• No results found

Overeenkomsten en verschillen

Hoofdstuk 5 – De commanditaire vennootschap in het buitenland

5.3. Overeenkomsten en verschillen

Naar aanleiding van de vorige twee paragrafen over de buitenlandse (vergelijkbare) rechtsvormen en de daarmee samenhangende fiscale behandeling, zal ik onderstaand de overeenkomsten en verschillen met het buitenland benoemen.

5.3.1. Civielrechtelijk

Het onderscheid tussen beroep en bedrijf wordt net als in Nederland ook in bepaalde andere landen gehanteerd. Denk hierbij aan Duitsland waar ze een ‘Partnerschaftsgesellschaft’ hebben voor de uitoefening van een beroep en tevens een Offene Handelgesellschaft en een Kommanditgesellschaft voor de uitoefening van een bedrijf.

Een ander onderscheid is het onderscheid tussen de openbare en stille vennootschap en de daarmee samenhangende rechtspersoonlijkheid. Naar huidig Nederlands recht geldt dit onderscheid niet, maar – zoals in hoofdstuk 3 besproken – beoogt de Werkgroep dit wel. Dit onderscheid zou met het beoogde Wetsvoorstel zodoende hetzelfde zijn als momenteel in Rusland wordt gehanteerd.

Eveneens is de met het Wetsvoorstel beoogde verjaringstermijn van vijf jaar bij aansprakelijkheid voor de uittredende vennoot ontstaan in navolging van enkele buitenlandse rechtstelsels. Zie hiervoor met name paragraaf 159 van het Duitse HBG, artikel 591 van het Zwitserse OR en de Engelse Partnership Act 1890. Daarnaast geldt zowel bij de LLP als bij de LLC dat de vennoten slechts beperkt aansprakelijk zijn, net als de commandite in de Nederlandse cv. Wat betreft de Duitse KG gelden voorts dezelfde aansprakelijkheidsregels voor de vennoten als voor de Nederlandse commanditaire en beherende vennoot.

5.3.2. Fiscaalrechtelijk

In Duitsland geldt, zoals in paragraaf 5.2.1 besproken, dat de cv fiscaal transparant is. Zo zou iedere cv in Nederland naar Duits recht fiscaal transparant zijn. Dit is echter niet het geval als we kijken naar de open cv in de zin van artikel 2, lid 3, onderdeel c, AWR jo. artikel 2, lid 1, onderdeel a, Wet Vpb. Immers, deze cv is naar Nederlands recht slechts fiscaal transparant op het niveau van de beherende vennoten ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid. Wat dit betreft aldus vergelijkbaar met de fiscale behandeling van de Duitse cv op aandelen die rechtspersoonlijkheid heeft. De cv op aandelen, zoals die in Duitsland en Luxemburg bestaat, kent Nederland echter niet.

Met het nieuwe Wetsvoorstel beoogt de Werkgroep de cv rechtspersoonlijkheid toe te kennen. In dit geval wordt er aangesloten bij het rechtstelsel van de landen Italië, Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen en Turkije, waar ze eveneens rechtspersoonlijkheid toekennen aan de cv. Echter in de fiscale behandeling zit wel degelijk verschil, aangezien Nederland het onderscheid tussen open en besloten cv hanteert. Zoals ik in hoofdstuk 3 besproken heb, zal dit onderscheid met het nieuwe voorstel gehandhaafd blijven. Het grote verschil in de fiscale behandeling met het buitenland is zodoende gelegen in het criterium van de al dan niet vrije toe- en uittreding van de vennoten.

5.4. Conclusie

Centraal stond de vraag “Hoe ontwikkelt de commanditaire vennootschap zich in het buitenland?”. Kort samengevat is de commanditaire vennootschap verspreid over veel landen aanwezig. Onder andere in Duitsland, België, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen, Hongarije, Turkije, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Daarbij is de Duitse KG nog de meest vergelijkbare rechtsvorm met de cv.

Daarnaast bestaat in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een enigszins vergelijkbare rechtsvorm met de cv. Dit betreft de LLP en de LLC. Desalniettemin kunnen dit ook alternatieven vormen op de naar huidig Nederlands recht ingewikkelde cv.

Wat betreft de fiscale afwikkeling verschilt echter ieder land met de Nederlandse cv. Geen land maakt een onderscheid in een besloten en open cv, zoals Nederland dit doet. Sommige landen geven de cv altijd fiscale transparantie en sommigen juist als aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn onder andere gelegen in het niet beperkt aansprakelijk zijn, het ontbreken van rechtspersoonlijkheid of het verrichten van ondernemingsactiviteiten. Geen land heeft de vrije toe- en uittreding als regel voor een al dan niet fiscaal transparante entiteit.

Hoofdstuk 6 – Conclusie

Zoals, in hoofdstuk 1 reeds met u besproken, is de volgende hoofdvraag relevant ter invulling van dit onderzoek:

“In hoeverre zal de open en besloten commanditaire vennootschap wijzigen in het licht van het Rapport Modernisering Personenvennootschappen, wat betekent dit voor de fiscaliteit en zijn deze

wijzigingen gewenst?”

Bij de beantwoording hiervan heb ik met name gekeken naar de vakliteratuur, de parlementaire geschiedenis, de jurisprudentie en de resultaten van de afgenomen enquête. Alvorens over te gaan tot beantwoording van de hoofdvraag, zal ik eerst de deelvragen van deze scriptie beantwoorden.

6.1. Beantwoording deelvragen

De voornoemde hoofdvraag is onderzocht aan de hand van de volgende vier deelvragen: 1) Wat is een commanditaire vennootschap?

2) Wat wenst het rapport modernisering personenvennootschappen te wijzigen met betrekking tot de commanditaire vennootschap en welke al dan niet wenselijke gevolgen zal dit met zich mee brengen?

3) Heeft de commanditaire vennootschap vandaag de dag nog bestaansrecht en wat zijn mogelijke alternatieven?

4) Hoe ontwikkelt de commanditaire vennootschap zich in het buitenland?

6.1.1. Deelvraag 1

Deelvraag 1 luidde als volgt: “Wat is een commanditaire vennootschap?”.

De commanditaire vennootschap is een samenwerkingsovereenkomst tussen een of meer beherende en commanditaire vennoten gericht op een gezamenlijk voordeel met een gezamenlijke inbreng. De cv dient daarbij tot een bedrijfsuitoefening en is onder gemeenschappelijke naam aangegaan. Hierbij voert de beherende vennoot het bestuur en is hoofdelijk aansprakelijk. De commandite fungeert als geldschieter en is beperkt aansprakelijk, mits hij het naamvoeringsverbod en bestuursverbod niet overtreedt. Fiscaal gezien bestaat de cv in twee vormen; de open en besloten cv. De open cv heeft als kenmerk vrije toetreding van participanten en is op grond van artikel 2, lid 5, Wet Vpb, belastingplichtig voor heel haar vermogen. De besloten cv bezit fiscale transparantie, dat wil zeggen dat haar resultaten rechtstreeks bij de vennoten in de heffing worden betrokken.

6.1.2. Deelvraag 2

Deelvraag 2 luidde als volgt: “Wat wenst het rapport modernisering personenvennootschappen te

wijzigen met betrekking tot de commanditaire vennootschap en welke al dan niet wenselijke gevolgen zal dit met zich mee brengen?”.

De Werkgroep beoogt één wettelijke regeling, waarbij alle regels omtrent de cv worden geregeld. Denk hierbij aan een betere omschrijving, de mogelijkheid tot herstructurering en de regels omtrent ontbinding en vereffening. Voorts zal de cv als een openbare vennootschap worden aangemerkt en rechtspersoonlijkheid verkrijgen. Daarnaast beoogt de Werkgroep het naamvoeringsverbod af te schaffen en het bestuursverbod te wijzigen. Tevens wilt de Werkgroep het aansprakelijkheidsregime verduidelijken.

Met dit alles is het voorts de bedoeling dat de fiscale (non)transparantie behouden blijft. Voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting is het rapport dan ook niet van enorme invloed. Op enkele kleine wettelijke wijzigingen en aanvullingen na beoogt het rapport de huidige fiscale behandeling te handhaven. Voor de overdrachtsbelasting daarentegen zal wel het een en ander veranderen. Hierop tracht de Werkgroep in te spelen door een analoge toepassing van artikel 15, lid 1, onderdeel e en f, 2e, WBR.

Deze nieuwe wettelijke regeling heeft als gevolg dat het veel duidelijkheid met zich mee zal brengen. Zo komt dit de kenbaarheid van de regeling en daarmee het gebruik van de cv ten goede. De rechtspersoonlijkheid zal voorts zorgen voor een eenvoudiger goederenrechtelijke regime en een eenvoudige toe- en uittreding. Tevens maakt het herstructureringen mogelijk. Ondanks dat de wetswijzigingen kosten met zich zullen meebrengen, invoeringsfricties zullen bestaan en enkele fiscale wettelijke wijzigingen dienen plaats te vinden, weegt dit niet op tegen de voordelen.

6.1.3. Deelvraag 3

Deelvraag 3 luidde als volgt: “Heeft de commanditaire vennootschap vandaag de dag nog

bestaansrecht en wat zijn mogelijke alternatieven?”.

Naar mijn mening heeft de cv zeker nog bestaansrecht. Uiteraard bestaan er eveneens geschikte alternatieven, zoals de maatschap, de VOF, de boek 2 BW rechtspersonen - zoals de BV en de NV - maar ook de buitenlandse LLP of LLC. Desalniettemin is de cv vandaag de dag nog niet ten dode opgeschreven. In de brief van minister Van der Steur wordt dit bevestigd door zijn uiterst positieve reactie op het gepresenteerde Rapport Modernisering Personenvennootschappen. Eveneens wordt

daar gewezen op de populariteit van de rechtsvormen en de gewilde vraag naar een modernisering daarvan. Dit geldt naar mijn mening ook voor de cv. Naar deze vorm van personenvennootschap is vandaag de dag nog steeds veel vraag en de cv is erg gewild vanwege het beschermende karakter voor de commandite en de fiscale transparantie. Bovendien biedt de modernisering van de cv het voordeel dat vennoten hun activiteiten kunnen voortzetten in de rechtsvorm waar ze vertrouwd mee zijn en dat zij gebruik kunnen blijven maken van de reeds bestaande voordelen, met slechts een aanvulling van de nieuwe mogelijkheden die het Wetsvoorstel biedt.

6.1.4. Deelvraag 4

Deelvraag 4 luidde als volgt: “Hoe ontwikkelt de commanditaire vennootschap zich in het

buitenland?”.

De commanditaire vennootschap is verspreid over veel landen aanwezig. Onder andere in Duitsland, België, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen, Hongarije, Turkije, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Daarbij is de Duitse KG nog de meest vergelijkbare rechtsvorm met de cv. Daarnaast hebben ze in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een enigszins vergelijkbare rechtsvorm met de cv. Dit betreft de LLP en de LLC. Desalniettemin kunnen dit ook alternatieven vormen op de naar huidig Nederlands recht ingewikkelde cv.

Wat betreft de fiscale afwikkeling verschilt echter ieder land met de Nederlandse cv. Geen land maakt een onderscheid in een besloten en open cv, zoals Nederland dit doet. Sommige landen geven de cv altijd fiscale transparantie en sommigen juist als aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn onder andere gelegen in het niet beperkt aansprakelijk zijn, het ontbreken van rechtspersoonlijkheid of het verrichten van ondernemingsactiviteiten. Geen land heeft de vrije toe- en uittreding als regel voor een al dan niet fiscaal transparante entiteit.

6.2. Beantwoording onderzoeksvraag

In deze scriptie stond de volgende hoofdvraag centraal: “In hoeverre zal de open en besloten

commanditaire vennootschap wijzigen in het licht van het Rapport Modernisering Personenvennootschappen, wat betekent dit voor de fiscaliteit en zijn deze wijzigingen gewenst?”

Op basis van dit onderzoek kom ik tot de volgende conclusie. In het licht van het Rapport Modernisering Personenvennootschappen zal de commanditaire vennootschap een nieuwe volledige wettelijke regeling krijgen. De regels hieromtrent zullen vastgelegd worden in boek 7 BW. Hierbij

wordt de cv gecategoriseerd als een openbare vennootschap en verkrijgt zij rechtspersoonlijkheid. Voorts wordt het naamvoeringsverbod afgeschaft en het bestuursverbod gewijzigd.

Voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting is het rapport niet van enorme invloed. Slechts enkele kleine wettelijke wijzigingen en aanvullingen zouden plaatsvinden. Voor de overdrachtsbelasting volgt echter wel een ander behandeling voor de cv met onroerende zaken. De Werkgroep beoogt hierbij een analoge toepassing van artikel 15, lid 1, onderdeel e en f, 2e, WBR.

Ondanks dat deze nieuwe regeling kosten met zich meebrengt, invoeringsfricties kunnen bestaan en enkele (fiscale) wettelijke wijzigingen zullen plaatsvinden, weegt dit niet op tegen de voordelen die er mee gepaard gaan. In de praktijk bestaat immers erg veel behoefte aan vernieuwing, waarbij ik deze regeling over het algemeen zeer geschikt acht.

Bijlage – Enquête

De afgenomen enquête is te vinden via de volgende link: https://nl.surveymonkey.com/r/Z6C2T5Z. Hierbij is anonimiteit gewaarborgd. Om deze reden zijn de resultaten van de enquête niet bijgevoegd als bijlage en anoniem in deze scriptie verwerkt. De tekst van de enquête luidt als volgt: Enquête Commanditaire vennootschap

Welkom

Allereerst mijn hartelijke dank voor uw deelname aan de enquête.

Deze enquête betreft een onderzoek over de commanditaire vennootschap mede in het licht van het Rapport Modernisering Personenvennootschappen. Door het invullen van deze 5-10 minuten durende enquête, helpt u mij enorm in mijn onderzoek!

Basisgegevens

1. Wat is uw naam? (niet verplicht) 2. Wat is uw leeftijd?

3. Wat is uw functie?

Huidige regeling

In mijn onderzoek staat de commanditaire vennootschap centraal. De huidige regeling met betrekking tot deze personenvennootschap is verspreid over het Wetboek van Koophandel, Boek 3, 6 en 7A van het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en het Handelsregisterbesluit 2008.

De commanditaire vennootschap kan gedefinieerd worden als:

“een overeenkomst, gericht op doorgaans duurzame samenwerking tussen twee of meer personen, teneinde een gemeenschappelijk vermogensrechtelijk voordeel te behalen, ter bereiking van welk doel de partijen zich jegens elkaar verbinden om geld, goederen, arbeid, goodwill en/of rechten in gemeenschap te brengen, die dient tot uitoefening van een bedrijf en die onder een gemeenschappelijke naam is aangegaan.”.

4. Hoe beoordeelt u de huidige regeling van de commanditaire vennootschap? Graag motiveren.

Inhoudelijke vragen (I)

Vanwege de verspreide en tevens verouderde regeling heeft de Werkgroep

Personenvennootschappen een voorstel gedaan om een nieuwe regeling voor de

personenvennootschappen in boek 7 BW te plaatsen. Dit voorstel is te vinden in het Rapport Modernisering Personenvennootschappen.

5. Moet de huidige wettelijke regeling van de commanditaire vennootschap als

personenvennootschap naar uw mening vernieuwd worden? Graag motiveren.

Inhoudelijke vragen (II)

De Werkgroep Personenvennootschappen beoogt de regeling van de personenvennootschappen te voorzien in één wet en zodoende op te nemen in boek 7 BW. Tevens is de werkgroep van oordeel dat een betere omschrijving noodzakelijk is.

De nieuwe omschrijving zal als volgt gaan luiden:

"Vennootschap is de overeenkomst tot samenwerking die is gericht op de uitoefening van een beroep of bedrijf met inbreng door ieder van de vennoten en met het oogmerk voordeel te behalen en dit met elkaar te delen."

Hierbij wordt voorts een onderscheid gemaakt in stille en openbare vennootschappen. Ingevolge het Wetsvoorstel is de stille vennootschap "een vennootschap die niet openbaar is" en is de openbare vennootschap "de vennootschap die op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een door

haar gevoerde naam aan het rechtsverkeer deelneemt".

De werkgroep wil de openbare vennootschap hierbij overigens rechtspersoonlijkheid toekennen. Zodoende zal de openbare commanditaire vennootschappen volgens het Rapport Modernisering Personenvennootschappen rechtspersoonlijkheid verkrijgen. Bovendien is in het licht van dit rapport de stille commanditaire vennootschap onbestaanbaar.

6. Wat vindt u van de door de werkgroep voorgestelde omschrijving en de beoogde verkrijging van rechtspersoonlijkheid? Graag motiveren.

7. De werkgroep wil de commanditaire vennootschap rechtspersoonlijkheid toekennen en beoogt tevens het behoud van fiscale transparantie.

Stelling (I)

De werkgroep wil met betrekking tot de commanditaire vennootschap tevens het naamvoeringsverbod van de commanditaire vennoot aanschaffen. Het zou niet meer van deze tijd zijn.

Ook het beheersverbod wordt aangepakt, maar niet helemaal afgeschaft. Het verbod op verrichten van daden van beheer voor de commanditaire vennoot wordt opgeheven, maar voorop blijft staan dat de commanditaire vennoot de vennootschap niet mag vertegenwoordigen in die hoedanigheid. De commanditaire vennoot mag echter wel krachtens volmacht naar buiten toe treden. Hierbij is de commanditaire vennoot aansprakelijk voor het faillissementstekort indien zijn handelen krachtens de volmacht een belangrijke oorzaak is van het faillissement van de commanditaire vennootschap.

8. Zowel het beheersverbod als het naamvoeringsverbod moet worden afgeschaft.

Inhoudelijke vragen (III)

Wat betreft de aansprakelijkheid bij toe- en uittreding beoogt de werkgroep eveneens wijzigingen.

In de literatuur en jurisprudentie wordt vandaag de dag verschillend gedacht over de aansprakelijkheid bij toetreding. De werkgroep is van mening dat er op dit punt een eenduidige regeling moet gelden en kiest voor een genuanceerde benadering. Deze houdt in dat een toegetreden vennoot slechts verbonden is voor prestaties waartoe de vennootschap zich reeds vóór het toetreden van de toegetreden vennoot contractueel heeft verbonden, maar die eerst na diens toetreden opeisbaar worden.

Indien een vennoot uittreedt, wordt in de praktijk aangenomen dat de persoonlijke aansprakelijkheid van die vennoot jegens de wederpartij blijft bestaan, maar dat de uitgetreden vennoot niet aansprakelijk is voor de schulden die ontstaan na uittreding. De werkgroep kiest hiervoor een andere benadering, vanwege het feit dat de uitgetreden vennoot geen invloed meer kan uitoefenen op het financiële beleid en het bestuur van de vennootschap. Er wordt wat betreft de voortdurende aansprakelijkheid een bijzondere verjaringstermijn van vijf jaren beoogd.

9. Hoe luidt uw mening over de aansprakelijkheid bij toetreding en uittreding?

Afsluitend

Literatuurlijst

Deze literatuurlijst betreft een lijst van geraadpleegde en verwijzende literatuur.

Asser/Maeijer 5-V 1995

J.M.M. Maeijer, Asser 5-V Maatschap, VOF, Commanditaire vennootschap, Nijmegen: Ars Aequi 1995.

Dool, Heithuis & Kampschöer RA e.a. 2015

R.P. van den Dool, E.J.W. Heithuis & G.W.J.M. Kampschöer RA e.a. (red.), Compendium

vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2015.

Essers, Cursus Belastingrecht

Cursus Belastingrecht Archief 2016 (Inkomstenbelasting).

Grapperhaus, GS Personenassociaties

J.J.M. Grapperhaus, in: W.J.M. van Veen (red.), Groene Serie Personenassociaties, Deventer: Kluwer (online).

Huizink 2011

J.B. Huizink, Contractuele samenwerkingsvormen in beroep en bedrijf, Deventer: Kluwer 2011.

Kroeze, Timmerman & Wezeman 2017

M.J. Kroeze, L. Timmerman & J.B. Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2017.

Mohr/Meijers 2013

A.L. Mohr & V.A.E.M. Meijers, Van personenvennootschappen, Deventer: Kluwer 2013.

NDFR, Deel Formeel belastingrecht

R.E.C.M. Niessen, E.B. Pechler & A.J.H. van Suilen (red.), Deel Formeel belastingrecht (Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht), Den Haag: Sdu (online).

Rapport Modernisering Personenvennootschappen 2016

M. van Olffen e.a., Modernisering Personenvennootschappen, Rapport van de Werkgroep

Personenvennootschappen, Amsterdam: september 2016 (online publiek).

Van Schie e.a. 2014

Schwarz 2008

C.A. Schwarz, ‘Het einde van de Nederlandse CV’, OR 2008/15.

Stevens, GS Personenassociaties

S.A. Stevens, in: W.J.M. van Veen (red.), Groene Serie Personenassociaties, Deventer: Kluwer (online).

Van de Streek 2014

J.L. van de Streek, ‘Fiscale firmaproblematiek in beweging’, WFR 2014/1237.

Tervoort 2015

A.J.S.M. Tervoort, Het Nederlandse personenvennootschapsrecht, Deventer: Kluwer 2015.

Tervoort 2016

A.J.S.M. Tervoort, ‘De voorstellen van de werkgroep personenvennootschappen’, THEMIS 2016/6.

Tervoort, GS Personenassociaties

A.J.S.M. Tervoort, in: W.J.M. van Veen (red.), Groene Serie Personenassociaties, Deventer: Kluwer (online).

Van Veen 2013

W.J.M. van Veen, ‘Praktijkonderzoek personenvennootschappen: resultaten, analyse, en

oplossingsrichtingen’, in: Postmoderne rechtsvormen. Aanbevelingen voor verdere modernisering

van het ondernemingsrecht (ZIFO-reeks, del 8), Deventer: Kluwer 2013.

Van Veen 2017

W.J.M. van Veen, ‘Modernisering personenvennootschappen’, TvOB 2017/1.

Wolfsbergen 1937

A. Wolfsbergen, ‘De commanditaire vennootschap †’, WPNR 1937/3510.

Wuisman 2017