Provincie Noord-Brabant

Ingekomen 13 juli 2011 / dagtekening 13 juli 2011 Samenvatting

a. Het plangebied heeft op grond van de Verordening ruimte de aanduiding 'zoekgebied voor verstedelijking'. In artikel 3.3 van de Verordening ruimte zijn bepalingen opgenomen, waarin is aangegeven onder welke voorwaarden kan worden afgeweken van de hoofdregel dat ontwikkelingen in bestaand stedelijk gebied moeten plaatsvinden. In het plan ontbreekt een dergelijke verantwoording.

b. In artikel 2.2 van de Verordening ruimte is aangegeven dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied verantwoordt zal moeten worden op welke wijze het plan bijdraagt aan de vereiste ruimtelijke kwaliteitsverbetering. In het plan ontbreekt een dergelijke verantwoording.

c. Het plangebied heeft op grond van de Verordening ruimte de aanduiding 'reserveringsgebied voor waterberging'. Artikel 5.3 van de Verordening ruimte

Bijlage 3 11

bepaalt dat aangegeven moet worden hoe de ontwikkeling zich verhoudt tot deze aanduiding en op welke wijze wordt geborgd dat het plangebied behouden en geschikt blijft voor waterberging. In het plan ontbreekt een dergelijke verantwoording.

Beantwoording

Ad a) Stedelijke ontwikkeling

In artikel 3.3 van de Verordening ruimte staat:

1. In afwijking van artikel 3.2 kan een bestemmingsplan, gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, voorzien in een stedelijke ontwikkeling mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat.

2. Uit de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied van een van de kernen van de gemeente te situeren, in het bijzonder door middel van inbreiden, herstructureren, intensiveren, meervoudig ruimtegebruik of enige andere vorm van zorgvuldig ruimtegebruik.

Verantwoording planontwikkeling: In de Structuurvisie van de gemeente Moerdijk zijn de locaties voor woningbouwontwikkeling benoemd. Deze locaties liggen ten zuiden en in aansluiting van de bestaande stedelijke kern van Zevenbergen, langs de Roode Vaart en mogelijk het bedrijventerrein Huizersdijk-Zuid. In de kern zijn geen nieuwe inbreidingslocaties voor woningbouw, de planvorming voor de revitalisering/ herstructurering van het gebied Huizersdijk-Zuid is gaande, en voor intensievere en meervoudig ruimtegebruik zijn geen mogelijkheden. In de Structuurvisie is opgenomen dat de oevers van de Roode Vaart worden ontwikkeld als woongebied.

3. Uit de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, blijkt voor wat betreft de kernen in landelijk gebied, voorts dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om een te ontwikkelen of uit te breiden bedrijventerrein of kantorenlocatie te situeren in bestaand stedelijk gebied van enige kern van de aangrenzende gemeenten binnen de provincie Noord-Brabant.

4. Een bestemmingsplan, als bedoeld in het eerste lid, strekt ertoe dat:

a. de stedelijke ontwikkeling aansluit bij bestaand stedelijk gebied of plaatsvindt in een nieuw cluster van stedelijke bebouwing;

b. bij de stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting van de stedelijke ontwikkeling rekening wordt gehouden met de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied zelf en in de naaste omgeving, waaronder mede begrepen de ontwikkeling van een groene geleding ten behoeve van ecologische en landschappelijke verbindingen.

Verantwoording planontwikkeling: De stedelijke ontwikkeling sluit aan bij het bestaande en beoogde stedelijke gebied. Langs de Roode Vaart aan de zijde van de Huizersdijk is bedrijfsbebouwing gelegen. Op de Kop van de Roode Vaart nabij het centrum is een woongebied ontwikkeld. Ook aan de Allenweg-zijde zijn plannen voor woningbouw. De gemeente Moerdijk zet in op het herstructureren van de bedrijfsbebouwing langs de Allenweg en het gebied Huizersdijk. De zone langs de Roode Vaart wordt daarmee getransformeerd tot zone van woningen met de oriëntatie op de Roode Vaart.

Bij de stedenbouwkundige inrichting en positie van de woningen is rekening

12 Bijlage 3

kenmerken van de Roode Vaart. De landschappelijke inrichting en de relatie met de Roode Vaart vanuit de omgeving wordt gelegd door doorzichten te creëren.

Ad b) Ruimtelijke kwaliteitsverbetering

De provincie Noord-Brabant heeft in artikel 2.2 van de Verordening Ruimte 2011 eisen gesteld aan kwaliteitsverbetering van het landschap die van toepassing zijn voor alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied èn buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Concreet betekent dit dat passende functies kunnen worden ontwikkeld als er ook een prestatie voor het landschap tegenover staat. Daardoor wordt aantasting van de basiskwaliteit (bodem, water) en verlies aan ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden voorkomen.

De gemeente Moerdijk heeft door middel van het vaststellen van de structuurvisie 'Moerdijk 2030' (d.d. 9 juni 2011), een ruimtelijk uitvoeringsprogramma opgesteld waarvoor een bijdrage geleverd moet worden door ontwikkelende partijen. Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de nieuwe uitgangspunten van het kostenverhaal.

Nadat de gemeenteraad deze uitgangspunten van het kostenverhaal heeft vastgesteld, kan het Uitvoeringsprogramma worden gefinancierd door een vaste afdracht per ruimtelijke ontwikkeling aan twee fondsvormen namelijk Fonds Bovenwijks en Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling.

Het Fonds Bovenwijks heeft specifiek tot doel (in financiële zin) bij te dragen aan de dekking van voorzieningen met een bovenwijks karakter. Het Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling heeft tot doel een algemeen verbetering van het woon-, werk- en leefkwaliteit in de gemeente Moerdijk. Concreet wordt het Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling ingezet voor:

de realisatie van een landschapsontwikkelingsplan, de realisatie van een fiets- en wandelpadenplan, de realisatie van voorzieningen ten behoeve van waterhuishouding en de financiering van herstructurering van bedrijventerreinen.

Doordat de uitgangspunten van het kostenverhaal nog niet zijn vastgesteld, wordt op basis van het oude beleid een bijdrage van € 16,- per m² uitgeefbaar oppervlak overeengekomen met ontwikkelende partijen. Van deze € 16,- per m² uitgeefbaar oppervlak wordt € 14,- per m² uitgeefbaar oppervlak gestort in de reserve bovenwijks en € 2,- per m² uitgeefbaar oppervlak gestort in de reserve Ruimtelijke Ontwikkeling. Deze methodiek wordt toegepast totdat het nieuwe kostenverhaal is vastgesteld.

In het nieuwe beleid is de compensatiemaatregel (artikel 2.2 Provinciale Verordening Ruimte) vorm gegeven door middel van een investeringsprogramma dat is vastgelegd in de structuurvisie. Dit investeringsprogramma wordt bekostigd door een vaste afdracht per ruimtelijke ontwikkeling te storten in het Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling.

De gemeenteraad wordt voorgesteld om de afdrachten structureel in een gemeentelijk fonds (Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling) te storten en in eerste instantie niet individueel te realiseren bij de losse ontwikkelingen, maatwerk daar gelaten. De reden hiervoor is dat de gemeente hiermee veel gemakkelijker de regie kan voeren over het totale gemeentelijke investeringsprogramma van de gemeente Moerdijk.

Ad c) Regels Verordening Ruimte

Uit de reactie van het Waterschap onder 9 ad l blijkt dat het Waterschap instemt met deze buitendijkse ontwikkeling. In paragraaf 2.2 van de toelichting is de principedoorsnede van de kavel verbeeld. Hierin is zichtbaar dat aan de waterzijde een reserveringsgebied beschikbaar is. Deze risico's van de buitendijkse ontwikkeling zijn bij de ontwikkelaar bekend en tevens voorgelegd aan het Waterschap. De ontwikkelingen, waarbij de Roode Vaart Zuid als zoetwatertoevoer zal gaan dienen, staan overigens nog niet vast (zie de reactie van het Waterschap onder 9 b).

Conclusie

Bijlage 3 13

Ad a. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

Ad b. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

Ad c. Dit onderdeel geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.