• No results found

R ESULTATEN ENQUÊTE

In document Privacy in het Sociaal Team Gouda (pagina 39-41)

4 M AATSCHAPPELIJK K ADER

4.2 S AMENWERKING & P RIVACY

5.1.3 R ESULTATEN ENQUÊTE

Voor deelvraag 1 zijn vijf stellingen uit de enquête relevant. Hierna wordt per stelling toegelicht wat de resultaten zijn.

1. Ik vraag cliënten toestemming voor het opvragen van hun persoonsgegevens

Van de 13 professionals die de enquête hebben ingevuld, geeft 92,3% aan altijd toestemming te vragen voor het opvragen van persoonsgegevens. Eén professional heeft aangegeven soms toestemming te vragen voor het opvragen van de persoonsgegevens. Daarbij is wel de toelichting gegeven dat er bij de eerste keer altijd toestemming wordt gevraagd, maar dat het voor een vervolg daarop een kwestie is van vertrouwen en dat de toestemming dan niet altijd wordt gevraagd.

2. Ik vraag cliënten toestemming voor het delen van hun persoonsgegevens

Van de 13 professionals geeft 84,6% aan altijd toestemming te vragen voor het delen van persoonsgegevens. 15,4% van de professionals geeft aan dit soms te doen. Daarbij is door één van de professionals dezelfde toelichting gegeven als bij de eerste stelling. Bij de eerste keer wordt dus toestemming gevraagd, daarna niet altijd. Een andere professional heeft de toelichting gegeven bijna altijd toestemming te vragen.

3. Als ik cliënten toestemming vraag voor het opvragen en/of delen van hun persoonsgegevens, dan doe ik dat schriftelijk

Van de 13 professionals geeft 0% aan altijd schriftelijk toestemming te vragen. 76,9% geeft aan soms schriftelijk toestemming te vragen. Twee professionals hebben daarop een toelichting gegeven. Zo wil één van de

professionals wel vaker schriftelijk toestemming vragen, maar wordt het nu vooral mondeling gedaan met daarvan een aantekening in Gezin in Beeld. De andere professional geeft aan dat het bij sommige cliënten in te schatten is dat een mondelinge toezegging voldoende is. 23,1% van de professionals geeft aan nooit schriftelijk

toestemming te vragen. Een van de professionals heeft daarop de toelichting gegeven dat de toestemming via WhatsApp, face-to-face of telefonisch wordt gevraagd.

4. Indien een cliënt mondeling toestemming geeft voor het opvragen en/of delen van zijn gegevens, maak ik daar een aantekening van in ‘Gezin in Beeld’

Van de 13 professionals geeft 46,2% aan altijd een aantekening te maken van een mondeling verkregen

toestemming. 58,7% geeft aan dit soms te doen. Een van de professionals heeft daarbij aangegeven te weten dat dit eigenlijk altijd moet.

5. Ik vertel het mijn cliënten wanneer ik hun gegevens ga registreren, opvragen en/of delen en informeer hen over het doel daarvan

Twee professionals geven aan dat ze niet informeren over registratie, maar wel wanneer er gegevens moeten worden opgevraagd en/of gedeeld. Een andere professional geeft aan dat het bij het eerste gesprek wordt verteld, maar daarna niet meer bij elk gesprek. Weer een andere professional geeft aan dat hij/zij een inschatting maakt van de cliënt.

5.1.4 DEELCONCLUSIE

‘Op welke wijze wordt burgers toestemming gevraagd voor en informatie verstrekt over de verwerking van hun persoonsgegevens?’

Alle professionals vragen toestemming voor gegevensuitwisseling en dat gebeurt veelal mondeling. Het betreft de doorbreking van de geheimhoudingsplicht. Ongeveer de helft van de professionals maakt daarvan een

aantekening in Gezin in Beeld. Een schriftelijke toestemming wordt alleen gevraagd in bepaalde situaties zoals bijvoorbeeld multiproblematiek, cliënten die onvoorspelbaar gedrag vertonen en als organisaties dat vragen. Een enkeling vraagt schriftelijke toestemming vanwege negatieve ervaringen met mondelinge toestemming.

Daarnaast komt het voor dat toestemming wordt verkregen via WhatsApp. Veel professionals, maar nog niet alle, informeren cliënten over de gegevensuitwisseling. Indien zij wel informeren, gebeurt dit mondeling.

Niet iedere professional informeert cliënten over registratie in Gezin in Beeld en vraagt daar toestemming voor. De werkwijze is hierin niet eenduidig. De ene professional informeert altijd, de andere soms en een enkeling informeert helemaal niet. Daarnaast is het verplicht cliënten een inlogcode te verschaffen voor hun dossier in Gezin in Beeld. Nog niet iedere professional verschaft deze code.

Cliënten worden tot slot niet schriftelijk geïnformeerd over gegevensverwerking binnen het STG.

5.2

R

ESULTATEN DEELVRAAG

2

‘Welke persoonsgegevens van cliënten worden er tijdens cliëntbesprekingen en casusoverleggen gedeeld?’

5.2.1 RESULTATENINTERVIEWSSOCIAALWERKERS

Cliënten die zich voor het eerst melden bij het STG worden ontvangen door de gastvrouw. Zij krijgen een aanmeldformulier waarop een aantal gegevens en de hulpvraag kunnen worden ingevuld. Daarop volgt een intakegesprek met de sociaal werker die op dat moment het inloopspreekuur heeft. Die sociaal werker maakt er vervolgens een aanmelding van die op een lijst wordt gezet. Vervolgens gaan die aanmeldingen naar de

cliëntbespreking. Daar worden ze uitgebreid besproken. Dat houdt in dat de bekende en relevante gegevens van de cliënt worden genoemd zoals NAW-gegevens en de hulpvraag. Die gegevens zijn via de aanmeldlijst zichtbaar voor alle professionals. Het delen van al die gegevens is noodzakelijk voor het maken van een werkverdeling. Sommige professionals hebben een cliënt namelijk al eens begeleid. Dan is het logisch die cliënt opnieuw bij die professional in te delen. “We hebben een aanmeldlijst en dan zie je naam, adres, telefoonnummer en e-

mailadres… …dat hebben alle collega’s in beeld en dan wordt de casus besproken en soms kunnen de collega’s zeggen van ‘Oh, die familie ken ik ook. Die is vorige week ook bij mij geweest’. Daardoor deel je informatie of

mensen al eerder bekend waren bij andere hulpverleners.”96 Daarnaast is het beschrijven van de situatie

noodzakelijk om te kunnen bepalen welke hulp- en/of dienstverlening een cliënt nodig heeft en zodoende bij welke professional hij het beste kan worden ingedeeld. Elke professional heeft namelijk zijn eigen expertise. Gegevensuitwisseling is in deze fase van de hulpverlening dus noodzakelijk. Zonder gegevens kan niet worden bepaald of een cliënt al bekend is bij het STG, welke professional de cliënt al eens eerder heeft begeleid en welke hulp- en/of dienstverlening de cliënt nodig heeft.

Naast de cliëntbesprekingen zijn er ook casusoverleggen. Dat zijn overleggen waarbinnen professionals kunnen bespreken waar zij tegenaan lopen in casussen van cliënten. Het bespreken kan anoniem, maar het kan ook vrij open zijn, afhankelijk van wat er moet worden besproken. Meestal weten de professionals al van elkaar welke casussen ze hebben omdat deze eerder bij de cliëntbesprekingen zijn besproken of omdat ze die cliënt zelf ook eens hebben gehad. Vaak is de informatie herleidbaar. Bij een casusoverleg gaat het in principe alleen om de inhoud van de zaak. Gegevens van een cliënt doen er eigenlijk niet toe omdat er advies moet worden

ingewonnen.

In document Privacy in het Sociaal Team Gouda (pagina 39-41)