• No results found

Overige aandachtspunten

In document 12:00 uur 20 juni 2018 AB-OFGV (pagina 43-47)

~AKER TILLY BERK

S. Overige aandachtspunten

Soft controls

Wij dienen op basis van de regelgeving (COS 315) inzicht te verkrijgen in de entiteit en haar omgeving met inbegrip van de interne beheersing. Veel calamiteiten binnen organisaties zijn te relateren aan gedrags- en cultuuraspecten. Dit benadrukt het grote belang van

zogenaamde "soft controls" binnen uw organisatie. In onze controleaanpak besteden wij derhalve aandacht aan het verkrijgen van inzicht in uw interne beheersingsomgeving inclusief deze soft controls. Daarbij richten wij ons op onderdelen gedragsindicatoren waaronder voorbeeldgedrag, transparantie en aanspreekbaarheid. Dit zijn onderdelen van uw interne beheersingsomgeving die moeilijker meetbaar doordat er geen harde norm

bestaat (hierdoor onderhevig aan subjectiviteit). Aan de hand van een vragenlijst welke door u is ingevuld, uitingen van gedrag in registraties en fysieke observaties vormen wij een beeld van deze soft controls.

Wij hebben vastgesteld dat de communicatie, detectie en handhaving van integriteit en ethische waarden van groot belang is bij de OFGV en dit ook door de organisatie wordt uitgedragen. OFGV beschikt tevens over een toereikend stelsel van functiescheidingen en interne controles om eventuele fraudes te voorkomen dan wel snel te detecteren.

Vorenstaande leidt voor de controle van de jaarrekening niet tot extra (fraude)risico's waar wij bij de controlestrategie rekening mee moeten houden.

Frauderisico's

Op 13 november 2017 hebben wij de frauderisico's besproken met de key functionarissen welke betrokken zijn bij de voor de jaarrekening relevante processen. Op 8 december 2017 hebben wij de frauderisico's besproken met de heer Fackeldey, voorzitter AB. Het doel van dit gesprek is om vast te stellen of de door ons onderkende frauderisico's overeenkomen met de frauderisico's die door de OFGV worden onderkend.

Wij hebben onderstaande frauderisico's besproken:

Risico op onrechtmatige betalingen welke leiden tot ongeautoriseerde uitgaven en onjuiste kosten verantwoording;

Risico op management override (resultaatsturing middels schattingen en/of memoriaal boekingen);

Risico op het onvolledig verantwoorden van de gefactureerde opleidingsactiviteiten;

Onttrekking van activa en/ kasgelden

Wij hebben de interne beheersingsmaatregelen, werkzaamheden welke worden uitgevoerd bij de interne controle alsmede de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden op

genoemde frauderisico's besproken. Wij hebben hierbij geconcludeerd dat de combinatie van werkzaamheden voldoende is voor het mitigeren van de frauderisico's. Hierdoor zijn wij van mening dat wij alle frauderisico's in beeld hebben om een deugdelijke controle uit te voeren.

12

S. Overige aandachtspunten

Fraude en naleving wet- en regelgeving

Het management is primair verantwoordelijk voor het voorkomen van fraude, het naleven van wet- en regelgeving en voor een cultuur van eerlijkheid en integriteit en dient zowel preventieve als repressieve beheersingsmaatregelen te nemen om de kans op fraude en overtreding van wet- en regelgeving zo veel mogelijk te beperken. Voor het uitoefenen van deze verantwoordelijkheid maakt het management gebruik van diverse

beheersingsmaatregelen, zoals interne richtlijnen en gedragscodes, controle technische functiescheiding en periodieke rapportages over financiën.

Ten behoeve van onze jaarrekeningcontrole identificeren wij, in het kader van NV COS 240/250, de risico's met betrekking tot fraude en overtreding van wet- en regelgeving en beoordelen wij de interne beheersingsmaatregelen die gericht zijn op het voorkomen en signaleren van (materiële) fraude en niet-naleving van wet- en regelgeving. Voor zover relevant voor onze controle voeren wij gegevensgerichte controlewerkzaamheden uit.

Onze controle is echter niet specifiek gericht op het signaleren van fraude en niet-naleving van wet- en regelgeving. In het kader van onze controle hebben wij geen bevindingen te melden met betrekking tot fraude.

Onafha n kei ijkheid

Baker Tilly Berk past bij controleopdrachten strikte richtlijnen toe ten aanzien van de onafhankelijkheid. In dat kader hebben wij binnen onze organisatie reeds controles

uitgevoerd om mogelijke relaties met Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, die een bedreiging kunnen vormen voor het uitvoeren van een objectieve controle, te

identificeren. Op basis hiervan zijn geen bijzonderheden gebleken.

Op grond van dit verslag zijn wij van mening dat wij in relatie tot uw organisatie, in overeenstemming met de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en artikel 24a van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), onafhankelijk hebben gefunctioneerd en dat de objectiviteit van onze

oordeelsvorming in het afgelopen jaar niet is aangetast.

13

Ontwikkelingen in de wet- en regelgeving

Evaluatiewet WNT

Vanaf 1 juli 2017 is de Evaluatiewet WNT in werking. Hierin zijn een aantal wijzigingen opgenomen ten opzichte van de WNT zoals we deze al sinds 2013 kennen. Onderstaand volgt een korte samenvatting van de belangrijkste wijzigingen.

Ingaande vanaf 1 januari 2017 komt het verbod op variabele beloning in zijn geheel te vervallen. Bonussen en andere variabele beloningen zijn dus voortaan toegestaan, dit geldt echter niet voor de jaren 2013 tot en met 2016. De variabele beloningen maken wel onderdeel uit van de totale bezoldigingsnorm.

Met ingang van 1 januari 2017 zijn de regels omtrent uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband aangepast. Ontslagvergoedingen die buiten de reikwijdte van de WNT vallen, hoeven niet in de jaarrekening te worden vermeldt, zoals bijvoorbeeld een ontslagvergoeding die voortvloeit uit een toepasselijke CAO. Transitievergoedingen mogen ook buiten de WNT-verantwoording blijven.

Voorheen gold dat, wanneer een topfunctionaris werkzaam is bij 2 of meerdere gelieerde rechtspersonen, de beide vergoedingen bij elkaar moeten worden opgeteld.

Met ingang van 1 januari 2018 geldt dat deze vergoedingen ook moet worden opgeteld wanneer een topfunctionaris bij twee of meer niet-gelieerde rechtspersonen werkzaam is. Hierbij is geen sprake van terugwerkende kracht.

In de Evaluatiewet WNT is de definitie van topfunctionaris aangescherpt. Daardoor vallen niet alleen topfunctionarissen onder deze definitie, maar ook gewezen topfunctionarissen.

Vanaf 1 januari 2018 hoeft de bezoldiging van topfunctionarissen van€ 1.500 en lager niet langer openbaar te worden gemaakt. Wanneer de bezoldiging€ 1.500 of lager is, hoeft alleen de naam van de topfunctionaris bekend te worden gemaakt. Voor zeer kleine semipublieke instellingen geldt vanaf boekjaar 2017 zelfs een gehele

verantwoordingsvrijstelling.

Wanneer u nadere informatie wenst te ontvangen over de WNT en wat u wel en niet dient op te nemen in uw verantwoording, dan helpen wij u hier graag bij.

~AKER TILLY

BERK

In document 12:00 uur 20 juni 2018 AB-OFGV (pagina 43-47)