• No results found

3. Etnografische inhoudsanalyse

3.4. Bespreking van onderzoeksresultaten en kritische reflectie

3.4.5. Oplossingen

De thematische code ‘oplossingen’ omvat de oplossingen die worden voorgesteld in de nieuwsberichtgeving. Doorheen het coderingsproces ontstonden volgende codes: ‘beleidsinitiatieven’, ‘doelen en beloften’, ‘tips aan het publiek’, ‘initiatieven van individuen, bedrijven of sectoren’, ‘samenwerkingsactoren tussen verschillende actoren’ en ‘veranderingen op beleidsniveau’.

In de dataset worden beleidsinitiatieven en veranderingen op beleidsniveau zeker besproken. Zo zijn er de laatste jaren wel degelijk zaken ten goede veranderd, onder meer door een strengere milieuwetgeving, met als laatste overwinning de verplichting vanaf 2021 in Europa toestellen te verkopen die gemakkelijk te demonteren zijn. Evenwel bestaan er nog steeds achterpoorten in de huidige wetgeving (cfr. supra). Daarnaast liggen ook diverse oplossingen in samenwerkingsinitiatieven. Zo werken verschillende politiediensten, milieu-inspecties, overheidsdiensten en sectoren steeds beter samen in België. Ook met regio’s zoals Katanga en Rabat bijvoorbeeld is al een ontwikkelingssamenwerking opgestart.

Verder zijn er ook initiatieven van individuen, bedrijven of sectoren. Greenpeace organiseert bijvoorbeeld geregeld acties om het sluikstorten een halt toe te roepen. Daarnaast zijn er inzamelacties van onder meer scholen en Recupel waarover journalisten bericht geven. Ook het afstudeerproject Phonebloks van Dave Hakkens, waarbij men een gsm als het ware zelf kan bouwen, is een veelbelovend initiatief. Voorts worden ook enkele kunstwerken gemaakt uit e-

40 waste en foto’s, in de kijker gezet. Er wordt dus ook op andere manieren aandacht gegeven aan de e-waste-problematiek, naast louter informatief te rapporteren.

In enkele artikelen worden ook beloften voor de toekomst gemaakt. Zo verkondigen politici en bedrijven hun beleid en vermelden ze hierbij hun plan van aanpak.

Ten laatste worden in enkele artikelen tips gegeven aan het lezerspubliek als oplossing voor de groeiende e-waste stroom. Zoals besproken bij de code ‘individuele consument’ wordt deze heel af en toe geconfronteerd met zijn of haar consumptie- en weggooigedrag.

3.4.6. Beeld

Een etnografische inhoudsanalyse biedt een perspectief om naast tekst ook beeld in mediaberichten systematisch te bestuderen (Altheide, 1996). Het oorspronkelijke doel was dan ook om een thematische code ‘beeld’ te creëren daar de inhoud van krantenartikelen tegenwoordig wordt geïllustreerd met afbeeldingen of video’s. De bijhorende vragen zouden dan ook polsen naar wat en wie wordt afgebeeld. Evenwel bleek dit niet mogelijk met het programma Nvivo12 in combinatie met de artikelen van geselecteerde kranten.

Daar waar sommige milieuproblemen vaak abstract en onzichtbaar zijn, is het e-waste probleem wel deels tastbaar met als gevolg het voorhanden zijn van beeldmateriaal. Het onderzoek van Andersson (2017) naar de representatie van e-waste in televisienieuws stelt dat stortplaatsen van elektronisch afval worden afgebeeld als vreemde, bijna buitenaardse plaatsen met een haast kunstzinnige inslag. Dit vindt zijn plaats bij het criterium culturele proximiteit uit de theorie van Galtung & Ruge (1965), waar een fenomeen een grotere kans heeft om nieuws te worden wanneer het dichter aanleunt bij het culturele leven van een bepaalde regio. Enorme afvalbergen of de ervaring daarmee komen in het typische Westerse straatbeeld bijna niet voor, waardoor bijna geen sprake is van cultureel verwantschap. Enorme afvalbergen van elektronica en de giftige dampen die ontstaan door de verbranding ervan in de groeilanden vormen dus het boegbeeld van de e-waste-problematiek in de mediaberichtgeving. Evenwel is dit mogelijks een ineffectieve manier om de nabijheid en de urgentie van het e-waste-probleem te beklemtonen, aangezien het wordt voorgesteld als iets dat ‘daar’ plaatsvindt en niet bij ons thuis. Om dit als een urgent probleem voor te stellen worden de elektronica-afvalbergen beter afgeschilderd als iets dat inherent is aan onze dagelijkse gewoonten, want door het als vreemd te bestempelen, wordt het urgente aspect van de problematiek ondergraven. Het komt erop neer dat wanneer

41 over de e-waste-problematiek wordt gerapporteerd of voorgesteld, dit op een betekenisvolle manier moet gebeuren en ook gekeken moet worden naar de consumptiecultuur en de productieprocessen van de grote elektronicaproducenten binnen de hedendaagse kapitalistische samenleving (Andersson, 2017).

42

4. Conclusie

Onze consumptiepatronen van elektrische en elektronische apparatuur hebben een schaduwzijde. E-waste of elektronisch afval is de snelst groeiende afvalstroom met wereldwijd zo’n 50 miljoen ton per jaar. Een deel van deze afvalstroom wordt door een strengere milieuwetgeving vaak illegaal en onder het mom van tweedehandsapparatuur geëxporteerd van de rijkere, geïndustrialiseerde landen naar ontwikkelingslanden. Daar wordt het verwerkt met primitieve recyclagemethoden wat enorm schadelijk is voor mens, dier en milieu. Niettegenstaande het schade berokkenende karakter van de overmatige elektronicaconsumptie, is nog steeds weinig discussie over dit onderwerp in de publieke sfeer aanwezig. Er bestaat een gebrek aan bewustzijn en bezorgdheid bij het bredere publiek omtrent ons eigen consumptie- en weggooigedrag van elektronica. Vandaar de centrale onderzoeksvraag van deze masterproef:

Wat zijn de oorzaken, achtergronden en samenhangen waardoor we niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de gevolgen van onze elektronicaconsumptie en de daarbij horende e-waste- problematiek?

Deze masterproef omvat een genuanceerde analyse van de e-waste-problematiek door zowel verklaringen te zoeken in de politieke economie met zijn productie-, consumptie- en weggooigedrag, als in de media-representatie van e-waste. Dit gebeurt vanuit de groen-culturele criminologie, een nieuwe invalshoek van Avi Brisman en Nigel South, waarbij groene criminologen een cultureel criminologische bril opzetten om milieucriminaliteit en -schade te bestuderen. Een cultureel criminologische kijk blijkt relevant door de aandacht die de culturele criminologie wijdt aan geconstrueerde consumptiepatronen en aan de manier waarop milieucriminaliteit en -schade worden geconstrueerd en weergegeven in de media. Volgens Brisman en South moeten groene criminologen massacommunicatiemedia onderzoeken om de afwezigheid van publieke steun en het gebrek aan bezorgdheid met betrekking tot bepaalde milieuproblemen evenals alledaagse milieubelastende gedragingen te begrijpen. De mainstream media zijn immers het communicatiemiddel bij uitstek waarmee de publieke geest wordt gevormd. Daarnaast is het onderzoeken van media relevant omdat ze focussen op specifieke vormen van milieuproblemen en er een zekere selectiviteit in de berichtgeving bestaat.

Relevante domeinen van de groen-culturele criminologie liggen in lijn met de deelvragen van dit wetenschappelijk artikel. Hoofdstuk 2 geeft antwoord op de deelvraag: Welke inzichten

leveren een groen, cultureel en groen-cultureel criminologisch perspectief in het onderzoek naar elektronicaconsumptie en e-waste op vlak van

43 − schade en de betekenis ervan,

− de verantwoordelijkheid van consumptie- en productieprocessen en de

consumptiecultuur van de laatmoderne kapitalistische samenleving

− media-representaties en bewustzijn?

Er is directe en indirecte schade verbonden aan onze elektronicaconsumptie en de enorme hoeveelheid e-waste als gevolg hiervan. Zo zijn er tal van milieuproblemen, gezondheidsproblemen en sociale problemen mee gemoeid. Schade wordt bovendien niet beperkt tot de mens, maar ook het milieu en dierlijke wezens kunnen het slachtoffer zijn van de consumptie- en productieprocessen van elektronica. Het plaatje kan echter nog ingewikkelder, doordat dat sommige actoren die deelnemen aan de handel in e-waste heel verschillende conceptualisaties van schade hebben. Het begrijpen van de velerlei betekenissen is dus ook van belang in het aanpakken van de e-waste problematiek.

Door het aannemen van dit breed schadebeginsel kan de complexiteit van de e-waste problematiek met zijn diverse oorzaken, daders en verantwoordelijkheden ondervangen worden. Zo zijn niet alleen verschillende legale en illegale actoren, zoals afvalsmokkelaars, bedrijven en overheden direct betrokken, maar ook de individuele consument met zijn consumptiegedrag. Evenwel heeft deze masterproef niet de bedoeling met de vinger naar de consument te wijzen, maar eerder de verantwoordelijkheid bloot te leggen van onderliggende systemische processen, zoals het kapitalistisch systeem, productie- en consumptieprocessen en de dynamieken van externalisering tussen the Global North en the Global South.

Het kapitalistisch systeem aanvaardt dat productie- en consumptieprocessen eindigen in afval en laat externalisering van schade naar ontwikkelingslanden toe. Kenmerkend aan de productieprocessen zijn geplande veroudering, het snel vernieuwen van producten, het bewust niet gemakkelijk te demonteren maken van de toestellen en het versnellen van gecreëerde cycli van modetrends. Marketingstrategieën inherent aan de consumptiecultuur vormen hier de drijvende krachten in de creatie van nieuwe noden en het geven van betekenis. Hierdoor blijft de consument nieuwe snufjes vragen en aankopen, met als gevolg het voortijdig afdanken van de oude toestellen. De productie en uitvoer van e-waste weerspiegelt dus de structuur van het globale kapitalistische systeem en de contrasten tussen Noord en Zuid, tussen machtigen en machtelozen en tussen rijk en arm, waarbij afval steevast (vooral) door deze eersten geproduceerd wordt en bij deze laatsten eindigt.

44 Voorts wordt afval in ontwikkelde landen veelal geassocieerd met vuil en onbruikbaarheid, wat de consument opnieuw naar de markt beweegt om ‘het nieuwe’ te consumeren. Maar wat voor sommigen afval is, is een bron van inkomsten voor mensen in andere uithoeken van de wereld. Desalniettemin creëert het kapitalisme een grenzeloze consumptie voor bevoordeelden en degradeert het anderen tot het opruimen van de gevolgen ervan in onveilige en ongezonde omstandigheden.

Ondanks deze sociale en milieuschade door massaconsumptie, blijft toch de bereidheid van de consument om meer dan nodig te consumeren. Dit weerspiegelt zowel de mentaliteit die ontstaat te midden de oppervlakkige, egocentrische bevredigingen van de consumptiecultuur als de macht die deze cultuur bezit. De cultuur van consumptie trekt als het ware een gordijn van betekenissen en percepties op waardoor de sociale en milieuschade uit de schijnwerpers gehouden wordt. De wereldwijde scheiding tussen consumenten, producenten en e-waste stortplaatsen en de consumptiecultuur van vandaag kunnen dan ook een verklaring zijn voor het gebrek aan bewustzijn omtrent de schadelijke gevolgen van de overconsumptie van e- goederen.

Evenwel leven we in een gemediatiseerde samenleving waardoor we meer dan ooit op de hoogte zijn van gebeurtenissen die zich afspelen aan de andere kant van de wereld. Weliswaar zijn mediabeeldvormingen eerder constructies van de realiteit dan een reflectie ervan. Hoofdstuk 3 geeft antwoord op de vraag: Op welke manier geven Vlaamse kranten de e-waste-problematiek weer op het vlak van schade, verantwoordelijkheid, bronnen, focus, oplossingen en beeld? Dit

gebeurt door middel van een etnografische inhoudsanalyse, een kwalitatieve methode die toelaat patronen en accenten in nieuwsmedia, in casu vier Vlaamse kranten, te ontdekken. Dit zijn de meest centrale resultaten:

Op het vlak van de representatie van schade ten gevolge van e-waste blijkt een antropocentrische ecofilosofie. De focus ligt overwegend op schade aan mensen, minder op schade aan het milieu en al helemaal niet op schade aan dieren. Zo wordt schade aan dieren nooit direct vermeld en wordt milieuschade op een oppervlakkige en minderwaardige positie tegenover schade aan mensen besproken. Weliswaar moet in nieuwsmedia een meer ecocentrische visie nagestreefd worden, waarbij de mens op gelijke voet staat met andere levende organismen en de nadruk ligt op verantwoordelijkheid nemen.

45 Aangaande de focus in de artikelen blijkt dat journalisten het groeiende probleem van e-waste zeker erkennen en communiceren naar het bredere publiek. Evenwel wordt het vaak weergegeven als de simpele uitvoer van e-waste van rijke landen naar armere landen, wat in se klopt, maar in de praktijk veel complexer is omdat onderliggende oorzaken en verantwoordelijkheden in mindere mate besproken worden.

Wat betreft de verantwoordelijkheid voor de e-waste problematiek, worden de actoren die gelinkt zijn met de illegale handel in elektronisch afval ook vermeld in de krantenartikelen. De verantwoordelijkheid van de individuele consument en de systemische processen daarentegen worden veel minder aangeduid. Zo wordt de consument slechts in een handvol artikelen geconfronteerd met zijn consumptiegedrag en verbinden slechts enkele journalisten het enorm consumptie- en weggooigedrag met onderliggende consumptieprocessen en de consumptiecultuur. Het politiek-economisch systeem, met name het kapitalisme, wordt ook zelden aangeduid als onderliggende oorzaak van de elektronicaconsumptie en de e-waste problematiek. Aangaande systemische processen leggen journalisten de meeste verantwoordelijkheid bij de elektronicaproducenten en de productieprocessen. Dit is een goede noodzakelijke, maar onvoldoende stap, want zo komt de verantwoordelijkheid onvoldoende bij het kapitalisme en de consumptieprocessen en -cultuur te liggen.

Journalisten geven het meeste stem aan bronnen uit ontwikkelde landen en slechts uitzonderlijk aan bronnen uit groeilanden. Deze ondervertegenwoordiging in de nieuwsberichtgeving van regio’s die kampen met de onmiddellijke dreiging van ecologische rampen, duidt op het nog steeds aanwezig zijn van een structureel Westers etnocentrisme. Mensen uit groeilanden moeten ook een stem krijgen in het debat zowel in de media als daarbuiten. Daarnaast laten journalisten het meest beleidsvertegenwoordigers, vertegenwoordigers van bedrijven en experten aan het woord. Dit benadrukken is van belang om de invloed die politieke elites en machtige bedrijven bezitten niet uit het oog te verliezen.

Met betrekking tot het beeld in mediaberichten, vormen enorme afvalbergen van elektronica het boegbeeld van de e-waste-problematiek. Evenwel is dit een ineffectieve manier om de nabijheid en de urgentie van het e-waste-probleem te kaderen, aangezien het de indruk geeft dat het probleem zich ‘ginds’ situeert en dit zijn oorsprong niet vindt bij ons thuis in ons dagelijkse leven. Wanneer over de e-waste-problematiek wordt gerapporteerd, moet ook worden verwezen naar de consumptiecultuur en de productieprocessen van onze hedendaagse kapitalistische samenleving. De media kunnen helpen bij de bewustwording van de

46 problematiek aangezien een verklaring niet alleen te vinden is in het gebrek aan informatie, maar ook in de manier waarop deze informatie wordt weergegeven. Bijgevolg kan dit een eerste stap betekenen op weg naar een duurzaam consumptiepatroon van elektronica.

Suggesties voor verder onderzoek situeren zich op het vlak van bewustzijn en weggooigedrag van consumenten omtrent hun elektronisch afval en op het vlak van de productie van de mediaberichtgeving zelf. Hoe lezers reageren op de inhoud van krantenartikelen en hoe ze de e-waste-problematiek zelf framen, zijn ook materie voor verder onderzoek.

47

Bibliografie

Boeken

Altheide, D. L. (1996). Qualitative media analysis. Thousand Oaks: Sage.

Altheide, D. L., & Schneider C. J. (2013). Qualitative media analysis (2nd ed.). Londen: Sage

Bisschop, L., & Vande Walle, G. (2013). Environmental victimization and conflict resolution: a case study of e-waste. In T. Wyatt, R. Walters, & D. Westerhuis (Red.), Debates in

green criminology: power, justice and environmental harm (pp. 34-54). Basingstoke,

UK: Palgrave Macmillan.

Brisman, A., & South, N. (2014). Green cultural criminology: constructions of environmental

harm, consumerism, and resistance to ecocide. Abingdon, Oxon: Routledge.

Brisman, A., & South, N. (2017). Consumer technologies, crime and environmental implications. In M. R. McGuire & T. J. Holt (Red.), The Routledge handbook of

technology, crime and justice (pp. 310-324). New York: Routledge.

Corbett, J. B. (2006). Communicating Nature: How We Create and Understand

Environmental Messages. Washington: Island Press.

Decorte, T. (2016). Kwalitatieve data-analyse. In T. Decorte & D. Zaitch (Red.), Kwalitatieve

methoden en technieken in de criminologie (pp. 463-512). Leuven: Acco.

Ferrell, J. (2013). Tangled Up in Green. In N. South & A. Brisman (Red.), Routledge

international handbook of green criminology (pp. 349-364). New York: Routledge.

Ferrell, J. (2020). Consumed by the crisis: Green criminology and cultural criminology. In A. Brisman & N. South (Red.), Routledge international handbook of green criminology (pp. 638-657). New York: Routledge.

48 Ferrell, J., Hayward, K., & Young, J. (2008). Cultural Criminology: An Invitation. Londen:

Sage.

Greer, C. (2013). Crime and Media: Understanding the Connections. In C. Hale, K. Hayward, A. Wahadin & E. Wincup (Red.), Criminology (3rd ed.). Oxford: Oxford University Press.

Hillyard, P., Pantazis, C., Tombs, S., & Gordon, D. (Red.). (2004). Beyond criminology:

Taking harm seriously. Londen: Pluto Press.

Hodgetts, D., & Chamberlain, K. (2014). Analysing News Media. In U. Flick (Red.), The

SAGE Handbook of Qualitative Data Analysis. Londen: Sage.

Lury, C. (2011). Consumer Culture (2nd ed.). Cambridge: Polity.

Lynch, M. J. (2020). Green criminology and the working class: Political ecology and the expanded implications of political economic analysis in green criminology. In A. Brisman & N. South (Red.), Routledge international handbook of green criminology (pp. 433-448). New York: Routledge.

Lynch, M. J., & Stretesky, P. B. (2013). Green criminology. In F. T. Cullen & P. Wilcox (Red.), The Oxford Handbook of Criminological Theory (pp. 625-645). New York: Oxford University Press.

Lynch, M.J., Long, M. A., & Stretesky, P.B. (2019). Green Criminology and Green Theories

of Justice: An Introduction to a Political Economic View of Eco-Justice. Cham:

Palgrave Macmillan.

South, N., & Brisman, A. (2012). Critical green criminology, environmental rights and crimes of exploitation. In S. Winlow & S. Atkinson (Red.), New Directions in Crime and

49 South, N., Brisman, A., & Beirne, P. (2013). A guide to a green criminology. In N. South &

A. Brisman (Red.), Routledge international handbook of green criminology (pp. 27- 42). New York: Routledge.

Stretesky, P. B., Long, M. A., & Lynch, M. J. (2014). The Treadmill of Crime. New York: Routledge.

van Herk, W., & Bisschop, L. (2020). E-waste in the twilight zone between crime and

survival. In A. Brisman & N. South (Red.), Routledge international handbook of green

criminology (pp. 403-420). New York: Routledge.

White, R. (2013a). Green criminology. In E. McLaughlin & J. Muncie (Red.), The Sage

Dictionary of Criminology (pp. 208-210). Londen: Sage.

White, R. (2013b). Crimes against nature: environmental criminology and ecological justice. New York: Routledge.

Zaitch, D., Mortelmans, D., & Decorte, T. (2016). Etnografie en participerende observatie. In T. Decorte & D. Zaitch (Red.), Kwalitatieve methoden en technieken in de

criminologie (pp. 255-320). Leuven: Acco.

Tijdschriftartikelen

Altheide, D. L. (1987). Reflections: Ethnographic Content Analysis. Qualitative sociology,

10(1), 65-77.

Andersson, L. (2017). Where Technology Goes to Die: Representations of Electronic Waste in Global Television News. Environmental Communication, 11(2), 263-275.

Bisschop, L. (2012). Is it all going to waste? Illegal transports of e-waste in a European trade hub. Crime, Law and Social Change, 58(3), 221-249

50 Bisschop, L. (2014a). Elektronisch afval op de grens tussen legaal en illegaal. In D. Boels,

L. Bisschop, E. Kleemans, & K. Van der Vijver K. (Red.), Cahiers Politiestudies

Illegale en informele economie, 29, 131-146. Antwerpen: Maklu

Bisschop, L. (2014b). How e-Waste Challenges Environmental Governance. International

Journal for Crime, 3(2), 82-96.

Bisschop, L. (2016). Uitdagingen voor de toekomst van de (groene) criminologie. Tijdschrift

voor Criminologie, 58(3), 87-98.

Bisschop, L., & Boekhout van Solinge, T. (2016). Van twijgje tot tak: een geschiedenis van de groene criminologie. In Janine Janssen, T. Boekhout van Solinge, L. Bisschop, & P. De Baets (Red.), Cahiers politiestudies, 38, 17-40. Antwerpen: Maklu

Bisschop, L., & Huisman, W. (2016). Afvalcriminaliteit vanuit drie criminologische

perspectieven: implicaties voor preventie en controle. In Janine Janssen, T. Boekhout van Solinge, L. Bisschop, & P. De Baets (Red.), Cahiers Politiestudies, 38, 111–137. Antwerpen: Maklu.

Borthakur, A., & Govind, M. (2017). Emerging trends in consumers’ E-waste disposal behaviour and awareness: A worldwide overview with special focus on India.

Resources, Conservation and Recycling, 117, 102-113.

Brisman, A. (2014). Of theory and meaning in green criminology. International Journal for

Crime, Justice and Social Democracy, 3(2), 21-34.

Brisman, A., & South, N. (2013). A green-cultural criminology: An exploratory outline.

Crime, Media, Culture, 9(2), 115-135.

Cecere, G., & Martinelli, A. (2017). Drivers of knowledge accumulation in electronic waste management: An analysis of publication data. Research Policy, 46(5), 925-938.

Christensen, M., & Nilsson, A. E. (2018). Media, Communication, and the Environment in Precarious Times. Journal of Communication, 68(2), 267-277.

51 Dey, B. L., Yen, D., & Samuel, L. (2020). Digital consumer culture and digital acculturation.

International Journal of Information Management, 51.

Ferrell, J. (1999). Cultural criminology. Annual review of sociology, 25(1), 395-418.

Ferrell, J. (2007). For a ruthless cultural criticism of everything existing. Crime, Media,

Culture, 3(1), 91-100.

Firat, A., Kutucuoglu, K. Y., Saltik, I. A., & Tunçel, O. (2013). Consumption, consumer culture and consumer society. Journal of Community Positive Practices, 8(1), 182- 203.

Fitzgerald, A., & Baralt, L.B. (2010). Media constructions of responsibility for the production and mitigation of environmental harms: The case of mercury-contaminated fish.

Canadian Journal of Criminology and Criminal Justice, 52(4), 341-368.

Galtung, J., & Ruge, M. H. (1965). The Structure of Foreign News. The Presentation of the Congo, Cuba and Cyprus Crises in Four Norwegian Newspapers. Journal of peace

research, 2(1), 64-91.

Good, J. E. (2016). Creating iPhone Dreams: Annihilating E-waste Nightmares. Canadian

Journal of Communication, 41(4), 589-610.

Halsey, M., & White, R. (1998). Crime, ecophilosophy and environmental harm. Theoretical

criminology, 2(3), 345-371.

Huisman, W., & Weerman, F. M. (2012). ‘Groene’ criminologie en de hernieuwde aandacht voor milieucriminaliteit. Delikt en Delinkwent (Rubriek Criminologie), 42(7), 629- 635.

52 McCarthy, M., Brennan, M., De Boer, M., & Ritson, C. (2008). Media risk communication –

what was said by whom and how was it interpreted. Journal of Risk Research, 11(3), 375-394.

Mejame, P., Kim, Y., Lee, D., & Lim, S. (2018). Effect of technology development on

potential environmental impacts from heavy metals in waste smartphones. Journal of

Material Cycles Waste Management, 20(1), 100-109.

Petintseva, O. (2015). Boekbespreking: Cultural Criminology. An Invitation (2de ed.).

Panopticon.

Perkins, D., Drisse, M., Nxele, T., & Sly, P. (2014). E-waste: A Global Hazard. Annals of

Global Health, 80(4), 286-295.

Pickren, G. (2014). Geographies of E-waste: Towards a Political Ecology Approach to E- waste and Digital Technologies. Geography Compass, 8(2), 111-124.

Robinson, B. H. (2009). E-waste: an assessment of global production and environmental impacts. Science of the total environment, 408(2), 183-191.

Ruggiero, V., & South, N. (2013). Green criminology and crimes of the economy: theory, research and praxis. Critical Criminology, 21, 359-373.

Scheepmaker, M. (2012). Voorwoord. Justitiële Verkenningen, 38(2), 5-8.

Van Erp, J., & Huisman, W. (2010). Smart regulation and enforcement of illegal disposal of

GERELATEERDE DOCUMENTEN