• No results found

Reflectie van de begeleidingscommissie

In document Magazine De kracht van onderop (pagina 37-41)

INHOUD 37/44

De kracht van onderop_Reflectie van de begeleidingscommissie

vrijwillige inzet en gevoeld eigenaarschap zijn belangrijke kenmerken van het maatschappelijk initiatief. Kortom de energieke samenleving is absoluut goed in staat publieke meerwaarde te leveren, dat klinkt ook goed door in de hiervoor beschreven voorbeelden en de andere uitge-voerde projecten.

Onafhankelijke professionals effectiever We constateren dat er tussen instituties en daad-werkelijk betrokkenen nog vaak grote verschillen zitten qua taal, snelheden en dynamiek. Er is een nieuwe tussenlaag ontstaan van stedelijke professionals die zowel met de betrokkenen (samenleving) als met de instituties kunnen omgaan. Op deze groep (veelal zzp’er of kleine bureaus) lijkt de term onafhankelijke betrok-kenheid van toepassing. Deze tussenlaag speelt een grote rol als intermediair/interface; zowel als tolk-vertaler voor wat betreft taal en als ver-snellingsbak voor wat betreft afstemming van verschillende dynamieken.

Institutionele verwarring en verkramping Het anders werken door initiatiefnemers ont-regelt en verwart bovendien de gevestigde partijen. Bij enkele projecten leidt dit ertoe dat institutiesmoeite hebben zich te verhouden tot dergelijke innovatieve projecten. Veel projec-ten passen niet in de bestaande procedures en gebruiken van de gevestigde partijen terwijl ze

wel succesvol zijn en waarde creëren. Als bege-leidingscommissie hebben we institutionele verkramping geconstateerd. De kernvraag is dan wat gemeenten, corporaties en project-ontwikkelaars anders moeten gaan doen om in partnerschap samen op te trekken?

Voor vergroten van meerwaarde moeten instituties handelen

Instituties zouden hun acties meer op afroep en behoefte van betrokkenen moeten afstem-men zowel qua taal als andere middelen als qua dynamiek. Maar instituties moeten wel degelijk acteren; op het juiste moment met de juiste middelen en inzet. Instituties moeten hun dyna-miek aanpassen aan die van betrokkenen (van afwachten tot aan snel handelen). Ergo zichzelf als institutie contextafhankelijk kunnen versnel-len of vertragen.

De volgende stap: systemisch experimen-teren als multiplier op meerwaarde energieke samenleving

Ook constateren wij als commissie dat instituties niet altijd vanuit zichzelf (kunnen) handelen, niet in de laatste plaats omdat zij deel uitmaken van grote systemen (juridisch en financieel).

Om institutionele belemmeringen en dilemma’s te ontdekken, te agenderen en te slechten zijn systemische experimenten nodig. De (centrale) overheid heeft diverse rollen tegelijkertijd; een

rechtmatige, presterende, netwerkende en participerende rol.27 En die overheid is dus meer dan één van de vele instituties. De overheid is ook systeemverantwoordelijk en zal haar eigen systeem permanent moeten aanpassen aan de leefwereld van mensen, en niet andersom.

Transitie-arena’s, actieonderzoek en living labs

De wereld verandert steeds sneller en de toe-komst wordt steeds onzekerder. Om nu juist daarom de broodnodige rol als participerende overheid te kunnen vervullen, zal de overheid in haar andere rollen (met name die van recht-vaardige maar ook presterende overheid) systeemverantwoordelijkheid kunnen nemen.

Als begeleidingscommissie roepen we het minis-terie van BZK op om transitie-arena’s in het leven te roepen waar door middel van bijvoorbeeld actieonderzoek en stedelijke labs, in coproduc-tie met de meerwaarde leverende samenleving, systemische innovatie uit te lokken. Hierdoor kunnen multipliers ontstaan die de publieke meerwaarde al geleverd door die maatschappe-lijke initiatieven verveelvoudigen.

maart 2017

De begeleidingscommissie van het onderzoeks- en inspiratiebudget Ecologie van de Stedelijke Vernieuwing

INHOUD 38/44

De kracht van onderop_Reflectie van de begeleidingscommissie

Ralf Embrechts

directeur bij MOM Tilburg (Maatschappelijke OntwikkelingsMaatschappij)

Jurgen Hoogendoorn

guerrilla-ambtenaar en frisdenker Gemeente Amsterdam afd. Regie & Advies

Jeroen Niemans

programmamanager ruimtelijke ontwikkeling en energietransitie bij RUIMTEVOLK

Olof van de Wal

directeur Leef de Stad, adviesbureau voor stedelijke transformatie

INHOUD 39/44

De kracht van onderop_Reflectie van de begeleidingscommissie

1 Bij aanvang van het project stonden drie vragen centraal:

1. Hoe kunnen maatschappelijke doelen worden bereikt met private middelen, ofwel hoe kunnen tijdelijke (netwerk) arrangementen en de vragen en kansen van initiatiefnemers van waarde zijn voor de stedelijke vernieuwing?

2. Hoe kunnen publieke middelen effectiever worden ingezet op maatschappelijke vraagstukken zodat gevestigde partijen als gemeenten en woningcorporaties zich bovendien effectief leren verhouden tot initiatieven van zelforganisatie?

3. Hoe komen we van ‘best practices’ naar ‘common practices’?

De antwoorden hierop zijn echter niet eenvoudig te geven.

Wel presenteren we in dit rapport enkele lessen en inzichten uit de 16 ondersteunde projecten.

2 Definitie van stedelijke vernieuwing: de op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon- en milieukwaliteit, versterking van de culturele kwaliteiten, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijke gebied.

3 De looptijd van het ISV is vijftien jaar en verdeeld over drie perioden: 2000-2004 (ISV1), 2005-2009 (ISV2) en 2010-2014 (ISV3). Het ISV is een doeluitkering, waarin subsidieregelingen van verschillende ministeries zijn gebundeld. De gemeenten ontvangen daardoor één integrale doeluitkering in plaats van aparte bijdragen. Dit maakt een samenhangend beleid mogelijk.

Het GSB kent drie brede doeluitkeringen (BDU’s): fysiek, sociaal en economie. Het ISV betreft de fysieke BDU en is gericht op het verbeteren van de fysieke (en sociale) leefomgeving en het binden van de midden- en hogere inkomens aan de stad. Het is overigens niet de bedoeling dat gemeenten de investeringen volledig zelf financieren. Zij worden geacht zich te concentreren op een initiërende en regisserende rol. Hierbij moeten de publieke bijdragen een multipliereffect teweegbrengen, leidend tot private investeringen van vastgoedbeleggers, woningcorporaties, bedrijven en eigenaar-bewoners. ISV is dus

‘trigger money’, waarbij volgens de Nota Stedelijke vernieuwing een multiplier van 1 staat tot 10 geldt: elke ISV-euro moet tien euro’s van anderen losmaken. (Bron: Kennisdossier Stedelijke Vernieuwing, Platform31.)

4 Actieplan Krachtwijken, Ministerie van VROM, 1 december 2007.

5 Rutte I maakt andere politieke keuzes dan Balkenende IV;

de ‘Vogelaarheffing’ om de corporaties te dwingen mee te investeren wordt na veel gesteggel tussen rijk en corporaties en bezwaren vanuit Europa afgeschaft; de crises vanaf 2008 op de woningmarkt, kantorenmarkt en de economie in het algemeen zorgen ervoor dat woningcorporaties, Rijk, gemeenten en private ontwikkelaars fors minder investeringsmogelijkheden hebben.

6 In de publicatie Stadmakers in Nederland wordt ook wel gesproken over ‘regimespelers’.

7 Willem van Spijker, Frank van Erkel, Pieter Tops, Nieuw Publiek Werken, p18, juli 2016.

8 Chris Roorda, Marieke Verhagen, Derk Loorbach, Frank van Steenbergen, Doe-democratie: niche, visie of hype?, DRIFT/

Erasmus Universiteit Rotterdam, februari 2015

9 Floor Basten, Antoine Heideveld, Kristel Logghe, Marieke Verhagen, Quick scan: Aard, omvang en impact van

maatschappelijk initiatief, DRIFT/Erasmus Universiteit Rotterdam, mei 2015

10 Martijn van der Steen, Mark van Twist, Nancy Chin-A-Fat, Tobias Kwakkelstein, Pop-up publieke waarde; Overheidssturing in de context van publieke waarde, NSOB, 2013.

11 Zie onder meer de publicatie De Ondernemende Burger van Marcel Ham en Jelle van der Meer en het boek Het Nieuwe Stadmaken van Simon Franke, Jeroen Niemans en Frans Soeterbroek

12 Arwin van Buuren en Rosanne Meulenbeld, Nieuwe vormen van organiserend vermogen voor een veerkrachtige stad, p11, Rotterdam, 2016.

13 In de publicatie Stadmakers in Nederland worden stadmakers omschreven als “initiatiefnemers die er hun werk van hebben gemaakt om mee te bouwen aan de stad van de toekomst. Deze beweging is breed en omvat tal van lokale, maatschappelijke, sociale en burgerinitiatieven. Hij beperkt zich ook niet enkel tot burgers, ook professionals maken er onderdeel van uit.”

14 Willem van Spijker, Frank van Erkel, Pieter Tops, Nieuw Publiek Werken, juli 2016, p.20.

15 Martijn van der Steen, Jorren Scherpenisse, Maarten Hajer Olav-Jan van Gerwen, Sonja Kruitwagen, Leren door doen.

Overheidsparticipatie in een energieke samenleving, NSOB en PBL, 2014, p.41.

16 Rik Peeters, Martijn van der Steen, Mark van Twist, De logica van het ongepaste; Over de professionaliteit van wijkmanagers in de onvolkomen organisatie, NSOB, 2010.

17 Willem van Spijker, Frank van Erkel, Pieter Tops, Nieuw Publiek Werken, p18, juli 2016, p.29

18 Arwin van Buuren en Rosanne Meulenbeld, Nieuwe vormen van organiserend vermogen voor een veerkrachtige stad, Erasmus Universiteit Rotterdam, juni 2016.

19 M. van der Steen, J. Scherpenisse, M. van Twist, Sedimentatie in sturing; Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren, NSOB 2015.

20 Willem van Spijker, Frank van Erkel, Pieter Tops, Nieuw Publiek Werken, juli 2016, p.38

21 M. van der Steen, J. Scherpenisse, M. van Twist, Sedimentatie in sturing; Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren, NSOB, 2015, p.57.

22 Olof van de Wal en Frank Wassenberg, Stedelijke vernieuwing op uitnodiging, KEI en NICIS Institute, Rotterdam, 2012.

23 Tineke Luppi, Leren over innoveren; naar een nieuwe ecologie voor stedelijke ontwikkeling, Platform31, Den Haag, 2013.

24 Olof van de Wal, Steden van waarde, perspectief voor stedelijke vernieuwing, Platform31, 2015.

25 Harry Kruiter, Albert Jan Kruiter, Eelke Blokker, Hoe waardeer ik een maatschappelijk initiatief? Handboek voor publieke ondernemers, Deventer, 2015

26 Voor meer informatie, zie de website www.maex.nl.

27 Leren door doen - Overheidsparticipatie in een energieke samenleving, PBL NSOB september 2014, Den Haag

Eindnoten

INHOUD 40/44

De kracht van onderop_Eindnoten

In deze publicatie is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

– Floor Basten, Antoine Heideveld, Kristel Logghe, Marieke Verhagen, Quick scan: Aard, omvang en impact van maatschappelijk initiatief, DRIFT/Erasmus Universiteit Rotterdam, mei 2015.

– Arwin van Buuren en Rosanne Meulenbeld, Nieuwe vormen van organiserend vermogen voor een veerkrachtige stad, Erasmus

Universiteit Rotterdam, juni 2016.

– Simon Franke, Jeroen Niemans en Frans Soeterbroek (redactie), Het Nieuwe

Stadmaken. Van gedreven pionieren naar gelijk speelveld, Trancity, 2015.

– Marcel Ham en Jelle van der Meer, De Onder-nemende Burger. De woelige wereld van lokale initiatieven, Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, Utrecht, 2015.

– Harry Kruiter, Albert Jan Kruiter, Eelke Blokker, Hoe waardeer ik een maatschappelijk initiatief?

Handboek voor publieke ondernemers, Deventer, 2015.

– www.maex.nl

– Ministerie van VROM, Actieplan Krachtwijken, december 2007.

– Rik Peeters, Martijn van der Steen, Mark van Twist, De logica van het ongepaste; Over de professionaliteit van wijkmanagers in de onvolkomen organisatie, NSOB, 2010.

– Platform31, Kennisdossier Stedelijke Vernieuwing,

http://www.platform31.nl/wat-we-doen/

kennisdossiers/stedelijke-vernieuwing, geraadpleegd op 3 november 2016.

– Chris Roorda, Marieke Verhagen, Derk Loorbach, Frank van Steenbergen, Doe-democratie: niche, visie of hype?, DRIFT/

Erasmus Universiteit Rotterdam, februari 2015.

– Willem van Spijker, Frank van Erkel, Pieter Tops, Nieuw Publiek Werken, juli 2016.

– M. van der Steen, J. Scherpenisse, M. van Twist, Sedimentatie in sturing; Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren, NSOB, 2015.

– Martijn van der Steen, Mark van Twist, Nancy Chin-A-Fat, Tobias Kwakkelstein, Pop-up publieke waarde; Overheidssturing in de context van publieke waarde, NSOB, 2013.

– Olof van de Wal, Steden van waarde, perspectief voor stedelijke vernieuwing, Platform31, 2015.

Wilt u verder lezen? Kijk dan ook eens naar de volgende publicaties:

– Jan van Ginkel en Frans Verhaaren, Werken aan de wakkere stad. Langzaam leiderschap naar gemeenschapskracht, Vakmedianet, 2015.

– Jurgen van der Heijden, Rosalie van Dam, Rinske van Noortwijk, Irini Salverda, Ineke van Zanten (Red.), Van zelf naar Doe-het-samen Maatschappij. Experimenteren met burgerinitiatief, Ministerie van BZK.

– Gerben Helleman, Op zoek naar nieuwe verhoudingen. Over de veranderende relatie tussen de geplande en geleefde stad, 2016.

– Martin Stam, Outreachend besturen in tijden van transitie, 2012.

– Martijn van der Steen, Jorren Scherpenisse, Maarten Hajer Olav-Jan van Gerwen,

Sonja Kruitwagen, Leren door doen.

Overheidsparticipatie in een energieke samenleving, NSOB en PBL, 2014.

– Marieke Jonker-Verkaart, Stedelijk ontwikkelen nieuwe stijl. Hoe doe je dat?, Platform31 2015.

In document Magazine De kracht van onderop (pagina 37-41)