• No results found

Dan organiseert Actiz, brancheorganisatie van zorgondernemers, in samenwerking met de

KNOV het symposium ‘Innoveren is leren:

Doen! Samen ondernemen in verloskunde en kraamzorg’. Doel van de bijeenkomst is samen de contouren van de eerstelijns geboortezorg van de toekomst te verkennen.

Inhoud van het symposium

Door samen te leren van best practices op gebied van innovaties in de (eerstelijns) verloskunde en kraamzorg worden leden van beide verenigingen geprikkeld om innovatief samen te werken in de keten.

Voor wie?

De bijeenkomst is bestemd voor verloskundigen, managers/leidinggevende kraamzorg, beleids

-mede werkers kraamzorg, praktijkmanagers verloskundige praktijken, medewerkers Regionale Ondersteunings -structuren (ROS), zorgverzekeraars en docenten verloskunde of kraamzorg. Voor verloskundigen wordt accreditatie aangevraagd door de KNOV.

Meer informatie

Het symposium wordt gehouden in het Hof van Wageningen (voorheen WICC), Lawickse Allee 9 te 6701 AN WAGENINGEN. Het begint op 09.30 uur en eindigt om 16.30 uur. In het programma ondermeer:

Minister Ab Klink (VWS), Irma Harmelink (bestuurslid ActiZ), Willem de Regt (ZonMw), Alma Schaafstal (Innovatieplatform Utrecht), Sjaak Toet (KNOV)

ook dat we als verloskundige zorgverleners niet te krampachtig om moeten gaan met het recht op niet-weten”. Tijdschriften als ´Ouders van nu´ staan vol met informatie over prenatale screeningstesten; zouden wij dan geen folder mogen geven?”

Ook Veersema meent dat met het toesturen van een folder niet de autonomie van de cliënt wordt geschaad.

“Het is denk ik wel netjes om te vermelden dat je een folder stuurt over prenatale screening. Mensen kunnen dan zelf beslissen om de folder te lezen of te laten liggen. Je laat dan nog steeds ruimte aan mensen om het niet te willen weten, en je voorkomt dat mensen achteraf wel informatie hadden willen hebben.”

Groenen: “In eerste instantie gingen verloskundigen strikt met recht op niet-weten om. Als mensen antwoorden dat ze geen informatie wilden hebben, dan gingen ze er niet verder op in. Maar verloskundigen maakten mee dat cliënten aanvankelijk aangaven geen informatie te willen hebben, later opbelden of in een tweede consult duidelijk maakten niet goed begrepen te hebben waar de vraag over ging en dat zij bijvoorbeeld wel de nekplooimeting wilden. Als je dat een paar keer meemaakt, ga je toch anders om met de vraag `wilt u informatie over prenatale screening?` De meeste verloskundigen zijn van mening dat je toch iets moet vertellen om zeker te weten waar -over mensen niets willen weten.”

Proces in beweging

Veersema en Groenen zien het counselen als een proces dat voortdurend in beweging is.

Verloskundigen doen ervaring op maar de cliënten ook.

Vrouwen die in een vorige zwangerschap bijvoorbeeld al kennis hebben gemaakt met prenatale screening, brengen nieuwe aandachtspunten in. Verloskundigen moeten bij hen alert zijn dat zij de uitslag in deze zwangerschap vergelijken met de uitslag in de vorige zwangerschap.

Veersema: “een vrouw die de vorige keer een kans van 1 op 7200 had, krijgt nu de uitslag van 1 op 240. Die vrouw maakt zich helemaal ongerust. Als counselor moet je het daar van te voren over hebben. In de counseling zul-len accenten verschuiven, en de techniek zal zich blijven ontwikkelen. Het is een proces waarbij zorg verleners en cliënt elkaar beïnvloeden. Dat vraagt om voortdurende evaluatie van hoe we het doen en bijstelling van onze werkwijze. Het omgaan met het recht op niet-weten is zo’n voorbeeld hiervan. Een ander voorbeeld is de folder die gebruikt wordt. In Eindhoven en omgeving waren wij als een proefregio al langer bezig met prenatale screening.

Voor de landelijke invoering

van de screening gebruikten we verschillende brochures.

We hadden een algemene folder waarin de echo ook een rol speelde. Daarnaast hadden we folder over de combi

-natietest en een over het SEO. De landelijke brochure die we nu gebruiken, is op zich prima maar het bevat alle informatie over zowel de combinatietest als het SEO, terwijl het verschillende trajecten in de tijd zijn.

Verloskundigen brachten naar voren dat dit niet altijd even goed werkt. Het is teveel informatie ineen en tegelijkertijd is de informatie over het SEO erg algemeen. Rond het SEO zijn ook veel ontwikkelingen die eigenlijk om een voort -durende update van de voorlichtingfolder vragen. Om de folder beter te laten aansluiten met de voorlichting, zou-den we eigenlijk weer terug moeten naar aparte folders.”

Groenen: “We horen van verloskundigen dat zij tijdens de intake het SEO noemen maar rond 16 weken dieper ingaan op de voor- en nadelen van het SEO. Het is niet haalbaar om dat allemaal in een eerste contact goed te behandelen. En je maakt het wel erg zwaar allemaal als je dat wel probeert. Ik ken dan ook geen praktijken, ook niet in andere regio’s, die dat doen.”

PNS als routine

Bij de invoering van de prenatale screening waren sceptici bang dat deze testen al heel snel een routinetest zou worden. Hoe kijken jullie daar tegen aan, is die angst gegrond gebleken?

Groenen: “In de eerstelijn kan je echt niet spreken van een routinetest. Met de aandacht, tijd en energie die gestoken wordt in de counseling van de combinatietest, kan je niet spreken van routine. Daarnaast bevestigen de cijfers dat ook. De landelijke cijfers voor de combinatie-test dalen, ook hier. In de beginjaren, voor de landelijke implementatie, liet 50 % van de vrouwen hier een combinatietest doen, nu is dat rond de 30%. En ik denk ook dat de houding van de verloskundigen zal voor komen dat het een routinetest wordt. Maar ik denk wel dat het bij het SEO anders ligt. Cliënten weten veel duidelijker dan bij de combinatietest dat ze het SEO willen. Het is een kunst van de verlos kundige om toch de beperkingen goed uit te leggen, maar de indruk is dat de zwangere daardoor niet van mening verandert.”

Veersema: “De echo is aantrekkelijker en het gaat niet over een kans maar over wat je kan zien. Dat is natuurlijk een valkuil. Sommige afwijkingen zijn klip en klaar maar andere helemaal niet. Daar kan je mensen geweldig ongerust mee maken terwijl er niets aan de hand is. Het SEO is echt een verhaal apart waarbij we wel op moeten oppassen dat het geen routine wordt omdat het mensen het zo graag willen.”

Mensen die meer informatie willen hebben over de metho-de van kwaliteitsverbetering kunnen contact opnemen met Carola Groenen, email: cgroenen@online.nl ■

6%2,/3+5.$)'% ååMV ååUURå

bevallingen en kraambedcontroles. In nauwe samenwerking met de gynaecologen begeleiden we ook (gedeeltelijk) zwangerschappen en kraambedden met een verhoogd risico. Spreekuur houden we op vijf locaties in de regio. We hebben een gevarieerde populatie.

Per 1 januari 2009 ontstaat er een vacature voor een

$%å &5.#4)%å Je verricht je werkzaamheden als eerstelijns verloskundige in loondienst. In de verloskundigenpraktijk van het geboortecentrum werken we met het programma Micro-Natal II.

$%å %)3%.å We zijn op zoek naar een gemotiveerde en enthousiaste collega met een actieve werkhouding en goede sociale en communicatieve vaardigheden. Je bent in staat zowel zelf-standig als in teamverband en in samenwerking met overige disciplines binnen het ziekenhuis te werken. Collegialiteit, flexibiliteit en een servicegerichte instelling zijn je belangrijkste eigen-schappen. Naast het diploma Verloskundige beschik je ook over een BIG-registratie.

$%å!2"%)$36//27!!2$%.åHet salaris is conform de CAO Ziekenhuizen en is mede afhankelijk van kennis en/of ervaring. We vullen het aan met een prima pakket secundaire arbeidsvoor-waarden.

$%å"2)%&åGeïnteresseerd? Stuur je schriftelijke sollicitatie (met vacaturenummer 2008.076) binnen veertien dagen aan het Gemini Ziekenhuis, dienst Personeel en Organisatie, Postbus 750, 1780 AT Den Helder, of mail naar nieuwehelden@gemini-ziekenhuis.nl. Eerst meer weten?

Bel met Marcel Kossen, hoofd Zorgcluster 2, of met de dienstdoende verloskundige van het geboortecentrum, (0223) 69 69 69.

-%%2å ).&/2-!4)%å over het geboortecentrum op www.geboortecentrum-gemini.nl. Kijk voor wonen en werken in Den Helder op www.denhelderonline.nl

Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.

Irfaan is eigenlijk een paar kilo te zwaar. Daardoor loopt ze moeilijk, ademt ze moeilijk en heeft ze veel rugklachten. Irfaan lijkt ook niet zo gelukkig. Dit is haar derde zwangerschap, ze heeft twee zoontjes van 5 en van 3. Ze lijkt ook niet ongelukkig. En ze spreekt weinig tot geen Nederlands. Haar moeder – die nog minder Nederlands spreekt – komt altijd mee naar het spreekuur. Met haar hand houdt ze voortdurend een soort zakdoek voor haar mond. Van Irfaan kan ik niet zo goed hoogte krijgen.

Tijdens het spreekuur kijkt ze me nooit recht aan, het is altijd alsof haar blik gericht is op de zieltogende kamerplant op het tafeltje achter mij. Ze ruikt ook niet

bepaald tintelfris. Het vermoeden dat dit gewoon haar eigen lichaamsgeur was en niet een gebrek aan persoonlijke hygiëne werd volledig ontkracht toen ik

een keer ‘vaginaal vochtverlies’ bij haar moest controleren. Een onderbroek die zo te zien al een paar dagen meeging en waar zich zowel aan de voor- als

achterkant tekenen bevonden, dat het gebruik van toiletpapier tot een nihil grenzend minimum was teruggebracht, spreidde een bijzonder onaangename

geurbeleving ten toon. Vruchtwater kon ik er echter niet van maken en ook de blaastest was negatief.

Een paar dagen later belde ze me met buikpijn en ik ging maar eens kijken.

Haar moeder deed de deur open en deze achter mij meteen weer op slot.

Je kan niet voorzichtig genoeg zijn tenslotte. De twee jongetjes kwamen aanrennen en stopten acuut toen ze mij zagen en staarden me

ademloos aan. Ik aaide de oudste over zijn kortgeknipte donkere bolletje. Irfaan zat met een wijde rok op de bank in de

woon-kamer. Werkelijk alles in dat huis rook vies, zag er vies uit en voelde vies. De vloer plakte, de ramen waren troebel en overal lagen etensresten. Oma zakdoek stuurde de twee nieuwsgierige jongetjes weg. ‘Laten we maar even naar de slaapkamer gaan’, zei ik.

Irfaan knikte en ging me voor naar een kamer waar twee kleine matrasjes op de grond lagen, zonder beddengoed. ‘Ik bedoel jouw slaapkamer, Irfaan.’

Een andere deur ging open en eenzelfde trieste ruimte werd zichtbaar. Er stonden twee matrassen tegen de muur in een verder kale ruimte. Dit schoot niet op. Dan maar op de bank in de huiskamer. De jongetjes doken weer op. De jongste zei iets tegen me dat ik niet verstond. Ik glimlachte maar vriendelijk naar hem. Nadat Oma ze uit de kamer had verjaagd, ging Irfaan op de bank liggen en trok haar rok omhoog. Gelukkig deze keer geen vieze onderbroek. Ze had namelijk gewoon niets aan onder haar rok.

Ik stelde vier centimeter vast en verklaarde haar beginnend in partu. Mijn dienst zat er bijna op, dus ik vertelde haar dat mijn collega later die avond zou langskomen.

Ik schreef alles op haar kaart – uiteraard ook vies en bezoedeld - en verheugde me op het vertrek uit deze sombere, smerige woonomgeving. Het jongste jongetje probeerde op mijn schoot te klimmen. De oudste bekeek uitgebreid de kleine tatoeage met de afbeelding van een vogeltje op mijn arm.

Ik nam afscheid en vertrok. Tenminste, dat wilde ik, maar de deur had Oma van binnen op slot gedaan en de sleutels waren nergens te vinden. Na enig vruchteloos gezoek rammelde Oma het oudste jongetje door elkaar. Het was duidelijk dat hij er meer van wist, maar hij gaf geen krimp. Er zat uiteindelijk niets anders op dan via het keukenraam naar buiten te klimmen met mijn visitetas. Het had wel iets avontuurlijks.

Eenmaal ontsnapt haalde ik opgelucht adem: ‘the verloskundige has left the building’. Uiteraard zou ik hier werk van gaan maken, maar thuis ging ik eerst maar eens uitgebreid in bad! ■

Nyx

Opgesloten

© Ton van de Coevering

Remifentanil staat momenteel sterk in de belangstelling als nieuwe mogelijkheid voor medicamenteuze pijnbe-handeling tijdens de baring. Hier zijn diverse redenen voor aan te voeren. Enerzijds is de belangstelling voor en de vraag naar pijn behandeling tijdens de baring flink toe-genomen, anderzijds zijn er maar een beperkt aantal methoden en middelen beschikbaar voor medicamenteu-ze pijnbehandeling tijdens de baring.

Enkele jaren geleden is door een aanpassing van de Arbo regelgeving het gebruik van Entonox (“lachgas”) in de verloskamer setting vrijwel onuitvoerbaar geworden. Dit op grond van een, overigens niet eenduidig bewezen, risico op miskramen en aangeboren afwijkingen na chro-nische blootstelling van het personeel.

Pethidine wordt al meer dan 40 jaar toegepast tijdens de bevalling. Het grote voordeel ervan is de rela-tieve eenvoud in het gebruik. In de Nederlandse praktijk wordt het meestal intra musculair toegediend. Helaas is pethidine geen effectieve pijnstiller: het veroorzaakt eer-der sedatie dan pijnvermineer-dering. De bijwerkingen zijn fre-quent waarbij sufheid en misselijkheid de lijst aanvoeren.

Ook zijn er neonatale bijwerkingen, waardoor het middel in de laatste 4 uur voor de geboorte beter niet gebruikt kan worden. Andere systemisch

toegediende opiaten presteren qua effectiviteit en bijwer-kingen niet beter dan pethidine[1].

Loco-regionale anesthesie technieken zoals de epidurale

anesthesie zijn qua effectiviteit van pijnbehandeling tij-dens de baring te beschouwen als de gouden standaard.

Toch is epidurale anesthesie helaas niet universeel inpas-baar. Het is een medisch technisch en organisatorisch bewerkelijke methode, die niet altijd en overal 7x24 uur onmiddellijk beschikbaar is. Nadelen van epidurale anesthesie zijn de hogere kans op maternale koorts wat weer kan leiden tot opname en behandeling met antibio-tica van de neonaat. Ook leidt epidurale anesthesie tot een toename van het aantal vaginale kunstverlossingen en is er vaker bijstimulatie van de weeën nodig[2,3].

Wat heeft remifentanil dan te bieden?

Remifentanil is een synthetisch opiaat met een snel intredende krachtige werking (seconden) en een korte halfwaarde tijd (minuten).

Dit betekent dat remifentanil intraveneus moet worden toegediend, de snel intredende werking maakt het moge-lijk om dit te doen met een PCA methodiek. PCA is Patiënt Controlled Analgesia , hierbij kan de barende zelf de benodigde hoeveelheid medicatie bepalen, meestal met behulp van een perfusorpomp met een drukknop. De maximale hoeveelheid medicament die de barende zichzelf kan toedienen wordt door de instellingen van de perfusor-pomp begrensd, zodat overdosering niet mogelijk is.

De mogelijkheid om met een PCA methode te werken is

Remifentanil: nooit meer in smarten