• No results found

Uit de centrumactiviteitenkaart van 2018 blijkt dat de buurten in het stadsdeel Centrum voor alsnog over de hoogste mate van centrumactiviteit beschikken. Echter, bij het inzoomen op de aparte stadsdelen, blijkt er in bijna elk stadsdeel één buurt te zitten die een hogere centrumwaarde aanneemt dan alle andere buurten in het stadsdeel. De buurten krijgen een hoge centrumwaarde door het beschikken over een relatief divers grondgebruik, een hoge dichtheid aan

horecagelegenheid en een hoge dichtheid aan werkgelegenheid. De uitkomsten van de centrum- index zijn tot op zekere hoogte te correleren aan het intensieve planningsbeleid van de gemeente, besproken in de casusstudie. In dit hoofdstuk zal worden besproken in hoeverre de te ontdekken subcentra zijn te verklaren vanuit gemeentelijk planningsbeleid door de jaren heen.

Zoals besproken is in de casusstudie zijn de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam Noord en

Buitenveldert geheel of gedeeltelijk gebouwd naar de plannen van het AUP. De wijken zijn volgens het functiegescheiden bouwen ontwikkeld, waarbij winkels en werkgelegenheid zich concentreren op en rondom het Osdorpplein, Buikslotermeerplein en Gelderlandplein. Bij het inzoomen op de aparte stadsdelen in de centrumactiviteitenkaarten van 2003 en 2018, lichten het Osdorpplein en Buikslotermeerplein op. De buurten, beide vernoemd naar de gelijknamige pleinen, krijgen in 2003 en 2018 een relatief hoge centrumwaarden en worden omringd door buurten met lagere

centrumwaarden. Tussen 2003 en 2018 zijn deze centrumwaarden nog verder toegenomen. Door het hoge verschil in centrumwaarde tussen het Osdorpplein, het Buikslotermeerplein en hun omliggende buurten, lijken de buurten een centrumfunctie te vervullen voor het gehele stadsdeel. Dit correspondeert met de plannen van AUP: de pleinen zouden dienen als centrale plekken door de verscheidenheid aan functies die in de woonwijken niet voorkwamen. De gebieden functioneren dus tot op zekere hoogte hetzelfde als hoe ze in de jaren ’50 en ’60 gepland zijn. De centrumfunctie die het Gelderlandplein zou moeten vervullen, is daarentegen niet terug te herkennen op de

centrumactiviteitenkaart van zowel 2003 als 2018. Dit is deels te verklaren doordat het Gelderlandplein een kleiner deel uitmaakt van de gehele Gelderlandpleinbuurt, dan dat bij het Osdorpplein en Buikslotermeerplein het geval is. Ook heeft de komst van de Zuidas het Gelderlandplein wellicht enigszins minder essentieel gemaakt. De Zuidas is dichtbij het

Gelderlandplein gelegen en beschikt tevens over de nodige winkels. Hoewel het Gelderlandplein in 2003, toen de Zuidas nog minder ontwikkeld was, ook geen grote centrumwaarde bezat.

Gustav Mahlerplein die in de buurt zijn gelegen. Het plein biedt onderdak aan verschillende horecagelegenheden en winkels. De buurt heeft dezelfde centrumwaarde als buurten in het stadsdeel Centrum. Hierdoor kan worden aangenomen dat Zuidas Zuid als tweede centrum in de stad functioneert, naast het stadsdeel Centrum. Het polycentrische gedachtegoed waarmee de Zuidas in de jaren ’90 is gepland, heeft dus succesvol uitgepakt. Opvallend is echter dat de buurt in 2003 een veel lagere centrumwaarde krijgt. Binnen vijftien jaar is de centrumactiviteit in de buurt dus enorm gestegen, wat wellicht te verklaren is door de recent gerealiseerde woningbouw en komst van meerdere functies in het gebied.

Conclusie

In deze studie is onderzoek gedaan naar hoe de locatie en spreiding van centrumactiviteiten zich hebben ontwikkeld in Amsterdam tussen 2003 en 2018. Aan de hand van drie indicatoren is er een centrum-index gecreëerd, die de mate waarin een buurt over centrumactiviteiten beschikt aantoont. Dankzij deze centrum-index is het mogelijk te concluderen dat centrumactiviteiten zich in de genoemde periode geleidelijk over de stad hebben verspreid. Het centrum lijkt zich te hebben uitgebreid, naar buurten die verder van het centrum vandaan liggen. Ook toont de verschil-index die is opgesteld, dat de meeste buurten in de stad een lichte toename van centrumactiviteit hebben meegemaakt tussen 2003 en 2018. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de stad in zijn geheel over een diverser grondgebruik en een grotere dichtheid van horeca- en werkgelegenheid is gaan beschikken.

Naast de geleidelijke uitbreiding van het stadscentrum, zijn er ook bepaalde buurten buiten het stadsdeel Centrum waar zich een concentratie van centrumactiviteiten bevindt. Deze buurten bezitten de hoogste centrumwaarden van hun stadsdeel, en worden omringd door buurten met lagere centrumwaarden. In stadsdeel Noord is dit het Buikslotermeerplein, in stadsdeel West het Osdorpplein, en in stadsdeel Zuidoost de Amsterdamse Poort. Of deze buurten als volwaardige subcentra van de Amsterdamse binnenstad kunnen worden beschouwd, valt enigszins te betwisten. De centrumwaarden uit de centrum-index corresponderen niet met de waarden die buurten in het stadsdeel Centrum krijgen. Maar de buurten vervullen vermoedelijk wel een centrumfunctie voor het omliggende gebied. De buurt Zuidas Zuid, gelegen in stadsdeel Zuid, beschikt daarentegen wel over dezelfde centrumwaarde als veel buurten in stadsdeel Centrum en kan daarom als subcentrum worden beschouwd.

Ook is er in dit onderzoek bestudeerd in hoeverre gemeentelijk planningsbeleid invloed heeft gehad op de ontwikkelingen van centrumactiviteiten in Amsterdam. Hieruit is gebleken dat een veelheid van de gebieden, anno 2018 nog functioneren zoals ze ooit gepland zijn. Het Buikslotermeerplein, Osdorpplein en de Amsterdamse Poort zijn gepland als lokale winkelcentra voor de omliggende woonwijken. Gezien hun hoge centrumwaarden vervullen deze buurten nog steeds een duidelijke centrumfunctie voor de omliggende buurten. Hierin is een duidelijk verschil te merken met de buurt Zuidas Zuid: deze buurt is onderdeel van de Zuidas, wat gepland is binnen het polycentrische gedachtegoed, met als doel het nieuwe economische centrum van de stad te worden. Uit de