• No results found

3. Resultaten

3.3 Privacy als ‘voedsel’ 32

3.3 Privacy als ‘voedsel’

Het volgende frame dat is gereconstrueerd, presenteert het concept privacy als ‘voedsel’. De bewoording

die is aangetroffen wijst bijvoorbeeld op ‘honger’ en ‘dorst’ naar privacy. Verder kan er op privacy

‘gevist’ worden en kan privacy worden ‘opgeslokt’.

3.3.1 Metaforen

Interessant zijn de fragmenten die zijn aangetroffen binnen dit frame met de verwijzing naar honger en

dorst. Fragmenten zoals:

“Mensen hebben geen idee wie wat van hen weet. Bedrijven verzamelen ondertussen gewoon

door. Datahonger, noemt Leenes, die werkt bij het Tilburg Institute for Law, Technology, and

Society van de Universiteit van Tilburg, die verzameldrift.” (NRC0105-2010)

“Maar bij de NSA lijkt er meer aan de hand dan hoarding alleen. De blinde vlek voor de eigen

beveiliging, gecombineerd met die onstilbare honger naar het verzamelen van steeds meer

gegevens, laat zien wat hier aan het werk is.” (NRC2712-2013)

tonen het gebruik van honger. Naast honger wordt ook dorst beschreven:

“Intussen zitten we nog steeds met de VS, de big brother aan de horizon wier dorst naar

Europese reis-, telecom- en bankgegevens niet te lessen lijkt.” (NRC1706-2010)

Deze eetmetaforen scheppen het beeld dat ‘privacy-inperkende’ instanties hongerig en dorstig zijn. De

honger kan gestild worden met gegevens en het schenden van de privacy.

Binnen dit frame is een scala aan vismetaforen aangetroffen. Interessant is dat aan de hand van deze

vismetaforen de activiteiten van de overheid worden beschreven. Verschillende beschrijvingen zijn

aangetroffen van het gebruik van sleepnetten door de overheid:

“Wat daarvan de gevolgen kunnen zijn, toonde Edward Snowden aan door te onthullen dat de

Amerikaanse National Security Agency met een gigantisch sleepnet gegevens van alle burgers

binnenhaalt.” (TEL0806-2014)

“Onschuldige burgers kunnen daardoor in sleepnetten van allerlei diensten verstrikt raken.”

(NRC2508-2015)

Deze fragmenten scheppen het beeld van grote sleepnetten, waarin onschuldige burgers verstrikt

kunnen raken. Interessant is dat ook bijvangst frequent voorkomt:

“Niet veel later volgde grote ophef toen bleek dat Google via Streetview de locatie en unieke

nummers van wifi-routers verzamelde alsmede de 'bijvangst' daarvan; delen van e-mails,

financiële data en medische gegevens.” (VOL2311-2011)

3.3.2 Werkwoorden

Binnen dit frame zijn verschillende fragmenten met werkwoorden aangetroffen, die wijzen op eten en

drinken, zoals knabbelen, knagen en opslokken. Fragmenten zoals:

33

“Sinds de klokkenluider in 2013 onthulde dat de Amerikaanse geheime dienst NSA op grote

schaal data slurpt van internetgebruikers, is het aantal chatapps en andere diensten die

versleuteling gebruiken omhooggeschoten, ook al is het gebruik nog niet wijdverbreid.”

(TRO1912-2015)

tonen het gebruik van deze werkwoorden in de beschrijving van wat er met privacy gebeurt.

Naast de vismetafoor die is aangetroffen binnen dit frame, zijn ook werkwoorden aangetroffen die de

handeling vissen beschrijven. Zoals het fragment:

“Bereiken we met al die telefoontaps echt meer fysieke veiligheid? Ook op dat punt heb ik grote

twijfels. Het is alsof je vist met een sleepnet. Af en toe vang je waar je op uit bent, maar de

bijvangst is enorm, en zo vis je de oceanen leeg.” (TRO0207-2014)

waarin het beeld van vissen met een sleepnet en de ‘enorme’ bijvangst worden beschreven. Maar ook

beschrijvingen als:

“Straks mogen onze diensten precies hetzelfde als wat de NSA nu doet: met sleepnetten

ongericht naar data vissen.” (VOL0312-2013)

wijzen op de handeling van het vissen naar privacy. Eenmaal komt een fragment voor, waarin het

werkwoord hengelen wordt aangetroffen:

“Inlichtingendiensten zouden alleen gericht naar specifieke doelen mogen hengelen, en niet

grootscheeps met sleepnetten aan de slag mogen gaan, zoals nu vaak gebeurt.”

(VOL1012-2013)

3.3.3 Beschrijvingen

Bijzonder is dat binnen dit frame een tegenstelling wordt aangetroffen, namelijk boven en onder. Deze

tegenstelling heeft betrekking op de positie van privacy ten opzichte van met name veiligheid.

Interessant is dat deze tegenstelling vooral naar voren komt bij de behandeling van de rol van de overheid

inzake veiligheid. Privacy staat dan boven of onder de wens tot veiligheid, zoals blijkt uit deze citaten:

“Sindsdien gaat veiligheid boven alles, de privacy van burgers is ondergeschikt.”

(NRC1903-2011)

“Ter Horst won onder meer dankzij uitspraken als: 'Ik ben van de stroming veiligheid boven

privacy'.” (VOL0602-2010)

3.3.4 Bijvoeglijke naamwoorden

Fragmenten met het bijvoeglijke naamwoord onschuldig zijn geregeld aangetroffen. Dit bijvoeglijke

naamwoord wordt binnen dit frame voornamelijk aangetroffen in de beschrijving van onschuldige

burgers. Fragmenten als:

“De spanning tussen privacy en opsporing neemt zienderogen toe. Steeds vaker wordt een

verwrongen tegenstelling gecreëerd alsof privacy van onschuldige Nederlanders de opsporing

van criminelen in de weg zou staan.” (NRC2508-2015)

34

“Onschuldige burgers kunnen daardoor in sleepnetten van allerlei diensten verstrikt raken.”

(NRC2508-2015)

Om de verrichtingen van de overheid te beschrijven, worden geregeld de bijvoeglijke naamwoorden

ongericht en ongebreideld gebruikt. Fragmenten zoals:

“Een keerpunt is nodig. Het kabinet komt dit najaar met drie wetten die de privacy van

Nederlanders ernstig kunnen aantasten: de bewaarplicht telecomgegevens, ongericht

internettappen en de 'hackpolitie'.” (NRC2508-2015)

“Wat is dit privacyrecht nog waard als de staat ongebreidelde toegang tot privédomein opeist?”

(NRC2508-2015)

geven inzicht in de wijze waarop activiteiten van de overheid worden gewaardeerd.

3.3.5 Voorbeelden

Dit frame bevat enkele voorbeelden die voornamelijk te maken hebben met de Nederlandse en

Amerikaanse overheid en hun rol bij de inperking van privacy. Vaak voorkomende voorbeelden zijn het

elektronische patiëntendossier, het kentekenparkeren en het biometrische paspoort, die inbreuk zouden

maken op de privacy. Een fragment dat hier specifiek op wijst, is:

“Ze maken het leven makkelijker, efficiënter en veiliger: de ov-chipkaart, het elektronisch

patiëntdossier, de slimme energiemeter. Het zijn nieuwe technieken die gebruikmaken van

informatietechnologie en gegevens van mensen. Bij het ontwerp ervan is over alles nagedacht.

Maar één ding lijkt op de tekentafel geen grote rol te hebben gespeeld: privacy.”

(NRC0105-2010)

Minder frequent aangetroffen voorbeelden hebben betrekking op de wijze waarop justitie data gebruikt

in opsporing en rechtszaken:

“Zo had Robert M., de hoofdverdachte in de Amsterdamse Zedenzaak, volgens het OM nooit

gepakt kunnen worden zonder zijn internetgeschiedenis.” (VOL0105-2015)

en het voorbeeld van de opsporing van hooligans:

“Sinds het OM een aantal jaren geleden voorzichtig is gestart met het tonen van beelden van

rellende voetbalhooligans, is de samenleving in een aanzienlijk tempo veranderd.”