• No results found

Politieke kennis naar sociaaleconomische status

Verschillen in politieke houdingen naar sociaaleconomische achtergrond

11.6 Politieke kennis naar sociaaleconomische status

Meer kennis over de politiek wordt vaak in verband gebracht met het maken van weloverwogen politieke beslissingen en kan leiden tot meer politieke betrok-kenheid. Om een beeld te krijgen van de politieke kennis van jongeren zijn drie vragen gesteld. In de vragenlijst kregen de leerlingen de vraag of zij Mark Rutte op een foto herkennen, of zij de vlag herkennen van Groot-Brittannië en of zij weten hoeveel leden de Tweede Kamer heeft.

Bijna alle leerlingen wisten wie Mark Rutte was en dat de getoonde vlag die van Groot-Brittannië was. SES speelt hierbij nauwelijks een rol. Anders geldt dit voor de vraag naar het aantal leden van de Tweede Kamer. Van alle jongeren uit hogere SES-gezinnen wist iets meer dan 58 procent het goede antwoord, waar respectie-velijk ruim 35 procent en 41 procent van de jongeren uit lagere SES en midden-SES-gezinnen dit wist (zie figuur 11.4).

Tevens werd aan de jongeren gevraagd welke politieke partijen ze kennen. Ook hier zien we verschillen naar sociaaleconomische achtergrond (zie figuur 11.5).

Waar jongeren uit de lagere en midden-SES-categorie gemiddeld tot

respec-100

Politieke kennis van ledental Tweede Kamer (in procenten), naar sociaaleconomische status

Figuur 11.5

Politieke kennis van politieke partijen (gemiddeld aantal), naar sociaaleconomische status

tievelijk 2 en 2,4 partijen kwamen, konden jongeren uit hogere SES-gezinnen gemiddeld 4 partijen noemen.

Figuur 11.6 Meest genoemde politieke partijen (in procenten), naar soci-aaleconomische status

Figuur 11.6 toont de top 5 meest genoemde politieke partijen door leerlingen uit lagere, midden- en hogere SES-gezinnen. GroenLinks wordt in alle drie de SES-groepen het vaakst genoemd. Alleen bij jongeren uit hogere SES-gezinnen wordt deze even vaak genoemd als de VVD. De VVD staat op de tweede plaats bij leerlingen uit midden-SES-gezinnen en op de derde plaats bij jongeren uit lagere SES-gezinnen. D66 is in de lage SES-groep de tweede en in de hoge SES-groep de derde meest genoemde partij. Daarnaast worden ook de PvdA en de PVV relatief vaak genoemd door de jongeren, ongeacht sociaaleconomische achtergrond.

11.7 Conclusie

Samengevat laten de resultaten van dit onderzoek zien dat jongeren reeds in het eerste jaar van het voorgezet onderwijs verschillen naargelang de sociaalecono-mische status van hun ouders. Jongeren uit hogere SES-gezinnen scoren op alle bevraagde onderdelen hoger. Ze hebben meer politieke kennis, meer interesse in politiek, meer interesse in maatschappelijk onderwerpen, meer het gevoel dat ze een verschil kunnen maken in de politiek, en dat de politiek voor hen een verschil kan maken. Deze bevindingen sluiten aan bij de bevindingen uit eerder onderzoek naar verschillen tussen jongeren naar sociaaleconomische status (zie Kranendonk et al., 2019).

Daarnaast valt op dat jongeren uit gezinnen met een hogere sociaaleconomische status ook vaker met ouders en vrienden over politieke en maatschappelijke onderwerpen praten. Hoewel jongeren uit midden-SES-gezinnen beter scoren dan jongeren uit lage SES-gezinnen, zijn deze verschillen tussen jongeren uit lage SES en midden-SES-gezinnen zijn over het algemeen klein.

Het lijkt er dus op dat met name jongeren met een hogere sociaaleconomische

100 2030 4050 6070 8090 100

percentage genoemd

midden

laag hoog

GroenLinks VVD D66 PvdA PVV

achtergrond van huis uit meer hulpbronnen meekrijgen om politieke kennis, interesse en zelfvertrouwen te ontwikkelen. Deze invloed van de sociaalecono-mische achtergrond van het gezin werkt mogelijk sociale ongelijkheid tussen jongeren in de hand op het gebied van politieke participatie. Wanneer we meerdere meetmomenten van leerlingen hebben, kunnen we nagaan of scholen kunnen compenseren voor dergelijke sociaaleconomische ongelijkheid tussen leerlingen.

Geraadpleegde literatuur

Abendschön, S., & Tausendpfund, M. (2017). Political knowledge of children and the role of sociostructural factors. American Behavioral Scientist, 61(2), 204–221.

Bradley, R. H., & Corwyn, R. F. (2002). Socioeconomic status and child development. Annual Review of Psychology, 53, 371–399.

Dassonneville, R., Quintelier, E., Hooghe, M., & Claes, E. (2012). The relation between civic education and political attitudes and behavior: A two-year panel study among Belgian late adolescents. Applied Developmental Science, 16(3), 140–150.

Dostie-Goulet, E. (2009). Social networks and the development of political interest. Journal of Youth Studies, 12(4), 405–421.

Ekström, M., & Östman, J. (2013). Family talk, peer talk, and young people’s civic orientation. European Journal of Communication, 28(3), 294–308.

Flanagan, C. A., Gallay, L. S., Gill, S., Gallay, E., & Nti, N. (2005). What does democracy mean? Correlates of adolescents’ views. Journal of Adolescent Research, 20(2), 193–218.

Galston, W. (2001). Political knowledge, political engagement, and civic education.

Annual Review of Political Science, 4, 217–234.

Geboers, E., Geijsel, F., Admiraal, W., Jorgensen, T., & Ten Dam, G. (2015).

Citizenship development of adolescents during the lower grades of secondary education. Journal of Adolescence, 45, 89–97.

Geboers, E., Geijsel, F., Admiraal, W., & Ten Dam, G. (2013). Review of the effects of citizenship education. Educational Research Review, 9, 158–173.

Jennings, M. K., & Stoker, L. (2004). Social trust and civic engagement across time and generations. Acta Politica, 39(4), 342–379.

Jennings, M. K., Stoker, L., & Bowers, J. (2009). Politics across generations: Family transmission reexamined. The Journal of Politics, 71(3), 782–799.

Keating, A., Kerr, D., Benton, T., Mundy, E., & Lopes, J. (2010). Citizenship education in England 2001-2010. Young people’s practices and prospects for the future:

The eighth and final report from the Citizenship Education Longitudinal Study (CELS). UK Government, Department for Education.

Koskimaa, V., & Rapeli, L. (2015). Political socialization and political interest:

The role of school reassessed. Journal of Political Science Education, 11(2),

141–156.

Munniksma, A, Dijkstra, A. B., Van der Veen, I., Ledoux, G. H., Van de Werfhorst, H.,

& Ten Dam, G. T. (2017). Burgerschap in het voortgezet onderwijs: Nederland in vergelijkend perspectief. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Neundorf, A., Niemi, R. G., & Smets, K. (2016). The compensation effect of civic education on political engagement: How civics clasSES make up for missing parental socialization. Political Behavior, 38(4), 921–949.

Quintelier, E. (2015a). Engaging adolescents in politics: The longitudinal effect of political socialization agents. Youth & Society, 47, 51–69.

Quintelier, E. (2015b). Intergenerational transmission of political participation intention. Acta Politica, 50(3), 279–296.

Reichert F. (2016). How internal political efficacy translates political knowledge into political participation: Evidence from Germany. Europe’s Journal of Psychology, 12(2), 221–241.

Schmeets, H. (2017). Politieke betrokkenheid in Nederland. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Schulz, W., Ainley, J., Fraillon, J., Losito, B., Agrusti, G., & Friedman, T. (2017).

Becoming Citizens in a Changing World. IEA International Civic and Citizenship Education Study 2016 International Report. Amsterdam: IEA.

Silvia, P. J. (2008). Interest: The curious emotion. Current Directions in Psychological Science, 17, 57–60.

Sohl, S. (2014). Youths’ political efficacy: sources, effects and potentials for political equality (dissertatie). Örebro: Örebro University.

Wanders, F., Van der Veen , I., Dijkstra, A. B., & Maslwoski, R. (in druk). The influence of teacher-student and student-student relationships on societal involvement in Dutch primary and secondary schools. Theory & Research in Social Education, 1–21. Geraadpleegd van https://www.tandfonline.com/doi/

full/10.1080/02671522.2019.1568529

Wennekers, A., Boelhouwer, J., Van Campen, C., & Bijl, R. (2018). De sociale staat van Nederland 2018. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Witschge, J., Rözer, J., & Van de Werfhorst, H.G. (2019). Type of education and civic and political attitudes. British Educational Research Journal, 45(2), 298–319.

Verschillen in politieke houdingen