• No results found

DE BEROEPSOPDRACHT – EEN GEDIFFERENTIEERD LEERMIDDEL ONTWERPEN

SIS-code: Beroepsopdracht 2.3/2.4

“Gaan we vandaag weer het spel doen?!” Vragen de kinderen van meester Jeroen nog vóórdat zij ’s morgens het lokaal binnenkomen. Het is dinsdag en tijd voor de les met de werkvormen en materialen die door Jeroen zelf zijn geïntroduceerd. “Ja, ga maar alvast klaar zitten.” Enthousiast pakken de kinderen de dozen van hun vaste plek op de kast en gaan klaar zitten in de groepen die voor vandaag zijn samengesteld. Jeroen vertelt de klas maar niet dat zij eigenlijk de woorden van de week aan het aanleren en inoefenen zijn, en dat de doelen voor deze lessen heel eenvoudig uit de taalmethode zijn overgenomen. De gretigheid waarmee de kaartjes worden uitgedeeld, de pionnen worden klaargezet en de petjes opgedaan, is merkbaar groter dan wanneer de boeken en schriften worden gepakt. Meester Jeroen doet nog een poging om instructie te geven maar daar willen de kinderen niet op wachten. “Mogen we nou beginnen?!”

INLEIDING - Kinderen verschillen en daar moet je als leerkracht de leerstof op afstemmen. Wanneer je aansluit bij de leerbehoefte van de kinderen zul je bestaande leermiddelen moeten aanpassen. Hierbij kun je ook het leermiddel zélf ontwerpen. Dat ga je in deze beroepsopdracht doen. Aan de hand van de beginsituatie van jouw klas ontwerp je een gedifferentieerd leermiddel dat je verantwoordt vanuit de leerlijnen. Het middel moet de kinderen aanzetten tot coöperatief leren. Bij het middel maak je een handleiding waarin je de didactische werking beargumenteert. Je laat het evalueren door de kinderen zelf en op basis daarvan stel je het leermiddel bij.

Leerdoelen

• Je kunt een verlegenheidssituatie formuleren aan de hand van zelf uitgevoerd onderzoek naar de leerbehoefte van je stageklas.

• Je kunt een rijk en gedifferentieerd leermiddel ontwerpen en daarbij rekening houden met de leer- en ontwikkelingsbehoeften.

• Je kunt de inzet van een (zelfontworpen) leermiddel verantwoorden aan de hand van leerlijnen en passende theorie, waaronder de vijf uitgangspunten van coöperatief leren.

• Je kunt de zelf geformuleerde probleemsituatie analyseren en conclusies trekken op basis van eigen onderzoek van de leeropbrengst en theorie.

Het programma

De beroepsopdracht wordt begeleid tijdens zes bijeenkomsten binnen kerndocenttijd.

Bijeenkomsten

1. Inleiding op de beroepsopdracht

Start van de module. Inspiratie voor de opdracht (met voorbeelden van leermiddelen) en uitleg van de inhoud en werkwijze (stappenplan). Eerste verkenning van verschillende leermiddelen.

2. Praktische voorbeelden

Leermiddelenmarkt: welke leermiddelen voldoen aan de eisen van deze opdracht en hoe kun je ze aanpassen?Input eigen leermiddelen/spellen. Verkenning handleiding en ontwerpeisen.

3. Inhoudelijk aan de slag

Uitleg van de verlegenheidssituatie en verantwoording (theorie, leerlijnen, etc.).

Opstellen van ontwerpeisen (stap 1 en stap 2) aan het te maken product.

4. Peerfeedback

Pitches van de ideeën en feedback op elkaars ontwerpen en inhoud (stap 3) 5. Ontwerpen van de eerste versies

Het schrijven van een handleiding (stap 2) 6. Presentatie van prototype en bijstellen

Presentatie van het prototype van het leermiddel (stap 3: testen op studenten).

Met elkaar het concept testen en bijstellen. Daarna testen in de eigen klas (blok 4).

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 11 7. Ontwerp evaluatie-instrument en testen in de klas

Prototype bijstellen aan de hand van de studentevaluatie en testen in de klas.

Ontwerp van evaluatie-instrument (leerlingen) aan de hand van de ontwerpeisen.

8. Bijstelling op basis van eerste conclusies

Eerste resultaten praktijktest: hoe pas ik mijn leermiddel aan op basis van de leerlingevaluaties? (stap 3) Ruimte voor vragen en peerfeedback.

9. Afronding van de ontwerpcyclus

Hoe schrijf ik een conclusie? Definitief aanpassen van het leermiddel en handleiding (stap 4).

Ruimte voor vragen en peerfeedback.

10. Leermiddelenmarkt

Leermiddelenmarkt - iedereen presenteert het leermiddel (stap 4) Tips voor verbetering.

11. Evaluatie

In deze bijeenkomst kijken we terug op de opdracht. In hoeverre heeft de uitvoering bijgedragen aan de ontwikkeling van jou en van de kinderen?

12. Afsluiting van de module.

Eindproduct:

Het eindproduct is een gedifferentieerd leermiddel met een handleiding en verantwoording. De verantwoording bevat een beschrijving van de verlegenheidssituatie, de uitleg van de gekozen werkvormen en materialen, een

verantwoording van de aansluiting bij de beginsituatie en leerlijnen, conclusies en aanbevelingen in relatie tot de zelf geformuleerde probleemstelling (onderbouwd door theorie).

Stap 1

Onderzoek in jouw stageklas waar de behoefte ligt om een leermiddel voor te ontwerpen. Gebruik daarvoor o.a:

o Observaties

o Een gesprek met de mentor o Leerlinggegevens

o Leerlingmateriaal

o Leerlijnen van het betreffende vakgebied

Op basis daarvan schrijf je een verlegenheidssituatie, die bestaat uit:

o Context, o Aanleiding, o Beginsituatie,

Bestudeer de betreffende leerlijnen en passende theorie (waaronder in ieder geval coöperatief leren).

Op basis hiervan formuleer je een doelstelling.

Stap 2

Op basis van de beginsituatie, leerlijnen, theorie en de doelstelling stel je ontwerpeisen op.

• Brainstorm over ideeën en pitch jouw keuze in de groep (bijeenkomst 4).

Maak een eerste versie van je verantwoording met daarin:

o Een beargumentering van de werking van je leermiddel;

o Koppeling met leerlijnen;

o Theoretische onderbouwing;

Gebruik daarbij in ieder geval de theorie uit de lessen pedagogiek;

o Toepassing van coöperatieve werkvormen;

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 12

Maak een eerste versie van je leermiddel met daarin:

o Een uitnodigende vormgeving;

o Eenduidige (spel)instructie;

Maak een eerste versie van je handleiding met daarin:

o Uitgangspunten van coöperatief leren;

o Differentiatie;

o Leerdoelen;

o (Spel)regels;

Stap 3

Test je leermiddel in je paboklas.

Ontwerp een evaluatie-instrument waarbij de kinderen aangeven in hoeverre de doelstellingen behaald zijn.

Gebruik hierbij jouw ontwerpeisen.

Test je leermiddel in je stageklas.

Noteer je bevindingen tijdens de testfase.

Laat de kinderen het leermiddel evalueren.

Stap 4

• Pas je leermiddel en je handleiding aan op basis van de verkregen gegevens.

• Verwerk dit in je verantwoording.

• Schrijf je conclusies met daarin minstens:

o In hoeverre het leermiddel voldoet aan de eisen;

o In hoeverre het leermiddel voldoet aan de doelstelling;

o In hoeverre het leermiddel aansluit op de leerlijnen;

o De leeropbrengsten aan de hand van de evaluaties van de kinderen;

o Terugkoppeling met de gebruikte theorie (waaronder in ieder geval coöperatief leren).

• Vraag jezelf af: “Kan ik nu inspelen op de leerbehoefte van de kinderen in mijn klas?”

• Je presenteert je leermiddel tijdens de leermiddelenmarkt.

Beoordelingscriteria

De kwaliteit van het eindproduct wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria:

 Je kunt een verlegenheidssituatie formuleren aan de hand van zelf uitgevoerd onderzoek naar de leerbehoefte van je stageklas.

 Je kunt een rijk en gedifferentieerd leermiddel ontwerpen en daarbij rekening houden met de leer- en ontwikkelingsbehoeften.

 Je kunt de inzet van een (zelfontworpen) leermiddel verantwoorden aan de hand van leerlijnen en passende theorie, waaronder de vijf uitgangspunten van coöperatief leren.

 Je kunt de zelf geformuleerde probleemsituatie analyseren en conclusies trekken op basis van eigen onderzoek van de leeropbrengst en theorie.

Deze criteria worden getoetst aan de hand van het beoordelingsformulier in bijlage 1 van deze studiewijzer.

Let op: als voldoende beoordeelde producten worden altijd opgenomen in het PPO-dossier. Een geactualiseerd PPO-dossier geldt als voorwaarde voor het functioneringsgesprek met de kerndocent aan het eind van het semester. Houd je PPO-dossier dus zorgvuldig bij!

2020 - 2021 Studiewijzer VT 2.3 – DEFINITIEVE VERSIE 27-01-2021- pagina 13