• No results found

Overzicht van relevante oordelen 2006 over de grond handicap en chronische

Het bedrijf heeft de man na twee dagen ontslagen, omdat er gerede twijfel was over zijn geschiktheid voor de functie. De man heeft toen demonstratief zijn hand op tafel gelegd en het vermoeden uitge-sproken dat zijn ontslag samenhing met zijn handi-cap. Dit is toen van de zijde van het bedrijf ont-kend, onder toevoeging dat het bedrijf in het geheel geen weet had van de handicap. De Commissie oordeelt dat de door de man naar voren gebrachte en niet betwiste stellingen in onderling verband bezien, voldoende feiten ople-veren die onderscheid op grond van handicap kunnen doen vermoeden. Het bedrijf heeft gemo-tiveerd aangegeven dat het zich bij het nemen van het ontslagbesluit enkel heeft laten leiden door het proefondervindelijk gevormde beeld van de geschiktheid van de man en absoluut geen kennis had van zijn handicap tot ná het ontslagbesluit. De Commissie is van oordeel dat het bedrijf heeft bewezen dat aan het ontslagbesluit enkel objectie-ve en zakelijke motieobjectie-ven ten grondslag lagen die geen verband hielden met de handicap van de man.

2006-24

Grond: ras; handicap of chronische ziekte; leeftijd

Terrein: arbeid Dictum: ongegrond

Samenvatting:

Reïntegratie en einde van de arbeidsovereen-komst. Geen verband met ras, handicap of chronische ziekte of leeftijd.

Man vermoedt dat zijn voormalige werkgever hem niet heeft willen laten reïntegreren en de arbeids-overeenkomst heeft laten ontbinden, in verband met zijn afkomst, zijn handicap of chronische ziek-te of zijn leeftijd.

Verzoek ongegrond omdat de stellingen op gener-lei wijze zijn onderbouwd en ook niet eerder naar voren zijn gebracht, bij voorbeeld in een klacht aan de voormalig werkgever of in de procedure bij de kantonrechter.

2006-35

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: beroepsonderwijs

Dictum: onderscheid

Samenvatting:

Een opleidingsinstelling heeft niet aange-toond dat het verrichten van nachtdiensten een wezenlijk onderdeel uit maakt van de opleiding tot verpleegkundige. Onderscheid op grond van handicap door een vrouw af te

wijzen voor de opleiding omdat zij geen nachtdiensten kan verrichten.

Een vrouw heeft bij een instelling gesolliciteerd naar een opleidingsplaats voor verpleegkundige niveau 4. De vrouw is slechthorend en lijdt aan oorsuizen. In verband hiermee verricht zij geen nachtdiensten. De instelling heeft de vrouw afge-wezen voor de opleiding omdat ze niet kan vol-doen aan een volgens de instelling essentiële oplei-dingseis, namelijk het verrichten van

nachtdiensten. De Commissie overweegt dat hoe-wel niet kan worden uitgesloten dat het verrichten van nachtdiensten een wezenlijk onderdeel uit-maakt van de opleiding tot verpleegkundige niveau 4, dit niet zonder meer volgt uit de naar voren gebrachte argumenten en evenmin uit de huidige opleidingspraktijk. Afwijzing vanwege het niet kunnen voldoen aan een functie-eis, zonder dat vaststaat dat die eis wezenlijk is, is een vorm van onderscheid. De instelling heeft dan ook onderscheid gemaakt jegens de vrouw door met haar geen leer/werkovereenkomst aan te gaan omdat zij vanwege haar handicap of chronische ziekte geen nachtdienst kan verrichten.

Opmerking:

De Commissie acht het redelijk de onderwijsin-stelling te belasten met het bewijs dat de oplei-dingseis wezenlijk is voor het met succes volgen en afronden van de opleiding.

2006-59

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: beroepsonderwijs

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Verzochte aanpassing is geen doeltreffende aanpassing. Geen overschrijding van redelij-ke termijn.

Een 25-jarige man heeft een progressieve spier-ziekte. Vanwege zijn ziekte maakt hij onder ande-re gebruik van een uitzuigapparaat om slijm uit zijn mond en luchtwegen te zuigen. De man wil een opleiding volgen op een hogeschool en heeft de hogeschool gevraagd of hij met zijn handicap daar kan studeren. De hogeschool heeft dit beves-tigd, mits hij zelf zijn directe zorg regelt. De man heeft daarna een tweede verzoek gedaan aan de hogeschool om te komen tot een oplossing. Na overleg op managementniveau, bestudering van de wet, het consulteren van een deskundige en een gesprek met verzoeker, besluit de hogeschool na vijf maanden wederom dat de gevraagde voorzie-ning niet kan worden getroffen.

De man vraagt de Commissie of de hogeschool niet in strijd handelt met de WGBH/CZ door de

verzochte assistentie bij het uitzuigen van slijm uit mond en luchtwegen niet toe te zeggen en niet binnen een redelijke termijn te reageren op zijn tweede verzoek hieromtrent.

De Commissie is van oordeel dat van onderwijsin-stellingen niet kan worden gevergd dat zij onder-steuning aanbieden bij alledaagse levensverrichtin-gen, zoals het verwijderen van slijm of speeksel uit de mond of luchtwegen. Anders gezegd, een ver-zoek om assistentie die in het dagelijks leven ook noodzakelijk is, kan niet worden aangemerkt als een aan de deelname van het beroepsonderwijs gerelateerde doeltreffende aanpassing.

De Commissie oordeelt voorts dat de hogeschool binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op het tweede verzoek om aanpassing.

2006-60

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: leveren van en toegang tot

goede-ren en diensten Dictum: deels onderscheid

Samenvatting:

Universiteit maakt geen onderscheid op grond van handicap door geen assistentie te bieden bij toiletgang; wel onderscheid omdat sprake is van discriminatoire bejege-ning op grond van handicap.

Spastische student wilde aan een universiteit gaan studeren. De student heeft vanwege zijn handicap aanpassingen nodig, onder meer hulp bij de toilet-gang. De universiteit wilde deze hulp niet bieden omdat zij vindt dat dergelijke hulp niet valt onder de verplichting die de universiteit heeft op grond van de WGBH/CZ. Door de wijze waarop de universiteit met de zorgvragen van de student is omgegaan, voelt hij zich discriminatoir bejegend. Dit gevoel wordt versterkt door een brief van de opleidingsdirecteur waarin eindtermen zijn opge-nomen die volgens de directeur, gelet op de han-dicap van verzoeker, een probleem kunnen zijn. Het bieden van assistentie bij toiletgang is een aan-passing die betrekking heeft op persoonlijke ver-zorging en andere alledaagse levensbehoeften die als zodanig los staan van de organisatie, inrichting of andere wijze waarop het beroepsonderwijs is geregeld en valt daarom niet onder het begrip doeltreffende aanpassing van de WGBH/CZ. Universiteit heeft de student echter wel discrimi-natoir bejegend op grond van zijn handicap door in de brief een specifieke selectie eindtermen op te nemen die gelet op de handicap van de student een probleem kunnen zijn.

2006-64

Grond: geslacht; handicap of chronische ziekte

Terrein: arbeid

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Geen onderscheid op grond van

handicap/chronische ziekte en/of geslacht bij niet toekennen bonus

Een vrouw stelt dat een bancaire instelling, onder-scheid op grond van handicap/chronische ziekte en/of geslacht heeft gemaakt bij de beslissing om haar geen bonus toe te kennen. De vrouw stelt dat de instelling de kosten van de aanpassing van haar werkplek en haar zwangerschap heeft gecompen-seerd door haar geen bonus te geven. De instelling stelt dat de vrouw geen bonus heeft ontvangen omdat zij de twee voorafgaande jaren onvoldoen-de heeft gefunctioneerd. Uit beooronvoldoen-delingsrappor- beoordelingsrappor-ten blijkt dat de instelling reeds geruime tijd vóór het verzoek om aanpassing van de werkplek en de zwangerschap van de vrouw ontevreden was over haar functioneren. De vrouw heeft onvoldoende feiten aangevoerd die kunnen doen vermoeden dat de instelling bij de beoordeling van haar functio-neren en bij de beslissing om haar geen bonus toe te kennen onderscheid op grond van

handicap/chronische ziekte en/of zwangerschap heeft gemaakt.

2006-77

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: onderscheid

Samenvatting:

Onderscheid op grond van chronische ziekte bij de afwijzing van een manische depressie-ve man voor de functie van reisleider.

Een reisorganisatie heeft een man afgewezen voor de functie van reisleider. De reisorganisatie heeft aan deze afwijzing mede ten grondslag gelegd dat de man medicijnen gebruikt in verband met mani-sche depressiviteit. Hierdoor voldoet hij niet aan het vereiste van stressbestendigheid. De man heeft aangevoerd dat hij medicijnen gebruikt voor zijn chronische ziekte, waardoor hij geen gezondheids-problemen heeft en stressbestendig is. De

Commissie heeft overwogen dat op basis van door de organisatie overgelegde algemene informatie over de ziekte niet valt uit te sluiten dat de man wel geschikt is voor de functie. Het oordeel van de organisatie over de geschiktheid van de man berust op stereotyperingen die zeker niet gelden voor alle personen die manisch-depressief zijn. Het had daarom op de weg van de organisatie gelegen

om nader te onderzoeken of de man geschikt is of met een redelijke aanpassing geschikt zou zijn te maken voor de functie van reisleider. Door dit na te laten, heeft de organisatie in strijd gehandeld met de WGBH/CZ.

2006-81

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: beroepsonderwijs

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte bij het verrichten van doeltreffende aanpassingen in het beroepson-derwijs voor een student.

Een vrouw bij wie de diagnose manische depressi-viteit is gesteld volgde bij een universiteit een stu-die stu-diergeneeskunde. De vrouw was van mening dat de universiteit onvoldoende aanpassingen heeft verricht waardoor zij haar studie niet kon afmaken. Gebleken is dat de universiteit extra inspanningen heeft verricht voor de vrouw. De vrouw heeft verder niet aangegeven welke aanpassingen de uni-versiteit nog meer had moeten treffen, zodat niet beoordeeld kan worden of de aanpassingen doel-treffend waren. De universiteit heeft daarom geen onderscheid gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte.

2006-90

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: beroepsonderwijs

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Dyslectische student. Geen onderscheid op grond van handicap bij ongeschiktheidver-klaring en begeleiding stage.

Een student klaagt erover dat een hogeschool onderscheid heeft gemaakt op grond van zijn dys-lexie. Daartoe stelt hij dat de hogeschool doende aanpassingen heeft gemaakt en hem onvol-doende heeft ondersteund bij het vinden van een stageplaats.

De Commissie oordeelt dat de hogeschool, mede gelet op de studieresultaten van de student over een periode van twee jaar, de verrichte aanpassin-gen en de aantoonbare begeleiding van de student, in redelijkheid tot het standpunt heeft kunnen komen dat de student niet geschikt is voor de stu-die. De Commissie komt derhalve niet toe aan de vraag of de hogeschool adequaat heeft gereageerd op het verzoek om aanpassingen.

Met betrekking tot de begeleiding van de stage is

de Commissie van oordeel dat de student onvol-doende feiten heeft kunnen aanvoeren die onder-scheid op grond van zijn dyslexie kunnen doen vermoeden.

2006-95

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: beroepsonderwijs

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte bij toelating van een stu-dent tot een opleiding, in verband met het verrichten van doeltreffende aanpassingen of bij de bescherming tegen intimidatie.

Een man met een stoornis uit het autistisch spec-trum volgde een opleiding bij een hogeschool. Gebleken is echter dat de man niet geschikt was voor de opleiding. Nu geen sprake was van geschiktheid, hoeft de vraag of de hogeschool doeltreffende aanpassingen heeft verricht voor de man, niet beantwoord te worden.

De man heeft geen feiten aangevoerd waaruit blijkt dat de hogeschool hem de toegang tot de opleiding ontzegd zou hebben of dat sprake zou zijn van pestgedrag van zijn medestudenten.

2006-118

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: direct onderscheid

Samenvatting:

Direct onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte door verpleegkundige met bekkeninstabiliteit wegens te veel risi-co’s af te wijzen voor een functie.

Verpleegkundige met bekkeninstabiliteit is in zie-kenhuis werkzaam als oproepkracht. Zij heeft gesolliciteerd op een functie van verpleegkundige binnen het ziekenhuis als ‘vaste kracht’. De ver-pleegkundige is niet aangenomen waarbij als reden werd gegeven dat de fysieke zwaarte van de func-tie in combinafunc-tie met haar bekkeninstabiliteit te risicovol zou zijn. Het ziekenhuis heeft echter ver-klaard haar vooral te hebben afgewezen vanwege haar beperkte inzetbaarheid. Ook wanneer de han-dicap of chronische ziekte mede een rol heeft gespeeld bij het besluit tot afwijzing, is er sprake van direct onderscheid. Het ziekenhuis ging er ten onrechte vanuit dat haar bekkeninstabiliteit zoda-nig was dat zij niet in staat zou moeten worden geacht haar functie zonder noemenswaardige risi-co’s te vervullen.

2006-132

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: leveren van en toegang tot

goede-ren en diensten

Dictum: geen onderscheid; aanbeveling

Samenvatting:

Onderwijsinstelling maakt geen onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte door geen doeltreffende aanpassing te ver-richten noch bij de bejegening.

Studente met fysieke beperkingen wilde vakken laten vallen in de eerste periode van het eerste stu-diejaar, zij wilde tweedejaars trainersvakken volgen in het eerste studiejaar en vond dat de opleiding meer rekening moest houden met de combinatie arbeid en studie. Voorts klaagde zij over discrimi-natoire bejegening omdat de school geen gesprek voorafgaande aan de opleiding met haar wilde aan-gaan en haar slecht heeft geïnformeerd.

Niet gebleken is dat de studente geen vakken kon laten vallen. De mogelijkheid om trainersvakken in het eerste studiejaar te volgen, valt niet onder doeltreffende aanpassing want is niet gericht op het wegnemen van belemmeringen voor deelname aan het beroepsonderwijs. Hoewel de school in dit geval wel een gesprek met de studente had moeten aangaan, is er geen sprake van onderscheid. Ook overigens zijn er geen feiten die onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte kunnen doen vermoeden.

Opmerking:

Doeltreffende aanpassing moet belemmeringen in deelname aan beroepsonderwijs (of arbeid) wegne-men. Vergelijk CGB 6 april 2006, oordeel 2006-59 en 60.

Aanbeveling om zowel medewerkers als studenten te informeren over de wijze waarop verzoeken om aanpassingen van studenten met een handicap of chronische ziekte moeten worden afgehandeld.

2006-137

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: verboden onderscheid

Samenvatting:

Onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte door sollicitant met audi-tieve beperking af te wijzen voor een func-tie.

Een ziekenhuis wijst een sollicitant met auditieve beperking af voor een functie omdat hij niet zou voldoen aan één van de wezenlijke functie-eisen, mondelinge communicatie. Door de wijze waarop

het ziekenhuis het sollicitatiegesprek heeft laten verlopen heeft het ziekenhuis de sollicitant echter geen goede gelegenheid geboden om aan te tonen dat hij wel geschikt is. Het ziekenhuis heeft voorts onvoldoende onderzocht of de geconstateerde beperkingen in mondelinge communicatie met gebruik van hulpmiddelen konden worden vangen. Daarom is er sprake van verboden onder-scheid op grond van handicap of chronische ziek-te.

Opmerking:

Oordeel past in oordelenlijn. Vergelijk CGB 17 maart 2005, oordeel 2005-44,

CGB 10 januari 2006, oordeel 2006-3.

2006-150

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: geen strijd met wet, geen gelijke gevallen

Samenvatting:

WAO-er klaagt over het verrekenen van zijn pensioenuitkering (ingang 60 jaar) met zijn WAO-uitkering door de pensioenmaatschap-pij.

WAO-er vergelijkt zich, met betrekking tot pen-sioenuitkering, met pensioengerechtigden die doorwerken na ingang van de pensioengerechtigde leeftijd. Aangezien de WAO-uitkering de man in een wezenlijk andere rechtspositie plaatst, bepaalt de Commissie dat de man zich niet kan vergelij-ken met pensioengerechtigden die doorwervergelij-ken.

2006-160

Grond: ras; handicap en/of chronische ziekte; leeftijd

Terrein: arbeid

Dictum: geen verboden onderscheid

Samenvatting:

IT-dienstverlener heeft jegens een man afkomstig uit Bosnië geen onderscheid gemaakt op grond van ras, handicap en leef-tijd bij de arbeidsvoorwaarden.

Een man afkomstig uit Bosnië, is in 1998 in dienst getreden van een internationale

IT-dienstverlener. De man stelt jaren lang te laag te zijn beloond. Medewerkers van Nederlandse afkomst die dezelfde werkzaamheden hebben uit-gevoerd ontvingen volgens de IT-dienstverlener een hogere beloning. Bovendien is de man van mening dat zijn beperkte gehoor en matige Nederlands door de IT-dienstverlener als

belem-mering werden gezien voor zijn ontwikkeling. Tevens hebben deze redenen volgens de man een rol gespeeld bij het voornemen hem in 2003 te ontslaan. De Commissie heeft haar functiewaarde-ringsdeskundige een onderzoek laten uitvoeren. Tevens is er een quickscan uitgevoerd. Uit de onderzoeken blijkt niet dat de IT-dienstverlener jegens de man enig onderscheid heeft gemaakt. Daarnaast heeft de man geen feiten aangevoerd die kunnen duiden op onderscheid bij de overige arbeidsvoorwaarden en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

2006-175

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: geen onderscheid

Samenvatting:

Onvoldoende feiten die onderscheid doen vermoeden.

Een werknemer had klachten aan zijn knie. Na medisch onderzoek werd uiteindelijk vastgesteld dat hij artrose heeft. Werkgever en werknemer hadden regelmatig discussie over het aangepaste werk dat de werknemer moest doen en over de ziekmeldingen. Daarnaast ontving de werknemer een prestatiebeloning die de werkgever op enig moment verlaagde omdat, stelde de werkgever, hij meer verdiende dan zijn collega’s voor hetzelfde werk. De Commissie oordeelt dat het verband tus-sen de chronische ziekte en de loonsverlaging ont-breekt, zodat er geen sprake is van een vermoeden van onderscheid

2006-181

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: onderscheid; geen onderscheid; aanbeveling

Samenvatting:

Onderscheid op grond van handicap bij niet-treffen van doeltreffende aanpassing en bij de bejegening. Geen onderscheid bij beëindiging arbeidsverhouding en geen inti-midatie.

Een vrouw klaagt erover dat haar werkgever haar vanwege haar doofheid discriminatoir heeft beje-gend en tot ontslag is overgaan. Ook klaagt zij dat de werkgever geen doventolk heeft geregeld voor belangrijke gesprekken.

De Commissie is van oordeel dat van de werkge-ver in redelijkheid kon worden werkge-verlangd een doventolk in te schakelen bij belangrijke

gesprek-ken met de vrouw. Door dit na te laten heeft de werkgever onderscheid op grond van handicap gemaakt. De Commissie oordeelt voorts dat de werkgever in de communicatie de vrouw vanwege haar handicap onheus heeft bejegend, maar dat geen sprake is van intimidatie. De werkgever heeft bij de voorgenomen beïndiging van de arbeidsver-houding geen onderscheid gemaakt naar handicap.

2006-190

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: geen strijd met wet, geen gelijke gevallen

Samenvatting:

Pensioenfonds handelt niet in strijd met het verbod van onderscheid op grond van han-dicap of chronische ziekte dan wel arbeids-duur door een substantieel bezwarende func-tie uitkering te korten met een flexibele pensioenuitkering.

Ambtenaar met gedeeltelijke WAO-uitkering vergelijkt zich, met betrekking tot zijn pen-sioenuitkering, met pensioengerechtigden die niet (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn en niet worden gekort op hun flexibele pen-sioenuitkering. Aangezien de WAO-uitke-ring de man in een wezenlijk andere rechts-positie plaatst, bepaalt de Commissie dat de man zich niet kan vergelijken met pensioen-gerechtigden die niet (gedeeltelijk) arbeids-ongeschikt zijn.

Opmerking:

Past in oordelenlijn (CGB 17 juli 2006, oordeel 2006-150). Wanneer sprake is van ongelijke geval-len kan geen beroep op de WGBH/CZ worden gedaan.

2006-195

Grond: handicap of chronische ziekte Terrein: arbeid

Dictum: verboden onderscheid

Samenvatting:

Gezondheidsproblemen na bedrijfsongeval. Arbeidsovereenkomst wordt niet verlengd. Verboden onderscheid.

Werkneemster heeft drie tijdelijke arbeidsovereen-komsten van een jaar. Tijdens de derde arbeids-overeenkomst krijgt zij een bedrijfsongeval en