• No results found

Handelen OFGV

In document 12:00 uur 20 juni 2018 AB-OFGV (pagina 27-32)

4. Het dispuut en de standpunten van partijen 1 Het dispuut

5.5 Handelen OFGV

Ook het handelen van OFGV is enigszins verbazingwekkend. Het door het DB aan het AB gedane voorstel was onrechtmatig. Het DB had zich moet vergewissen van de rechtmatigheid van het besluit. De leden van het AB moeten er immers in beginsel op kunnen vertrouwen dat een aan hen voorgelegd besluit rechtmatig is. Overigens is niet gebleken dat er sprake is van handelen ter kwader trouw door de OFGV in deze, waardoor moet worden aangenomen dat de OFGV ter goeder trouw heeft gehandeld.

6 Advies voor de toekomst

Tijdens de bijeenkomst van 5 februari 2018, waarbij de standpunten van de partijen nader zijn toegelicht en besproken, is eveneens ter sprake gekomen dat partijen de uitdrukkelijke wens hebben om in de toekomst soortgelijke disputen te voorkomen. Om aan deze wens tegemoet te komen, adviseren wij als volgt.

In de GR wordt geregeld dat de uittredingsbepaling eveneens van toepassing is op partiële uittreding en/of taakvermindering, waarbij concreet omschreven moet worden wanneer hiervan sprake is. Deze bepaling is dan bindend voor provincies en gemeenten, en bindend voor de

proofadviseurs.nl Pagina 9 van 9 publiekrechtelijke besluit van het AB (nadere regels) en de DVO met de provincie (resp.

gemeente) als privaatrechtelijk instrument speelt op dit punt dan niet meer. Opname in de GR voorkomt ook dat het AB eenzijdig besluiten zou kunnen wijzigen (hoewel in de praktijk door de samenstelling van het AB natuurlijk niet geheel sprake is van eenzijdigheid), en past ook beter in de geest van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Natuurlijk kunnen dan altijd nog nadere afspraken (die niet van de gemeenschappelijke regeling mogen afwijken) worden gemaakt in een DVO. Algemeen geformuleerd: regel zoveel mogelijk op één plek, zeker waar het principiële uitgangspunten betreft, en dan het liefst in het hoogst mogelijke (publiekrechtelijke) document.

In casu is dat de GR. Dat voorkomt bevoegdheidsvraagstukken, en vraagstukken omtrent de verhouding tussen verschillende bepalingen en afspraken. De eerlijkheid gebied wel te zeggen dat wijziging van dergelijke afspraken dan wel moeilijker wordt, nu de bestuursorganen, na toestemming van provinciale staten resp. de raden, daarmee moeten instemmen conform de in de GR opgenomen meerderheid.

Voorts wordt aan OFGV meegegeven om voorstellen aan het AB eerst te toetsen op onder meer de rechtmatigheid en dit ook te motiveren. De leden van het AB moeten er in beginsel op kunnen vertrouwen dat een dergelijke toets heeft plaatsgevonden en dat sprake is van rechtmatige besluitvorming.

Ten slotte wordt aan alle deelnemers aangeraden om, wanneer er problemen of twijfels bestaan bij een besluit van het AB (zelfs wanneer dit over de vraag gaat of het AB überhaupt bevoegd is), dit reeds in het AB aan te geven. Wanneer een vertegenwoordiger van een deelnemer in het AB instemt met een bepaald besluit, dan moet er in beginsel op vertrouwd kunnen worden dat de betreffende deelnemer ook instemt met de gang van zaken. Een dergelijke vorm van

‘verwachtingenmanagement’ zal de samenwerking tussen deelnemers onderling en tussen de deelnemer en de Omgevingsdienst naar ons oordeel alleen maar verbeteren.

Datum 20 juni 2018 Kenmerk

• Brief raden en Staten jaarstukken en resultaatbestemming

Betreft

Jaarstukken en resultaatbestemming 2017 Beslispunt

1 Beslispunt Kennis te nemen van de managementletter van Baker Tilly Berk inzake de interimcontrole 2017.

Argument In opdracht van het Algemeen Bestuur controleert

accountantskantoor Baker Tilly Berk de opzet en werking van de financiële organisatie en beheersing (interimcontrole) en de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de verantwoording (jaarrekeningcontrole). De managementletter is het verslag van de interimcontrole.

Argument De accountant constateert dat de interne beheersing van een hoog niveau is en dat de aanwezige risico's tijdig worden opgemerkt en ondervangen.

2 Beslispunt De jaarstukken 2017 vast te stellen.

Argument De OFGV legt in de jaarstukken 2017 verantwoording af aan de partners over haar behaalde resultaten, uitgevoerde activiteiten en uitgegeven middelen. De accountant is voornemens om op 20 juni een machtiging te geven om goedgekeurde

controleverklaring op te nemen in de jaarstukken als het AB met deze stukken instemt. Het resultaat is niet gewijzigd ten opzichte van de voorspelling vóór accountantscontrole. In de balans zijn enkele posten verschoven, waaronder de voorziening oninbare vorderingen.

3 Beslispunt Aan het Algemeen Bestuur voor te stellen het

jaarrekeningresultaat over 2017 ad € 729.145,- onder voorbehoud van zienswijzen als volgt te bestemmen:

a) Een deel van het resultaat wat behaald is door de reguliere bedrijfsvoering ad € 62.459,- terug te betalen aan de partners;

b) Een deel van het resultaat wat behaald is door de

reguliere bedrijfsvoering ad € 44.000,- te doteren aan de Algemene Reserve;

c) Het deel van het resultaat wat behaald is door de directe productiekosten ad € 71.126,- terug te betalen aan desbetreffende partners;

d) Het deel van het resultaat wat behaald is door de directe productiekosten van de provincie Flevoland ad € 2.626,- te verrekenen met een openstaande rekening bij de

provincie uit 2017 (conform afspraak met Flevoland);

e) Het deel van het resultaat wat behaald is met extra opbrengsten en subsidies ad € 548.934,- te doteren aan de Bestemmingsreserve innovatie en ontwikkeling. Op peildatum 31/12 wordt het alsdan resterende bedrag boven de vastgestelde grens van € 300.000,- terugbetaald aan de partners.

Argument Conform artikel 28 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling wordt een resultaat toegevoegd of onttrokken aan de Algemene Reserve. In artikel 6.2 van de Nota Weerstandsvermogen is het plafond van de Algemene Reserve vastgesteld op 5% van de jaaromzet.

Plafond 5% * € 12.377.000,- € 619.000,- (afgerond)

Saldo Algemene Reserve 31-12-2014 € 575.000,- Tekort € 44.000,- Argument Conform de in juni 2017 vastgestelde spelregels worden de

behaalde extra inkomsten, voor zover die de begrote inkomsten overschrijden, gedoteerd aan de bestemmingsreserve innovatie en ontwikkeling. Dit zijn inkomsten uit extra opdrachten,

inkomsten uit het kenniscentrum, detacheringsopbrengsten en overige niet-geraamde inkomsten.

4 Beslispunt Aan het Algemeen Bestuur voor te stellen het resterende saldo van de doelreserve frictiekosten van € 13.170 met de

resultaatbestemming terug te betalen aan de deelnemende partijen.

Argument De doelreserve frictiekosten loopt tot en met het begrotingsjaar 2017.

5 Beslispunt De raden en Staten met bijgaande brief in staat te stellen zienswijzen in te dienen inzake de resultaatbestemming 2017.

Argument Conform artikel 25 lid 5 en 6 van de Gemeenschappelijke

Regeling stuurt uw bestuur een voorstel tot resultaatbestemming aan de raden en Staten. De raden en Staten worden in de

gelegenheid gesteld tot 1 oktober 2018 hun zienswijzen in te dienen, waarna het Algemeen Bestuur in haar vergadering van november 2018 de definitieve resultaatbestemming 2017 vaststelt.

De terugbetaling aan de partners is op basis van dit voorstel als volgt:

Deelnemer Directe productie

kosten % in 2017 Resterend

resultaat Resterend

frictiekosten Totaal terugbetaling Almere - 9,11% 5.688 1.199 6.887 Lelystad 12,27% 7.664 1.616 9.280 Zeewolde 6,34% 3.957 834 4.792 Flevoland 58.058 32,45% 20.269 4.274 82.601

Urk 2,48% 1.548 326 1.874

Dronten 6,62% 4.137 872 5.010 Noordoostpolder 7,25% 4.527 955 5.482 Noord Holland 1.484 4,60% 2.872 606 4.962 Gooise Meren 11.584 6,73% 4.202 886 16.672 Hilversum 2,00% 1.251 264 1.515 Weesp 3,42% 2.139 451 2.590 Huizen 2,05% 1.283 271 1.553 Wijdemeren 3,34% 2.085 440 2.525 Blaricum 0,54% 334 71 405 Laren 0,80% 502 106 607 Totaal 71.126 100% 62.459 13.170 146.755

In document 12:00 uur 20 juni 2018 AB-OFGV (pagina 27-32)