• No results found

Het niet opleggen van een verplichting tot gescheiden boekhouding in de markt voor

563. De Commissie nodigt het college in haar opmerking III.4 uit om aan KPN de verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding op te leggen in de markt voor hoge kwaliteit

wholesale-breedbandtoegang, om de naleving van de verplichting tot non-discriminatie te kunnen controleren. Volgens de Commissie zou deze verplichting ervoor moeten zorgen dat de wholesaleprijzen en de interne verrekeningsprijzen van KPN voor hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang zichtbaar worden.

564. Het college is het met de Commissie eens dat de verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding inzicht kan geven in de naleving van de verplichting tot

non-discriminatie. De verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding houdt in dat KPN jaarlijks een rapportage dient op te leveren waarin de opbrengsten en kosten van toegang die KPN aan haar eigen retailbedrijf en aan andere aanbieders levert, gescheiden zijn van de opbrengsten en kosten van de overige activiteiten van KPN.168 KPN dient deze gescheiden financiële rapportage jaarlijks uiterlijk in de eerste week van de maand mei volgend op het verslagjaar waarop de rapportage betrekking heeft, op te leveren.

565. Voor het opstellen van een gescheiden financiële rapportage is een kostentoerekeningssysteem nodig. KPN zou over een dergelijk kostentoerekeningssysteem ten aanzien van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang beschikken indien het college de verplichting tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven aan KPN op zou leggen. Het college legt ten aanzien van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang echter geen verplichting tot het hanteren van

kostengeoriënteerde tarieven op, zodat het voor de gescheiden boekhouding benodigde kostentoerekeningssysteem niet aanwezig is. Het college vindt het niet proportioneel als KPN alleen met het oog op het voeren van een gescheiden boekhouding ten aanzien van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang een kostentoerekeningssyteem zou moeten ontwikkelen. Daarom concludeert het college dat de verplichting tot het voeren van een gescheiden

boekhouding in deze markt niet proportioneel is.

566. Het college onderschrijft echter wel het standpunt van de Commissie dat het belangrijk is om toe te zien op de naleving van de verplichting tot non-discriminatie. In dit verband wijst het college

167 Het college gaat hier verder op in, in zijn reactie op de opmerkingen van de Commissie over de marktanalyse ontbundelde toegang. Zie hiervoor hoofdstuk 9 van het besluit analyse van de markt voor ontbundelde toegang (OPTA/BO/2005/203431).

erop dat hij in dit besluit aan KPN een algemene transparantieverplichting en een verplichting tot het bekendmaken van een referentieaanbod oplegt. Het college zal deze informatie gebruiken om de naleving van de non-discriminatieverplichting te controleren. In aanvulling daarop zal het college een meer toegesneden vorm van monitoring op de markt voor hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang toepassen. Het college heeft op basis van de Tw instrumenten om de

naleving van de verplichting tot non-discriminatie te controleren. Zo kan het college op grond van artikel 18.7 van de Tw inlichtingen vorderen voor een juiste uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Tw.

567. Het college zal de komende tijd KPN periodiek verzoeken informatie te verstrekken over de volumes die KPN aan zichzelf en aan om toegang verzoekende aanbieders levert, alsmede de tarieven die zij hiervoor in rekening heeft gebracht. Deze informatie kan tezamen met de verplichting tot het bekendmaken van een referentieaanbod inzicht geven in het antwoord op de vraag of KPN de verplichting tot non-discriminatie naleeft. Deze aanpak heeft tevens als voordeel dat informatie sneller beschikbaar komt dan wanneer deze informatie verzameld moet worden op basis van een verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding. Indien blijkt dat KPN de verplichting tot non-discriminatie niet naleeft, kan het college met behulp van handhavingsinstrumenten, die hem op basis van de Tw ter beschikking staan, afdwingen dat KPN haar verplichting tot non-discriminatie wel naleeft. Het college merkt daarover op dat hij in het verleden ook op vergelijkbare basis heeft afgedwongen dat KPN hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang is gaan leveren aan derde partijen.

568. Concluderend is het college het met de Commissie eens dat de verplichting tot non-discriminatie een belangrijke verplichting is, die nageleefd dient te worden. Het college vindt het echter niet proportioneel om in dit verband aan KPN de verplichting tot voeren van een gescheiden boekhouding op te leggen. Wel zal het college goed monitoren of KPN de verplichting tot non-discriminatie naleeft en handhavend optreden indien blijkt dat dit niet het geval is.

10 Besluit

569. Het college heeft op grond van artikel 6a.1 van de Tw onderzocht welke markten overeenkomen met de in de aanbeveling van de Commissie vermelde markt voor wholesale-breedbandtoegang.

570. Het college definieert wholesale-breedbandtoegang als een wholesaledienst die bestaat uit de levering aan wholesale-afnemers van transmissiecapaciteit met een flexibele of variabele capaciteit (bandbreedte) met een stroomafwaartse capaciteit van meer dan 128kbit/s van de locatie van afname naar de eindgebruikerslocatie.

571. Het college heeft geconcludeerd dat de markt voor wholesale-breedbandtoegang bestaat uit twee afzonderlijke relevante markten die zich beide uitstrekken over geheel Nederland. De producten met een overboekingsfactor van 1:1 tot en met 1:20 behoren tot de markt voor hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang. Producten met een overboekingsfactor lager dan 1:20 behoren tot de markt voor lage kwaliteit wholesale-breedbandtoegang.

572. Het college heeft op grond van artikel 6a.1 van de Tw onderzocht of deze markten daadwerkelijk concurrerend zijn en op grond van artikel 6a.2, eerste lid, van de Tw of op ieder van deze

markten een onderneming actief is die beschikt over een aanmerkelijke marktmacht.

573. Het college heeft geconcludeerd dat de markt voor lage kwaliteit wholesale-breedbandtoegang daadwerkelijk concurrerend is en dat geen partij op deze markt beschikt over een aanmerkelijke marktmacht.

574. Het college heeft geconcludeerd dat de markt voor hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang niet daadwerkelijk concurrerend is. Het college concludeert dat KPN op deze markt beschikt over een aanmerkelijke marktmacht als bedoeld in artikel 6a.2, eerste lid, van de Tw.

575. Gelet op het ontbreken van daadwerkelijke concurrentie op de markt voor hoge kwaliteit

wholesale-breedbandtoegang en de aanmerkelijke marktmacht van KPN op deze markt, legt het college de volgende verplichtingen aan KPN op.

i. KPN dient op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.6, eerste lid, van de Tw te voldoen aan redelijke verzoeken om hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang en bijbehorende faciliteiten.

ii. KPN dient in verband met de onder i. genoemde toegangsverplichting op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.6, tweede lid, van de Tw:

(a) Aanbieders van elektronische communicatiediensten toegang te verlenen tot die netwerkelementen of faciliteiten die noodzakelijk zijn voor het afnemen van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang tot het aansluitnetwerk teneinde

elektronische communicatiediensten aan te kunnen bieden.

(b) Aanbieders die bijbehorende diensten en faciliteiten te bieden die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de levering van elektronische communicatiediensten op

basis van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang. Het gaat hierbij in elk geval om de volgende diensten en faciliteiten.

– Co-locatie, koppelkabels of andere vormen van gedeeld gebruik van

faciliteiten (inclusief gedeeld gebruik van kabelgoten, gebouwen of masten); – Open toegang tot technische interfaces, protocollen of andere

kerntechnologieën die onmisbaar zijn voor de interoperabiliteit; – Toegang tot operationele ondersteuningssystemen of vergelijkbare

softwaresystemen die nodig zijn om eerlijke concurrentie bij het aanbieden van elektronische communicatiediensten te waarborgen.

(c) Reeds verleende toegang tot faciliteiten niet in te trekken tenzij voortgezette verlening van toegang redelijkerwijs niet van KPN mag worden verlangd. KPN dient een voornemen tot intrekking vooraf, met een termijn van minimaal drie maanden voorafgaande aan de voorgenomen datum van intrekking, aan het college te overleggen.

(d) Te goeder trouw te onderhandelen met aanbieders die verzoeken om toegang. (e) Hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang aan te bieden voor wederverkoop

door aanbieders van elektronische communicatiediensten.

iii. Op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.6, derde lid, van de Tw verbindt het college de volgende voorschriften betreffende billijkheid, redelijkheid en opportuniteit aan vorenbedoelde toegangsverplichting:

(a) KPN dient een invulling aan verzoeken voor toegang betreffende hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang te hanteren die voor aanbieders een efficiënte koppeling mogelijk maakt. Toegang en bijbehorende faciliteiten mogen niet zodanig zijn ontworpen dat effectief gebrui ervan wordt belemmerd; (b) KPN dient te voldoen aan redelijke verzoeken om hoge kwaliteit

wholesale-breedbandtoegang inzake toegangsvormen die KPN niet voor haar eigen (retail)dienstverlening gebruikt;

(c) KPN dient geen gebruiksbeperkingen op te leggen zonder objectiveerbare reden; (d) KPN dient kenbare technische voorwaarden/standaarden te hanteren ten aanzien

van het netwerk en/of de toegangsdienst en bijbehorende faciliteiten; (e) KPN dient hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang zo spoedig als

redelijkerwijs mogelijk te leveren;

(f) KPN dient verzoeken om hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang tijdig en adequaat in behandeling te nemen en zonodig met de om toegang verzoekende partij te bespreken. Een reactie op het verzoek om toegang dient binnen een redelijke termijn aan de om toegang verzoekende partij verstrekt te worden; (g) KPN dient informatie die een toegang verzoekende partij nodig heeft om een

voldoende gespecificeerd verzoek om hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang te kunnen doen, desgevraagd tijdig en volledig te verstrekken.

(h) KPN dient een redelijke kwaliteit van dienstverlening te leveren, inclusief redelijke leveringstermijnen. KPN dient in elk geval een minimum kwaliteit te garanderen aan de hand van service niveaus voor bestelling, levering, exploitatie en onderhoud van diensten. Dit houdt in het hanteren van expliciete

voor de minimum serviceniveaus en een hieraan gekoppeld boetebeding in geval van niet-nakoming van de gestelde kwaliteitsniveaus;

(i) KPN dient een procedure op te stellen voor het behandelen van verzoeken om nieuwe vormen van hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang en deze in haar referentie-aanbod op te nemen. In deze procedure moet onder meer geregeld zijn: - dat binnen een redelijke termijn gereageerd wordt op een verzoek om

toegang;

- dat KPN, indien een verzoek onvoldoende gespecificeerd is, aangeeft op welke punten een verzoek aangevuld dient te worden;

- dat KPN een naar haar oordeel niet-redelijk verzoek, gemotiveerd afwijst waarbij zij aangeeft op welke wijze sprake is van technische onhaalbaarheid of de noodzaak om de integriteit van het netwerk te handhaven; en

- op welke wijze KPN in onderhandeling treedt met een partij indien er nadere afspraken gemaakt dienen te worden over de gevraagde vorm van toegang; (j) KPN mag geen onredelijke voorwaarden verbinden aan het verlenen van hoge

kwaliteit wholesale-breedbandtoegang;

(k) KPN dient te verzekeren dat verschillende producten betreffende hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang niet onnodig gebundeld worden aangeboden, teneinde te voorkomen dat afnemers moeten betalen voor onderdelen of faciliteiten die niet nodig zijn om de beoogde toegang af te nemen;

(l) KPN mag informatie die op basis van verzoeken voor toegang betreffende hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang wordt verkregen, slechts gebruiken voor dat doel en niet voor andere doeleinden;

iv. Op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.8 van de Tw dient KPN toegang tot hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang en bijbehorende faciliteiten onder gelijke omstandigheden onder gelijke voorwaarden te leveren. Deze verplichting houdt tevens in dat KPN gelijke voorwaarden toepast als die welke onder gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf, haar dochtermaatschappijen of haar partnerondernemingen. Hieronder wordt tevens verstaan dat KPN benodigde informatie niet sneller en/of completer verleent aan haarzelf dan aan een concurrerende onderneming.

v. Op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.9, eerste en tweede lid, van de Tw dient KPN binnen 30 dagen na inwerkingtreding van dit besluit informatie met betrekking tot hoge kwaliteit wholesale-breedbandtoegang en bijbehorende faciliteiten in een referentie-aanbod bekend te maken en deze regelmatig bij te werken. KPN dient daartoe de minimumlijst zoals is beschreven in randnummer 350 van dit besluit op te nemen in het referentieaanbod alsmede de onder ii., iii. en iv. genoemde voorschriften in het referentieaanbod uit te werken. Op grond van artikel 6a.2 van de Tw juncto artikel 6a.9, vijfde lid, van de Tw dient KPN het referentieaanbod in ieder geval op zijn website te publiceren. Daarnaast dient KPN een afschrift van het referentieaanbod en van elke wijziging hiervan aan het college te verstrekken.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,

mr. C.A. Fonteijn, voorzitter

Beroepsmogelijkheid

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven te Den Haag.

Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021,2500 EA ’s-Gravenhage.

Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij de griffie van het College, telefonisch bereikbaar op (070) 381 39 10 of (070) 381 39 30.