• No results found

Opzetten van een nieuwe casus

In document Auteur: P.M. Bloemendaal S. Eggermont (pagina 88-93)

Ziektebeeld

Met behulp van de DPS kan in principe elk denkbaar ziektebeeld gesimuleerd worden, ziektebeelden die dynamisch verlopen geven echter een extra dimensie aan de casus. Een dynamisch ziektebeeld is een ziektebeeld waarbij de toestand van de patiënt in de loop van de tijd verandert. Dit hoeft niet in een korte tijd te zijn, een casus kan ook enkele maanden of zelfs jaren duren.

Informatie

Voordat met het maken van een casus begonnen kan worden moet informatie verzameld worden over het ziektebeeld. Ten eerste moet hiervoor informatie worden verzameld uit boeken en tijdschriften. Deze informatie is belangrijk om de eigen kennis op te vijzelen en om de feiten over een ziekte te weten te komen. Vervolgens is het goed om eens met een specialist op dit gebied te gaan praten. De arts kent veel voorbeelden uit de praktijk, waardoor de casus realistischer en interessanter wordt.

Selectie

Wanneer u een casus over een bepaalde ziekte maakt, is het belangrijk om niet te vergeten dat het in de casus over 1 patiënt gaat. Deze patiënt is niet een gemiddelde patiënt die alle

mogelijke symptomen van de betreffende ziekte moet hebben, maar deze patiënt is een mens met een voorgeschiedenis en bepaalde lichamelijke eigenschappen waardoor sommige symptomen van een ziekte sterk naar voren zullen komen en andere juist weer niet. De patiënt heeft natuurlijk ook kleine klachten die niet direct met het ziektebeeld te maken hebben. Het is dus heel belangrijk om van te voren een selectie te maken van symptomen die u in de casus wilt verwerken. De arts kan helpen bij het selecteren van een logische

combinatie en samenhang van symptomen. Informatie over het ziektebeeld in het algemeen kan via hyperlinks naar een tutorial worden opgenomen in de nabespreking. In het

commentaarscherm in DPS kunt u hierover ook informatie kwijt.

Schema

Om een casus eenvoudig te kunnen programmeren is het handig om eerst globaal de afwijkingen met de gezonde standaardpatiënt op papier te zetten. Onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn:

- afwijkende antwoorden tijdens de anamnese,

- afwijkingen bij lichamelijk onderzoek en inwendig onderzoek,

- afwijkende beelden op andere afbeeldingsmethoden, zoals echo, computertomografie, röntgenbeelden en dergelijke,

- afwijkende uitslagen van mogelijk laboratorium onderzoek, bloed, urine en dergelijke, - verloop van de ziekte in de tijd,

- therapieën die mogelijk effect hebben op het ziektebeeld, operaties en medicatie, eventueel consulten bij een specialist.

Het is onmogelijk en onnodig om deze lijst kompleet te maken. Tijdens het programmeren en het proefdraaien van de casus zal hieraan nog veel veranderen en uitgebreid worden.

Een schematisch overzicht van het verloop van de casus in de tijd is eigenlijk niet goed te maken omdat het verloop van de casus niet van te voren vast ligt. Wij hebben er daarom voor gekozen een schema te maken in Smartdraw met daarin de belangrijkste gebeurtenissen en de samenhang hiertussen binnen een casus.

Programmeren

Bij het programmeren van een casus is het deels mogelijk om volgens vaste stappen te werk te gaan, bij het implementeren van de symptomen, parameters en operaties is dat echter moeilijk doordat deze aan elkaar gekoppeld moeten worden.

Standaard patiënt kopieren

Elke casus bestaat eigenlijk uit een gewijzigde standaard patiënt. De standaard patiënt is een casus in DPS waarin geen ziektebeeld geïmplementeerd is. Deze patiënt antwoordt dus op alle anamnese vragen dat het goed met hem gaat, vertoont geen afwijkingen op röntgenfoto en andere onderzoeken en alle standaardoperaties kunnen geselecteerd worden.

De database van deze standaard patiënt moeten gekopieerd worden en de naam gewijzigd in de naam van het ziektebeeld. Vervolgens moet in deze gezonde patiënt een ziektebeeld worden geïntroduceerd. Wanneer een schema is gemaakt in smartdraw kan dit opgeslagen worden in dezelfde directory.

Initialisatie

In de initialisatie moeten alle acties worden aangeroepen die voor en na het spelen van de casus plaatsvinden.

In de pretext moet aan de student worden uitgelegd wat de situatie is waarin de patiënt zich bevindt en wat er van de student verwacht wordt in deze casus.

In het init gedeelte moet het verloop van de ziekte van de patiënt in de tijd worden geïntroduceerd. Een handige manier om dit te doen is om hiervoor een nieuwe operatie (“Maak ziek”) en een parameter (“Mate van ziekte”) aan te maken. De operatie moet aangeroepen worden in het init gedeelte van de initialisatie en gekoppeld aan de parameter een dynamisch effect van de ziekte in de tijd geven. Tevens kan hier de locatie van de patiënt worden bepaald, de starttijd van de casus en het al of niet activeren van de doorspoel buttons voor de tijd.

Voorbeeld

[init]

[datetime]7/28/97 12:02 PM[/datetime]

[situation]6[/situation]

[displaygototime]0[/displaygototime]

[operation]Maak ziek door pancreatitis[/operation]

[/init]

In het algemene deel kunt u de minimale en maximale score en kosten opgegeven.

Voorbeeld

[score]

[maxscore]110[/maxscore]

[minscore]-60[/minscore]

[maxcosts]1890.60[/maxcosts]

[mincosts]1513.00[/mincosts]

[/score]

Ten slotte wordt de posttext opgenomen die na het stoppen van de casus wordt afgedrukt in de status. Hierin kunt u bijvoorbeeld verwijzingen naar tutorials opnemen.

Symptomen

De symptomen die bepalend zijn voor de ziekte moeten aan de parameter “Mate van ziekte”

worden gekoppeld. Door hieraan verschillende discrete waarden te verbinden zal het

antwoord van de patiënt of de uitkomst van een onderzoek in de loop van de tijd (wanneer de mate van ziekte toe of afneemt) verschillen. Symptomen waar zeker naar gevraagd moet worden bij het stellen van een juiste diagnose moeten positieve punten krijgen.

Parameters

Wanneer door de ziekte niet alleen symptomen, maar ook parameters worden beïnvloed moeten deze tevens gekoppeld worden aan de parameter “Mate van ziekte”. Dit kan niet via de normale scherminvoer, maar hiervoor moeten regels in de Rules file worden opgenomen.

Voorbeeld

IF ParameterValue "Mate van ziekte bij pancreatitis" >= 50 THEN Calculate Longfunctie "@Mate van ziekte bij pancreatitis" * 1.85 - 73 ; ENDIF

De Parameter “Longfunctie” wordt berekend uit de parameter “Mate van ziekte bij pancreatitis”

Het verloop van parameters kan natuurlijk ook worden gekoppeld aan de operatie “Maak ziek”, of aan andere operaties. Wanneer de waarde van de parameter wel afwijkend is van normaal, maar tijdens de casus niet verandert, kunnen eenvoudig andere waarden voor de parameter worden ingevoerd in het betreffende scherm. Aan parameters die van belang zijn in de casus moet een positieve score toegekend worden.

Operaties

Om een casus te kunnen beëindigen moet er minimaal 1 operatie zijn waardoor de patiënt te genezen is. In de rules moet vervolgens geprogrammeerd worden dat na selectie van deze operatie de casus wordt beëindigd.

Voorbeeld

IF OperationSelect "Laparotomie" THEN

BlockRule ;

Stop ;

ENDIF

De patiënt wordt genezen door de operatie “Laparotomie”, waarna de casus stopt.

Operaties kunnen ook een effect op de mate van ziekte hebben zonder de patiënt direct helemaal te genezen. Deze relatieve effecten moeten door middel van een koppeling tussen deze operatie en de parameter “Mate van ziekte” worden geïntroduceerd. Aan nuttige

operaties moet een positieve score worden toegekend. Om de casus interessanter te maken is het goed om meerdere goede en foute operaties op te nemen waaruit de student moet kiezen.

Synoniemen

Bij het aanmaken van nieuwe symptomen, parameters en operaties is het belangrijk ook de lijst met synoniemen hiervoor aan te vullen. Dit kan via het synoniemen scherm onder het Edit menu, maar ook direct in de schermen tijdens het invoeren.

Rules

In principe kunt u zo ongeveer alles via de rules programmeren. De hoeveelheid rules is echter grotendeels bepalend voor de snelheid van de casus in runtime. Het is dus een goed streven het aantal rules zo klein mogelijk te houden, door alles wat via de standaardinvoer van symptomen, parameters en operaties kan ook hier onder te brengen. Om dezelfde reden moet bij alle rules die maar 1 maal uitgevoerd hoeven te worden altijd een Blockrule worden gebruikt.

De rules file is wel de aangewezen plaats om de casus te stoppen. Dit kan, zoals hierboven genoemd, door een operatie, maar ook doordat bijvoorbeeld een parameter een maximale of minimale waarde overschrijdt.

Voorbeeld

IF Location = 1 AND ParameterValue "Maat van ziekte bij pancreatitis" < 10 THEN

BLOCKRULE ;

Stop ; ENDIF

Als de patiënt zich thuis bevindt en de mate van ziekte kleiner is dan 10 wordt de casus afgebroken

In document Auteur: P.M. Bloemendaal S. Eggermont (pagina 88-93)