• No results found

47 Dit is een regelkring waarin wordt gecontroleerd door middel van een proces of het beoogde resultaat

behaald wordt (Nieuwenhuis, 2010). De afkorting van PDCA staan voor de stappen van de cirkel: - Plan: Het maken van een plan met daarin de gewenste resultaten

- Do: De uitvoering van het plan

- Check: Het controleren van de uitkomsten met de gewenste resultaten - Act: Het evalueren en (eventueel) aanpassen van het plan

Plan: Eerst een overzicht maken van de input van de wielerronde. Hierdoor is duidelijk wat de input is. Vervolgens het meten van de economische impact plannen, door middel van het bestuderen van de richtlijnen, door planningen te maken voor het schatten en enquêteren, door mensen/middelen te verzamelen. Het gewenste resultaat is een antwoord te verkrijgen op de vraag wat de economische impact van de wielerronde is.

Do: Het daadwerkelijke meten van de economische impact. Dit wordt allereerst gedaan door middel van het schatten van de bezoekersaantallen, aangezien deze gegevens nodig zijn voor het meten van de economische impact. Vervolgens worden er op de dagen van de wielerronde enquêtes gehouden. Daarnaast wordt er een media-onderzoek gehouden om zo de promotionele waarde te meten. Check: Deze fase draait om het verwerken en het analyseren van de resultaten. De uitkomsten van de schatting en de enquêtes worden op papier gezet.

Act: In deze fase wordt gekeken of de gewenste resultaten bereikt zijn. Is de mate van economische impact voldoende berekend of missen er nog gegevens? Tevens wordt er een evaluatie gehouden met de wielerronde over de meting en de resultaten van de economische impact.

7.4 Conclusie

De financiële haalbaarheid van het advies is hoog. Aangezien Stichting Wielerronde van Overijssel een vrijwillige stichting is, is geprobeerd de financiële kosten zo laag mogelijk te houden. Het onderzoek wordt gedaan door een afstudeerstudent en deze wordt bijgestaan door meewerkstudenten, dit heeft dus geen financiële consequenties. Eventuele financiële consequenties die het onderzoek zal hebben zijn het printen van de enquêtes en reiskosten van de studenten. Verder zullen de consequenties voornamelijk de tijd zijn, die met het onderzoek gemoeid gaat. De afstudeerstudent zal er het meeste tijd aan kwijt zijn (18 weken x 5 dagen x 8 uur). Daarnaast zullen de meewerkstudenten tijd kwijt zijn aan het schatten/enquêteren op de dag van de wielerronde (een dag van circa 8 uur). Als de

opdrachtgever vrijwilligers beschikbaar stelt om te helpen bij de schatting/enquêtering, kost dit hen ook een dag (8 uur). Daarnaast is de opdrachtgever tijd kwijt aan afspraken met de afstudeerstudent om het meten van de economische impact af te stemmen. (circa zes keer een afspraak van een uur). De haalbaarheid van het advies is hoog. Het geschreven advies is gemakkelijk op te volgen en ook de WESP Richtlijnen zijn gedetailleerd beschreven. Er zal veel werk gaan zitten in het houden van de enquêtes, maar als gebruik wordt gemaakt van meewerkstudenten of vrijwilligers moet ook dat lukken. Ook de relevantie van het advies is hoog. Het advies is er compleet op gericht om de economische impact van de wielerronde te meten, dit was ook de opdracht vanuit de wielerronde. Als het advies wordt opgevolgd, zal niet alleen de impact gemeten worden maar heeft de wielerronde ook een overzichtelijke weergave van de input van de wielerronde en een nulmeting van het evenement.

48

Nawoord

Zojuist heeft u het eindresultaat van mijn harde werk van de afgelopen maanden doorgelezen. Ik hoop dat u het interessant vond en dat u tevreden bent over de gekregen informatie.

Dankzij de goede samenwerking met mijn beoordelaars en de bestuursleden van de Wielerronde van Overijssel is dit rapport tot stand gekomen.

Het begin van het traject vond ik erg lastig, voornamelijk het formuleren van goede onderzoeksvragen. Na een goed gesprek met de opdrachtgever over de precieze aanleiding, kon ik met behulp van mijn onderzoeksdocente uiteindelijk duidelijke, relevante vragen opstellen.

Ook het verzamelen van relevante informatie voor het theoretisch kader vond ik niet makkelijk. Hier ben ik veel tijd kwijtgeraakt, hier zou ik een volgende keer minder tijd aan willen besteden. Gelukkig had ik hierover een verhelderend gesprek met mevrouw Godfried, waarna ik weer verder kon. Toch verliep niet alles zoals ik gehoopt had. Mijn eerste intentie was om onderzoek te doen aan de hand van een focusgroep, maar dit viel uiteindelijk toch niet te realiseren door het ontbreken van gegevens van respondenten. Hierna heb ik gekozen om telefonisch onderzoek te doen. Dit vond ik heel spannend om te doen, aangezien je mensen toch ‘overvalt’ met je telefonische interview. Maar na het houden van enkele gesprekken, werd het steeds makkelijker. Ook ben ik erachter gekomen dat het moeilijk is om mensen (telefonisch) te bereiken en dan voornamelijk gemeenten en Provincie. Aangezien ik ook nog in November/December mijn onderzoek moest houden, hadden de

respondenten het vaak druk en hierdoor niet altijd tijd voor interviews. Hierdoor heb ik uiteindelijk minder mensen kunnen interviewen dan het oorspronkelijke plan was.

Ik heb het gehele thesistraject een duidelijke, strakke planning gehad, waar ik me ook steeds aan gehouden heb. Dit werkte heel goed voor mij. Ik wist wat ik wanneer af wilde hebben en ben hierdoor het hele traject op schema gebleven met alle punten die ik per week gepland had. Deze planning is te vinden in de vorm van een Work Breakdown Structure en een Gantt Diagram in bijlagen XIII en XIV. Ik hoop dat de wielerronde door middel van dit rapport een goede indruk heeft van de waarde van economische impact en hoe die impact het beste gemeten kan worden tijdens de wielerronde van 2015. Daarnaast hoop ik dat deze thesis (indirect) ook van waarde zal zijn voor andere organisaties. De wielerronde staat goed aangeschreven in de wielerwereld, in de interviews werd meerdere keren genoemd dat de wielerronde als voorbeeld werd gezien. Ik hoop dan ook dat de wielerronde ook een voorbeeld kan zijn in het meten van economische impact. Bijvoorbeeld door aan andere evenementen door te geven wat de waarde van economische impact is of hoe de economische impact het beste gemeten kan worden.

Verder kan deze thesis ook van waarde zijn voor de Provincie Overijssel. Door middel van deze thesis heeft de wielerronde een idee gekregen wat de waarde van economische impact is en hoe de impact gemeten kan worden. Door de economische impact van de wielerronde te vergroten zal uiteindelijk ook de economische betekenis van de Provincie Overijssel vergroot worden.

49

Bibliografie

Baarda, B., Bakker, E. en Julsing, M. (2013). Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Derde druk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Boeije, H., ‘t Hart, H. & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Bogdan & Biklen. (2003). Focusgroepen. Gevonden op 26 september 2014 op

http://cop.rdmc.ou.nl/WikiRdMC/Wikipagina's/Focusgroepen.aspx

Crompton, J., Lee, S., & Shuster, T. (2001). A guide for undertaking economic impact studies: the springfest example. Gevonden op 8 oktober 2014 op

http://www.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:43937/DS1/

Drenth, P.J.D. (1977) Testtheorie. Gevonden op 5 oktober 2014 op http://www.hulpbijonderzoek.nl/meetinstrument/

DSP-groep. (2012). Meer halen uit sportevenementen. Gevonden op 9 oktober 2014 op http://www.dsp-

groep.nl/getFile.cfm?file=19mtspinoff_Meer_halen_uit_sportevenementen_definitief_rapport.pdf&dir=r apport

Fowler Jr., F.J. & T.W. Mangione. (1990). Standardized Survey Interviewing. Gevonden op 26 september 2014 op

http://www.moaweb.nl/kenniscentrum/jaarboeken/archief-jaarboeken-moa/2006/jaarboek-2006- 04.pdf

Freeman, R.E. (1984). Strategic management: a stakeholders approach. Boston: Pitman.

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. (2004). Artikel 1 van Ministerieel besluit tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning als opleidingsinstantie voor jongeren in de

wielersport en/of als wedstrijdinstantie voor de organisatie van wielerwedstrijden en wielerproeven. Gevonden op 26 september 2014 op

http://reflex.raadvst-consetat.be/reflex/pdf/Mbbs/2004/12/30/89355.pdf

Jókövi, M. (1996). Inkomen en Uitgaan, over Economische Effecten van Vrijetijd voor Stedelijke Ontwikkeling. Tilburg, Nederland: Tilburg University Press.

Mitchell, R.K., Agle, B.R., Wood, D.J. (1997). Toward a theory of stakeholders identification and salience: defining the principle of who and what really counts. Academy of managementreview. Mulier instituut. (2014). Sportevenementen in Nederland: groot bereik, aandacht voor de toekomst. Gevonden op 25 september 2014 op

50

bereik_aandacht-voor-de-toekomst.html

Mulier instituut. (2014). Sportevenementen in Nederland: over sportevenementen en hun maatschappelijke betekenis. Gevonden op 25 september 2014 op

http://www.mulierinstituut.nl/actueel/nieuwsoverzicht/sportevenementen-in-nederland_groot- bereik_aandacht-voor-de-toekomst.html

Ngo, L. (2011). How to Evaluate Electronic Resources. Gevonden op 25 september 2014 op http://www.lib.berkeley.edu/sciences/guides/how_to_evaluate_electronic_resources Nieuwenhuis, M.A. (2010). The art of management. Gevonden op 8 januari 2015 op http://123management.nl/0/020_structuur/a212_structuur_05_processtructuur_pdca.html Nolost Capital. (2012). Wat zijn organisatie meetinstrumenten? Gevonden op 10 oktober 2014 op http://nolostcapital.nl/vragen-en-antwoorden/wat-zijn-organisatie-meetinstrumenten

Provincie Overijssel. (2013). Jaarlijkse Monitor Evenementen en festivals Driejarenprogramma 2013,2014,2015. Overijssel: Provincie Overijssel.

Saunders, M., Lewis, P., Thornhill, A. (2006). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam: Pearson Education Benelux BV.

SROI Netwerk. (s.a.). SROI Principes. Gevonden op 25 november 2014 op http://www.sroinetwerk.nl/sroi-principes

Stamm. (2014). Social Return on Investment: wat is het, hoe werkt het en wat kun je er mee? Gevonden op 25 november 2014 op

https://dkdd.pleio.nl/file/download/226604

Thompson, J.K., Wartick, S.L., & Smith, H.L. (1991). Integrating corporate social performance and stakeholder management; Implications for a research agenda in small business. Research in Corporate Social Performance and Policy.

UW Extension. (2003). Program Development. Planning – Implementation – Evaluation. Gevonden op 25 november 2014 op

http://www.uwex.edu/ces/pdande/evaluation/pdf/LMfront.pdf

Van Bommel, I. (2006). WK VOETBAL 2005 TOT 20 JAAR: VOOR HERHALING VATBAAR? Gevonden op 25 september 2014 op

http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=80593

Van den Berg, E.V. (2002). Hoe tevreden is uw klant?: het meten van klanttevredenheid. Gevonden op 24 september 2014 op

51

http://ammorg.wikispaces.com/Meetinstrumenten+i.h.k.v.+kwaliteit

Van der Zee. (2014). www.hulpbijonderzoek.nl. Gevonden op 10 oktober 2014 op http://www.hulpbijonderzoek.nl/meetinstrument/

Verhoeven, N. (2007) Wat is onderzoek?: praktijkmethoden en technieken voor het hoger onderwijs. Nederland: Boom Lemma uitgevers.

Werkgroep Evaluatie Sportevenementen. (2012). Richtlijnenhandboek *** Prognose Economische Impact ***. Gevonden op 15 september 2014 op

http://www.evenementenevaluatie.nl/wp-content/uploads/2013/01/WESP-richtlijnenhandboek- Prognose-EI-v0.3.pdf

Wikipedia. (2014). Logic Model. Gevonden op 25 november 2014 op http://en.wikipedia.org/wiki/Logic_model

52

Bijlagen

Bijlage I: Zoekmethoden Bijlage II: AAOCC-Criteria

Bijlage III: Relaties tussen kernbegrippen Bijlage IV: Kenmerken stakeholders Bijlage V: Toelichting stakeholder types Bijlage XI: Figuren telefonische interviews Bijlage XII: Criteria meetinstrumenten Bijlage XIII: Work Breakdown Structure

53