• No results found

3. BESCHRIJVING VAN HET PLAN

3.3 Projectbeschrijving

De ligging van de Oude Bovendijk aan de rand van de polder Schieveen is bepalend voor de gewenste sfeer en het karakter van de nieuwe bebouwing. Het verkavelingspatroon van de

bestaande polder (lange lijnen, orthogonale structuur en openheid), vormt de belangrijkste basis voor de verkavelingsopzet van nieuwe woningen die aan de Oude Bovendijk worden gerealiseerd. Omdat de nieuwe bebouwing vanuit het gehele gebied zichtbaar zal zijn, geldt als uitgangspunt dat het bestaande karakter van het gebied behouden moet blijven, inclusief de erfbeplanting en slotenstructuur. Daarbij is gekozen voor een ruime opzet van de kavels, zodat zichtlijnen en uitzicht gegarandeerd zijn. Op basis van het stedenbouwkundig plan worden maximaal 28 extra woonkavels toegevoegd ten opzichte van de huidige situatie. Deze kavels zijn onderverdeeld in zeven particuliere en 21 gemeentelijke kavels. Daarnaast is sprake van herontwikkeling van een aantal locaties met reeds bestaande bebouwing. Ook worden - daar waar van toepassing - al bestaande en/of vergunde ontwikkelingen juridisch geborgd.

Zoals aangegeven is het patroon van clusters, met daartussen open ruimten met duidelijke zichtlijnen, typerend voor de huidige ruimtelijke structuur. De ligging van nieuwe kavels is zodanig ingepast dat de structuur en de bestaande kwaliteiten van oude bebouwing wordt gerespecteerd.

Afbeelding 6: Bestaand bebouwingsprincipe aan de Oude Bovendijk.

Beeldkwaliteit en kaveltypen

De Oude Bovendijk valt volgens de Welstandsnota Rotterdam onder een regulier

welstandniveau. Het gaat om het gebiedstype “historische linten en kernen”. Het belangrijkste kenmerk van dit gebiedstype is het historische karakter van zowel structuur als bebouwing.

Zoals beschreven in § 3.1 daarbij is typerend, dat pand voor pand is gebouwd en de

bebouwing onderling verschillend is van vorm, massa, materiaalgebruik en kleur. De panden dateren bovendien uit verschillende tijden en de percelen hebben verschillende

kavelbreedtes.

Bij linten is de dijk of weg waarlangs de panden zijn gebouwd het continue element. Bij

‘lossere’ linten, zoals bij de Oude Bovendijk het geval is, is het zicht tussen de bebouwing uitermate karakteristiek. Mede om die reden is ervoor gekozen binnen het stedenbouwkundig plan onderscheid te maken in een drietal kavelprincipes voor de nieuw te realiseren woningen (zie afbeelding 7). Daarvoor is tevens de gewenste beeldkwaliteit bepaald.

Afbeelding 7: Kaveltypen binnen het plangebied.

In dit bestemmingsplan wordt gebruikt gemaakt van twee woonbestemmingen, één voor de reeds bestaande en/of vergunde woningen en één voor de woningen die op grond van het stedenbouwkundig plan zijn beoogd. In onderstaande tabel worden deze kaveltypen nader beschreven. In de planregels en op de verbeelding zijn met behulp van aanduidingen daar waar mogelijk de kavelprincipes en gewenste beeldkwaliteit vastgelegd.

Tabel 1: Overzicht kaveltypen.

kaveltype kavelprincipe Gewenste beeldkwaliteit

Dijkwoningen

(2 kavels) - vrijstaand onderaan langs de dijk

- gebruik van keramische dakpannen, streekeigen kleur

- formele voortuin

- erfscheiding zij- en achterkanten d.m.v. haag

- bijzonder hekwerk aan de voorzijde Erfcluster

- verschillende kapvormen mogelijk uit verschillend materiaal

- boerderijachtige bebouwing - metselwerk / hout / stucwerk

- afwijkende vormen zijn mogelijk indien dit niet ten koste gaat van het historische karakter van het lint - windsingel met hoge bomen aan de

waterzijde - alle zijden hagen - losse bomen in tuin Hofweg

(6 kavels) - verdichting Hofweg nabij kruising Oude

- metselwerk / stucwerk

- afwijkende vormen zijn mogelijk indien dit niet ten koste gaat van het historische karakter van het lint - alle zijden hagen met bijzonder

hekwerk als entree

- windsingel met hoge bomen aan de waterzijde

- losse bomen in tuin

 Dijkwoning

 Erfcluster

 Hofweg

Het totale bouwvolume dat per woning met bijbehorende bouwwerken gerealiseerd mag worden, is gerelateerd aan de grootte van de bij de woning behorende kavel. Zo mag het totale volume van de bebouwing niet meer bedragen dan 900 m³ ingeval de oppervlakte van een kavel kleiner is dan 2.000 m². Indien de oppervlakte van een kavel groter is dan 2.000 m², mag het bouwvolume niet meer dan 1.500 m³ zijn.

De aspecten die behoren tot de gewenste beeldkwaliteit maken deel uit van de

architectonische uitwerking van de bouwplannen en de aanleg van de daartoe behorende buitenruimte. Deze aspecten spelen een rol bij de concrete uitwerking van de bouwplannen en worden in dat kader getoetst.

Verkeersontsluiting en parkeren

De huidige ontsluiting van de Oude Bovendijk voor automobilisten en langzaam verkeer is mogelijk in alle richtingen: men kan de N209 (Doenkade) oversteken of invoegen richting de A13 of de rotonde bij de GK van Hogendorpweg.

Als gevolg van de realisatie van de woningen zal de verkeersproductie stijgen van ca. 170 motorvoertuigen naar ca. 290 motorvoertuigen per etmaal op een gemiddelde werkdag. Dit betreft de verkeersbelasting op het drukste punt, nabij de Hofweg. De verkeersbelasting op het zuidelijke deel van de Oude Bovendijk, dus ten zuiden van de Hofweg, zal stijgen van ca.

450 motorvoertuigen naar ca. 560 motorvoertuigen per etmaal. De te verwachten hoeveelheid verkeer op het noordelijke deel van de Oude Bovendijk is dus ongeveer 1,7 keer meer dan in de huidige situatie.

Het aantal woningen in het stedenbouwkundig plan ten noorden van de Hofweg is afgestemd op de beperkte breedte van de Oude Bovendijk ter plaatse ((rijbaanbreedte 3 meter). Net als in de huidige situatie kunnen auto’s en fietsers elkaar hier passeren, maar zal de ruimte door het krappe dwarsprofiel beperkt zijn. Auto’s onderling zullen op de uitritten van de kavels moeten wachten om elkaar te passeren. Door het realiseren van brede uitritten vanaf de Oude Bovendijk naar de kavels worden extra passeerplaatsen gecreëerd. De onderlinge afstand tussen deze passeermogelijkheden moet ca. 50 meter bedragen met een maximale uitloop naar 80 meter. Ter hoogte van een passeerplek moet de breedte bij voorkeur 4,50 m. worden.

Het belang van de passeerplekken wordt groter in de richting van de Hofweg, omdat daar de grootste kans is geconfronteerd te worden met een tegenligger waarop men moet anticiperen.

Het gebied is, ook na realisatie van de nieuwe woningen, door de geringe woningdichtheid een gebied dat buiten de bebouwde kom valt. De Oude Bovendijk, de Hofweg en de

Schieveensedijk vallen onder een 60 km/uur-zone. Wel zal het smalle profiel van de Oude Bovendijk in vele gevallen snelheidsverlagend werken.

De ontsluiting van de nieuwe woningen vindt plaatst via ‘inprikkers’ vanaf de Oude Bovendijk.

Deze inprikkers kennen een rijbaanbreedte van 4,50 meter en zijn doodlopend. Ten behoeve van de bereikbaarheid voor brandweer, verhuiswagens en vuilniswagens is op elke inprikker een keermogelijkheid voorzien in de vorm van zogeheten “keerhamers”. Hierbij wordt voor genoemde voertuigen de mogelijkheid geboden om op basis van steekbewegingen op

openbaar terrein te kunnen keren. Parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein conform de Rotterdamse parkeernormen, bij voorkeur aan de ontsluitingszijde van de kavel of tussen de bebouwing.