• No results found

| DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS

SiS-code: Praktijk 2.3

Let op: voor de stage in het 2e semester van dit jaar gelden aanpassingen vanwege de coronasituatie. Hieronder nemen we het bericht op dat je hierover hebt ontvangen van het stagebureau, via de mail op 26 januari 2021:

Beste student,

Het blijven onzekere en bijzondere tijden. De coronavaccinaties komen er weliswaar aan, maar we moeten er rekening mee houden dat de scholen (geheel of gedeeltelijk) gesloten blijven en dat klassen opnieuw thuis moeten blijven en online onderwijs moeten volgen. Daarnaast zal een deel van de kinderen naar de noodopvang gaan. In deze brief informeren we jullie hoe we daar in het 2e semester in de stage mee omgaan.

Op dit moment is bekend dat de scholen dicht blijven tot ten minste 8 februari. Dat betekent dat je de stage in het 2e semester online zal moeten opstarten. We weten niet zeker of de scholen daarna (volledig) opengaan of dat er later in het jaar mogelijk weer een lockdown komt. We hebben daarom besloten om gedurende dit 2e semester de werkwijze en de beoordeling zodanig aan te passen dat je gericht kunt blijven werken aan je leerdoelen. We leggen de werkwijze hieronder uit.

Normaal gesproken werk je gedurende een semester in twee blokken (in dit geval blok 3 en 4) aan het behalen van een aantal leerdoelen. Voor het kunnen behalen van die doelen is het nodig dat je fysiek lesgeeft, in de klas, op school. Nu we er echter niet zonder meer van uit kunnen gaan dat dat mogelijk is en we het uiteraard belangrijk vinden dat je je leerkrachtvaardigheden verder ontwikkelt, zetten we gedurende het 2e semester twee aspecten van je ontwikkeling tot leerkracht centraal: de ontwikkeling van je didactische (micro-)vaardigheden en van je pedagogische vaardigheden. Het eerste aspect kun je ook ten tijde van online onderwijs, gedurende een lockdown-periode, ontwikkelen. Voor het tweede aspect is júist het fysiek aanwezig zijn in de klas, op school voorwaarde. Omdat we niet weten óf er nog een lockdown komt en zo ja, wanneer en hoe lang, worden beide aspecten beoordeeld aan het eind van het 2e semester. Dat geeft je de mogelijkheid om wisselend te werken aan het eerste of het tweede aspect, al naar gelang de corona-situatie.

Focus op de ontwikkeling van twee aspecten van jouw pedagogisch-didactisch handelen

A. Didactische (micro-)vaardigheden. In het online onderwijs of in de noodopvang heb je bij uitstek de gelegenheid om je te verdiepen in kleine leerstapjes. Er valt heel veel te leren van de didactiek aan individuele leerlingen en aan groepjes leerlingen (waar staan ze precies en wat is een passende volgende leerstap? Hoe geef ik stap voor stap instructie aan leerlingen die moeite hebben om de leerstof te begrijpen?).

B. Pedagogische vaardigheden: het aansturen van een groep. Het gaat hierbij om het opbouwen van een goed contact met individuele leerlingen en met de groep als geheel, om overzicht en overwicht en het werken aan een positief pedagogisch klimaat. Het zijn allemaal onmisbare, essentiële aspecten van het leerkracht zijn, voorwaarden om überhaupt goed les te kunnen geven. Gedurende de periode dat de eigen stageklas fysiek op locatie, dus gewoon regulier les krijgt, werk je vooral aan dit aspect van je ontwikkeling tot leerkracht.

Het gaat dus om ‘focus’: natuurlijk is het ene aspect niet zo exact van het andere te scheiden. Oftewel: gedurende het gehele semester en in alle situaties werk je zowel aan je pedagogische als je didactische vaardigheden. Maar in een online situatie ligt de nadruk meer op je didactische vaardigheden en als er fysiek onderwijs mogelijk is op je pedagogische. Al naar gelang de situatie is rondom de coronamaatregelen.

Wat ga je concreet doen in het 2e semester?

Je werkt mee bij de volgende activiteiten, zowel in het geval van het verzorgen van fysiek onderwijs op locatie, als bij online onderwijs:

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 34

Verzorgen van (fysiek of online) onderwijs aan de hele groep.

Verzorgen van (online) onderwijs aan kleine groepjes en aan individuele leerlingen.

Ondersteunen bij de noodopvang.

Je voert zoveel mogelijk gewoon de stage-activiteiten uit zoals vermeld in de Praktijkgids/ studiewijzer, echter voor zover de situatie rondom de coronamaatregelen dat toelaat. Een deel van de stageactiviteiten zul je wellicht online kunnen uitvoeren. Kijk goed welke activiteiten essentieel zijn voor je beroeps- en vakopdrachten en probeer die zo goed mogelijk uit te voeren (via online of fysiek onderwijs) zodat je die opdrachten gewoon kunt afronden. Overleg zo nodig met je kern- of vakdocent.

Wat betekent dit voor de huidige beoordelingsformulieren van blok 3 en blok 4?

De huidige beoordelingsformulieren voor blok 3 en blok 4 voor VT-1, VT-2, DT-1, DT-2, UPvA-1 en UPvA-22 hebben we

‘omgebouwd’ tot twee specifieke corona-beoordelingsformulieren. Beide formulieren gelden voor het hele 2e semester.

Voor elk leerjaar3 zijn er twee formulieren: een formulier A en een formulier B:

In formulier A leggen we de focus op de ontwikkeling van je didactische vaardigheden en

in formulier B ligt de nadruk op je pedagogische vaardigheden.

Wat is de werkwijze bij de begeleiding?

Met je mentor maak je afspraken op welke wijze jullie goed in contact blijven. Aan het eind van blok 3 geef je een ‘stand van zaken’ door op de beide beoordelingsformulieren (A en B) in te vullen wat je hebt gedaan en wat daarvan de

resultaten zijn. Je stuurt deze schriftelijke zelfevaluatie naar je mentor en naar je schoolopleider. Op basis hiervan voer je eerst een voortgangsgesprek met je mentor en daarna ook met je schoolopleider. Je schoolopleider komt gedurende het semester twee maal op bezoek (al dan niet digitaal).

Wat is de werkwijze bij de beoordeling?

Aan het einde van het 2e semester word je door de schoolopleider aan de hand van de formulieren A en B beoordeeld. Je vult eerst zelf beide beoordelingsformulieren in (schriftelijke zelfevaluatie) en je mentor doet dat eveneens. Je hebt vervolgens samen met je mentor een reflectiegesprek/ eindgesprek over de afgelopen periode aan de hand van de beide ingevulde beoordelingsformulieren. Je mentor geeft vervolgens een adviesbeoordeling, en de schoolopleider geeft uiteindelijk de definitieve beoordeling.

Hoe start je je stage van het 2

e

semester op?

• Plan vóór dinsdag 2 februari een digitale afspraak in met je mentor. Vraag aan je mentor op hoe je je stage gaat starten en op welke wijze je een bijdrage kunt leveren aan het online onderwijs of in de noodopvang. Doe zelf een aantal suggesties. Bijvoorbeeld: een instructiefilmpje maken, een stukje (digitaal) voorlezen, een

kennismakingsactiviteit online verzorgen, leerlingen begeleiden bij het leren in de noodopvang, kennismaken met alle kinderen in de klas door digitale gesprekjes te voeren etc. etc. Maak afspraken over hoe jij je voorstelt aan je nieuwe stageklas. Dat kan bijvoorbeeld live in een online les, maar ook via een vooraf opgenomen filmpje.

Bekijk van tevoren de twee beoordelingsformulieren: A. Didactische vaardigheden en B. Pedagogische vaardigheden.

Denk alvast na over activiteiten die je kunt uitvoeren bij het didactische beoordelingsformulier. Deel deze formulieren op 2 februari met je mentor en leg uit wat de bedoeling is. Deel ook deze schriftelijke informatie met je mentor.

• Spreek verwachtingen uit met je mentor over jouw inzet bij het online onderwijs of bijdrage in de noodopvang. Ben je de hele dag online aanwezig, lever je een instructiefilmpje aan, met welke kinderen heb jij online contact, wat kun jij doen in de noodopvang, etc.?

2 Beoordelingsformulieren: https://extranet.mijnhva.nl/nl/stage_werkplekleren/pabo/Paginas/Stage.aspx

3 VT-1, VT-2, DT-1, DT-2, UPvA-1, UPvA-2. Dus niet voor het 3e jaar en niet voor de LIO-stage.

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 35

Belangrijk

• Zorg dat je in tijden van een lockdown in contact blijft met je mentor. Plan wekelijks een (digitaal) overleg moment in waarin je de voortgang van je stage bespreekt en waarin ruimte is voor feedback en reflectie.

• Het is voor velen een zoektocht hoe we het online onderwijs en de begeleiding vormgeven. Blijf actief, neem initiatief en zoek contact met mentor, schoolopleider en/of academische schoolopleider.

• Deel je ervaringen met medestudenten. Je kunt leren van elkaars activiteiten en voortgang.

• Vraag om hulp bij twijfels of zorgen.

Tot slot

We maken momenteel een heel bijzondere periode door. Het zijn moeilijke en lastige tijden, voor onszelf, en zéker ook voor de jonge kinderen in het basisonderwijs. We hebben in de afgelopen periode gemerkt hóe belangrijk en hóe essentieel onderwijs voor kinderen is. We hopen dat het je veel voldoening geeft om daar een rol in te mogen spelen.

Jullie zijn als studenten, als extra handen in de klassen en als extra contactpersoon voor kinderen, belangrijk. Ook in het komende semester wordt er weer een groot beroep gedaan op je vindingrijkheid en creativiteit. We hopen dat het jou en je mentor lukt om er ondanks alle hobbels die er zijn een positieve, inspirerende en leerzame periode van te maken. We wensen je van harte veel plezier en creativiteit toe om je komende stage in te richten.

Namens de coördinerend schoolopleiders, academische schoolopleiders en instituutsopleiders

‘Samen Opleiden in Amsterdam’, Amsterdam, 26 januari 2021,

Mieke Roos (UPvA) en Anneke van der Linde (Pabo HvA)

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 36 Stageactiviteiten – Blok 3

Stageactiviteiten zijn onder voorbehoud van kleine wijzigingen in de Beroeps- of Vakopdracht.

Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren.

• Je stelt je voor aan de groep en aan de mentor (op een originele en doordachte wijze).

• Je verdiept je in het LVS en de groepsplannen van je stagegroep.

• Je onderzoekt de beginsituatie van je stageklas t.a.v. coöperatief leren op basis waarvan je een plan opstelt voor het uitvoeren van de werkvormen in jouw klas (Beroepsopdracht 2.3).

• Je maakt gebruik van vijf verschillende werkvormen coöperatief leren (Beroepsopdracht 2.3), welke onderdeel mogen zijn van hieronder genoemde lessen.

• Je onderzoekt en beschrijft het leesklimaat in je stageklas en portretteert aan de hand van hun leesgedrag twee kinderen (vakopdracht Nederlands).

• Je verzorgt één dag en een aantal dagdelen onderwijs.

• Je voert drie complexe lessen uit: vakoverstijgend, verschillende leeractiviteiten, differentiatie, op basis van verschillende didactische werkwijzen en leersituaties (waaronder de lessen voor de vakopdracht Kunstzinnige Oriëntatie).

• in de lessen die je geeft (dagdelen + gewone lessen) zitten ten minste twee lessenreeksen van drie opeenvolgende lessen.

• Je verzorgt ten minste een rekenles binnen het domein Breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen.

• In je lessen zitten ten minste drie lessen waarbij gebruik wordt gemaakt van zelf ontwikkeld onderwijsmateriaal.

• Je gaat in gesprek met je mentor over ‘het aangaan van (maatschappelijk) gevoelige onderwerpen’.

• Je verzorgt ten minste vijf voorbereide lesactiviteiten aan individuele leerlingen die extra didactische ondersteuning nodig hebben.

• Je woont een formeel een oudergesprek van de mentor bij, observeert de gespreksvaardigheden en bespreekt deze met de mentor.

• Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback en stagebeoordelingen.

Stageactiviteiten – Blok 4

Stageactiviteiten zijn onder voorbehoud van kleine wijzigingen in de Beroeps- of Vakopdracht.

Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren.

• Je verzorgt minimaal twee dagen en een aantal dagdelen onderwijs.

• Je verzorgt ten minste een taalles en een rekenles en een les Engels.

• Je verzorgt ten minste een taalles, een rekenles binnen het domein Breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen en een les Engels.

• Je voert vier complexe lessen uit, met een focus op de volgende aspecten: je lessen zijn vakoverstijgend, je werkt met verschillende leeractiviteiten, en je brengt differentiatie aan op basis van verschillende didactische werkwijzen en leersituaties. De lesvoorbereidingen worden voorgelegd aan de mentor ter goedkeuring.

• Je verzorgt ten minste één lessenreeks van drie opeenvolgende lessen.

• Je test in een groep leerlingen het leermiddel dat je hebt ontworpen in het kader van Beroepsopdracht 2.3/ 2.4.

• Je verzorgt een activiteit in je stageklas in het Engels (denk bijvoorbeeld aan: het aanleren van een Engelstalig liedje).

• Je verzorgt vijf voorbereide lesactiviteiten aan individuele leerlingen die extra didactische ondersteuning nodig hebben.

• Je vertelt in je stageklas een verhaal in het kader van ‘burgerschap’.

• Je woont een formeel gesprek van de mentor bij, observeert de gespreksvaardigheden aan de hand van vooraf opgestelde observatiepunten en geeft aan hoe de leerkracht aanstuurt op samenwerking.

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 37

• Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback en stagebeoordelingen.

• Je sluit je stage af en je bespreekt je stage-ervaringen met de mentor.

PPO dossier

Je bewaart gedurende je opleiding zelf alle stagebeoordelingen in je dossier. Dit dossier heb je nodig bij PPO-gesprekken, het LIO-bekwaamheidsgesprek en het Startbekwaamheidsgesprek.

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 38