• No results found

6. Conclusie en aanbevelingen

6.6 Reflectie en aanbevelingen toekomstig onderzoek

6.6.3 reflectie ten behoeve van toekomstig onderzoek

• Reflectie op het literatuuronderzoek

Naast het Bosch' Model 2.0 (2018) is het boek De Opdrachtgever van Van Dieën (2016) als

fundamentele literatuur gebruikt bij het duiden van het opdracht gevend systeem en het beschrijven van de diverse rollen en de projectdriehoek. Beiden hebben als normatief model van de werkelijkheid gediend, maar zijn geen wetenschappelijke literatuur. Alhoewel hier een vermeende lacune in de wetenschappelijke kennis aanwezig is, zou een breder literatuuronderzoek buiten het publieke domein over de rol ambtelijk opdrachtgever op zijn plaats kunnen zijn. Voor de rol van bestuurlijk opdrachtgever zouden kenmerken uit onderzoeken over bestuurders als bredere basis kunnen dienen. Immers een bestuurlijk opdrachtgever is in eerste instantie bestuurder en maakt in die zin deel uit van het politiek-bestuurlijke netwerk. Evenzeer zou het aan te bevelen zijn, internationaal te zoeken naar vergelijkbare structuren in het management van openbare projecten, en de verschillen te analyseren, naast daar hopelijk aanwezig wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van deze methodieken.

93 • Reflectie op de gehanteerde onderzoeksmethodologie

In Deelonderzoek I is een statistisch onderzoek uitgevoerd op basis van binaire kwantitatieve data van de zes dimensies: technische, sociale, financiële, juridische, organisatorische en tijdscomplexiteit. Het zou raadzaam geweest zijn om ook een zevende dimensie ‘politiek-bestuurlijk’ mee te nemen in het statistische onderzoek. Daarnaast zou het te overwegen zijn om de dataverzameling op basis van een 5-puntschaal te doen, om te zien of dit meer nuance in het onderzoek zou kunnen aanbrengen.

In Deelonderzoek II is een casestudy uitgevoerd naar twee casussen. Dit is een te klein aantal om resultaten te kunnen generaliseren naar de sector Stadsontwikkeling en breder. Een casestudy naar tenminste drie sectorprojecten, maar bij voorkeur zes sectorprojecten had tot meer te generaliseren resultaten geleid. Van de drie belangrijkste bestuurlijk opdrachtgevers hadden bijvoorbeeld twee casussen genomen kunnen worden. Eventueel afgezet tegen een zevende casus, waarbij geen sprake is van een complex ruimtelijk project. Dit was echter in het huidige onderzoek niet mogelijk of

wenselijk, gezien de beperkte mankracht en tijd, en de wens een eerste indicatie te verkrijgen van het nut van dergelijk onderzoek. Deze indicatie is positief gebleken.

Bij beide casussen zijn alleen de bestuurlijk- en ambtelijk opdrachtgever geïnterviewd als spelers binnen de projectdriehoek. De projectleider was immers zelf de auteur van onderhavig onderzoek. Alhoewel dit ook voordelen heeft met betrekking tot het kunnen plaatsen en doorgronden van informatie, is daarmee geen volledig beeld van de werking van de projectdriehoek verkregen.

Daarnaast hadden ook respondenten buiten de projectdriehoek gevraagd kunnen worden. Te denken valt hierbij aan de persoonlijke bestuurs- en communicatieadviseur van de wethouder, die met regelmaat aanschuiven bij het project(driehoek)overleg.

• Reflectie op de onderzoeksuitkomsten

Zowel de resultaten van het statistische onderzoek als de casestudy bieden geen directe verklaring voor het al dan niet behalen van de (geplande) doorlooptijd van complexe ruimtelijke projecten. Om de hoofdvraag met meer stelligheid te kunnen beantwoorden, is meer inzicht en daartoe meer onderzoek noodzakelijk. Samenvattend valt te stellen, dat het onderzoek in staat is gebleken op alle gestelde deelvragen en de hoofdvraag een antwoord te geven. Door de beperkingen van het

onderzoek is niet vast komen te staan, of deze beantwoording te generaliseren is, maar zijn hiervoor wel aanknopingspunten gevonden, zeker binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch en met enige waarschijnlijkheid ook voor ruimtelijke projecten in andere (vergelijkbare) gemeenten in Nederland. Door triangulatie is een onderzoek tot stand gekomen met deels statistisch verantwoorde

94 gehanteerde tekstuele bronnen, en met een verdieping tot in detail op twee casussen uit de

populatie. Er zijn verschillende mogelijkheden voor vervolgonderzoek aan te wijzen, die door de opzet van het gedane onderzoek meer gericht kunnen worden ingezet. Tot slot zijn er enkele nuttige aanbevelingen gekomen om de onderzochte werkzaamheden verder te professionaliseren en te faciliteren, met als intentie het tijdig realiseren van bestuurlijke doelstellingen.

95

Referenties

Akintoye, A., & Shehu, Z. (2009). De kritische succesfactoren voor effectief programmamanagement: een pragmatische aanpak. The Built & Human Environment Review, 2, 1-24.

Allaert, G. (2006). Ruimtelijk Management, Wegwijs in ruimtelijke investeringsprojecten. Gent: Academia Press.

Ambitiedocument Bossche Stadsdelta. (2019). Retrieved from

https://www.denbosch.nl/uploads/media/5eda0c981bc18/20191105-ambitiedocument-wltc-

approved-version-final.pdf?token=/uploads/media/5eda0c981bc18/20191105-ambitiedocument-wltc-approved-version-final.pdf

Atkinson, R. (1999). Project management: cost, time and quality, two best guesses and a phenomenon, its time to accept other success criteria. International Journal of Project

Management, 17(6), 337-342.

Baldry, D. (1998). De evolutie van risicobeheer in kapitaalprojecten in de publieke sector. International

Journal of Project Management, 16(1), 35-41.

Bestuursakkoord gemeente 's-Hertogenbosch. (2018). Retrieved from

https://bestuursakkoord2018.s-hertogenbosch.nl/bestuursakkoord2018

Bleijenbergh, I. (2016). Kwalitatief onderzoek in organisaties (2e ed.). Amsterdam: Boom uitgevers. Boddy, D. (2003). Het managen van projecten. Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Bol, N. v., Edelenbos, J., & Teisman, G. (2009). Beheer van de complexiteit van het aardsysteem: op de rand van project-, lijn- en programmamanagement. Paper for the Amsterdam Conference on

the Human Dimensions of Global Environmentol Change. Amsterdam.

Bosch' Model 2.0. (2018, 01). Projectmatig werken bij de gemeente Hertogenbosch. gemeente 's-Hertogenbosch.

Bossche Stadsdelta - Gebiedsperspectief. (2020). Retrieved from

https://www.denbosch.nl/uploads/media/5fa41e36a1cae/20201105-bossche-stadsdelta-

gebiedsperspectief-zonder-achterzijde- web.pdf?token=/uploads/media/5fa41e36a1cae/20201105-bossche-stadsdelta-gebiedsperspectief-zonder-achterzijde-web.pdf

Bruijn, J. d., Jong, P. d., Korsten, A., & Zanten, W. v. (1996). Grote projecten, Besluitvorming &

Management. Alphen aan den Rijn: Samson H.D. Tjeenk Willink.

Castells, M. (2000). The Rise of Network Society: Economy, Society and Culture. Cambridge: Blackwell Publishers.

Cohen, M., March, J., & Olsen, J. (1972). Een vuilnisbakmodel naar keuze van de organisatie.

96 de Carvalho, M., Patah, L., & de Souza Bido, D. (2015). Project management and its effects on project

success: Cross-country and cross-industry comparisons. International Journal of Project

Management, 33(7), 1509-1522.

De Nadae, J., & Carvalho, M. (2019). Communication Management and Knowledge Management in complex projects: a literature review. Revista de Gestão e Projetos, 10(1), 19-36.

Dieën, E. v. (2016). De opdrachtgever, nieuw leiderschap binnen de overheid (2e ed.). Zaltbommel: Van Haren Publishing.

Dilts, D., & Pence, K. (2006). Impact van rol in de beslissing om te falen: een verkennend onderzoek naar beëindigde projecten. Journal of Operations Management, 24(4), 378-396.

Duivesteijn, A., Bruijn, H. d., ’t Hart, P., Heuvelhof, E. t., Hobma, F., Horn-van Nispen, M. t., . . . Wee, B. v. (2004). Grote infrastructuurprojecten: inzichten en aandachtspunten (achtergrondstudies). Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 29 283, nr. 10. Retrieved 01 04, 2021, from

https://www.parlement.com/9291000/d/tk29283_10.pdf

Edelenbos, J., Klijn, E., Korthagen, I., & Meerkerk, I. v. (2011). Management en besluitvorming van

complexe stedelijke projecten - Respondentenverslag Survey G4. Rotterdam: Erasmus

Universiteit Rotterdam.

Energietransitie-programma 's-Hertogenbosch 2016-2020. (2016). Retrieved from

https://www.s-hertogenbosch.nl/fileadmin/Website/Actueel/Projecten/Klimaatneutraal/Energietransitieprog ramma_2016-2020_.pdf

Franks, T. (1989). Bureaucracy, organization culture and development. Public Administration and

Development, 9(4), 357-368.

George, A., & Bennet, A. (2004). Case studies and theory development in the Social Sciences. Cambridge: MIT Press.

Gomes, C., Yasin, M., & Small, M. (2012). Interrelaties onderscheiden tussen de kennis, competenties en rollen van projectmanagers bij de planning en uitvoering van projecten in de publieke sector. International Journal of Public Administration, 35(5), 315-328.

Gordon, R. (1998). Basisvaardigheden voor interviewen. Long Grove: Waveland Press.

He, Q., Luo, L., Hu, Y., & Chan, A. (2015). Measuring the complexity of mega construction projects in China-A fuzzy analytic network process analysis. International Journal of Project Management,

33(3), 549-563.

Hertogh, M. (2005). Complexiteit bij grote infrastructurele projecten. AT Osborne, interne uitgave. Hertogh, M., & Westerveld, E. (2010). Spelen met complexiteit. Management en organisatie van grote

infrastructurele projecten.

97 Kickert, W., Klijn, E., & Koppenjan, J. (1997). Managing complex networks, Strategies for the Public

Sector. Londen: Sage Publications.

Koppenjan, J. (2005). De vorming van publiek - private partnerschappen: lessen uit negen transport infrastructuurprojecten in Nederland. Openbaar bestuur, 83(1), pp. 135-157.

Koppenjan, J., & Klijn, E. (2004). Managing Uncertainties in Networks: een netwerkbenadering voor

probleemoplossing en besluitvorming. Londen en New York: Routledge.

Luinge, M., Post, W., & Goorhuis-Brouwer, S. (2007). Het identificeren van mijlpalen in de

taalontwikkeling van kinderen van 1 tot 6 jaar. Stem-, spraak- en taalpathologie, 15(1), 33-52. Mason, R., & Mitroff, I. (1981). Challenging Strategic Planning Assumptions: Theory, Cases and

Techniques. New York: Wiley.

Maylor, H. (2003). Projectmanagement (4 ed.). Harlow: Pearson Education.

Maylor, H., Vidgen, R., & Carver, S. (2008). Managerial Complexity in Project- Based Operations: A Grounded Model and Its Implications for Practice. Project Management Journal, 39(1_suppl), S15-S26.

McPhee, I. (2008). Projectmanagement in de publieke sector. International Journal of Government

Auditing, 35(4), 10-12.

Melin, U., & Axelsson, K. (2009). Beheer van de ontwikkeling van e-diensten - vergelijking van twee casestudy's over e-overheid. Transforming Government: People, Process and Policy, 3(3), 248-270.

Mintzberg, H. (1994). De opkomst en ondergang van strategische planning. New York: The Free Press. Mokken, R. (1971). Een theorie en procedure van schaalanalyse. Berlijn: De Gruyter Mouton.

Molen, M. v. (2019). Projectmanagement voor opdrachtgevers: Van klassiek tot agile (6e ed.). 's-Hertogenbosch: Van Haren Publishing.

Molenaar, I., & Sijtsma, K. (1982). MSP5 for Windows, A Program for Mokken Scale Analysis for

Polytomous Items. Groningen: iec ProGAMMA.

Morris, P. (1988). Managing project interfaces: key points for project success. In D. Cleland, & W. Kings, Project Management Handboek (pp. 16-55). New York: Van Nostrand Reinhold. Morris, P., & Hough, G. (1987). De anatomie van grote projecten: een studie van de realiteit van

projectmanagement. New York: John Wiley and Sons. Nationaal Klimaatakkoord. (2019). Retrieved from

https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/publicaties/2019/06/28/klimaatakkoord Radford, K. (1977). Complex Decision Problems: An Integrated Strategy for Resolution. Virginia: Reston

Publishers.

Rittel, H., & Webber, M. (1973). Dilemma's in een algemene planningstheorie. Beleidswetenschappen,

98 Roberts, N. (2000). Wicked problems and network approaches to resolution. International Public

Management Review, 1(1), 1-19.

Ruimtelijke Structuurvisie Stad tussen Stromen. (2014). Retrieved from

https://www.s-hertogenbosch.nl/fileadmin/Website/Inwoner/Bouwen_wonen/Bestplannen/Stad_Tussen_Str omen.pdf

Salet, W. (2010). Openen en sluiten van grote stedelijke projecten. In S. Majoor, Voorbij de

beheersing? Bijdragen aan de stadsontwikkeling in Amsterdam (pp. 96-109). Amsterdam:

Projectmanagement Bureau Amsterdam.

Santos, V., Soares, A., & Carvalho, J. (2016). Knowledge Sharing Barriers in Complex Research and Development Projects: an Exploratory Study on the Perceptions of Project Managers.

Knowledge and Process Management, 23(2), 110-123.

Shehu, Z., Holt, G., Endut, I., & Akintoye, A. (2015). Analyse van kenmerken die de doorlooptijd van Maleisische bouwprojecten beïnvloeden. Built Environment Project and Asset Management,

5(1), 52-68.

Staveren, M. v. (2018). Risicoleiderschap, doelgericht omgaan met onzekerheden. Deventer: Vakmedianet.

't Hart, P. (1992). Politiek-bestuurlijke besluitvorming in Nederland: een decennium van onderzoek in beeld. Beleidswetenschap, 6(3), 199-227.

't Hart, P. (1993). Publieke ondernemers in Babylonische netwerken: grote projecten en politiek-bestuurlijk management. Beleid & Maatschappij, 20(3), 126-142.

Teisman, G. (1992). Complexe besluitvorming: een pluricentrisch perspectief op besluitvorming over ruimtelijke investeringen. Erasmus Universiteit Rotterdam.

Thiel, S. v. (2010). Bestuurskundig onderzoek, een methodologische inleiding. Bussum: Couthinho. Turner, J. (1997). The handbook of Project-Based Management. London: McGraw-Hill.

Verschuren, P., & Doorewaard, H. (2000). Het ontwerpen van een onderzoek (3e ed.). Utrecht: Uitgeverij LEMMA BV.

Vidal, L., & Marle, F. (2008). Understanding project complexity: implications on project management.

Kybernetes, 37(8), 1094-1110.

Vidal, L., Marle, F., & Bocquet, J. (2011). Measuring projectcomplexity using the Analytic Hierarchy Process. International Journal of Project Management, 29(6), 718-727.

Visie energielandschap. (2020). Retrieved from

https://www.s-hertogenbosch.nl/fileadmin/Website/Inwoner/Bouwen_wonen/Bestplannen/Gebiedsvisies/E nergielandschap/Visie_deel_A.pdf

99 Wijnen, G., Renes, W., & Storm, P. (2006). Projectmatig werken (22 ed.). Utrecht: Uitgeverij het

100 Bijlagen

101