• No results found

1. Als overzicht van indicatoren met teller, noemer en percentage, op beeldscherm en als afdruk.

Voorbeeld

Indicator teller noemer percentage

% patiënten bekend met verhoogd risico op HVZ 261 2450 10,7 % Uitgesplitst naar risico verhogende factor

bekend met hypertensie (diagnose) bekend met cholesterolemie (diagnose) bekend met een systolische bloeddruk ≥ 140 bekend met totaal cholesterol ≥ 6,5 mmol/l man ouder dan 49 en bekend met roken vrouw ouder dan 54 EN bekend met roken

Uitsplitsing is voorstel, let op het totaal van de samenstellende delen is groter dan het totaal aantal patiënten met verhoogd risico

2. Als exportbestand: voor geautomatiseerde verwerking wordt gekozen voor het csv bestand. Ten behoeven van verwerking in verslagen is er ook een uitvoer mogelijk in Excel (xls) met en zonder opmaak

3. Voor de huisarts:

Als lijst met patiëntnummer, patiëntnaam (achternaam), relevante ICPC codes en relevante diagn. bepalingen (ook ontbrekende gegevens) (evt. meerdere lijsten met 1 of meer relevante bepalingen of ontbrekende bepalingen) en bv. te sorteren; op beeldscherm en als afdruk.

Voorbeeld Basis risico inventarisatie

patiënt rookgedrag syst. bloeddruk LDL-cholesterol

A - uitslag, datum -

B - uitslag, datum uitslag, datum

C Ja - uitslag, datum

D Voorheen uitslag, datum uitslag, datum

E Ja - -

F Nooit - uitslag, datum

G Nooit uitslag, datum uitslag, datum

H Ja uitslag, datum uitslag, datum

I Ja - -

Voorbeeld Volledige risico inventarisatie

Van de patiënten waarbij het basis risico profiel is ingevuld zijn ook de volgende bepalingen bekend

patiënt Familie voeding bewegen Alcohol BMI middelomtrek Gluc nu D onduidelijk - uitslag,

datum

- - - -

G - - uitslag,

datum

uitslag, datum

uitslag, datum

- uitslag,

datum

H ja datum - uitslag,

datum

- uitslag, datum

uitslag, datum Als extra signaleringsfaciliteit zou gedacht kunnen worden aan een signalering in het journaal met per patiënt een lijstje met missende bepalingen.

Bijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisarts

De rapportage faciliteit rond CVRM levert getalsmatige informatie aan die door de zorggroep kan worden verwerkt tot statistische gegevens en ‘benchmarking’.

Om de juiste resultaten te verkrijgen is het belangrijk dat informatie correct is ingevoerd en dat de huisarts inzicht heeft in hóe deze rapportagemodule telt.

Voordat de indicatoren gebruikt kunnen worden is het noodzakelijk een goede inventarisatie te maken van de ingesloten patiëntengroep en deze te voorzien van een juiste episode

codering. Het vergaren van deze gegevens valt niet onder de scope van de indicatoren. Het is echter wel een noodzakelijke stap voorafgaand aan het registreren.

Ook is het van belang om per patiënt aan te geven wie verantwoordelijk is voor het eventuele cardiovasculair management. Naar verwachting is dit in enkele gevallen de medisch

specialist. Aangezien het bij deze indicatoren in eerste instantie gaat om patiënten met een mogelijk verhoogd risico, dat wil zeggen ook patiënten zonder bepaald CV-risico zal in veel gevallen de verantwoordelijkheid voor het CV-beleid nog niet bekend zijn. Pas na de risico inventarisatie en bij gebleken verhoogd risico is het relevant om vast te leggen wie

verantwoordelijk is voor het verdere beleid. Vastleggen kan via de diagnostische bepaling voor hoofdbehandelaar CVRM. Deze is oa. te vinden in de CVRM bepalingenclusters.

De gemakkelijkste manier van invoeren is gebruik te maken van voorzieningen in het HIS zoals een protocollaire invoerhulp of gestandaardiseerd formulier (bepalingencluster).

CVRM patiënt

Het identificeren van patiënten die in aanmerking komen voor cardiovasculair risicomanagement verloopt in globaal twee stappen:

1. het identificeren van patiënten met een mogelijk verhoogd risico.

2. het identificeren van patiënten met een verhoogd risico Ad 1 Patiënten met een mogelijk verhoogd risico

Hieronder vallen patiënten met de volgende kenmerken:

bekend met hypertensie (diagnose) OF

bekend met hypercholesterolemie (diagnose) OF bekend met een systolische bloeddruk > 140 OF bekend met totaal cholesterol > 6,5 mmol/l OF ouder dan 49 en bekend met roken OF

AANVULLEN

EN NIET bekend met Hart- en Vaatziekten (van atherothrombotische origine: AP, PAV, hartinfarct, herseninfarct, TIA, Aneurysma) of Diabetes Mellitus

Deze doelgroep kan eventueel gemarkeerd worden via een, in het HIS beschikbare, markerings tool.

Diagnose

Bij systemen met Episode Gewijze Registratie (EGR) maakt u een episodetitel aan met de betreffende ICPC-code (ongeacht of de patiënt in de eerste of in de tweede lijn wordt

begeleid). Relevante diagnosen zijn hypertensie en hypercholesterolemie (inclusie) en de hart-

Gebruik deze ICPC-codes nog niet als u slechts de diagnose overweegt. Zie voor

diagnostische criteria de verschillende NHG Standaarden of de toelichting bij de ICPC-1.

Deze groep komt in aanmerking voor de risico-inventarisatie en waar van toepassing de risicoberekening volgens de SCORE-formule. Deze en andere bepalingen dienen als gestandaardiseerde uitslagen of resultaten te worden vastgelegd in het diagnostisch archief.

HIS’en bevatten diverse hulpmiddelen (invoerhulpen, elektronische formulieren, profielen) om de huisarts hierbij te helpen. Hierdoor is het niet nodig als gebruiker zelf te werken met allerlei codes of specifieke uitslagen op te zoeken in onoverzichtelijk lange lijsten. De codes in de alinea’s hieronder zijn ter informatie en voor de volledigheid vermeld.

Bloeddruk

Van de bloeddruk is voor de rapportage alleen de systolische waarde van belang. Vastleggen met diagnostische code (RRSY KA).

Cholesterol en Glucose

Van de cholesterolwaardes is voor opsporing vooral het totaal cholesterol (CHOL B MT) van belang. De rapportage maakt vervolgens gebruik van een risico schatting obv het cholesterol ratio (CHHD B MI) en ook de waarde van LDL-cholesterol van belang. Vastleggen met diagnostische code (LDL B). Voor de glucose meting wordt gebruik gemaakt van de nuchtere bloedglucose veneus of capillair (GLUC B NU of GLUC BC NU)

Rookgedrag, stopadvies: Vastleggen met diagnostische code (resp ROOK AQ en ADMI AQ) met datum.

Familair voorkomen: vastleggen met de bepalingen voor het vastleggen van het voorkomen van hart- en vaatziekten in de naaste familie (HVZF KQ) of het voorkomen van coronaire hartziekten in de naaste familie (COHZ KQ) AANVULLEN

Nr 2 [1] nee Nr 1 [2] ja

Nr 8 [3] onduidelijk

Berekend cardiovasculair risico: nav de verzamelde gegevens wordt het cardiovasculair risico berekend volgens de risico tabel van het NHG (zie standaard cardiovasculair risico management) en vastgelegd met een diagnostische bepaling (RHVZ KQ FB)

Nr 265 [1] 0% - 4% (groen) Nr 266 [2] 5% - 9% (geel) Nr 267 [3] >= 10% (rood)

Nr 268 [4] kan niet berekend worden WIJZIGEN

BMI/Quetelet index: Vastleggen met de juiste diagnostische code, QUET AO

Controle van de mate van beweging: Vastleggen met LIBW AQ Nr 299 [1] volgens norm gezond bewegen

Nr 16 [2] meer dan ADL maar minder dan de norm Nr 15 [3] ADL

Nr 14 [4] minder dan ADL Nr 8 [5] onduidelijk

WIJZIGEN

Toelichting: ADL: algemene dagelijkse levensverrichtingen; in de revalidatie en

huisartsgeneeskunde gebruikte term voor functies als zichzelf wassen, kleden, naar toilet gaan, eten, zitten, lopen, etc. Het antwoord meer dan ADL betekent meer dan ADL maar minder dan de norm gezond bewegen. De Nederlandse norm voor gezond bewegen houdt in voor volwassenen ten minste 30 minuten en voor kinderen en adolescenten ten minste een uur matig intensief bewegen, bij voorkeur iedere dag maar ten minste op 5 dagen per week. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt met fietsen, stevig wandelen, tuinieren, etc.

Bewegingsadvies: Het geven van een bewegingsadvies, meestal naar aanleiding van de controle hiervan wordt geregistreerd met code diagnostische epaling (ADLB LQ).

Bespreken van het voedingspatroon: Dit wordt geregistreerd met de code (BYVD AA aanvullen). Denk hierbij aan een eenzijdig voedingspatroon en/of een voedingspatroon met te veel verzadigd vet, te veel calorieën, te weinig groente en fruit of te veel zout.

Voedingsadvies: Het gaat hierbij om het advies conform de richtlijn gezonde voeding.

Coderen als (ADVD AQ).

Alcoholgebruik: Het alcohol gebruik kan op 2 manieren worden vastgelegd. Getalsmatig dmv de code (ALCO PQ) met waarde gemiddeld gebruik in eenheden per dag. Of dmv de Five Shot vragenlijst. Getest wordt op de totaalscore van deze test (5SHT PQ)

Ad 2 Patiënten met een verhoogd risico

Het identificeren van patiënten met een verhoogd risico gebeurt op basis van de vastgelegde uitslag van de risicoberekening.

Medicatie:

Gegevens over geneesmiddelengebruik (lipiden verlagende medicamenten en

antihypertensiva) worden via de ATC-code afgeleid uit het voorschriftenarchief. Het is dus belangrijk om geneesmiddelen voor te schrijven via de receptmodule of het

voorschriftenscherm van het huisartsinformatiesysteem en ook, waar mogelijk en van toepassing, vast te leggen dat een geneesmiddel is gestopt (dat wil zeggen, alleen indien de termijn van het voorschrift nog niet is verstreken).

Bijlage 4, Specificatie voor export

Voor het exportformaat wordt verwezen naar het Generiek Export Formaat voor indicatorsets.

Beschrijving uitspoel naar exportformaat versie 2 en 3

Versie 3 geeft geen andere opbouw van de bestanden en bevat meer precieze specificaties over het vullen van diverse velden.

Tabel 1

Conform beschrijving generiek exportformaat versie 2

Veldnaam Omschrijving

1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

2 DatSpoel Datum aanmaken van de exportbestanden - eejjmmdd 3 StartDat Datum begin van de rapportage periode - eejjmmdd 4 EndDat Datum einde van de rapportage periode - eejjmmdd

5 Onderwerp CVRM

6A VersieIndicatorMajor 1

6B VersieIndicatorMinor hetgeen van toepassing is. Momenteel 0, 1 of 2 7 VersieFormaat hetgeen van toepassing is: 2 of 3 (in versie 1 van het

uitspoelformaat ontbreekt dit veld) Tabel 2

Conform beschrijving generiek exportformaat versie 2 Veldnaam Omschrijving

1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

2 HuisartsNo AGB nummer van de huisarts waarbij patiënt is ingeschreven

2 PatNum HIS patiëntnummer 3 GebJaar Geboortejaar in 4 cijfers 4 Geslacht M of V

Tabel 3A

Conform beschrijving generiek exportformaat versie 2 (identiek aan versie 1) Selectie:

 hoofdbehandelaar is geen med. specialist en

 patiënten met een mogelijk verhoogd risico in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

o met hypertensie of

o met hypercholesterolemie of o of man en roker en leeftijd > 49 of o vrouw en roker en leeftijd > 54 Veldnaam Omschrijving

1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 PatNum HIS-Patientnummer

3 DiagnType ICPC code (op episodelijst)

4 Behandelaar 2815, CVHB KZ: resultaat bij deze bepaling

Tabel 3B

Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde selectiecriteria én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de huisartsenpraktijk.

Veldnaam Omschrijving

1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk 2 PatNum HIS-Patientnummer

3 DiagnType ICPC code (episodelijst) 4 Behandelaar leeg

Tabel 4

Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2.

Deze tabel blijft leeg.

Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1 Tabel 5

Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante diagnostische bepalingen uitspoelen.

Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1 Tabel 6

Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ATC codes uitspoelen.

Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1