• No results found

3. Taken in de CJG’s

3.2 Overlap in het Basismodel

Het basismodel CJG (bijlage 3) stelt dat om de naam CJG te dragen er het volgende dient te worden gebundeld: het basistakenpakket JGZ, vijf Wmo-functies uit het prestatieveld 2 van deze Wet en schakels met Bureau Jeugdzorg en de zorgadviesteams in het onderwijs.

Volgens dit basismodel kan er alleen over een CJG gesproken worden als de volgende 4 onderdelen zijn gebundeld:

A. Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg44 1: Monitoring en signalering

2: Inschatten zorgbehoefte 3: Screeningen en vaccinaties

4: Voorlichting, advies, instructie en begeleiding 5: Beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen

6: Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking

B. Wmo-functies vanuit het prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden45.

1. Informatie en advies 2. Signalering

3. Toeleiding naar het hulpaanbod 4. Licht pedagogische hulp

5. Coördinatie van zorg op lokaal niveau

C. Schakel met Bureau JZ

D. Schakel Zorg- en Adviesteams (ZAT’s)

Op het eerste gezicht resulteert het basismodel grofweg in 13 taken waaraan het CJG moet voldoen.

Het gaat daarbij om 6 taken die volgen uit de productgroepen uit het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg (JGZ), 5 taken om de functies van prestatieveld 2 van de Wmo te kunnen volbrengen en de 2 taken rond het opzetten en onderhouden van een schakel met Bureau Jeugdzorg ten behoeve van het organiseren van geïndiceerde zorg en respectievelijk het Zorg en Advies Team binnen het onderwijs.

Een vergelijking tussen het Basistakenpakket en de functies van de Wmo laat zien dat men het hierbij veelal over dezelfde soort taken heeft, zij het in andere bewoording en vanuit een andere invalshoek.

Zo wordt het basistakenpakket JGZ primair beschreven vanuit een gezondheidskundig perspectief terwijl de functies van de Wmo meer sociaalagogische insteek laten zien. Enkel de productgroep Screenen en Vaccineren van het Basistakenpakket JGZ een uniek omschreven onderdeel is. Alle overige productgroepen zijn op verschillende onderdelen verbonden met de Wmo-functies.

Ten aanzien van het opzetten en onderhouden van een schakel met het Bureau Jeugdzorg valt te concluderen dat zowel in het basistakenpakket JGZ als in de Wmo-functies op verschillende plaatsen wordt beschreven dat er nauw moet worden samengewerkt met het Bureau Jeugdzorg. Voor wat betreft de schakel met de Zorg Advies Teams in het Onderwijs wordt dit als zodanig niet specifiek benoemd. Wel wordt er veelvuldig benoemd dat men bij het coördineren van zorg, het leveren van licht pedagogische hulp en het beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen een verbinding dient te leggen met instanties in de wijdere omgeving van het kind/gezin. Hieruit valt te concluderen dat een verbinding met het onderwijs, door middel van een ZAT, eveneens binnen het takenpakket en de functies van de Wmo omschreven is.

44 Het basistakenpakket JGZ valt onder de wet Publieke Gezondheid (PG).

45 Zie ook: http://www.invoeringwmo.nl/Wmo/nl-NL/Prestatievelden/PV2.htm

Om deze verbondenheid inzichtelijk te maken clusteren we de taken die de meeste overlap met elkaar vertonen tot vier brede kerntaken die we kunnen verbinden met de drie preventieniveaus en de twee CJG-opdrachten. Daardoor wordt de graduele verzwaring van de inzet inzichtelijk. Tevens ontstaat zo conform het advies van Operatie Jong46 meer eenduidigheid in het lokale aanbod.

Met het benoemen van de graduele verzwaring wordt aangesloten bij de veronderstelling dat problemen met opvoeden en opgroeien beginnen als kleine, lichte problemen, waarbij als niet tijdig hulp wordt geboden, de problemen steeds zwaarder worden. De problemen kunnen op relatief eenvoudige wijze worden opgelost als er wel tijdig juiste hulp geboden wordt. Dat dit proces niet voor alle gevallen het verloop is, is evident. Zoals A. van Montfoort in het WRR rapport “Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid” (2007) stelt zijn soms de problemen al generaties lang onbeheersbaar en is de opvoedingssituatie van het kind vanaf de conceptie al uitzichtloos. Sommige kinderen worden met ernstige problemen geboren. Andere problemen openbaren zich op een bepaalde leeftijd (psychose in de adolescentie) en zijn dan heel snel zeer ernstig. Daarnaast worden niet alle kleine problemen automatisch steeds erger; er zijn ook problemen die na verloop van tijd zonder externe interventie weer overgaan.

Ondanks deze constatering gaan professionals binnen het CJG wel primair van dit uitgangspunt uit.

De ontwikkeling van het CJG als laagdrempelig inlooppunt met een preventieve insteek is ingezet op basis van dit uitgangspunt. Uitzonderingen en de daarmee samenhangende specifieke taken daargelaten zullen professionals in de CJG dan ook primair te maken krijgen met een graduele verzwaring van taken zoals weergegeven in de 3 niveaus.

Daarmee ziet het eerder genoemde model er als volgt uit:

Dekkend aanbod Sluitende keten Universele preventie

Selectieve preventie Kerntaak 1 Kerntaak 2 Kerntaak 3 Kerntaak 4 Geindiceerde preventie

Clustering van het basismodel tot 4 kerntaken.

Om het basistakenpakket JGZ en de Wmo-functies van prestatieveld 2 te vergelijken, baseren we ons op formuleringen door het ministerie van VWS in: Basistakenpakket 0 - 19 jaar. (2002); en Opvoed- en opgroeiondersteuning. De rol van de gemeente in het licht van de Wet op de Jeugdzorg (2004). De inhoud van de onderliggende onderwerpen leveren daarbij de juiste benaming van deze vier kerntaken.

Kerntaak 1. Signaleren, analyseren en verwijzen

Zo bundelt de eerste kerntaak alle onderdelen uit het basismodel waarbij men zich primair richt op het helder krijgen van de zorgbehoefte of hulpvraag en het meest adequate antwoord hierop. Meer concreet gaat het daarbij om de verschillende taken die professionals hebben om behoeften en vragen47 helder te krijgen en, waar nodig, door te verwijzen naar de juiste hulp. Vanuit de verbinding

46 Operatie Jong. Sturingsadvies deel 1. pag. 25. (2006)

47 Om volledig te gaan betreft het hierbij uiteraard ook om behoeften en vragen die de maatschappij aan het gezin stelt, zoals ook geformuleerd in hoofdstuk 2.

tussen het basistakenpakket JGZ en de functies van de Wmo kan het hierbij zowel gaan om behoeften of vragen rondom een gezonde ontwikkeling als rondom een gezonde opvoeding.

In (onderdelen van) de productgroepen 1, 2, en 5 van het Basistakenpakket JGZ en de Wmo-functies 2, 3 en 4 worden deze kerntaak nader omschreven. Voor de vergelijking zetten we de productgroepen en Wmo-functies onder elkaar. Voor de overzichtelijkheid beperken we ons daarbij tot de relevante stukken tekst. Daarna clusteren we deze omschrijvingen en verbinden het met de preventieniveaus zoals omschreven in hoofdstuk 1.

Kerntaak 1. Signaleren, analyseren en verwijzen.

Productgroepen Basistakenpakket JGZ 1. monitoring en signalering;

Bij monitoren en signaleren gaat het om het systematisch volgen van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van een kind en/of groepen kinderen. Daarnaast worden de factoren gemeten die de gezondheid bevorderen of bedreigen. Het doel is tweeledig.

Enerzijds op individueel niveau tijdig een niet-normaal verlopende ontwikkeling signaleren en op basis daarvan interveniëren, anderzijds op doelgroep- of

populatieniveau gezondheidsprofielen opstellen zodat op grond daarvan gezondheidsbeleid kan worden ontwikkeld.

2. inschatten zorgbehoefte;

Bij het inschatten van de zorgbehoefte wordt onderzocht in welke mate de

ouders/verzorgers en het kind worden belast en of de ouders/verzorgers de opvoeding en verzorging van hun kind aankunnen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over een

moeilijk kind bij pedagogisch onervaren ouders, om een jongere in isolement of om een groep niet-gevaccineerde kinderen. Ook wordt ingeschat in welke mate jeugdige en opvoeders behoefte hebben aan voorlichting.

5. beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen;

De omgevingsfactoren die de gezondheid van een kind kunnen bedreigen worden

onderzocht. Dat kan bijvoorbeeld een slechte huisvesting zijn maar het kan ook gaan om ouders die moeite hebben met opvoeden of hun kind structureel verwaarlozen. Ook is er in deze productgroep aandacht voor de wijdere omgeving: is er genoeg speelruimte en hoe is de verkeerssituatie in de buurt? […]

Functies prestatieveld 2 van de Wmo 2. Signalering

Hierbij gaat het om het vroegtijdig signaleren van problemen van jeugdigen en opvoeders, óók als de betrokkenen die problemen zelf wellicht (nog) niet goed

onderkennen. Hierbij is ook aandacht voor (beginnende) delinquentie op zijn plaats.

Beroepskrachten van algemene voorzieningen, vooral die in de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs, komen in hun dagelijks werk tal van probleemsignalen tegen. […]

3. Toeleiding naar het hulpaanbod

Nadat een vraag of probleem is gesignaleerd, hetzij door een jeugdige of ouder, hetzij door anderen, moet zo snel mogelijk hulp worden geboden. […] Medewerkers van lokale voorzieningen moeten globaal kunnen inschatten welke problematiek aan de orde is en welke hulp daarbij past. […] Tot slot is het van groot belang goede afspraken te maken over verwijzing van ouders en jeugdigen, zowel naar lokale vormen van opvoed- en opgroeiondersteuning als - bij ernstige problemen - naar bureau jeugdzorg en het AMK.

4. Licht pedagogische hulp

[…]zorgen voor een versnelde en ‘warme’ overdracht van cliënten naar de jeugdzorg.

[…]

Clustering en verbinding met preventieniveaus

Universele preventie Monitoren op individueel en

populatieniveau

Selectieve preventie Signaleren van problemen en

risicogroepen.

Onderzoeken van de problematiek, draagkracht en draaglast van het gezin.

(Ouders of jeugdige helpen) de hulpvraag formuleren

Toeleiden naar hulp, doorverwijzen naar lokale vormen van ondersteuning

Geindiceerde preventie Toeleiden naar hulp, doorverwijzen naar

specialistische vormen van ondersteuning

{voorbeeld van graduele verzwaring volgt}

Kerntaak 2. Ondersteuning bij opvoeden, opgroeien, gezondheid en ontwikkeling

De tweede kerntaak kenmerkt zich door de bundeling van taken die zich richten op het verlenen van diensten en het voorkomen, beperken of terugbrengen van problemen. Vanuit het perspectief dat ouders, kinderen en jongeren zich primair op het CJG zullen richten met vragen rondom gezondheid, opgroeien en opvoeden valt daarmee het beste te spreken van een taakgebied rond opgroei- en opvoedondersteuning.

Deze kerntaak bestaat uit (onderdelen van) de productgroepen 4 van het Basistakenpakket JGZ en de Wmo-functies 1 en 4.

Kerntaak 2. Ondersteuning bij opvoeden, opgroeien, gezondheid en ontwikkeling.

Productgroepen Basistakenpakket JGZ

4. voorlichting, advies, instructie en begeleiding;

Zowel ouders als jongeren zelf kunnen individueel of in groepen begeleiding en advies krijgen. Zo wordt ouders ondersteuning aangeboden bij het opvoeden en bij het

bevorderen van gezond gedrag van hun kind door bijvoorbeeld voorlichting […]. Pubers kunnen [eveneens] voorlichting krijgen […].

Functies prestatieveld 2 van de Wmo 1. Informatie en advies

Bij deze functie gaat het zowel om ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien (voorlichting), als om het beantwoorden van specifieke vragen van ouders en jeugdigen.

[…] Informatiepunten voor ouders en jeugdigen moeten ook voorlichting geven over het bestaan en de werkwijze van bureau jeugdzorg en het AMK.

2. Licht pedagogische hulp

Dit betreft kortdurende advisering en lichte hulpverlening op momenten dat de

opvoeding dreigt te stagneren. […] Voor ouders zijn er vaak pedagogische spreekuren, meestal in het kader van de jeugdgezondheidszorg. […] Ook het algemeen

maatschappelijk werk en het schoolmaatschappelijk werk bieden pedagogische hulp

aan. Daarnaast komen verschillende varianten van ‘home-visiting’ voor. […] Verder is van belang dat jeugdigen uit de gemeente zo nodig kunnen deelnemen aan

coachingprojecten voor (beginnende) delinquenten.

Clustering en verbinding met preventieniveaus

Universele preventie Het bieden van voorlichting, informatie en

advies

Selectieve preventie Instructies geven, ondersteuning en

begeleiding bieden

Geindiceerde preventie Lichte hulp verlenen

Kerntaak 3. Integrale zorg organiseren

Taken die de derde kerntaak vormgeven kenmerken zich doordat ze zich richten op het inzichtelijk maken en houden van het aanbod aan zorg en de verbinding hierin. Dit taakgebied richt zich op het organiseren van integrale zorg. Voor professionals in het CJG betekent dit dat zij een overzicht moeten bieden van het lokale aanbod van zowel zorg als andere relevante dienstverlening (zoals schuldhulpverlening), ketensamenwerking (binnen en buiten het CJG) dienen op te zetten en te onderhouden en, waar nodig, de geleverde zorg te coördineren.

In (onderdelen van) de productgroepen 5 en 6 van het Basistakenpakket JGZ en de Wmo-functies 3, 4 en 5 worden deze kerntaak omschreven. Tevens komt in deze kerntaak de schakel met Bureau Jeugdzorg en ZAT’s aan de orde.

Kerntaak 3. Integrale zorg organiseren.

Productgroepen Basistakenpakket JGZ

5. beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen;

[…] Om problemen op dit terrein aan te pakken zal de JGZ nauw samenwerken met bijvoorbeeld de gemeente, de politie, het buurtwerk, Bureau Jeugdzorg enzovoort.

6. zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking.

In deze productgroep draait het om de partijen die de zorg- en hulpverlening voor kinderen organiseren. Netwerken, overleggen en samenwerken zijn belangrijk voor goede, integrale zorg voor kinderen. Op individueel niveau is er sprake van

zorgcoördinatie. Bij contacten op doelgroep-/populatieniveau is beleidsontwikkeling en afstemming op instellingsniveau het doel.

Functies prestatieveld 2 van de Wmo 3. Toeleiding naar het hulpaanbod

[…] Dit vereist in de eerste plaats dat het ondersteunings- en zorgaanbod inzichtelijk is, zowel voor hulpvragers als voor beroepskrachten. Een handig hulpmiddel hierbij is een

‘sociale kaart’ van alle beschikbare vormen opvoed- en opgroeihulp, inclusief die van bureau jeugdzorg en het AMK. […] met andere beroepskrachten te overleggen, bijvoorbeeld in een buurtnetwerk of een zorgadviesteam in het onderwijs. Bureau jeugdzorg kan in dit verband een consultatierol vervullen. Tot slot is het van groot belang goede afspraken te maken […].

4. Licht pedagogische hulp

[…] Voor scholieren vanaf twaalf jaar moet op een school een persoonlijke begeleider beschikbaar zijn. […] Nauwe samenwerking met bureau jeugdzorg […] komt de effectiviteit en slagvaardigheid van de hulpverlening ten goede.

5. Coördinatie van zorg op lokaal niveau

Hierbij gaat het om hulp aan gezinnen met meervoudige problematiek, die geen greep hebben op de eigen situatie. Deze gezinnen hebben te maken met diverse instanties en hulpverleners. Bijvoorbeeld in verband met schuldsanering, huisvesting, verslaving en problemen op school. Vaak hebben de betrokken gezinnen weerstanden tegen

professionele hulpverlening. Het is aan de gemeente ervoor te zorgen dat lokale instellingen afspraken maken over het bij elkaar brengen van afzonderlijke

probleemsignalen van/over het gezin en het onderling afstemmen van de hulpverlening.

[…]Als het een gezin betreft met een indicatie voor jeugdzorg, gaat bureau jeugdzorg na wie de coördinatie het beste op zich kan nemen. Belangrijk is dat degene die

coördineert, het vertrouwen van het gezin heeft.

Clustering en verbinding met preventieniveaus

Universele preventie Het verzorgen van een route of sociale

kaart

Selectieve preventie Netwerken opzetten en onderhouden

Overleg plegen met relevante partijen screenen en vaccineren. Dit is daarmee de vierde kerntaak.

Kerntaak 4. Screenen en vaccineren

Productgroepen Basistakenpakket JGZ 3. screeningen en vaccinaties;

Screeningen en vaccinaties worden aan ieder kind aangeboden. Praktisch alle kinderen krijgen bijvoorbeeld de Dktp-prikken: vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. De eerste screening is het zogenoemde hielprikje. Verder zijn er bijvoorbeeld gehoor- en visusscreeningen.

Clustering en verbinding met preventieniveaus

Universele preventie Screening en vaccinaties worden aan ieder

kind aangeboden

Selectieve preventie Specifieke screeningen (gehoor- en

virusscreeningen) Geïndiceerde preventie

Hiermee is het basismodel teruggebracht naar 4 kerntaken en is inzichtelijk gemaakt hoe zij zich verhouden tot de preventieniveaus en opdrachten waar het CJG zich op dient te richten.

In het overzicht op de volgende pagina zijn de kerntaken vanuit het basismodel, verbonden met de preventieniveaus, nog eens kort naast elkaar gezet.

Zoals eerder aangegeven is het basismodel aan te vullen met additionele taken die voortvloeien uit de vragen, behoeften en verwachtingen vanuit het algemene profiel van de CJG en vanuit de inventarisatie bij ouders, kinderen en de maatschappij uit hoofdstuk 2. In de volgende paragraaf gaan we nader op deze additionele taken in en vullen we het overzicht van kerntaken hiermee aan.

Dekkend aanbod Sluitende keten Signaleren, analyseren en verwijzen. Screening en vaccinaties Ondersteuning bij opvoeden, opgroeien,

gezondheid en ontwikkeling.

Integrale zorg organiseren.

Universele preventie Monitoren op individueel en populatieniveau

Screening en vaccinatie worden aan ieder kind aangeboden

Het bieden van voorlichting, informatie en advies

Het verzorgen van een route of sociale kaart

Selectieve preventie Signaleren van problemen en risicogroepen

Onderzoeken van de

problematiek, draagkracht en draaglast van het gezin

(Ouders of jeugdige helpen) de hulpvraag formuleren

Toeleiden naar hulp, doorverwijzen naar lokale vormen van ondersteuning

Specifieke screeningen

(gehoor- en virusscreeningen)

Instructies geven, ondersteuning en begeleiding bieden

Netwerken opzetten en onderhouden

Overleg plegen met relevante partijen

Geïndiceerde preventie Toeleiden naar hulp, doorverwijzen naar

specialistische vormen van ondersteuning

Lichte hulp verlenen (Keten-)samenwerking organiseren

Zorgcoördinatie vaststellen