• No results found

Dynamische Help

In document Auteur: P.M. Bloemendaal S. Eggermont (pagina 82-86)

Dynamische Help heeft tot doel de student een eindje op weg te helpen wanneer hij vastloopt tijdens het maken van een casus in DPS.

Voor het maken van een casus heeft een student kennis nodig over het probleem waar de casus zich mee bezig houdt. Het kan voorkomen dat de student deze kennis niet of maar ten dele bezit. De student heeft dan een probleem en zal vastlopen tijdens het maken van de casus. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de student wel de diagnose heeft kunnen stellen maar de therapie hierbij niet kent, of niet op de naam van een medicijn kan komen. Of een student kan niet op de juiste diagnose komen, terwijl, wanneer hij deze wel weet, hij een hierbij passend behandelingsplan zou kunnen uitvoeren.

Het Help systeem analyseert het probleem van de student en levert de student gepaste hulp bij het oplossen van dit probleem. Het systeem helpt de student op weg om vervolgens de casus weer zelfstandig verder te maken.

Help niveau’s

Help is in vijf niveau’s onderverdeeld; bespreking van afwijkende onderzoeken uit de status, voorstel voor nader onderzoek, de diagnose, voorstel voor behandeling en een structuur diagram van de casus.

Niveau 1: Bespreking afwijkende onderzoeken uit de status

DPS zoekt in de status naar onderzoek dat aangevraagd is door de student en door het systeem als afwijkend wordt beoordeeld. Tevens moet dit onderzoek niet eerder door het Help systeem besproken zijn om aan bod te kunnen komen. DPS bepaalt of een onderzoek afwijkend is door de parameter te bekijken waaraan dit onderzoek is verbonden. Als de waarde van de parameter zich onder de Normalmin of boven de Normalmax bevindt, wijkt het onderzoek af van normaal en wordt door de Help besproken. Tevens wordt gekeken naar de score voor de parameter of het symptoom. Alleen positieve scores worden meegenomen in de Help, aangezien we de studenten geen foutieve suggesties willen doen. Alle hulp wordt geordend naar groep.type, groep.order en het product van de score en de waarde van de parameter.

Doel van dit Help niveau is de student te wijzen op de afwijkende resultaten van onderzoek dat hij al bij de patiënt heeft gedaan. Aangezien de student in DPS in principe onbeperkt onderzoek kan aanvragen, bestaat de mogelijkheid dat hij door de bomen het bos niet meer ziet en is dit een manier om hem hieruit te helpen. De student wordt ook gewezen op het commentaar dat door de auteur bij deze onderzoeken is opgenomen.

Niveau 2: Voorstel voor nader onderzoek

DPS zoekt naar onderzoek dat afwijkt van normaal en dat de student nog niet heeft gedaan.

DPS berekent de afwijking van normaal op dezelfde manier als bij niveau 1. Van elk

onderzoek wordt het commentaar getoond, maar het onderzoek zelf wordt niet aangevraagd.

Het is aan de student om de suggesties wel of niet uit te voeren. Een onderzoek waarvan Help in dit niveau getoond is, wordt niet meer in niveau 1 besproken.

Niveau 3: De diagnose

Uiteindelijk moet de student op de juiste diagnose komen om een behandelplan te kunnen uitvoeren. De diagnose is standaard niet opgenomen in DPS, maar de tekst voor dit Help

niveau kan worden ingevoerd in de INI file. In deze tekst kan HTML opmaak opgenomen worden met eventuele referenties naar het internet. Bij een niet acute casus kan het

interessant zijn hier een referentie naar een hypertext tutorial aan te maken.

Niveau 4: Voorstel voor behandeling

DPS doet een voorstel van behandeling met effect op de afwijkende parameters. DPS kan uit de database de mogelijke therapieën selecteren die de parameters die buiten de range van Normalmin en Normalmax vallen beïnvloeden. Hierbij wordt dezelfde strategie gebruikt als bij niveau 1 en 2. Mogelijke therapieën worden slechts één keer aan de gebruiker getoond en niet automatisch geselecteerd.

Niveau 5: Diagram van de structuur van een casus

Help aanbieden aan de student

Help kan op drie manieren aan de gebruiker aangeboden worden.

Ten eerste wordt bij het opstarten van een casus een Help pagina aangemaakt die de Help op de vier verschillende niveau’s aanbiedt. Deze pagina is niet standaard opgenomen in het hoofdmenu. Door de standaard pagina van het hoofdmenu te vervangen door een pagina waarin verwezen wordt naar de pagina DPSHelp.html kunt u gebruikers deze pagina aanbieden.

Ten tweede is het mogelijk vanuit elke html pagina direct Help aan te bieden door

commando’s voor de in- en uitvoer interface in de pagina op te nemen. Dit HELP commando kan van een parameter voorzien worden, waarmee direct naar een Helpniveau gesprongen wordt. Door geen parameter door te geven of de parameter ‘0’ wordt Help op het laagst mogelijke niveau aan de gebruiker aangeboden.

De derde manier om Help aan te bieden is via de rules, waarmee Help ook weer op de verschillende niveau’s kan worden aangeboden.

De flow van de Help kan per casus worden aangepast vanuit de INI file. Het commando

MANDATORY verplicht de student de Help in een vaste volgorde af te lopen, waarbij zo laag mogelijk ingestoken wordt qua Help niveau. Standaard staat MANDATORY op true.

Het commando SHOWALL laat in één keer alle hulp zien die DPS mogelijk aan de gebruiker zou kunnen geven. Dit betekent meestal veel Help dialogen en het is verstandig dit alleen als auteur te gebruiken voor debug doeleinden tijdens het maken van een casus. Standaard staat SHOWALL op false.

Het commando ONCE zorgt ervoor dat elk onderzoek in de Help maar één keer aan de

gebruiker getoond wordt. Op deze manier wordt de

gebruiker niet, in verschillende Help niveau’s, twee maal met dezelfde helptekst

geconfronteerd. Aangezien alle hulp in de status wordt opgenomen, is dat ook overbodig. De gebruiker kan altijd weer terugzoeken naar hulp die hem in het verleden getoond is. ONCE staat standaard op true.

Om duidelijk te maken hoe DPS berekent hoe ver parameters afwijken van normaal volgt nu een voorbeeld.

In de afbeelding wordt het invoerscherm van de parameter plasma glucose cito getoond. Dit is een direct opvraagbare parameter (te zien aan de delay van 15 minuten). De waarde van de parameter wordt bij het opstarten van de casus gegenereerd tussen de Min en Max, 22 en 26 mmol/l. De normaal waarde van deze parameter ligt tussen de Normalmin en Normalmax, 3.5 en 5.5 mmol per liter. Wanneer de parameter tijdens de initialisatie op 24 mmol/l gegenereerd wordt is de afwijking van normaal 18.5 (namelijk de waarde van de parameter minus de Normalmax omdat de parameterwaarde zich in dit geval boven het normale bereik bevindt).

De score van de parameter is in dit geval 10, zodat het gewicht voor de Help uitkomt op 185 (score maal afwijking van de parameter van normaal).

Tijdens het spelen van een casus kan de plasma glucose cito beïnvloed wordt door het geven van een kortwerkende insuline, Actrapid. Op de bovenstaande afbeelding ziet u het relatieve effect van Actrapid op de parameter plasma glucose cito in de tijd. In dit geval brengt de therapie Actrapid de plasma glucose cito in 25 minuten 20 mmol/l omlaag. Hierdoor zal de parameterwaarde van plasma glucose cito na 25 minuten 4 mmol/l bereiken. De parameter

valt dan binnen de normale range en heeft dus geen afwijking t.o.v. normaal. Het gewicht voor de Help is dan ook nul geworden. Dit betekent dat de parameter plasma glucose cito op dat moment automatisch uit de Help zal verdwijnen. Wanneer de parameter later weer buiten de normale range valt, keert de bespreking hiervan terug in de dynamische Help.

LET OP:

Wordt een cito waarde aangevraagd bij een laboratoriumaanvraag, dan wordt eerst in de database gekeken of er ook een NIET-CITO aanvraag van het gewenste item bestaat.

Is dat het geval dan wordt de NIET-CITO parameterwaarde opgevraagd, met de delay die bij de cito parameter hoort.

Indien een cito waarde EN een NIET-CITO waarde in een schematisch overzicht van de help terug moeten komen, slaat DPS de CITO waarde over.

In document Auteur: P.M. Bloemendaal S. Eggermont (pagina 82-86)