• No results found

Projecten en initiatiefnemers

Van besluit tot uitwerking en uitvoering

7.1 Projecten en initiatiefnemers

Op de oorspronkelijke uitvraag van de provincie dienden 49 initiatiefnemers, waaronder maatschappelijke organisaties, terreinbeherende organisaties, gemeenten en particulieren, in totaal 79 ideeën in. Via een proces van clustering en selectie bleven uiteindelijk 22 pro- jecten over. Nadere uitwerking en clustering zorgden ervoor dat er met zeventien pro- jecten77 realisatieovereenkomsten konden worden gesloten, waaronder enkele samenge- stelde projecten (‘ketting met kralen’).

Het proces van selectie en clustering heeft invloed gehad op het type initiatiefnemer: gaan- deweg is de diversiteit aan initiatiefnemers afgenomen. Zo is het aandeel initiatiefnemers afkomstig van de terreinbeherende organisaties toegenomen ten opzichte van het aandeel particuliere initiatiefnemers.

In figuur 7.1 is inzichtelijk gemaakt hoe de oorspronkelijke 79 ingediende ideeën het gehele proces van idee tot uitvoering (deels) hebben doorlopen. In totaal waren 61 ideeën inge- diend door particuliere initiatiefnemers. Dat is 77% van het totale aantal ingediende ideeën. Daarnaast werden vier ideeën ingediend door gemeenten (5%) en veertien ideeën (18%) door terreinbeherende organisaties.

54

Figuur 7.1 Proces van idee tot uitvoering en herkomst projecten.

Bij de aanvang van het programma was het aandeel particuliere ideeën erg groot. Geduren- de het proces is het aandeel particuliere ideeën beduidend minder geworden en is het aan- deel ideeën van terreinbeherende organisaties en gemeenten relatief toegenomen. Na zeef II resteerden nog veertien projecten waarbij particuliere initiatiefnemers betrokken waren.

55

Dit is ongeveer de helft van het aantal gehonoreerde projecten, maar slechts 17% ten op- zichte van de 79 oorspronkelijke ingediende ideeën. Het betreft daarbij hoofdzakelijk de ‘kralen’ die vanuit de provincie ondergebracht waren bij een project van de grote terreinbe- herende organisaties. Slechts drie van de oorspronkelijke projecten was hierbij nog van een particuliere initiatiefnemer die geen coalitie aangegaan was of geclusterd was vanuit de provincie. Het gaat hier om de projecten Natuur op G38, Swifterpark en de geitenboerderij met restaurant. Laatstgenoemd project is na zeef II tijdens de uitvoeringsfase ingetrokken. De besluitvorming en gedwongen clustering in zeef II hebben daarmee grote invloed gehad op het aantal deelnemende particuliere initiatiefnemers.

Een aantal door particuliere initiatiefnemers ingediende ideeën waren onvoldoende uitge- werkt en voldeden daarmee niet aan de eisen van het programma. Deze ideeën zijn daar- mee niet verder gekomen dat de indieningsfase. Daarnaast zijn gedurende het gehele pro- ces particuliere initiatiefnemers ook zelf gestopt met hun projecten. Met name in het proces van zeef II is (vanwege clustering en intrekking) het aantal particuliere ideeën verminderd; van 55 ideeën na zeef I naar negentien ingediende ideeën in zeef II. Maar ook na honorering deed dit zich enkele malen voor. Voorbeeld hiervan is het Kroonbos. Reden hiervoor is in een aantal gevallen dat niet alle indieners ook in staat waren hun projecten daadwerkelijk uit te voeren.

De terreinbeherende organisaties hebben gedurende het proces een steeds groter aandeel van het totaal voor hun rekening genomen. In zeef II hebben zij hun oorspronkelijke veer- tien projecten op eigen initiatief teruggebracht tot acht al dan niet gecombineerde pro- jecten. Deze projecten zijn allemaal gehonoreerd door Provinciale Staten.78 In totaal zijn de terreinbeherende organisaties na besluitvorming in zeef II betrokken bij vijftien van de res- terende 22 projecten.

De resterende projecten uit het programma Nieuwe Natuur verschillen sterk in oorsprong, initiatiefnemers, doelen, omvang en maatregelen. Ondanks deze verscheidenheid is een drietal typen te onderscheiden. Een eerste groep initiatieven betreft meer traditionele na- tuurontwikkelingsprojecten die zich primair richten op versterking van biodiversiteit in be- staande natuurgebieden of door omvorming van voormalige landbouwgrond naar natuur. Deze initiatieven zijn meestal afkomstig van terreinbeherende organisaties en komen voort uit de grondposities die deze organisaties al hadden bij aanvang van het programma. Een tweede groep betreft projecten gericht op innovatieve combinaties van natuur en andere functies, zoals voedsel, recreatie en wonen. Deze zijn meestal afkomstig van samenwerken- de initiatiefnemers met diverse achtergronden: terreinbeherende organisaties, maatschap- pelijke organisaties en particulieren. Een derde groep projecten richt zich op na- tuurinclusieve landbouw of landbouwinclusieve natuur. Initiatiefnemers zijn agrariërs die hun bedrijfsvoering vergaand aanpassen aan natuurdoelen.

7.2

Natuur

De diversiteit aan projecten vertaalt zich in uiteenlopende (potentiële) bijdragen aan vitale natuur, beleefbare natuur, functionele natuur en inpasbare natuur. Uit de multicriteria- analyse blijkt dat er over de hele linie genomen relatief veel projecten met een realisatie- overeenkomst zijn die een grote bijdrage leveren aan de beleefbaarheid van natuur via

78 Dit is inclusief het project Oostvaardersplassen dat uiteindelijk buiten het programma Nieuwe Natuur uitgevoerd is en daar- om niet meegenomen is in huidige stand van zaken.

56

openstelling, de aanleg van recreatieve routes en specifieke voorzieningen voor bezoekers (zie tabel 7.1 en bijlage 4). Hierbij wordt ook ingezet op innovatieve concepten zoals door de initiatieven speelwildernis, voedselbos en vierkante meter natuur. In deze projecten krijgen burgers zelf de kans natuur te realiseren of interactie met natuur aan te gaan.

57

Tabel 7.1: Waardering bijdrage projecten aan vitale natuur, beleefbare natuur, functionele natuur en inpasbare natuur, waarbij 5 (donkergroen) staat voor een hoge bijdrage en 1 (rood) voor een lage bij- drage.79

Ook is er een groot aantal projecten dat substantieel bijdraagt aan vitale natuur. Om de biodiversiteit te vergroten worden natuurgebieden uitgebreid, verbindingen aangelegd, di- verse inrichtingsmaatregelen getroffen en het beheer aangepast. Het betreft een verhoging van de biodiversiteit met onder andere bossen, kruidenrijk grasland, moeras en struweel. Enkele soorten die hiervan (gaan) profiteren zijn bijvoorbeeld de Grauwe Kiekendief, Rietor- chis, Weidebeekjuffer en Bever. Bijdragen aan vitale natuur blijven niet beperkt tot initiatie- ven die afkomstig zijn van terreinbeherende organisaties. Ook initiatieven gericht op innova- tieve combinaties van natuur en andere functies als door agrariërs geïnitieerde projecten dragen bij aan vitale natuur.

Er zijn duidelijk minder projecten die volop bijdragen aan functionele of inpasbare natuur. De projecten die zich richten op innovatieve functiecombinaties zoals Eemvallei Zuid (inclu- sief de kralen), Noorderwold-Eemvallei (inclusief de kralen) en Swifterpark scoren wel hoog op functionele en/of inpasbare natuur. In deze projecten is veel aandacht voor het duur- zaam gebruik van natuur en de verbinding met de economie, door bijvoorbeeld oogst en/of

79 Zie voor een uitgebreide versie van deze tabel met uitleg van de verschillende scores bijlage 4 en voor een uitleg van de ge- bruikte indicatoren bijlage 3 van deze rapportage.

58

verkoop van (streek)producten, zoals hout, vruchten of noten, activiteitenmodellen, facili- teiten voor bezoekers en educatie. Hiermee wordt de natuur benut in de bedrijfsvoering van de ondernemers. Ook is er veel aandacht voor wonen in het groen al had een geïnte- greerde rood en groen ontwikkeling op de landschapskavels van Almere Oosterwold nog meer kunnen betekenen voor inpasbare natuur, bijvoorbeeld via natuurvriendelijke bebou- wing. Ook het Luierpark draagt bij aan inpasbare natuur en economisch nut, want voor elke pasgeborene in Flevoland kan tegen betaling een boom worden geplant. Deze worden let- terlijk ingepast in de omgeving: het bestaande Oosterrandpark aan de rand van Almere. Mooi voorbeeld van inpasbare natuur zijn ook de kerkuilen die zich inmiddels hebben ge- vestigd in een nieuwe stal op het erf van Vliervelden, een van de kralen van Eemvallei Zuid. Opvallend is verder dat een bijdrage aan vitale natuur vaak samen gaat met beleefbare na- tuur zoals bij de projecten Urkerveld, Oostkant Dronten, Kop op het Horsterwold en Noor- derwold Eemvallei. Investeringen in versterking van biodiversiteit worden dan gecombi- neerd met bijvoorbeeld het vergroten van de toegankelijkheid van het gebied, de aanleg van recreatieve voorzieningen en educatie.

Biodiversiteit en beleving gaan samen in het Urkerveld

Met het project Urkerveld willen initiatiefnemers Het Flevo-landschap en de gemeente Urk een over- gangszone van natuur creëren van het Urkerbos naar de IJsselmeerdijk en het open agrarische land- schap. De gronden voor het project zijn door ruiling met het Rijksvastgoedbedrijf verworven door Het Flevo-landschap, en waren tot voor kort in agrarisch gebruik. De landschappelijke lijnen tussen ‘bos’ en ‘veld’ zijn nu nog hard. Deze worden verzacht door: (i) de bosrand uit te dunnen; (ii) het oorspron- kelijke beheerpad (van de agrariër) als scheiding te laten vervallen; en (iii) struweel aanplant tegen bosrand als zachte overgangszone. Hierdoor ontstaat meer landschappelijke afwisseling. Om dit overgangslandschap te beleven wordt een fietspad door het gebied aangelegd. Behalve aan een be- tere diversiteit van flora en fauna draagt dit project bij aan mogelijkheden voor beleving en recreatie voor de groeiende bevolking van Urk. Het fietspad maakt het straks mogelijk om vanuit Urk een om- metje te maken.

Brede visie op natuur in Noorderwold-Eemvallei

Het Flevo-landschap en Stichting ERF hebben in het in het noordelijke deel van het plangebied Oos- terwold het initiatief genomen om een gevarieerd landschap te ontwikkelen met diverse functies zo- als wonen, (biologische) landbouw, recreëren en natuur. Belangrijke elementen daarbij zijn: de ont- wikkeling van 206 hectare nieuwe natuur, onderverdeeld in bos, kleimoeras, natte en kruidenrijke graslanden, houtwallen en struweel, en vogelakkers, natuurbeleving, duurzame voedselproductie dicht bij de stad Almere en kennisontwikkeling (met name over voedselproductie). Het beoogde re- sultaat is een gevarieerd en dynamisch landschap, waarin recreatieve routes zijn opgenomen en eco- nomische verbindingen tussen stad en land tot stand worden gebracht. Een groene hoofdader – of ‘ketting’ – in een omgeving, waar mensen graag wonen, werken en verblijven. Aan deze ketting wor- den kralen geregen, de kleinere projectinitiatieven Vierkante meter natuur en Pioniernatuur. Vier- kante meter natuur wil mensen, organisaties of bedrijven de kans te bieden een stuk natuur te pach- ten waardoor ze in contact komen met natuur. Pioniernatuur is een initiatief van de agrarische na- tuurvereniging Akkerwaard en beoogt herintroductie van de pioniernatuur en pioniergewassen die kort na de ontginning van Flevoland opkwamen. Hierdoor moet een aantrekkelijk leefgebied ontstaat voor de Grauwe Kiekendief en andere akkervogels. Complicerende factoren voor het tot uitvoering brengen van de integrale plannen voor Noorderwold-Eemvallei waren de natuurcompensatie die snel gerealiseerd moest worden in het project, de spelregels van gebiedsontwikkeling Oosterwold en het Rijksinpassingsplan voor een aan te leggen windmolenpark in het gebied. Hierdoor wordt Noorder- wold-Eemvallei nu gefaseerd uitgevoerd. De grond voor de eerste fase is inmiddels verworven. De ini- tiatieven Vierkante meter natuur en Pioniernatuur zijn echter (nog) niet geland in het projectgebied.

59

Wel heeft Vierkante meter natuur als pilot elders twee locaties gekregen. Als de resultaten positief zijn krijgt het initiatief alsnog een plek in het projectgebied Noorderwold-Eemvallei. Ook pacht Pio- niernatuur vanaf 2018 een tweetal kavels van Het Flevo-landschap. Deze kavels zullen de komende drie jaar als Pioniernatuur worden ingevuld.

Uitzondering is Harderbos en Harderbroek verbonden. Dit is een traditioneel natuurontwik- kelingsproject dat zich vrijwel uitsluitend richt op versterking van biodiversiteit en beperkt bijdraagt aan beleving; het gebied wordt niet toegankelijk.

Harderbos en Harderbroek verbonden richt zich op versterking biodiversiteit

Natuurmonumenten heeft het initiatief genomen om op vijftien hectare eigen grond een verbin- dingszone te realiseren tussen het Harderbos en Harderbroek, zodat onder meer soorten als das, ree, otter en waterspitsmuis zich makkelijker kunnen verplaatsen en de functie van de bestaande fauna- passage onder de N302 wordt versterkt. Na inrichting bestaat het gebied uit een bossingel en krui- den- en faunarijk grasland, moerasbos en paaibaai. Daarnaast is de wateroever natuurvriendelijk ge- maakt. Behalve de financiering uit het programma, heeft ook het waterschap bijgedragen en is via verkoop van de afgegraven grond (zand en klei) aanvullende financiering gevonden. Het project draagt vooral bij aan vitale natuur. De natuurwaarden van het gebied zitten met name in de natte zones en de overgangen met hoger gelegen delen. Hiervan maken veel vogels gebruik. Hoewel de uitgangssituatie voor kruidenrijk grasland gunstig is, overheersen op de droge delen nu nog grassen en distels met een lage ecologische en belevingswaarde. Om verstoring te voorkomen zijn er bewust geen recreatieve voorzieningen aangebracht en is het gebied niet toegankelijk. Ook is geen aandacht besteed aan de zichtbaarheid van het gebied voor bezoekers van de nabijgelegen golfbaan. Econo- misch worden er tenslotte geen opbrengsten verwacht. Na de inrichting wordt het beheer van het gebied betaald vanuit SNL-subsidies.

Ook functionele en inpasbare natuur gaan in de praktijk vaak samen. Zo is de initiatiefnemer van Swifterpark voor zijn inkomsten (deels) afhankelijk van het duurzaam gebruik van pro- ducerende ecosysteemdiensten en onderneemt hij letterlijk in en met de natuur. Ook in Noorderwold Eemvallei en Eemvallei Zuid is veel aandacht voor het economisch nut en duurzaam gebruik van natuur via combinaties van natuur met wonen en ondernemen. Ver- klaring voor dit samengaan is dat bij zowel functionele als inpasbare natuur de mens cen- traal staat en natuur dus ten dienste staat van de mens.

Synergie tussen beleefbare en functionele natuur komt ook voor. Een voorbeeld is Eemvallei Zuid waar speellocaties de historie van het gebied weerspiegelen en het voedselbos zorgt voor aanplant van eetbare planten uit dezelfde periode. En in het Swifterpark kunnen be- zoekers niet alleen streekproducten van het eigen bedrijf kopen maar ook ‘beleven’ hoe die geproduceerd worden. Ook Noorderwold Eemvallei beoogt een combinatie van duurzame voedselproductie dichtbij de stad en beleving.