• No results found

Probleemstelling en onderzoeksvraag

In document Van beroep in bezwaar (pagina 22-25)

In dit onderzoek wordt gekeken naar de werkwijze van ncnp-bedrijven bij juridische procedures over de WOZ en de BPM. De probleemstelling van het onderzoek luidt als volgt:

Wat is de werkwijze en het verdienmodel van bedrijven die op basis van ‘no cure, no pay’ voor belastingplichtigen bezwaar- en beroepsprocedures starten bij WOZ-beschikkingen en BPM-aangiftes? Wat is de aard en omvang van dit soort procedures en hoe verhoudt het financieel belang van belastingplichtigen en de opbrengsten voor deze bedrijven zich tot de kosten die door de overheid worden gemaakt? Welke oplossingen kiezen gemeenten en de Belastingdienst om de afhandeling van bezwaar- en beroepsprocedures zo efficiënt mogelijk in te richten?

De onderzoeksvragen zijn:

Werkwijze

1. Wat is de werkwijze van ncnp-bedrijven die belastingplichtigen aanbieden bezwaar- en beroepsprocedures te voeren tegen WOZ-beschikkingen en BPM-aangiftes?

a. Hoe worden klanten geworven?

b. In hoeverre is het klanten duidelijk welke dienst hen wordt aangeboden en welke consequenties er voor hen aan die dienstverlening zijn verbonden?

c. Hoeveel bezwaar- en beroepsprocedures starten ncnp-bedrijven gemiddeld (gelijktijdig) voor eenzelfde belanghebbende?

d. In hoeverre vormt het voeren van bezwaar- en beroepsprocedures een onderdeel van een omvangrijkere dienst die ncnp-bedrijven aanbieden?

e. Wat is de handelwijze van ncnp-bedrijven tijdens bezwaar- en beroepsprocedures?

Verdienmodel

2. Wat is het verdienmodel van ncnp-bedrijven?

a. Welke bedragen worden in absolute zin en gemiddeld per zaak aan ncnp-bedrijven uitgekeerd?

b. Hoe zijn de proceskostenvergoedingen aan ncnp-bedrijven opgebouwd (op basis van welke proceshandelingen worden de vergoedingen toegekend)?

c. Wat is de verhouding tussen de hoogte van de vergoeding voor verschillende proceshandelingen en de werkelijke kosten die met die proceshandelingen zijn gemoeid?

d. Op welke andere manieren genereren ncnp-bedrijven inkomsten in bezwaar- en beroepsprocedures? Bijvoorbeeld door het uitgekeerd krijgen van dwangsommen en schadevergoedingen voor het overschrijden van de redelijke termijn.

Aard en omvang

3. Wat is de aard en omvang van de door dit soort bedrijven gevoerde beroeps- en bezwaarprocedures?

a. Wat is de verhouding tussen het aantal bezwaar- en beroepsprocedures dat door ncnp-bedrijven wordt gestart en het totaal aantal bezwaar- en beroepsprocedures dat wordt gestart?

b. In hoeverre worden door ncnp-bedrijven aangespannen bezwaar- en beroepsprocedures gegrond verklaard?

Inleiding 5

c. Wat is de verhouding tussen het totaal aantal uitgekeerde proceskostenvergoedingen en het aantal aan ncnp-bedrijven uitgekeerde proceskostenvergoedingen?

d. Wat is de verhouding tussen de toegekende proceskostenvergoedingen en de verzochte en toegekende belastingvermindering in door ncnp-bedrijven aangespannen bezwaar- en beroepsprocedures? En hoe verhoudt dit zich tot procedures waarin de belastingplichtige zichzelf vertegenwoordigt?

e. In welke mate worden samenhangende bezwaar- en beroepsprocedures als één zaak afgedaan?

Uitvoeringskosten

4. Wat zijn de uitvoeringskosten voor innende partijen (gemeenten en Belastingdienst) en hoe wordt getracht deze te beperken?

a. Waaruit bestaan de uitvoeringskosten voor afhandeling van door ncnp-bedrijven ingediende bezwaren bij innende partijen?

b. In welke mate hebben innende partijen inzicht in de omvang van deze uitvoeringskosten (specifiek ten aanzien van ncnp-bedrijven)?

c. Welke kosten (in geld en tijd) zijn in de afgelopen jaren (2016-2018) door innende partijen gemaakt bij het afhandelen van door ncnp-bedrijven aangespannen bezwaarprocedures?

d. Op welke manieren proberen gemeenten en de Belastingdienst de uitvoeringskosten beheersbaar te houden of te beperken?

e. In welke mate is er zicht op de uitvoeringskosten bij rechtbanken van de afhandeling van beroepen ingesteld naar aanleiding van door ncnp-bedrijven ingediende bezwaarprocedures?

f. Op welke manieren proberen innende partijen het aantal ingestelde beroepen (en daarmee de uitvoeringskosten voor het rechtssysteem) te beperken? Is hierbij sprake van een specifieke aanpak van ncnp-bezwaren?

Efficiëntie

5. Op welke manier proberen gemeenten en de Belastingdienst de afhandeling van bezwaar- en beroepsprocedures zo efficiënt mogelijk in te richten?

a. Welke maatregelen worden genomen om bezwaar- en beroepsprocedures zo efficiënt mogelijk in te richten?

b. Op welke manier krijgt de afhandeling van bezwaren ingediend door ncnp-bedrijven specifieke aandacht bij inrichting van de procedures?

c. Welke belemmeringen worden ervaren om extra maatregelen te nemen?

d. Welke oplossingsrichtingen ziet men vanuit de innende partijen die buiten hun bevoegdheid vallen, bijvoorbeeld in de vorm van aanpassingen van prikkels in de proceskostenvergoedingen?

1.3 Leeswijzer

Na dit inleidende eerste hoofdstuk behandelen we in het volgende hoofdstuk de onderzoeksverantwoording en de gebruikte methoden bij zowel het deelonderzoek WOZ- beschikkingen als het deelonderzoek BPM-aangiftes. In het derde hoofdstuk geven we een gedetailleerde beschrijving van de bezwaar- en beroepsprocedures, de rechtsbescher-mingsfunctie, de uit te keren vergoedingen en jurisprudentie. In hoofdstuk vier geven we

een kwantitatief beeld van de ingediende bezwaren en beroepen en gaan we in op de uitvoeringslasten die dit met zich meebrengt voor gemeenten, samenwerkingsverbanden en de Belastingdienst. In hoofdstuk vijf gaan we in op de ervaringen van bezwaarmakers WOZ, die voor dit onderzoek zijn geënquêteerd. In hoofdstuk zes komen de werkwijze en het verdienmodel van ncnp-bedrijven voor de WOZ-beschikkingen en BPM-aangiftes aan bod. In het zevende hoofdstuk bespreken we de conclusies en gaan we in op enkele oplossingsrichtingen.

Onderzoeksopzet 7

2. ONDERZOEKSOPZET

D

it onderzoek richt zich op de werkwijze en het verdienmodel van no cure no pay-bedrijven die zich richten op het bijstaan van burgers bij het indienen van bezwaar of beroep op twee terreinen: de WOZ en de BPM. De gemene deler tussen deze onderwerpen is dat de wetgeving de mogelijkheid biedt om in bezwaar (en eventueel beroep) te gaan tegen een beslissing van een overheidsorgaan (op dit terrein). Naast deze gemene deler bestaan echter dusdanig veel verschillen in het proces en in de wetgeving, dat wij er voor de uitvoering van het onderzoek twee deelonderzoeken van hebben gemaakt.

Voor beide onderdelen waren bij aanvang de volgende onderzoeksmethoden beoogd:

• Deskresearch;

• Kwantitatieve analyse;

• Survey onder bezwaarmakers (klanten van ncnp-bedrijven);

• Interviews met ambtenaren en rechters;

• Interviews met eigenaren en medewerkers van ncnp-bedrijven.

In de loop van het onderzoek zijn in de uitvoering verschillen ontstaan in de uitvoering van beide deelonderzoeken, omdat bij de BPM niet alle beoogde onderdelen uitvoerbaar bleken.

Omdat de inhoud en uitvoering van de onderzoeksmethoden voor de beide deelonderzoeken van elkaar verschilt, bespreken we deze in afzonderlijke paragrafen.

In document Van beroep in bezwaar (pagina 22-25)