• No results found

Provinciale Structuurvisie en Verordening ruimte Noord-Brabant

Binnen de Verordening ruimte ligt de Boulevard voor het grootste gedeelte in de structuur

‘Groenblauwe mantel’. In de uiterste noordwestelijke en zuidwestelijke punt is sprake van

‘Gemengd landelijk gebied’. Enkele stukken zijn tot slot aangeduid als kerngebied groenblauw, ofwel Natuur Netwerk Brabant. Dit is verduidelijkt in figuur 3 en 4.

In de Verordening ruimte worden paardenhouderijen als overige agrarische bedrijven (artikel 6.6 of 7.6 Verordening ruimte) gezien. Afhankelijk van de hoofdfunctie betekent dit dat de bestaande paardenhouderijen in het buitengebied van Valkenswaard ook aangeduid dienen te worden als een agrarisch bedrijf, in plaats van een bedrijf (niet-agrarische functie). Maneges hebben weer een sportfunctie. Afhankelijk van de functie worden voorwaarden vanuit de

provincie gesteld aan de functie. In onderstaande tabel is per functie kernachtig weergegeven welke voorwaarden het meest bepalend zijn vanuit de Verordening:

Groenblauwe mantel:

Overig agrarisch bedrijf (Bijv. paardenfokkerij)

Groenblauwe mantel:/

Gemengd landelijk gebied:

Sport (Bijv. manege) of Bedrijf (Bijv. werkzaamheden t.b.v.

paardensport)

Gemengd landelijk gebied:

Overig agrarisch bedrijf (Bijv. paardenfokkerij)

Artikel 6.6 Vr Artikel 6.10 Vr/ Artikel 7.10 Vr Artikel 7.6 Vr

Vestiging van overig bedrijf is niet toegestaan in groenblauwe mantel

Vestiging van een niet-agrarisch functie is toegestaan op een bouwperceel met een maximum oppervlak van 5.000 m2.

Vestiging, uitbreiding van en/of omschakeling van of naar een overig agrarisch bedrijf is toegestaan tot een bouwperceel van maximaal 1,5 hectare.

Omschakeling naar overig bedrijf met 1,5 hectare bouwperceel toegestaan

Bij vestiging van een dergelijke functie mag de milieucategorie niet leiden tot een bedrijf milieucategorie 3 of hoger en/of leiden tot twee of meer zelfstandige bedrijven.

Binnen dit bouwperceel is de vestiging van een niet-agrarische functie toegestaan (max. 5.000 m2 bouwperceel) met max. milieucategorie 2. Dit mag niet resulteren in twee of meer zelfstandige bedrijven.

Omschakeling moet bijdragen in afname uitstoot milieubelastende stoffen

Uitbreiding of wijziging van een bestaande niet-agrarische functie is onder voorwaarden toegestaan.

Uitbreiding van een bestaand overig agrarisch bedrijf is toegestaan tot 1,5 hectare bouwperceel

Binnen dit bouwperceel is de vestiging van een niet-agrarische functie toegestaan (max. 5.000 m2 bouwperceel) met max. milieucategorie 2. Dit mag niet resulteren in twee of meer zelfstandige bedrijven.

* Let op ‘vestiging’ is geen ‘nieuwvestiging’. Nieuwvestiging is gedefinieerd in de Verordening als vestiging op een locatie die volgens het geldende bestemmingsplan niet is voorzien van een (bouwvlak op een) bestaand bouwperceel of de (af)splitsing van een (bouwvlak op een) bestaand bouwperceel.

Slechts onder stringente voorwaarden kan een bestemmingsplan voorzien in nieuwvestiging van een ruimtelijke ontwikkeling. Het gaat hierbij altijd om een verplaatsing van een

gelijkwaardige ruimtelijke ontwikkeling van elders in het kader van een groot openbaar belang.

Rondom de invulling van het begrip groot openbaar belang bestaat veel jurisprudentie. De provincie sluit daarbij aan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanleg van een weg, een nieuwe woonwijk of de aanleg van een natuurgebied. Verder is nieuwvestiging alleen mogelijk als is aangetoond dat er geen mogelijkheden bestaan voor vestiging.

Figuur 3 - Ligging De Boulevard in kaart Structuurvisie (Bron: Provincie Noord-Brabant)

Figuur 4 - Ligging De Boulevard in Verordening ruimte (Bron: Provincie Noord-Brabant)

4.3.4 Natuurpoorten en Groene Entree Structuurvisie Valkenswaard

Een natuurpoort vormt de ingang van een bos- of natuurgebied waar de bezoeker de auto kan parkeren en vervolgens te voet, per fiets of te paard het gebied kan gaan verkennen. In het buitengebied van Valkenswaard bevindt zich één natuurpoort namelijk nabij de Venbergse Watermolen aan de Molenstraat. Naast de voorgestelde natuurpoorten is er nog een aantal plekken van waaruit er een goede toegang tot het buitengebied geboden kan worden.

Afhankelijk van de passende recreatiedruk is een bepaalde vorm van een parkeer- en/of horecavoorziening gewenst.

Uitgangspunt is dat in de basis geen stedelijke ontwikkeling gewenst is in de natuur- en bosgebieden. In sommige gevallen is er toch een bepaalde maatschappelijke meerwaarde te behalen wanneer het gebied tot ontwikkeling wordt gebracht. In dat geval zou een ontwikkeling mogelijk zijn, maar enkel onder strenge voorwaarden zoals compensatie, landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering van het landschap

Figuur 5 - Ligging natuurpoorten Masterplan in kaart Structuurvisie (Bron: Gemeente Valkenswaard)

Bestemmingsplannen Buitengebied

Nota van Uitgangspunten (januari 2016)

Bij het ontwikkelen van de natuurpoorten wordt vooral gedacht aan de opwaardering van de aanwezige infrastructuur en (bestaande) horecafuncties nabij de beoogde natuurpoorten.

Ontwikkeling van bestaande horecavoorzieningen en uitbreiding van het aantal horecabedrijven en locaties waar horeca-activiteiten plaatsvinden is slechts toegestaan als deze het onderscheid met het aanbod in de andere kernen van de Brainportregio versterken. Daarnaast is

ondersteunende horeca in de vorm van een ‘rust’punt mogelijk. Hierbij streeft de gemeente naar een zekere kwaliteitsverbetering.

Bestemmingsplan Buitengebied 1 (vigerend)

In het geldende bestemmingsplan zijn de bedrijven binnen de bestemming ‘Horeca’ algemeen bestemd. In het nieuwe bestemmingsplan worden de horecabedrijven ingedeeld in de horecacategorieën, zodat er sprake is van een beperking van de mogelijke milieubelasting.

Dit is dus een positief effect. In het geldende bestemmingplan zijn beperkte mogelijkheden opgenomen voor nevenactiviteiten. In het nieuwe bestemmingsplan worden meer

mogelijkheden opgenomen, deze zijn slechts beperkt bij recht toegestaan. In andere gevallen is er sprake van een afwijkingsbevoegdheid of een wijzigingsbevoegdheid.

Omdat het nevenactiviteiten zijn die per definitie ondergeschikt moeten zijn aan de

hoofdactiviteit zijn enerzijds de negatieve effecten te verwaarlozen. Anderzijds zijn de positieve effecten van de andere aanpassing van dien aard dat die de eventuele negatieve effecten van de nevenactiviteiten meermaals compenseren.

Bestemmingsplan Buitengebied 2 (in voorbereiding)

Aan bestaande horecabedrijven is een bestemming ‘Horeca’ toegekend in het vigerend bestemmingsplan. Hier zijn uitsluitend horeca-activiteiten toegestaan tot en met categorie 2, tenzij anders is aangegeven. Hieronder worden vormen van horeca-activiteiten verstaan die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals (cat.

1) broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms en (cat. 2) restaurants, bistro’s, grand cafés, hotels en pensions. Categorie 4 komt ook voor en wordt specifiek toegekend aan de vergunde locatie aan de Eindhovenseweg (zaalaccommodatie).

Middels een algemene afwijkingsregel is het mogelijk om onder voorwaarden een reguliere omgevingsvergunning aan te vragen voor locatie gebonden en/of routegebonden horeca. De

‘rust’punten worden vastgelegd als locatie gebonden horeca. Dit is horeca in de categorie Horeca 2 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht nevengeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van toegevoegde recreatieve waarde voor de locatie en zijn directe omgeving.