• No results found

Maar nog eens, belangrijker dan de eventuele invloed van Nederlandse zijde op de Flamenpolitik, is de invloed op het ontstaan en de uitbreiding van het aktivisme

Het is evident dat er niet alleen een kleine groep was rond Gerretson die met haar

geld en haar werk het aktivisme heeft helpen ontstaan en groeien. Er was ook een

ruimere, invloedrijke kring die daarvoor het klimaat heeft helpen scheppen. Volgens

Van Cauwelaert in Vrij België van 22 oktober 1915 waren de meeste federalisten

onder de Vlamingen loyaalbelgischgezinden, die een odium op zich laadden door

achter de duitsgezinde Abraham Kuyper aan te lopen of achter de Gentse groep o.l.v.

Domela. Telkens weer, en terecht, zou hij de aktivisten ‘een Hollands-Vlaamse groep’

noemen.

Het Nederlandse aandeel verdient een uitvoerig onderzoek. Dat zal vooral moeten

gericht zijn op de anti-revolutionaire en kristelijkhistorische milieus. Het zal de vraag

niet mogen uit de weg gaan, in hoever er in de sympatieën voor het aktivisme een

kalvinistischhollands ressentiment heeft meegespeeld tegen het katolieke België, dat

zich in 1830 zoals in de 16e eeuw had afgescheurd. Bij Domela is dat ressentiment

onloochenbaar.

Eindnoten:

1 Le XXe Siècle, 23 april 1915.

2 Le XXe Siècle, 17 april 1915; La Métropole, 20 april; La Belgique en L'Echo Belge, 24 april.

3 Le XXe Siècle, 1 mei 1915.

4 24 dec. 1914.

5 La Belgique, 27 april en 3 mei 1915. Haar redakteur G. Jaspaers publiceerde in 1917 een brochure

van 42 bladzijden 8oom de lof te zingen van de Nederlandse gastvrijheid en hulpbetoon, met als besluit: ‘Notre passage en Hollande aura créé entre les deux nations un lien à jamais indissoluble’; zie bibliografie.

6 5 mei en 14 juli 1915.

7 DEVLEESHOUWER, 261-262.

8 XXe Siècle, 8 april; Métropole, 22 april; Belgique, 5 april, 15 mei.

11 La Belgique, 14, 15 en 17 juli; vgl. L'Echo Belge, 11 en 20 juli.

12 M. UREEL, De Vlaamse Frontblaadjes. 13 17 feb. 1915.

14 28 maart 1915.

15 O.a. N. Terwagne op 28 jan. en Ch. Bernard op 3 maart 1915.

16 La Belgique van Rotterdam vroeg zelfs aan de Nederlandse handelaars dat ze een bordje zouden

uithangen met ‘on parle Français’ of ‘English spoken’; de meeste Belgen spreken wel Vlaams, maar er is zo'n groot verschil tussen onze Vlaamse dialekten en het Nederlands...; 10 april 1915. Terwagne had een adreskaartje: ‘151, Rue de Gand, Scheveningen’; PDB, 195.

17 Op 4 februari namen ze een brief op van de Antwerpse advokaat Emiel Wildiers, waarin de franstalige vluchtelingenkranten werden beschuldigd van antivlaamse uitlatingen.

18 14 april 1915.

19 VAN CAUWELAERT, 269.

20 Op 20 april 1915 klaagde Van Cauwelaert bij minister Poullet het grievend onrecht aan van de achteruitstelling van de Vlamingen inzake onderwijs in het interneringskamp in Zeist, dat bleek uit ingezonden stukken in De Vlaamsche Stem. Maar op 11 mei schreef hem Kiewiet de Jonge, de voorzitter van het A.N.V., dat hij ter plaatse een onderzoek had ingesteld en de klachten ongegrond bevonden. PVC.

21 Een streek van de Duitsers lijkt ons ook de brief van een ‘groupe de vrais Belges’ die op 4 juni 1915 verscheen in de Antwerpsche Tijdingen; die trapten erin door te antwoorden dat de fransgezinde pers de godsvrede verbroken had.

22 VAN CAUWELAERT, 218.

23 Van Cauwelaert aan Du Catillon, 26 april, en aan Deswarte, 30 april 1915; Deswarte aan Van Cauwelaert, 29 april; PVC. Poullet aan de Broqueville, 16 mei 1915; PDB, 181. De Belgische ambassadeur in Den Haag, baron Fallon, had ook 1000 gulden voorgeschoten; Van Cauwelaert aan Deswarte, 9 nov. 1915; PVC.

24 De Schryver in VAN CAUWELAERT, 216, noot 35. 25 In Dietsche Stemmen, juni 1916, 180.

26 VAN DE VELDE.

27 Er staat Castillon, maar vermoedelijk werd bedoeld Eugène Cantillon, een 22-jarige student Germaanse filologie te Brussel. Volgens Leo Picard (interview 17.4.72) was hij een gedeserteerd soldaat. Hij kon dus niet naar België terug in geval van een geallieerde overwinning.

28 Inderdaad meldde Jacob op 13 juni 1915 aan Van Cauwelaert dat hij met ingang van 1 juli benoemd was tot redakteur. In zijn antwoord van 18 juni achtte Van Cauwelaert het nodig aan te manen tot ‘grote voorzichtigheid’ en ‘vaderlandse getrouwheid’; hij vreesde dus toen al onraad. PVC.

29 Naar Alf. De Groeve op 24 juli 1915 aan Van Cauwelaert schreef (PVC) had hij zich in de redaktievergadering van 28 juni tegen het pleiten voor zelfbestuur gekant, maar ‘Deswarte was opgehitst door de nakende komst van Jacob en door René De Clercq’. Volgens deze brief was de vergadering van 4 juli (waarover verder) toen al aangekondigd; hadden Van Cauwelaert en de anderen al op 28 juni geprotesteerd i.p.v. op 1 juli?

30 Nota in zijn dagboek; PP, 112 bis.

31 Poullet aan de Broqueville, 6 juli 1915; PDB, 181. 32 Zie ELIAS, Vijfentwintig jaar, I, 35. WILLEMSEN, 37.

33 Zie voor de zaak van het manifest en de omzetting van de Stem, behoudens tegenstrijdige verwijzing, Van Cauwelaerts relaas in Vrij België van 14 en 28 januari 1916, en dat van Rietjens in Dietsche Stemmen, maart-april 1916, 447-449. Ter aanvulling VAN CAUWELAERT,

Gedenkschriften, 215-218, 224 en 269-272, en JACOB, De Vlaamsche Stem.

34 Gec. in JACOB, De Vlaamsche Stem, 12 en 20. 35 20 juli 1915; PVC.

36 Dat werd overgebriefd aan de Duitsers die hem daartoe last berokkenden, zo zegde Huysmans aan Poullet; dagboek Poullet, 20 nov. 1915; PP, 112.

37 Deswarte aan Van Cauwelaert, 20 juli 1915; Van Cauwelaert aan Deswarte, 21 juli; PVC. 38 Poullet aan de Broqueville, 13 juli en 21 aug. 1915; PDB, 486. Van Cauwelaert aan Belpaire,

30 juli, en aan Van de Perre, 13 aug.; PVC.

39 Poullet, die in Den Haag verbleef, werd door Helleputte aangespoord tot afzetting op 8 september (‘ici nos collègues sont généralement d'avis...’; kopie in PSH, 634), maar die brief had hem

(PP, 128).

40 Poullet aan de Broqueville, 21 aug. 1915; PDB, 486.

41 Poullet aan de Broqueville, 10 sept. 1915; PDB, 181. Vgl. dokumenten in PDB, 627 en 486. 42 J.L.M. EGGEN VAN TERLAN, Bijdrage, 67-68 en noot 128.

43 De scherpste reaktie in La Belgique van 27 juli: ‘Les seuls scandales antipatriotiques que la Belgique ait eu à déplorer depuis la reddition d'Anvers (hier was ze weeral) ont été provoquées par des flamingants militants.’

44 ELIAS, Vijfentwintig jaar, I, 38.

45 Op 24 juli 1915 schreef A. De Groeve uit Amsterdam aan Van Cauwelaert: weldra ‘zullen Deswarte en De Ridder en Wittemans een konferentie hebben met Gerretson. Zoëven lees ik in “De Tijd” een onloochenbaar bewijs van de financiële en redaktionele konnekties tussen de Duitsers en de Vlaamsche Post. Dit stuk zal straks ook in het gesprek gebracht worden als bewijs dat sommigen die er wel meer moesten van weten, wanneer ze beweerden dat de

Vlaamsche Post met de Duitsers niet heulde, niet eerlijk waren’. Op 3 augustus schreef Van

Cauwelaert aan Van de Perre: ‘Op een gegeven ogenblik merkte ik ineens aan enkele stukjes welke in de Vlaamsche Stem verschenen en aan mondelinge mededelingen, welke ik toevalligerwijs vertrouwelijk ontving, dat er in het geheim een systematische werking werd gevoerd om tussen de Vlaamsche Post en de flaminganten in Holland een band te leggen, en toen ik verder op onderzoek uitging, ontdekte ik dat achter de zaak een groepje zat van Hollanders, welke met geld en met de pen en met raad dat verderfelijk werk steunden... Het telegram en de dagorde van de studentengroep van het A.N.V. in Utrecht, een paar artikeltjes van Dr. Jacob in de Vlaamsche Stem, de mededeling aan von Bissing en zo meer zijn allemaal uitingen van dezelfde politiek, welke in België vertegenwoordigd wordt door de Vlaamsche

Post en, zij het in mindere mate, door het Vlaamsche Nieuws van Antwerpen en de Gazet van Brussel. Misschien zijn er onder die groep enkele mensen welke te goeder trouw zijn, zoals

b.v. Dr. Borms van welke ik nog niet geloven kan... Maar er zijn onder hen een drietal jonge mannen, welke oprecht misdadig werk verrichten en welke zonder enige twijfel, naast een paar Hollanders, Duitse agenten zijn.’ PVC.

46 In Vrij België, 27 aug. 1915. 47 In Vrij België, 10 dec. 1915. 48 M. CORDEMANS, E. Rubbens, 61. 49 Mikrofilm 616/4.

50 Op 11 mei 1915 meldde Kühlmann aan von Bethmann-Hollweg dat Cort van der Linden in een lang gesprek uiting had gegeven aan zijn grote sympatie voor de Vlaamse Beweging. Hij had erop gewezen dat de antiduitse golf bij de Vlaamse bevolking niet te hoog moest geschat worden, want de diepere belangen wezen op een aanleunen bij het Deutschtum. ‘Bei der künftigen Gestaltung der belgischen Verhältnisse werde dem Flamentum in weitgehendem Masse Rechnung getragen werden müssen. Seiner Nachrichten zufolge bestehe schon jetzt in den flämischen Provinzen eine Majorität für eine sehr weitgehende Autonomie der flämischen Gebietsteile dem Rest von Belgiën gegenüber’; mikrofilm 353/2.

51 WENDE, 80. Vgl. F. PETRI, Zur Flamenpolitik, 533, noot 67. 52 Beide in mikrofilm 616/4.

53 Rosen aan Bethmann, 8 maart 1917; mikrofilm 618/1. Anonieme nota 28 maart; mikrofilm 618/4.

54 De inhoud van het memorandum bij WENDE, 80. Kühlmanns uitleg aan Bethmann in mikrofilm 616/4.

55 Tätigkeitsbericht nov. 1915 - jan. 1916, 13; mikrofilm 353/3.

56 Archives, 95.

57 PDB, 486. 58 SMIT, II, 140-141. 59 Activisten, 70.

60 Kühlmann aan Bethmann, 7 maart en 14 april 1916; mikrofilm 617/2. 61 Kopie in mikrofilm 617/2.

9. het tweede oorlogsjaar

Na een jaar oorlog tekenden zich naast mekaar af: een enorme versterking van het