• No results found

Dat de Duitse politiek een groot aandeel had in die radikalizering, is duidelijk. Ten eerste door op Europese en wereldschaal nationale bewegingen te aktiveren

tegen de vijanden. Ten tweede door de uitnodiging van de Flamenpolitik waarop de

Belgische regering geen repliek gaf. Ten derde door de direkte propaganda: in

Antwerpen zowel als in Brussel en in Gent werd er met Duits geld een dagblad

onderhouden, en vermoedelijk ook een halfmaandelijks blad

35

, om de godsvrede te

verbreken, de flaminganten in te prenten dat ze bedreigd werden, enz. Waarschijnlijk

werden er ook Duitse pamfletten verspreid met dat doel. Zeggen dat de Vlamingen

het initiatief genomen hebben, kan ook voor Antwerpen niet worden gehandhaafd,

al is dat het eerste centrum waar een bekende flamingant tot het aktivisme overging

en waar verenigingen bewust op de rand daarvan zijn gaan balanceren en tenslotte

erin terechtgekomen.

Eindnoten:

1 In De Dag, 29 april 1936; het relaas is zeker onjuist op een aantal punten.

2 Alfons Bayens gaf zich uit voor een zoon van Peter Benoit en diens dienstbode; zijn zoon Peter Benoit Baeyens was pas 17 jaar. Alfons was eigenaar van de krant, en nadat hij die in juni 1915 aan de redaktie van Borms zou toevertrouwen, zou hij een ander nieuwsblad beginnen; BORGERS, 84 en 100. Het was hem waarschijnlijk alleen om de broodwinning te doen. 3 Tijdens de volgende weken verschenen ondertekende bijdragen van Delen, Van Ostaijen, Linnig

en Cornette. Op 1 december werd een inschrijvingslijst geopend ten bate van zieke kinderen; als eersten tekenden in de leden van ‘het bestuur en beheer’: A. en P. Baeyens, Van Opstraet, G. Protin, Baekelmans, Bruylants, Cornette, De Meyere, Delen, Van Ostaijen en H. Senten. Op 3 december werd de bijdrage van Louis Franck vermeld.

4 Van Ostaijen en zijn vrienden waren, tot de oorlog uitbrak, in een fel en langdurig konflikt gewikkeld met de prefekt van het ateneum; BORGERS, 74-77. Dat kan meegespeeld hebben in de klacht.

5 12 dec., 9, 13 en 19 jan.; vgl. al tevoren 24 en 27 november. 6 La Métropole, 6 jan. 1915.

9 Brieven in Het Vlaamsche Nieuws, 5 juni.

10 24 en 27 jan.; 6, 15, 22, 27 feb.; 4, 5, 10, 13, 17, 27, 30 maart; dan een pauze tot 14, 16, 24 mei; 2, 7, 9 juni.

11 A. BORMS, in R.P. OSZWALD, Symphonie, 215. 12 ELIAS, Vlaamse Gedachte, IV, 223; vgl. 219-221.

13 Tätigkeitsbericht feb.-april 1915, 42 en bijlage; mikrofilm 353/2. Volgens een tijdgenoot die

anoniem wenst te blijven, bedroeg de aankoop van eksemplaren van het Handelsblad 750 nummers per dag voor de krijgsgevangenen.

14 Tätigkeitsbericht mei-juli 1915, 31; mikrofilm 353/2.

15 A. JACOB in Antwerpen Boven, april 1916 B. 16 D. VANSINA, Verschaeve getuigt, 269-270.

17 FAINGNAERT, 62-63. Faingnaert maakt ervan dat de klacht ging ‘over het feit dat de Vlaamse soldaten voortdurend bespot en gehoond werden’, en bij WILLEMSEN (34) wordt het: ‘Vlaamse soldaten klaagden in brieven naar huis over de minachting waarmee hun taal in het leger behandeld werd.’

18 OSZWALD, Symphonie, 175-176. 19 Archives, 508-509.

20 VAN DE VELDE, 61.

21 Borms zelf noemde het zijn blad in OSZWALD, o.c., 215, en alle andere van de Duitse censuur, en zo eerst de 17e februari verscheen met 's anderendaags een antwoord erop van...

Gerstenhauer’; Bijdrage, 97. Gerstenhauer was vermoedelijk de auteur of de inspirator van het stuk in de Deutscher Kurier; had hij het ook niet aan Borms bezorgd?

22 Verslag en tekst in Antwerpen Boven, mei A en B en juni A 1915. Tekst ook in Dietsche

Stemmen, sept.-okt. 1916, 440-451.

23 Borms zelf noemde het zijn blad in OSZWALD, o.c., 215, en alle andere getuigenissen van tijdgenoten komen hiermee overeen.

24 Hij weigerde zijn instemming toen Borms en zijn medeleraar Edg. Peeters hem die vooraf vroegen; Ryckmans zou ze wel gegeven hebben; BORMS, Bijdrage, 97.

25 J. VAN DEN BROECK in het nr. van juli 1915 B. 26 FAINGNAERT, 385 vlg.

27 BORMS in OSZWALD, o.c., 215-216; ANGERMILLE, De Lotgevallen van een Activist, 42-43; BORMS, Bijdrage, 98-100.

28 Het Tätigkeitsbericht van 1 augustus meldde dat het vanuit Brussel ondersteunde Vlaamsche

Nieuws een hogere oplage had na het verdwijnen van zijn rivalen, en dat twee nieuwe (blijkbaar

kleurloze) bladen waren verschenen; blz. 32, mikrofilm 353/2. Op 1 november meldde dezelfde bron dat één van die bladen bij gebrek aan sukses ter ziele was; de stichting van een franstalig blad was voorkomen met het oog op de Vlamingen; het Vlaamsche Nieuws was veel verbeterd van inhoud, het bereikte volgens de uitgevers een verkoopscijfer van 15 à 18.000, maar er was grond om aan te nemen dat het hoger lag; blz. 48, mikrofilm 353/3. Zelfs in dat geval was het erg laag gezien de monopoliepositie. In het Tätigkeitsbericht over februari-juli 1917 werd gemeld dat de oplage gestegen was van 10.000 tot 12.000 (sic); blz. 34, mikrofilm 355/4. De Antwerpenaars verkozen blijkbaar de lektuur van Hollandse bladen.

29 BORMS, Bijdrage, 100. Kopie van Poullets brief in PP, 142.

30 H. VOS, Preadvies over het aktivisme (getypte nota van 10 blz., die blijkens een brief die er betrekking op heeft, dateert van maart 1922), in het bezit van Mw. Cockx-Vos. BORMS,

Bijdrage, 98.

31 Volgens Van Cauwelaert in Vrij België, 8 dec. 1916, 2, wendden de afgevaardigden zich tot hem alleen, ‘in de zomer van 1915’. Het lijkt ons aannemelijk dat Vos later de koppeling Van Cauwelaert-Hoste heeft uitgevoerd. Volgens een aktivistische reaktie was het manifest aan de vredeskonferentie maar gepland voor het geval de regering niet zou antwoorden; Vrij België, 2 feb. 1917, 6.

32 Konservator van het Vleeshuis; al op 30 mei was er bij hem vergaderd. Dat Wildiers op 14 november in Het Vlaamsche Nieuws een brief publiceerde waarin hij de koers van het blad goedkeurde, lijkt bedoeld met het oog op de vergadering van dezelfde dag. Zie BAEYENS, 26, 137 en 207.

33 BAEYENS, 34 en 122; het A.N.V. steunde op 14 april 1916 De Clercq en Jacob, maar ging aan die motie tenonder; 137-138.

teruggelopen. Borms beschikte over gelden om zijn blad gratis toe te sturen aan flaminganten van elders met wie hij voor de oorlog geen relaties had onderhouden, zoals Dosfel. Op 16 mei 1916 bood hij Dosfel gratis verblijf in een hotel aan, voor een veertiental dagen, om in Antwerpen mee te werken met een aktivistische studiegroep; A. DE BRUYNE, Lodewijk Dosfel, 167.

8. in de diaspora, bijzonder in nederland

Het aktivisme is ook ontstaan onder de vluchtelingen. Terwijl we voor het bezette