• No results found

Verdiepende interviews

6.5 perspectIef onderzoekstudenten

In het onderdeel “Perspectief onderzoekstudenten” zijn de volgende onderdelen opge-nomen:

”Briefjes”.

“Ontwikkeling tussen begin en einde interviews”.

Deze onderdelen zijn gericht op het perspectief van de onderzoekstudenten.

Briefjes

Naast het afnemen van de interviews is het aan het begin van de interviewperiode de bedoeling dat de onderzoekstudenten een maal per week noteren wat hen wel of niet motiveert tijdens hun studieverrichtingen op de opleiding.

Dat werkt niet goed!

In het begin van de interviewperiode geven de onderzoekstudenten aan dat ze briefjes per e-mail naar de onderzoeker zullen sturen of in het postvak van de onderzoeker zul-len stoppen met daarop hun motivatie of demotivatie van de afgelopen week. Maar dat doen ze niet. Uiteindelijk ontvangt de onderzoeker wel een aantal briefjes, maar niet veel.

Het onderdeel Briefjes komt ook tijdens een van de onderzoeklunches naar voren. Een student spreekt zich daar over uit; hij lijkt verongelijkt en weer achter “de muur van Werktuigbouwkunde”. De sfeer is even heel anders. De onderzoekstudenten trekken zich terug.

Het onderdeel “briefjes” is te docentgericht; het “hoe en wat” ligt vast. Iedere week een motivatie opschrijven is te bepalend en vormt een vaste structuur. Deze aanpak is niet autonomie ondersteunend en biedt geen welbevinden. Studenten voelen zich gedwon-gen. Dat willen ze niet, maar kunnen of willen dat niet direct zeggedwon-gen. De briefjes zijn een stap te ver. Deze ruimte is er niet voor het onderzoek en niet voor de onderzoeker. Het ervaren van druk hoort niet bij het onderzoek.

Homer. “ Papiertjes. Als je het voorstelt, zeg maar, dan stelt het eigenlijk helemaal geen klap

prio-riteit omdat het snel geregeld moet worden. En dan heb je zoiets van “ach ja, dat papiertje”. En dan ben je toch bezig en dat schiet er dan bij in. En dan denk je maandag van “ja goed, maakt niet zoveel uit. Dat sla ik wel een keer over”. Maar vrijdag is het weer precies hetzelfde. Je denkt er op dat moment niet aan. Bij de interviews is er interactie. Bij de papiertjes is het eenzijdig communiceren. Wat dan weer vragen oproept bij de lezer“.

Raven. “Het is lastig om aan te blijven denken. Het demotiveert niet, maar ik vergeet het”. Doordat de onderzoekstudenten steeds vergeten om briefjes te schrijven en door mijn steeds opnieuw gestelde vraag naar de briefjes, voelen de studenten zich onder druk gezet. Na het bespreken van de gevoelens over de briefjes tijdens een van de lunches, is er niet meer om de briefjes gevraagd.

ontwikkeling tussen begin en einde interviews

Tijdens het eerste interview is een van de eerste vragen: om welke reden doe je mee aan het onderzoek?

Tijdens interview drie is een van de laatste vragen: op welke wijze heb je het onderzoek ervaren?

Dit gedeelte van het onderzoek brengt het verschil in ervaring en beleving van de on-derzoekstudenten tussen het begin en het einde van het onderzoek naar voren. De zwart afgedrukte tekstonderdelen zijn letterlijk overgenomen citaten uit de inter-views. De rode gedeelten bevatten een selectie; de tekstgedeelten die zijn gebruikt om de ontwikkeling tussen het begin en het einde van de interviews aan te geven.

1. Beethoven. Student doet mee aan het onderzoek omdat: “u vroeg of we mee wilden doen. Ik dacht, waarom niet? Ik ben niet te beroerd om af en toe te helpen. Het is geen vervelend onderzoek en ben wel benieuwd naar wat er uitkomt. Ik merk wel verschil met mijn vorige opleiding qua motivatie. Voor deze opleiding kies je echt. Dat uit zich op de Hogeschool vooral door meer zin te hebben om lessen te volgen. Ik ga nu, niet naar alle vakken, met plezier naar de vakken toe”.

3. Beethoven. Ervaring onderzoek. “Ik denk dat het ook wel een goede blik geeft van hoe je zelf bent. Door zelf na te denken over de vragen die u stelt. Ja, ik denk inderdaad dat het voor jezelf wel… “.

Beethoven. (1). Helpen, geen beroerd onderzoek, nieuwsgierig. (3). Geeft goede blik op

1. jesse. “Een beetje uit nieuwsgierigheid, kijken hoe u een onderzoek aanpakt. Ik vind het ook leuk om mee te doen, om er deel van uit te maken”. Reactie student op de vraag of hij

er zelf ook iets aan heeft? “Op zich wel. Als ik de briefjes inlever, sta ik bij mezelf stil. Dan zie

ik soms het probleem bij mezelf in plaats van bij de leraar. Een stukje eerlijkheid op papier zetten. Het is ook een stukje bewustwording”.

3. jesse.”Als geen verplichting. Het was helemaal vrijblijvend. Ik vond het leuk om te doen. Alles wat op papier staat, werd gezegd. Dat was altijd wel grappig om thuis weer terug te lezen. Een beetje jezelf op papier zien. Ja, heel grappig. Ik heb mijn ouders ook wel eens laten lezen en die hadden echt zoiets van: “ja, dat past wel precies bij je”.

3. jesse.”Ja, zelfbewustwording, een beetje. Als het zo op papier staat en je leest het nog eens, dan heb je toch wel zoiets van: “daar moet ik toch eens beter op gaan letten, of zo”.

jesse. (1). Nieuwsgierig, leuk om deel uit te maken van, bij mezelf stilstaan, (briefjes)

een stukje eerlijkheid op papier, een stukje bewustwording. (3). Geen verplichting, leuk om te doen, jezelf op papier zien, een beetje zelfbewustwording.

1. homer. “U vroeg of wij mee wilden doen aan het onderzoek. Waarom niet, dacht ik? Je helpt er iemand mee. Voor mezelf niet. Het onderzoek kan waarde hebben, kan verandering betekenen”.

3. homer.“Het was goed. Maar zo die interviews is gewoon goed. Kun je een beetje kletsen. Je gaat natuurlijk wel eventjes nadenken van… Want je haalt zaken naar voren die je na-tuurlijk niet zelf zegt. Maar echt diepzinnig over nadenken? Nee, dat heb ik niet gedaan. Er zijn toch wel dingen waarvan je je meer bewust wordt”.

homer. (1). Iemand helpen, niet voor mezelf, onderzoek kan waarde hebben,

veran-dering betekenen. (3). Interviews gewoon goed, wel eventjes nadenken, meer bewust worden van dingen.

1. dylan. “Omdat ik op zich altijd wel interesse heb gehad in het gedrag van andere mensen. En omdat dit daar bij aansluit, om zelf in te zien hoe mensen denken en dat soort dingen. Omdat we inzicht krijgen in de resultaten en zo, dat vind ik wel interessant om te zien”. 3. dylan. “Op zich wel als prettig. Ik vond het vooral fijn omdat waar je mee zit, waar je over denkt, dat je dat kwijt kunt. Dat vind ik wel mooi van het onderzoek. Voor mij persoonlijk vond ik het fijn. Als reflectie misschien wat minder, omdat ik er zelf ook mee bezig was. Als ik

ooit een keer kan helpen of zo, dan hoor ik het graag. Dat meen ik ook. Misschien wel mijn denkersrol, als u misschien nog ooit ergens over wilt brainstormen of zo, misschien”.

dylan. (1). Aansluiting bij interesse in gedrag andere mensen, om dat zelf in te zien,

inzicht in de resultaten, interessant. (3). Prettig, je kunt kwijt waar je mee zit, waar je over denkt, voor mij persoonlijk fijn, wil graag een keer helpen.

1. lou. Student doet mee aan het onderzoek omdat: “u had dat gevraagd en het is niet zo veel werk, als ik iemand kan helpen is dat fijn. Ja, voor u, voor het onderzoek naar motivatie. Maar ook voor mezelf als terugblik van de week, als ik eraan denk in ieder geval. Ik denk daar meestal niet zo over na en dan kan dat helpen. Aan het eind van de week denk ik vaak negatief. Ik denk af en toe dat het heel slecht gegaan is, maar dan denk ik terug en dan valt het best wel mee. Het is ook wel eens andersom, dan denk ik dat het heel goed is gegaan en dan is er niets gebeurd”.

3. lou. “Toch wel een hoop zelf van geleerd ook. Handig om een keer terug te kijken op bepaalde zaken en ook ergens een keer over na te denken op een andere manier. Dan denk ik dat ik er zelf wel baat bij heb gehad. Ik weet niet wat de resultaten gaan worden, maar… Ik had het idee eerst dat die motivatie niet zozeer zou veranderen in de loop van de opleiding. Maar je gaat toch wel een andere richting op. Het is niet grof veranderd, maar toch steeds meer gestuurd richting wat ik wil gaan doen. Motivatie. Er zit veel verandering in, dat had ik niet verwacht. Als ik terugdenk, als ik dat onderzoek niet had meegedaan dan had ik er ook niet bij stilgestaan dat dat veranderd is. Wel dat beslissingen nemen, niet die motivatie van: “wat wil ik gaan doen?”. Dat verandert niet”.

3. lou. “Motivatie en het terugkijken wat je geleerd hebt en wat voor ontwikkelingen je doorgemaakt hebt… Technische studenten, die doen dat niet veel. Als je er over als de groep denkt, dan is het: “nee, daar doen wij niet aan, wij bouwen dingen”.

lou. (1). Fijn om iemand te helpen, voor mezelf als terugblik (briefjes). (3). Hoop van

geleerd, terugkijken en op andere manier nadenken, zelf baat bij gehad, er zit veel verandering in, zonder onderzoek niet bij veranderingen stilgestaan.

1. raven. “Dat is een goede vraag. Het lijkt me interessant om de motiverende en demo-tiverende invloed van het onderwijs op studenten te beschrijven, dat zou een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Hoe ziet de docent de motivatie van de student? Waarschijnlijk heel anders dan de student. Daar zouden de docenten nog iets aan kunnen hebben. Door

te reflecteren over wat er is gebeurd, wat fijn is en niet fijn is. Zo leer je weer meer wat je fijn vindt en wat je niet fijn vindt”.

3. raven. “Positief. Ik heb er ook wel het een en ander zelf van geleerd. Je reflecteert wel. Je zegt het in plaats van daar over te denken. Je kunt jezelf ook plaatsen, ik weet wat mijn richting gaat worden”.

raven. (1). Interessant onderwerp, mogelijk waardevolle bijdrage, ook voor docenten,

reflecteren over wat je fijn vindt en niet fijn vindt, daardoor leren wat je fijn vindt en niet fijn vindt. (3). Zelf een en ander van geleerd, je reflecteert, uitspreken in plaats van over nadenken, jezelf plaatsen.

1. thor. “Om u te helpen en om bewust met mijn eigen motivatie om te gaan. Anders weet je na drie à vier jaar nog niets. Om bewust bezig te zijn met eigen ontwikkeling”.

3. thor. ”Ja, wel leuk, ja. Ik heb jou er toch wel mee kunnen helpen, denk ik, of niet met dat onderzoek? Ik zelf heb een aantal dingen geleerd, precies van die leerstijlen en zo, dat wist ik eerst niet. Die vier leerstijlen kende ik niet. Daar heb ik wel iets aan gehad, ook misschien in de toekomst. Ik heb meer kennis opgedaan en meer over mezelf te weten gekomen. Dus. Ja, dat was wel leuk en zinvol”.

thor. (1). Helpen, bewust met eigen motivatie en ontwikkeling om gaan. (3). Heb je

kunnen helpen, zelf ook geleerd, aan de leerstijlen heb ik iets gehad, misschien ook in de toekomst, meer kennis en zelfkennis gekregen, leuk en zinvol.

1. Caspar.”Omdat ik benieuwd ben wat er uitkomt. Wat motiveert ons nu? Hoe zit dat in elkaar? Dat vind ik interessant om te weten. Daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen, dan doe ik dat graag”. Voor de student zelf: “door te kijken wat stimuleert nu de student om te studeren? Als je dat weet, bijvoorbeeld: ik heb nu geen zin en ik moet toch wat doen. Misschien kan ik eerst even dit doen, een andere aanpak en dan kan ik er wel komen met de hele opleiding. Ook van belang om te kijken hoe iemand anders daar tegenaan kijkt”. 3. Casper.”Ik vond het leuk. Het is heel grappig, want ook als je die onderzoeken nog te-rugleest, dan besef je wel meer hoe je in elkaar zit. En dat vond ik wel heel grappig eigenlijk. En heel interessant. Het is wel een stukje zelf bewustwording. Door zulke vragen en ook als je dan, zeg maar het lokaal dadelijk uitloopt, dan is het altijd… Dan ben ik er altijd nog wel even mee bezig. En eigenlijk vind ik, dat dit gewoon… Als je dat bij iedereen hier zou doen… Ja, het kost natuurlijk heel veel tijd… Maar dat het wel goed is, zeg maar. Om gewoon even

goed over je… Over hoe je denkt dat je bent te kunnen spreken. En wat je motivaties zijn. Want het is gewoon heel prettig om zo te kunnen praten met iemand over…”.

Casper. (1). Benieuwd wat er uit komt, interessant in motivatie, graag steentje

bijdra-gen, begrip van stimuli om te studeren voor student, hoe kijken anderen er tegen aan? (3). Leuk, tijdens teruglezen meer besef hoe je in elkaar zit, stukje zelf bewustwording, na interviews altijd nog wel even mee bezig, goed voor iedereen hier om over hoe je denkt dat je bent te kunnen spreken, over je motivaties, prettig om zo te kunnen praten met iemand.

1. django. “Om te helpen”. Verwacht voor zichzelf niet veel”.

3. django. Ervaring meedoen aan onderzoek. “Goed, ik vond het wel leuk om een verhaal te vertellen. Ik denk dat ik aan het eind van het onderzoek een keer alles langs elkaar moet leggen. Dan kun je een beetje het proces zien, want per interview is dat vrij moeilijk. Het is een proces en er is veel veranderd. Als het af is, wil ik er nog eens naar kijken en het achter elkaar leggen”.

django. (1). Helpen, voor mezelf niet veel. (3). Goed, leuk om verhaal te vertellen, na

onderzoek alles naast elkaar leggen om proces te zien, er is veel veranderd.

1. Sky. “Omdat u het mij gevraagd heeft. Leek me leuk en kost niet veel tijd. Ook een beetje om te helpen. En voor jezelf? Nee, niet zozeer. Misschien krijg ik meer inzicht in hoe een promotieonderzoek werkt” .

3. Sky. “Het was leuk. Er wordt sowieso interesse gesteld in wat je allemaal leuk vindt en zo. Die kwaliteiten en hoe je het hier op school beleeft. Dat was wel leuk en de broodjes natuurlijk”.

3. Sky. “Ik denk toch wel wat meer na over hoe je in het leven staat, hoe je tegen jezelf aankijkt. Daar gaat het ook veel over. Dat je er wat meer over nadenkt. Het stukje tekst van zonet “Passie en intuïtie” dat blijft me wel bij. Dat het voor mezelf, ook in het bedrijfsleven, meer die kant op gaat”.

Sky. (1). Leuk en kost niet veel tijd, helpen, voor mezelf niet zozeer, misschien meer

inzicht in werkwijze promotie onderzoeken. (3). Leuk, interesse in wat je leuk vindt, de broodjes, denk wel meer na hoe ik in het leven sta, hoe ik tegen mezelf aankijk, tekst

“Passie en intuïtie” blijft me bij, voor mezelf, ook in het bedrijfsleven, gaat het meer die kant op.

Interview een.

De reacties van de onderzoekstudenten in interview een zijn geanalyseerd naar de mate van motivatie voor het onderzoek.

introjected regulation.

Om te helpen, niet zozeer voor zichzelf. Kost niet veel tijd.

Intrinsieke motivatie.

identified regulation. Belangrijk voor persoonlijke doelen, maar blijft instrumenteel. Het gaat om de bruikbaarheid van de activiteit.

Gericht op onderzoek.

– Nieuwsgierig en benieuwd. – Interessant.

– Inzicht in de resultaten.

– Onderzoek kan waarde hebben, waardevol. – Onderzoek kan verandering betekenen.

Gericht op student.

– Deel uitmaken van. Steentje bijdragen.

– Aansluiting bij interesse in gedrag andere mensen, dat zelf inzien. – Interesse in motivatie.

– Begrip van stimuli om te studeren voor student zelf en voor andere studenten. – Inzicht in werkwijze promotie onderzoeken.

integrated regulation. Belangrijk voor persoonlijke doelen, intra-persoonlijk. Wens voor de toekomst.

– Bij mezelf stilstaan. Terugblik.

– Briefjes: een stukje eerlijkheid op papier. – Een stukje bewustwording.

– Reflecteren over wat je wel of niet fijn vindt, en daardoor leren wat je wel of niet fijn vindt.

– Bewust met eigen motivatie en ontwikkeling omgaan.

De meeste reacties van de onderzoekstudenten zijn toekomstgericht. De onderzoek-studenten willen helpen, het onderzoek kan waarde hebben. De onderzoekonderzoek-studenten

weten nog niet precies op welke wijze het onderzoek zal verlopen en waar het onder-zoek precies over gaat.

De onderzoekstudenten willen zich ontwikkelen, willen zichzelf beter leren kennen door mee te doen aan het onderzoek. Studenten maken bewust de keuze en zijn gemotiveerd om vrijwillig mee te doen aan het onderzoek. (Zelfdeterminatie).

De onderzoekstudenten nemen aan het onderzoek deel vanuit hun intrinsieke motivatie om te leren van en door het onderzoek.

Interview drie.

De reacties van de onderzoekstudenten op een van de laatste vragen uit interview drie zijn geanalyseerd naar de wijze waarop de studenten het onderzoek hebben ervaren.

persoonlijke ervaring.

– Geen verplichting. Geen dwang, eigen keuze.

– Leuk om te doen. Prettig. Heb je kunnen helpen. Leuk en zinvol. De broodjes. – Voor mij persoonlijk fijn.

– Interviews gewoon goed.

houding interviewer/onderzoeker.

– Je kunt kwijt waar je mee zit, waar je over denkt. – Leuk om verhaal te vertellen.

– Prettig om zo te kunnen praten met iemand. (Kernwaarde). – Interesse in wat je leuk vindt. (Student/persoonsgericht).

persoonlijke ontwikkeling.

De volgende opmerkingen laten zien op welke wijze de onderzoekstudenten het inter-viewproces hebben ervaren voor zichzelf.

– Nadenken over vragen die u stelt. Wel eventjes nadenken. Terugkijken en op andere manier nadenken. Denk wel meer na hoe ik in het leven sta, hoe ik tegen mezelf aankijk.

– Je reflecteert, uitspreken in plaats van over nadenken.

– Jezelf plaatsen. Jezelf op papier zien. Geeft goede blik op je zelf. Tijdens teruglezen meer besef hoe je in elkaar zit.

– Een beetje zelfbewustwording. Meer bewust worden van dingen. Stukje zelf bewust-wording

– Er zit veel verandering in, zonder onderzoek niet bij veranderingen stilgestaan. Er is veel veranderd.

– Hoop van geleerd. Zelf een en ander van geleerd. Zelf ook van geleerd. Zelf baat bij gehad.

– Meer kennis en zelfkennis gekregen. – Na interviews altijd nog wel even mee bezig.

– Aan de leerstijlen heb ik iets gehad, misschien ook in de toekomst.

De studenten zijn zich meer bewust geworden van veranderingen en hun zelfkennis is gegroeid. Het deelnemen aan het onderzoek heeft de onderzoekstudenten na elk interview aan het denken gezet en zo bij gedragen aan hun bewuste persoonlijke ontwikkeling. Het opnieuw lezen van het eigen verhaal in het vorige interview maakt duidelijk dat het eigen verhaal veranderd is.

Op de toekomst gerichte uitspraken.

– Goed voor iedereen hier om over hoe je denkt dat je bent, te kunnen spreken over je motivaties.

– Na onderzoek alles naast elkaar leggen om proces te zien.

– Tekst “Passie en intuïtie” blijft me bij, voor mezelf, maar ook in het bedrijfsleven gaat het meer die kant op.