• No results found

5. Data analyse: Ervaringswerkers en professionals over de herstelvisie en de praktijk van de hulpverlening

5.2 Tweede spanningsveld: de spanning tussen professionals en ervaringswerkers in het FACT team

5.2.2 Professional en ervaringswerker in het FACT team

Ervaringswerkers geven echter aan dat deze dingen in hun ervaring moeilijke taken zijn. De ervaringswerker levert zijn kritiek vanuit het paradigma van de herstelvisie, terwijl in grote lijnen het werk van professionals georganiseerd is volgens de toenemende werk en

39 controledruk, zoals in het eerste spanningsveld besproken. Er is als zodanig maar een deel van het verhaal van ervaringswerkers dat gehoord wordt door professionals; als het direct betrekking heeft op de doelen van hun inzet als professionals. De ervaringswerkers zitten in een kwetsbare positie wanneer zij een verhaal uitdragen dat minder goed aansluit bij de prioriteiten van de professionals.

(Respondent H, EW)

“Tsja, het is toch allemaal een beetje gerommel in de marge hoor eigenlijk. Ik heb wel ideeën over wat er gebeurt met cliënten, bijvoorbeeld een cliënt die met een IBS uit huis was gehaald voor de derde keer. Regelrecht de isoleer in, daar weken verbleven, en daarna maanden in de gesloten afdeling, en uiteindelijk weer thuis op de bank zit en nu niet weet wat ze moet doen. En dan heet het nu van ze heeft nu een depressie …. Ik zeg van, ja als er zo ontzettend met je autonomie is gebroken, dan vind ik het niet gek dat iemand niet meer weet wat die moet doen. Dat die die autonomie niet meer kan gebruiken, en zoiets dat vindt geen gehoor.”

De ervaringswerkers willen graag een bruggenbouwer zijn tussen professional en cliënt, maar dit is voor hen nu moeilijk te realiseren. Hun aanmerkingen vanuit de herstelvisie vinden geen gehoor, terwijl de waarde van hun inzet door professionals wordt uitgelegd vanuit de mogelijkheden die de inzet biedt voor professionals om met het oog op risicobeperking informatie over de toestand van de cliënt te verkrijgen.

(Respondent I, EW)

“De rol van de ervaringswerker als luis in de pels, jaaa.. máár líever bruggenbouwer! Dat is meer iets dat mij ligt, daar staat me meer aan. Dat luis in de pels, dat je wat kritische noten kunt verschaffen, ja, maar dat is niet mijn [hoofddoel]. Ik wil wel in een team kunnen blijven functioneren zonder er zelf helemaal buiten te staan.”

Ervaringswerkers moeten een positie verwerven die rekening houdt met de verwachtingen van professionals zowel als de verwachtingen van cliënten en wat zij zelf als ervaringswerker voor cliënten willen betekenen. Zij baseren zich hierbij op de herstelvisie, maar dat maakt hun positie in het team nu erg onzeker en fragiel. Zij geven bij voorkeur invulling aan de herstelvisie in hun relatie met de cliënt.

40

(Respondent G, EW)

“En ik zeg het ook wel als er iets is, maar soms denk ik dat ze heel veel verwachten, dat ik op alles wat er maar gebeurt met de cliënt …. Ik ga hen niet de hele dag voor hun voeten lopen, want dat vinden ze ook niks. En ze doen het ook goed echt, begrijp je? En ze zitten al een tijd in het ambulante werk, en zij hebben óók hart voor de cliënt. Natuurlijk zijn er een paar dingen waarvan ik denk van ‘ik zou het niet zo doen’, maar ik kan niet continue kritisch zijn op mijn team. Dat willen ze wel, maar ze zouden het niet prettig vinden als ik het ook zou dóen! …. Dat gaat niet. Wat ik belangrijk vind in dit werk is dat ik een goede band met de cliënt heb en aan het herstel[proces] werk met de cliënt. Dat vind ik veel belangrijker dan om jou steeds op je voet te gaan trappen, terwijl ik beter de tijd die ik daaraan besteed, bij cliënten besteed.”

In de quote hieronder geeft een ervaringswerker aan op welke manier hij invulling geeft aan het werken met de herstelvisie in de relatie tot de professionals in het team.

(Respondent C, EW)

“Dan probeer ik herstelgerichte zorg te promoten een beetje, een beetje kritisch zijn soms ook, op de diagnoses en hoelang iemand nog medicijnen moet hebben, en bejegening, ja die dingen …. Dat vond ik eerst wel moeilijk, maar dat wordt ook wel verwacht dat je een beetje tegengas biedt en dat begin ik nu ook wel steeds leuker te vinden. Ik zit toevallig nog een team waarin dat ook wel kan, waarin iedereen ook wel ruimdenkend is, ik denk dat de helft hier wel ervaringsdeskundig is eigenlijk.”

De ruimdenkendheid van de professionals in het FACT team waarin de ervaringswerker refereert, geeft aan dat zij niet rechtlijnig volgens de lijnen van risicobeperking redeneren, en dat zij bereid zijn na te denken over de gevolgen van verschillende mogelijke interventies vanuit het perspectief van de cliënt. Wanneer er in het team een dergelijke verstandhouding door de ervaringswerker niet wordt ervaren, is de rol van bruggenbouwer voor

ervaringswerkers moeilijk in te vullen. Dit is aan de orde wanneer hij als enige in het team de taak van criticaster vanuit de herstelvisie toebedeeld krijgt, zoals hieronder door een

professional opgemerkt.

(Focusgroep 3, professionals)

A: “toch is het ook wel dat ik het idee heb dat het een lastige positie is, dat kwam eerder ook wel naar voren … om het echt te zeggen, en de rest mag ook wel eens kijken … van ‘wat denk je nu eigenlijk of wat vind je’. En van [één ervaringswerker] weet ik het ook zeker, en die heeft dat ook zelf gezegd, die

41 neemt ook bijna helemaal niet die rol op zich, en dat komt omdat hij dat gewoon lastig vindt. Terwijl dat voor ons juist ook heel goed is, denk ik, om die spiegel voorgeschoteld te krijgen.”

Dat ook professionals zich bewust zijn van de dichotomie tussen het werken met de herstelvisie en het werk van professionals, blijkt uit het onderstaande fragment uit een focusgroepsdiscussie, waarin een SPV een dilemma voorlegt over welke taken deel uitmaken van het werk van de ervaringswerker.

(Focusgroep 3, professionals)

D: “De CASE en de MATE [twee diagnostische lijsten], die wilde ik nog afnemen, en daar hadden wij het ook over, ik kom daar op de ene of andere manier met de cliënt niet aan toe. En toen vroeg ik dat aan de ervaringswerker of hij dat ook zou doen, en toen was het eigenlijk wel dat hij zei van ‘dat is meer iets dat bij jou ligt’. Terwijl ik dan wel nog steeds denk van waarom zou jij dat dan niet kúnnen doen, dat daar kom ik nog niet echt uit zeg maar, want je bent wel een onderdeel van het team.

A: Ja, ik denk ook wel dat hij het kan doen, maar ik denk dat het wenselijk is dat hij dat niet doet. D: Maar, waarom niet?

A: Juist vanwege de band, anders valt hij meteen weer zo in de behandelsetting.”

Door een respondent wordt hier gerefereerd aan de band tussen cliënt en ervaringswerker, die juist gebaseerd is op contact dat losstaat van de behandelsetting, en daarmee los van de verantwoordingsstructuren en parameters. Hiermee wordt impliciet verwezen naar de herstelvisie, die leidend is voor de inzet van ervaringswerkers ten opzichte van het werk van de professionals.

In de observaties die in het kader van dit onderzoek zijn gedaan, komt naar voren dat in het werk van ervaringswerkers, bij huisbezoeken en bij groepsbijeenkomsten met cliënten, er voor de cliënten de gelegenheid bestaat om de rest van het leven bespreekbaar te maken. Het gaat dan over de belevingswereld van cliënten op het gebied van hun dagelijkse activiteiten (of het gebrek daaraan). Dit wordt ook door de cliënten opgemerkt. Dit is een groot verschil tussen het kader van op de beperking van risico gerichte clinical governance (Brown 2011: 152) waarbinnen professionals in toenemende mate dienen te functioneren, met het invullen van diagnostische vragenlijsten dat daarbij hoort, en de meer holistische aanpak die ervaringswerkers in naam van de herstelvisie geoorloofd zijn te gebruiken. Het

42 zijn de beperkingen en vereisten die aan het werk van professionals worden gesteld, die het contact van de ervaringswerker met de cliënt zo anders maken.

In het hierboven weergegeven fragment over een discussie rond het afnemen van vragenlijsten wordt later opgemerkt door een professional, dat wanneer de ervaringswerker met een verslaafde cliënt een open contact heeft over zijn middelengebruik, maar de

ervaringswerker niet de diagnostische lijsten over verslaving met de cliënt invult, dat dan de “onderdelen van de behandeling allemaal zo versnipperen”(Focusgroep 3, professionals). Dit is een illustratie van de spanning die bestaat in de relaties tussen professional en

ervaringswerker. De professional heeft steeds minder tijd voor individuele cliënten, met daarnaast de lastendruk van de systematische evaluatie; het verlies dus van wat Freidson (2001: 34) de ‘professional logic’ noemt. De ervaringswerker loopt hier nu in mindere mate tegenaan, door zijn slechts gedeeltelijke integratie in het behandelsysteem en zijn basis in de meer holistische herstelvisie. Dit plaats de ervaringswerker apart van de professionals in het team.