• No results found

Geb. Sedan 1664/65, lid Waalse Gem. als Abraham Petit (zoals hij soms ook wordt genoemd) met attestatie van Berlijn 4-8-1686, attestatie naar Londen tezamen met zijn echtgenote 21-10-1691, begr. Anthonieskerkhof 14-10-1703 (onverm.), ondertr. kerk 1-2-1687 Jeanne Chenin, geb. Sedan 1659/60, begr. Westerkerkhof 28-2-1745 (onverm.); zij hertr. 1708 Joel Caroudet.

Bij zijn ondertrouw was hij drukker en woonde op de Prinsengracht, bij zijn overlijden in het

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

Schoutensteegje. In 1690, 1693, 1697-1704 en 1706-1708 werd het echtpaar en later de weduwe ondersteund door de Waalse Diaconie met f 359.8. -, Joel Caroudet, lakenbereider of herbergier, die al sedert 1689 was gesteund, en na zijn dood zijn weduwe ontvingen in totaal f 3243.10.-.

Petzold (Christiaan) 1687/88-1725

Leven

Geb. Berlijn 1687/88, begr. Leidse Kerkhof 17-3-1725 (onverm.), zoon van volgende, ondertr. kerk en pui 27-11-1711 (tegen de zin van de moeder der bruid) Cornelia Kemper, ged. R.K. Kerk op de Raamgracht 21-1-1689, begr. Karthuizer Kerkhof 13-1-1721 (onverm.), dochter van Willem Kemper, bakker, en Cornelia Hopman.

Adressen

1711 Voorburgwal, 23-8-1712 Kalverstraat bij de Osjessluis (A.C. en Knuttel 16067), 2-6-1713 Rokin bij de Beurs (Gaz.), 1721 Vinkenstraat, 1725 Pesthuis.

Boekhandel

30-4-1709 gaven overlieden afwijend advies op het rekwest van de weduwe Petzold aan burgemeesters om het gilde te mogen kopen (G.A. 52).

12-8-1712 werd Petzold behuwdpoorter als boekverkoper. Een ongedateerd rekwest, dat van kort daarop moet zijn, houdt in, dat hij door overlieden verhinderd wordt in het uitoefenen van de boeknering en dat hij, toen hij met zijn burgerceduul en leerbrief van Pieter Sceperus van 11-6-1708 is gekomen, als gildelid is geweigerd door overlieden onder voorwendsel, dat hij zijn leerjaren niet had uitgediend, terwijl de leerbrief nog is uitgebreid door een verklaring van de weduwe Pieter Sceperus van 20-10-1709. Op 13-2-1713 werd hij geciteerd het gilde te kopen, 3-4-1713 werd hij gildelid op een mondeling bevel van burgemeesters van 1 april om hem tegen dubbel inkomgeld aan te nemen, als antwoord op zijn rekwest, dat hij van jongs af aan bij zijn vader had gewoond, die met besloten winkel in Amsterdam de boeknering had gedreven, en naderhand enige tijd in dienst was geweest bij Pieter Sceperus, wat overlieden niet voldoende oordeelden, daar zijn vader geen gildebroeder was en ze het bewijs van Sceperus niet overtuigend vonden. Hij betaalde tot en met 1715 jaarzang en moest dit laatste jaar weer geciteerd worden voor betaling. Daarna vertrok hij naar Rotterdam. (G.A. 57, 68 en 77, G.A. 90 en 92).

21-22-4-1713 veiling bij hem van de boeken van de schepen van Harencarspel (G.A. 90).

Na de dood van zijn vader in 1704 hield hij zich aanvankelijk tezamen met zijn moeder met de uitgeverij bezig (zie volgende), van 1712 tot 1715 verschenen enkele, meest kleine uitgaven met zijn naam, in het Holl. en 1 in het Frans.

23-8-1712 adv. hij het verschijnen van 4 preken van W. Fleedwood, vertaald uit het Engels, betreffende de koninklijke familie (A.C.).

2-6-1713 ‘C. Petzold, marchand libraire à Amsterdam sur le Rockin près de la Bourse a imprimé et vend le dernier sermon du fameux Dr. Sacheverell, traduit de l'Anglois’ (Gaz.).

1714 verscheen bij Samuel Schoonwald en bij hem tezamen Historie van Broer Cornelis Adriaensen van Dordrecht, minrebroeder binnen de stadt van Brugge, in 2 delen.

8-6-1715 adv. hij in de Haarlemsche Courant tezamen met Hendrik Blank Verhaal van den staat

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

der R.C. godsdienst door de geheele wereld, geschreven ten dienste van Paus Innocentius XI (E.).

Bijzonderheden

De dopen van de twee kinderen, die hij en zijn vrouw achterlieten, vond ik niet. Daar zijn broer Martinus (zie bij Sebastiaan Petzold) zich op oudere leeftijd liet dopen, neem ik aan, dat Christiaan en zijn ouders hier niet tot een kerkgenootschap behoorden.

22-12-1717 was de Rotterdamsche Courant verkrijgbaar bij Christiaan Petzold op de Nieuwe Haven te Rotterdam; Hendrik van Eyl op de Dam verkocht deze te Amsterdam. Op 13-8-1718 kreeg Petzold nog provisionele admissie te Rotterdam; 1719 was hij weer verdwenen. (Feuilleton Rotterdammer nov. 1917 van Dr. E. Wiersum: De Rotterdamsche Courant 1717-1720).

30-6-1722 adv. Jacob Wolffers, boekverkoper in de St. Luciensteeg, het verschijnen van T'Leven en caracter van den Hr. Jan Law, ‘uyt authentike gedenkschriften zamen gestelt door C. Petzold in 80’ (A.C., idem 30-7-). In 1724 verscheen een vertaling uit het Duits door hem, De Persiaansche Cromwel, te Utrecht.

Petzold (Sebastiaan) ....-1704

Leven

Geb. Rawicz, rector van de school te Berlijn, wijkt uit naar Holland ter wille van gewetensvrijheid, begr. Karthuizer Kerkhof 29-3-1704 (onverm.), tr. Theophila (of Hedwig) Gutturph, begr. Karthuizer Kerkhof 15-4-1746 (onverm.).

Adressen

21-4- en 17-9-1699 op de Achterburgwal schuins over de Lijnbaansteeg, 8-11- en 24-12-1701 op het Rokin bij de Gapersteeg in de Drie Kroonen, 1701 op het Rokin, in Hermathena, bij de Beurs (dr.), 1704 Singel tegenover de Lutherse Nieuwe Kerk, 1746 op de Egelantiersgracht n.z. voorbij de laatste brug.

Boekhandel

Uit de ondertrouwakte van de zoon Martinus zou men opmaken, dat Sebastiaan reeds 1690/91 te Amsterdam woonde. De eerste activiteiten op het gebied van de boekhandel vond ik echter pas in 1699.

27-11-1702 brief van Romeyn de Hooghe, die veel van de illustraties voor de uitgaven van Petzold vervaardigde, aan ‘Broeder Lansman’ met verzoek notarieel aan Petzold op het Rokin aan te laten zeggen, dat hij geld wil hebben en niet de

boeken, die Petzold hem als hypotheek heeft gezonden, en dat hij hem na 1-11-1702 nog 6 weken zal geven (4718, 740a protocol not. Jacob Lansman).

29-3-1704 repudiatie voor not. Snoeck door de weduwe van de nalatenschap (N.A. 6679).

3-4-1704 werd een curator over de boedel van de overledene aangesteld, 20-4-1704 werd de boedel getaxeerd op f 90. - (D.B. 407, 1).

22-3-1710 inwilliging van het rekwest van de wed. Joannes Janssonius van Waesberge om de boeken, die ze van Theophile Gotters (sic!) in onderpand heeft voor het geld, dat die nog schuldig is voor het door haar gekochte op de veiling van de compagnie, te mogen verkopen (KS 1358). Waarschijnlijk slaat ook op deze kwestie een aantekening van 17-2-1711 ‘Waesbergen apointement op Petzold’ en werd er die dag geveild (G.A. 88).

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

13-7-1712 inwilliging van het rekwest van Cornelis de Buyser, die 14-2-1710 aan de weduwe Petzold f 300. - heeft geleend met als onderpand boeken, die te mogen verkopen wegens wanbetaling, daar de weduwe met al haar goederen naar Duitsland is vertrokken (KS 84-85). 25-26-10-1712 veiling o.a. van de boeken van de weduwe Petzold (G.A. 89).

Uitgeverij

Van 1700 tot 1702 verschenen een aantal uitgaven in het Latijn en in het Holl. met zijn adres, in 1707 en 1709 uitgaven van zijn weduwe tezamen met haar zoon.

21-4-1699 ‘Word bekent gemaakt, dat eenige liefhebbers voorgenomen hebben, de onpartijdige Kerkelijke historie der ketters, beschreven door Godfried Arnold, in fol. uit het Hoogduits in 't Nederduits te doen oversetten en te drukken onder 't opsigt van S. Petzold, wonachtig tot Amsterdam op de Achterburgwal schuyns over de Lijnbaansteeg, bij wien de condities van inschrijvinge uitgegeven werden gelijk ook bij Barend Visscher en de voornaemste boekverkopers in andere steden.’ (A.C.). Op 5-6-1699 gaven overlieden advies over het rekwest van Petzold om privilege op dit werk, waarop ook Petrus Dittelbach privilege had gevraagd, dat die geen van beiden volgens de ordonnantiën gequalificeerd waren; Petzold was echter de eerste geweest (G.A. 52). Petzold kreeg geen privilege, maar kwam wel met de uitgaaf. Op 17-9-1699 werd deze weer geadverteerd met de toevoeging, dat het een vertaling was van de conrector Wieringa te Harlingen; condities voor de intekening waren te vinden behalve bij Petzold ook bij Joannes en Gilles Janssonius van Waesberge en Joannes Wolters op het Water en bij boekverkopers in andere steden (A.C.). Het eerste en tweede deel verschenen als Historie der kerken en ketteren... door den Hooggeleerden Heer Godfried Arnold,... vercierd met verscheyde koopere plaaten door den heer Romeyn de Hooghe bij Sebastiaan Petzold op het Rokkin, in de Drie Kroonen, 1701. Voorin deel I vindt men een opdracht van Petzold aan Fredrik, koning van Pruisen, met een uiteenzetting over de met toestemming van de auteur aangebrachte

wijzigingen, waarin men o.a. leest ‘Het geluk hebbende van voor Zijne Majesteit als Bibliothecarius, alle de boeken, in deeze landen, voor zijne Majesteyts vermaarde Bibliotheek te bezorgen.’ Deel III verscheen pas in 1729 met adres ‘Gedrukt t'Amsterdam, en Groningen, En te bekomen bij P. en E. Visser, boekverkoopers, 1729’.

Petrus Dittelbach, de bekende voormalige predikant en Labbadist (begr. tegelijk met zijn vrouw, Theodora Twillers, van de Leidse Dwarsstraat voorbij de Leidse straat op het Leidse Kerkhof 13-10-1704), hield zich als taalmeester ook wel op met de verkoop van boeken. Bijv. 14-3-1690: ‘Tot Amsterdam bij Do. Petrus Dittelbach, tegenwoordig taalmeester in de Handboogstraat, is te bekomen een boek genaemt, Recherche dans le livre de l'Eternel sur la destinée de ses ennemis, en particulier sur la scheute proschaine de la Hierarchée papale, sur le periode expirant de Jesuites, sur les evenemens des Réformés de France, & sur le grand sabath de l'Eglise avant le fin du monde, par Jean Henry de Schoenau de Zurich (A.C.)

Jan.-febr. 1700 aankondiging in de Boekzaal van de Brevis dissertatio qua probatur coenam domini non esse signum vel partem commixtionis et familiaritatis privatae,

met in de Holl. vertaling de toevoeging ‘Uit de proeflezerij van S. Petzold 1700, 80’. (pag. 185).

8-11-1701 adv. van het verschijnen bij hem van De Werken van T. Lucretius Carus van het Heelal. Uit het Latijn in het Nederduitsch vertaald door Jan de Witt M. & P.L., met illustraties van Romeyn de Hooghe (A.C.).

24-12-1701 adv. van het verschijnen bij hem van ‘Philippi de Leyden Tractatus Juridico-Politici, de reipublicae cura et serte principantis &c. Accedit auctoris vita, medulla tractatuum & index legum, ad quas scripsit, &c. in 4to. Deese voorname rechtsgeleerde heeft in de dertiende eeuwe

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

geleeft, en is nu om sijn deftige geleerdheid en veele oudheden onse landen rakende, op het versoek van geleerde mannen herdrukt’ (A.C.). Petzold zelf verzorgde deze uitgaaf, zoals blijkt uit de titel en inleiding.

1701-1702 verschenen van Romeyn de Hooghe 40 weekblaadjes met de titel Esopus in Europa. De titelpagina voor het geheel heeft het adres van Petzold, de eerste pagina's van de afzonderlijke nummers vermelden meestal alleen ‘Volgens de Romeinse copy’. Het exemplaar U.B.A. heeft echter een tweede nummer van het eerst uitgekomen weekblad, Het geschil tusschen de Fransche haan, en Lombardische hennen, beslegt door Jupiter, met een ander zetsel dan dat met het opschrift ‘Volgens de Romeinse copy’. Dit heeft het adres ‘Gedrukt na de Italiaanse copy, en worden verkoft t'Amsterdam, Bij Sebastiaan Petzold, op het Rokkin, in de Drie Kroonen.’ Daar de illustratie in beide gevallen van dezelfde plaat is afgedrukt, kan geen van beide een nadruk zijn. Ik vermoed dan ook, dat er twee oplagen verschenen, althans van een aantal van de nummers.

1702 verschenen bij hem Q. Curtius Rufus de rebus Alexandri Magni en Homeri Iliadis Liber I et II. Cum scholiis Man. Moschopuli hactenus ineditis, et

animadversionibus Joannis Scherpezeelii. Accedit commentarius Joachimi Camerarii. Amstelaedami, apud Sebastianum Petzoldum 1702. Achterin vindt men de drukker genoemd: Harderovici, apud viduam & filios Alb. Sas, Academiae Ducatûs Gelriae & Comitatûs Zutph. Typogr. ord. 1702.

1707 verscheen Jamblichi Chalcidensis, ex Coele-Syria, De vita Pythagorica liber, Graece & Latine.... Illustratus à Ludolpho Kustero... met adres ‘Amstelodami, apud viduam Sebastiani Petzoldi; & filium ejus Christianum Petzoldum. 1707.’ (vergel. Journal de Trevoux 1707 II 935, Bibliothèque choisie XIII 363 en Nouv. de la rep. des lettres jan. 1707 pag. 118).

1709 verscheen bij hen Animadversiones philologicae et criticae ad omnia loca, van A. Schultens.

Bijzonderheden

27-1-1700 richtten enige liefhebbers van de muziek en poësie een memorie tot de kerkeraad van de Luth. Gemeente met het verzoek donderdag of zaterdag van zes uur tot half acht in de avond muziek te mogen maken, net als in Duitsland de muziekcollegiën dit deden, waartoe ze (opgesomde) muziek in het Hollands wilden laten vertalen, waartegenover ze f 1000. - per jaar aan de armen wilden geven, mits ze in wintertijd kaarsen zouden krijgen en de hulp van de koster. Als onderhandelaar werd Sebastiaan Petzold, ‘welcke eertijts diergelijcke muzyck in Duytsland gedirigeert heeft’, afgevaardigd. Blijkens de acta van 3-2-1700 nam de kerkeraad een afwijzende beslissing.

12-4-1702 voor not. van Akersloot geeft Elias Copijewitz procuratie o.a. aan Petzold; het beroep boekverkoper, dat eerst werd opgeschreven, werd vervangen door bibliothecarius van zijn Kon. Maj. van Pruisen. (N.A. 5558, 293).

1703 gaf Petzold inlichtingen over Spinoza aan de reiziger G. Stolle (Meinsma, Bijlage V).

Behalve Christiaan was er nog een zoon, die in de boekhandel ging. Martinus Petzold, geb. Amsterdam 1690/91, ged. Nieuwe Kerk 23-6-1711, 2-7-1718 kleinpoorter als kleinbierverkoper, 4-7-1718 gildelid als boekbinder, begr.

Anthonieskerkhof 18-9-1742 (onverm.), ondertr. pui 28-5-1717 Louise de Bruyn, geb. Groningen 1689/90, begr. Karthuizer Kerkhof 7-5-1742 (onverm.). Hij woonde in 1717 in de St. Nicolaasstraat, het echtpaar in 1742 in de Slijkstraat. Uitgaven vond ik niet op naam van Martinus. Blijkbaar hield hij zich voornamelijk met boekbinden bezig; 1738 werd Jan Roos voor 4 jaar bij hem besteed om het boekbinden te leren (G.A. 113).

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

Peutinckx (Merten) 1648/49-...., Geref.

23-7-1683 ging de 34jarige boekdrukker Merten Peutinckx, geboren te Lille en wonend in de Steenhouwerssteeg, in ondertrouw voor de kerk met de 26jarige Anna Gerrits. Op 27-4-1703 repudieerden hij en zijn vrouw haar zusters nalatenschap voor not. Boots (N.A. 5162, 1139).