te vangen en zullen niet via gestandaardiseerde informatiesystemen (hoeven) plaatsvinden. Vanuit het oogpunt van de transparantie is het echter wel wenselijk dat na te gaan is welke gegevens zijn

uitgewisseld. Dit kan door in ieder geval de structuur29 van het bericht te standaardiseren, bijvoorbeeld in de gevallen waar meerdere (semi-)professionals elk een deel van het één plan uitvoeren, maar uiteraard ook voor de ketenberichten met justitie. Technisch is dit op te lossen door deze free-format uitwisselingen via mail en/of chat te laten plaatsvinden. Omdat de inhoud vaak gevoelige persoonsgegevens bevatten, is het noodzakelijk dat deze mail/chat in een aparte beveiligde omgeving plaatsvindt en niet via het reguliere Internet.

Uitgangspunten bij berichtgeving:

• Het verstrekken van voor uitvoering van de taak noodzakelijke informatie. Het gaat hier om (delen van) gegevens en het dossier (documenten). Dat betreft zowel informatie over het behandelplan als geheel, zodat voor iedere professional de context duidelijk is (integraal werken). Het betreft ook informatie over de taak/taken.

• Het verstrekken van informatie over de uitvoering. Met andere woorden, de regisseur kan instructies/verzoeken/aandachtspunten meegeven over de afhandeling. Gebaseerd op afspraken, die specifiek voor een situatie gelden.

• Het uitzetten van taken naar:

o de (professionele) ketenpartners;

o de individuele burger;

o het gezin;

o relaties in het netwerk van de burger/ het gezin.

• Het uitzetten van taken30 op basis van relaties/afhankelijkheden, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan. Belangrijk is dat een taak weggezet kan worden zodra aan een

28 Waaronder communicatie in het kader van de uitvoering van één plan en de overige communicatie, bijvoorbeeld de interactie met justitie.

29 Dit kan bijvoorbeeld met een StUF-zaken bericht, waarbij veel ruimte blijft bestaan voor free-format info.

30Zowel intern, bij de cliënt zelf, als bij ketenpartijen.

voorwaarde is voldaan (bijvoorbeeld: eerst moet een onderzoekstaak uitgevoerd worden, voordat een behandeltaak kan starten). Dit kan ingeregeld worden, zodat, waar mogelijk, het automatisch wordt uitgevoerd, maar de regisseur kan ook kiezen voor een attendering (signaal), waarop hij zelf (handmatig) de behandeltaak doorzet.

5 Informatievoorziening

5.1 Inleiding

Een goede informatiehuishouding is van essentieel belang voor de beheersing van de processen en de te leveren kwaliteit van producten en diensten. Gemeenten hebben niet alleen te maken met hun eigen informatiehuishouding maar ook met die van anderen en die zijn vaak verschillend van aard. Al de (domeinspecifieke) informatie moet wel bij elkaar gebracht worden om de regisseur in de uitvoering van zijn taken te ondersteunen.

In dit hoofdstuk zetten we de informatiekundige bril op en verkennen we:

• welke processen een rol spelen in de samenwerking van de regisseur met zijn partners;

• welke functionaliteiten en instrumenten hierbij passen;

• welke gegevens de regisseur redelijkerwijze nodig heeft voor zijn werk;

• welke gegevens daarnaast nodig zijn voor sturing en verantwoording.

We maken daarbij onderscheid in DAT- en WAT-informatie. We schetsen de complexiteit van de bovengemeentelijke informatievoorziening, geven de noodzaak weer voor afstemming en standaardisatie conform de GEMMA en de individuele gemeentelijke speelruimte daarbinnen.

Verder tonen we aan dat deze gegevens niet zomaar beschikbaar zijn door de grote verschillen in de organisatie van de informatiehuishouding tussen de ketens. Daarnaast mogen de gegevens veelal niet in samenhang gepresenteerd worden vanwege de privacy.

In onderstaande contextdiagram wordt de gemeente en haar omgeving weergegeven. Met de contextdiagram beogen we niet volledig te zijn. Dit kan ook niet om dat de omgeving per gemeente verschilt. De contextdiagram maakt duidelijk dat het sociaal domein enorm breed en complex is. De informatiekundige uitdaging voor de 408 gemeenten en al haar partners is evident.

Figuur 3: Contextdiagram - de gemeente en haar omgeving