• No results found

Leven

Geb. 6-, ged. Westerkerk 13-11-1672, st. 31-3-, begr. N.Z. Kapel 5-4-1737 (1ste kl.), natuurlijke zoon van Jan van Oosterwijck en Belitie Halma, ondertr. kerk 1. 19-7-1709 (huw. voltr. Den Haag) Johanna Catharina Aelbers, geb. Den Haag, begr. N.Z. Kapel 11-1-1713 (4de kl.), dochter van Johannes Aelberts, boekverkoper te Den Haag en Johanna Steenhouwer, 2. 11-5-1714 (huw. voltr. Den Haag) Anna Maria Favon, geb. Den Haag, begr. N.Z. Kapel 1-2-1772 (1ste kl.), dochter van Abraham Favon en Maria Tamé; hertr. 1739 Michiel Lubeex.

30-11-1710 test. voor not. Liebergen (N.A. 6290, 879).

1-3-1714 acte van bewijs en huw. voorw. voor not. Cornelis de Haan te Den Haag. 5-10-1736 test. voor not. Ardinois (N.A. 9128, 945).

29-5-1737 inv. nalatenschap voor idem (N.A. 9132, 543).

13-9-1737 scheiding nalatenschap voor idem tussen de 2 kinderen uit het eerste huwelijk en de weduwe, tezamen f 149387.15.8 (N.A. 9133, 863).

1738 collaterale successie over 1/6, geerfd door de weduwe, tezamen f 11901.19.-.

Adressen

29-8-1699 bezijden het stadhuis in Cicero (A.C.), 20-3-1702 idem (KS 246), 17-4-1706 Singel hoek Oude Spiegelstraat over de Appelmarkt (A.C.), aldaar tot 1711 (Waller); huurde 1-4-1712 volgens contract van 17-12-1711 van de stad een huis op de Dam tussen de Beurssteeg en Kromelleboogsteeg voor f 720. -. Op 5-12-1720 werd hij eigenaar voor f 14500. -, op 27-5-1772 werd het door de

erfgenamen van zijn weduwe overgedragen aan Paulus Stegman voor f 10250. - (Kw. 4 N, 259 en 6 R, 130). Uithangteken in het huis op de Dam: de Boekzaal (dr. en Waller).

Boekhandel

29-8-1699 was hij reeds boekverkoper, zoals blijkt uit een advertentie, dat men bij hem kon intekenen op de Thesaurus antiquitatum Romanarum van Graevius, die bij zijn oom François Halma en Pieter van der Aa te Leiden werd gedrukt (A.C.). Met zijn oom Halma onderhield hij ook na diens vertrek naar Leeuwarden nauwe banden; blijkens advertenties werden de uitgaven van Halma door de neef in Amsterdam verkocht (o.a. A.C. 29-7-1713, 22-6-1715 en 5-1-1719).

28-5-1700 poorter als boekverkoper, 7-6-1700 gildelid, betaalt jaarzang tot zijn dood.

13-4-1712 tekende namens hem Antony Schoonenburg een rekwest over het nadrukken (G.A. 52, 73); waarschijnlijk was het contact met deze boekverkoper, die geboortig was van Leeuwarden, ontstaan door Halma.

23- en 24-8-1723 veiling van ongebonden boeken van Oosterwijk (A.C. 19-8- en G.A. 99); 3-9-23-10-1723 obligaties voor not. Wetstein aan Oosterwijk van de boekverkopers Marten Schagen van f 11000. - van 10 halfj. term., Joannes Pauli van

f 1035.5. - idem, Rutgert Aelberts en Hermanus Uytwerf van f 2559. - van 12 halfj.

term., Johannes Ratelbandt van f 1640. - 10 halfj. term., Balthasar Lakeman van f 3140.3. - van 12 halfj. term., François Changuion f 383. - van 10 halfj. term. (N.A. 8301, 26, 30, 34, 35, 39 en 75).

7-2-1726 overdracht voor not. de Marolles aan hem door Isaac Vaillant,

boekverkoper in den Haag, van obligaties, ieder van 10 term. wegens boeken gekocht op zijn veiling van 28-11-1725 in den Haag, van Covens en Mortier van f 1889.10. - 4-2-1726, van J.F. Bernard van f 1310. - en van Changuion van f 1141.5. - van 6-2-1726 (N.A. 8017, 197-199, vergel. 176, 194 en 195). Een

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

obligatie van Pierre Humbert aan Isaac Vaillant van f 4322.10. - van 2-2-1726 bij dezelfde gelegenheid werd niet overgedragen (N.A. 8017, 172).

12-14-12-1730 veiling van de boeken van Abraham Moubach door Oosterwijk (G.A. 106). Van de vele boekenveilingen, die Oosterwijk in de loop der jaren hield, noem ik slechts die van Moubach, die veel voor Oosterwijk werkte, en de volgende: 11-4-1733 fiat op verzoek van Oosterwijk om de boeken van Abraham en Pieter van den Bosch, nu desolaat, beleend bij H. ten Kate en Comp. voor f 4000. -, te mogen verkopen (G.A. 81, achter 52).

27-12-1734 tekende Christiaan Wijers namens Oosterwijk een tegenrekwest tegen Antony Schoonenburg etc. (G.A. 81, 63). Op 13-7-1734 was hij poorter geworden als boekverkoper, op 6-8-1736 werd hij gildelid. Hoewel hij tot zijn dood, in 1745, boekverkoper bleef, vond op 22-24-7-1738 een veiling van zijn boeken plaats (G.A. 113). Het is niet geheel onmogelijk, dat deze veiling in verband staat met de dood van Oosterwijk. Uitvoerige gegevens over Wijers en zijn weduwe, Elisabeth Stuurman, die in 1749 hertrouwde met H.W. Dronsberg, vindt men bij dr. C.C. van de Graft, Lotgevallen van een Amsterdams Koopmanshuis 1749-1949, Amsterdam 1949, pag. 27-30.

29-5-1737 bij de boedelinventaris, waaronder ook de bezittingen van de weduwe, wordt de waarde van de onroerende goederen (huizen of gedeelten daarvan) niet opgegeven, obligaties, effecten en schepenkennissen getaxeerd op f 30000. -, handschriften en obligatoire billetten op f 6863.16. - (bijna alle van boekverkopers, waaronder de Amsterdammers F. Changuion, Pierre Mortier, Pierre Humbert, François l'Honoré, J.F. Bernard, J. Swart, H. Uytwerf en Marten Schagen, welke laatste voor een obligatie van f 600. - 60 exemplaren van Flavius Josephus in onderpand had gegeven, de meeste van deze obligaties geëndosseerd aan Oosterwijk in 1736 en 1737, een enkele direct aan hem, variërend van f 200. - tot f 1000. -), contant geld op f 8624. -, obligaties ten laste van particulieren tegen een rente van 4% op f 19850. - (hierbij ook veel boekverkopers, o.a. J.F. Bernard met een obl. van f 2500. - van 5-2-1734 voor not. Roermond, met als onderpand 195 koperen platen van de Godsdienstplichten van Picart, en de weduwe Pieter de Coup met een obl. van f 1000. -. met als onderpand een notariële obl. ten laste van Pierre Mortier, verder P. Schenk, N.J. Steenhouwer, Pieter de Coup, Zacharias Chatelain en vrouw, H. Uytwerf, M. Brouerius van Nidek), obligaties ten laste van boekverkopers op termijnen op f 17663.6.1 (tussen 1728 en 1736 aan Oosterwijk overgedragen door J.F. Bernard, N.E. Lucas, Pieter de Hondt, Gerrit Bouman, Gosse en Neaulme, weduwe Johnson, J. Swart en F. Changuion), meubelen, huisraad en inboedel op f 2272.4. -, de boeken, die op 4 juni zullen worden verkocht, pro memorie, goede uitstaande posten op particulieren op f 1588.10. -, idem op het boekverkopersgrootboek f 54.12. -, posten op het crediteurenboek ten laste van de boedel f 836.14.8. Tenslotte volgen f 4000. - die de weduwe mee ten huwelijk heeft gebracht en de obligaties en huizen, die ze van haar ouders heeft geërfd.

4-6-1737 veiling van de boeken van de overledene (G.A. 112).

Van 1700 tot 1723 verscheen een aantal uitgaven met zijn naam, de meeste in het Holl., enkele in het Latijn en een in het Frans, ook nogal wat prenten. Ledeboer noemt het jaar 1728 als laatste voor de uitgaven.

22-8-1702 gedaagd door de schout wegens het drukken van een boekje zonder naam van de auteur (Schoutsrol).

1709 verscheen bij hem Jan de Regts Mengel-dichten, en kluchtspel de

Nachtwachts. Op 14-7-1711 adv. hij dit werk, met de toevoeging ‘en kend de autheur geen andere voor de zijne als dese, van welke hij het regt der copy al voor 2 jaeren aan gemelde Osterwijk heeft verleent: En dewijl

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

eenige baetsoekende menschen dezelve stukswijze en vol fouten hebben nagedrukt, en langs de straten doen venten, gantsch tegen des autheurs wil en oogmerk, zo dient dit tot narigt.’ (A.C.).

1712-1716 had hij een compagnieschap met Hendrik van de Gaete (geb. Deventer 1682/83, ondertr. kerk 1. 22-3-1709 Christina Hellemig, 2. 14-2-1710 Elisabet Groenewout, 25-8-1710 gildelid als boekverkoper, betaalt jaarzang tot en met 1717, verlijdt met zijn vrouw voor not. van der Groe 20-2-1717 een schuldbekentenis van

f 1000. - aan Anthony van Hoeck (N.A. 4235), woont in de jaren van de

compagnieschap hoek Vijgendam en Warmoesstraat). Deze compagnie gaf niet alleen boeken uit, maar handelde blijkbaar ook in andere boeken. Op 13-10-1716 vroegen zij toestemming tot een veiling van boeken ‘in compagny gedrukt of aangekogt’ (KS 535). Blijkens de notulen van het gilde van 23-11-1716 kwamen hierover

moeilijkheden, daar van de Gaete 6-8-1715 boeken van Jacobus Schouten te Weesp had verkocht, waarvan achteraf was gebleken, dat hij deze nagelaten bibliotheek tegen geringe prijs had gekocht, eruit had verkocht en daarna pas verzocht had te mogen veilen (G.A. 52). De veiling van de boeken van de compagnie ging echter door op 30-11-1716, met de aantekening ‘compagnie gescheyden’ (G.A. 93). Op 4-2-1717 blijken de twee boekverkopers echter nog samen te handelen (KS 535). Beide boekverkopers gaven in deze jaren ook alleen of met anderen boeken uit. In 1715 verscheen bij Hendrik van de Gaete en Johannes van Leeuwen Afzetsel van de Republyk, of vrije staat van Venetie, begrepen in drie boeken, door J.V.H. (J. van Hoogstraten). De compagnie adverteerde vaak in de Haarlemsche Courant. Op 12-1-1715 de uitgaaf van de Oratio in luxum of Vertoog tegen de overdaad door W. Sewel, in 4to (A.C.).

1715 verscheen in 2 delen Histoire de Gil Blas de Santillane. Par monsieur Le Sage. Enrichie de figures. A Amsterdam, Chez J. Oosterwijk, Steenhouwer & Uytwerf; in 1716 verscheen de vertaling in het Holl. van Robbert Hennebo, Het Leven van Gil Blas van Santillane, of de Spaanse avanturier, door den heer Le Sage, bij dezelfde uitgevers.

1716, 1717 en 1719 kwam Oosterwijk met drie boeken, de twee eerste in het Latijn, de derde in het Holl. van J.H. Cohausen, met steeds achterin een opgaaf ‘van eygene drukken, en sorteeringen, welke, benevens veele andere boeken’, bij hem te krijg waren. Daaronder vindt men nogal wat uitgaven van Halma.

1718 en 1719 kwam hij met uitgaven van werken van Maria Sibilla Merian, die al eerder contacten met Halma had gehad. Het eerste betrof een Latijnse uitgaaf Erucarum ortus, alimentum et paradoxa metamorphosis. Na het adres van Oosterwijk volgt de mededeling: ‘Cujus in officinâ hoc, tam figuris, ad vivum depictis, quam aeri solummodo incisis, ut & quaecunque opera alia per dictam Mariam Sibillam Merian unquam composita, prostant.’ Het tweede, Over de voortteeling en

wonderbaerlijke veranderingen der Surinaamsche insecten, ook verschenen in het Latijn, heeft een inleiding, waarin de uitgever uiteenzet, hoe hij na de dood van de kunstenares en het vertrek van haar dochters dit werk heeft aangekocht en met hulp van Schijnvoet heeft uitgegeven (zie ook J. Stuldreher-Nienhuis, Verborgen

paradijzen, Arnhem 1945).

28-12-1718 gaven overlieden gunstig advies op zijn rekwest om privilege voor de Treurspelen van Vondel, waarvan Johannes de Wees hem 17-2-1718 voor not.

Schabaelje de rechten had overgedragen (G.A. 80, 132). Deze verschenen in 2 delen in 1720/1719 met privilege van 5-1-1719.

1723 verscheen bij hem een gedicht van Cl. Bruin, van wie hij al eerder werken had uitgegeven. (Zie Marten Schagen).

Bijzonderheden

De vader van Johannes Oosterwijk was de Doopsgezinde koopman Jan of Johannes van Oosterwijck (geb. Utrecht 1645/46, tr. Amsterdam 5-8-1674 Cornelia Coninck(x)). Op 8-11-1672 gaf

Isabella Henriëtte van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en

hij voor not. Zwaerdecroon te Utrecht procuratie aan zijn broer Dirck om voor het gerecht te Amsterdam alle eisen, die Belitgen Halma wegens trouwbeloften aan hem deed, af te wijzen en desnoods tot een accoord met haar te komen over defloratie, kraamkosten en onderhoud van het kind. Op 28-11-1672 legde o.a. de vroedvrouw in de Bloemstraat, in wier huis Belitie Halma op 6-11 was bevallen, voor not. Brouwer een verklaring af over de vader (N.A. 3987). Op 17-4-1683 ging zij in ondertrouw met de koetsier Herman Roelofsz. Blijkens het test. van haar zoon dreef zij in 1710 samen met hem een sajetwinkel.

Johannes Oosterwijk, die net zoals zijn oom François Halma zich op literair gebied bewoog en zelf dichtte (o.a. vindt men verzen in zijn eigen uitgaven), had behalve met deze oom ook zakelijke contacten met de twee zwagers van zijn eerste vrouw, Josua Steenhouwer en Hermanus Uytwerf.