4. Methodologisch kader
4.1.3 Operationalisatie
Zoals het conceptueel model in paragraaf 3.1.6 laat zien, wordt de bereidheid van de
vergunningaanvrager om participatie te organiseren mogelijk verklaard door het soort motief dat hij heeft, door het bezit van menselijk en sociaal kapitaal en door sociaal-demografische
kenmerken. Hieronder wordt verduidelijkt welke werkdefinities voor deze factoren worden gebruikt, welke dimensies deze factoren hebben en welke indicatoren worden gebruikt om deze dimensies te meten. Deze indicatoren zijn omgezet in items, oftewel de vragen die gesteld zijn aan voormalige vergunningaanvragers. In de tabellen hieronder is ook weergeven hoe er op deze items gescoord kan worden.
Bereidheid = de wil van een binnenplanse vergunningaanvrager om participatie van belanghebbenden te organiseren bij zijn volgende vergunningaanvraag.
Tabel 2: Vergelijking steekproefpopulatie met onderzoekspopulatie
Onderzoeks- populatie (%) Steekproef (%) Geslacht Man 49,22 71,98 Vrouw 50,78 28,92 Leeftijd 20-40 33,96 39,56 41-60 37,78 47,25 61-80 28,46 13,19 Opleidin g Lbo/vmbo 22,50 1,33 Mavo/mbo 30,41 17,33 Havo/vwo 10,81 4,00 Hbo/vwo 36,27 77,33 Inkomen 1000-2500 50,72 36,78 2500-5000 28,90 56,32 5000-hoger 20,38 6,90
Dimensies Indicatoren Items Score s
De vergunningaanvrager zou bij een volgende vergunningaanvraag met belanghebbenden overleggen over zijn plan.
Zou u bij een volgende vergunningaanvraag met
belanghebbenden overleggen over uw plan?
Ja Nee
Dimensies Indicatoren Items Scores
Informeren De
vergunningaanvrager zou
belanghebbenden met een bepaalde intensiteit betrekken. In hoeverre zou u dan met belanghebbende n overleggen?
Nadat ik mijn plan heb gemaakt, zou ik hen alleen informeren hierover.
Raadplegen Nadat ik mijn plan heb gemaakt, zou ik naar hun mening vragen, maar hier niet per se mijn plan op aanpassen.
Adviseren Nadat ik mijn plan heb gemaakt, zou ik naar hun mening vragen en hier sowieso mijn plan op aanpassen.
Coproduceren Ik zou hen vanaf het begin uitnodigen om samen met mij het plan te maken.
Beslissen Ik zou het maken van mijn plan vanaf het begin helemaal aan hen overlaten.
Tabel 3: Dimensies, items en scores van de factor bereidheid
Motief = de reden waarom de binnenplanse vergunningaanvrager participatie met belanghebbenden (toch) zou organiseren bij zijn volgende vergunningaanvraag.
Dimensies Indicatoren Items Scores
Intrinsiek- vrijwillig
De
vergunningaanvrager heeft een bepaalde reden om te overleggen met belanghebbenden over zijn plan.
Wat zouden voor u redenen zijn om (toch) te
overleggen met belanghebbende n over uw plan?
Omdat ik het leuk vind als ik daarmee (nieuwe) mensen leer kennen.
Omdat ik het niet leuk vind als mijn band met bepaalde mensen zou verslechteren. Extrinsiek -
vrijwillig
Omdat ik het persoonlijk belangrijk vind dat mensen hun mening kunnen geven over mijn plan.
Omdat ik het persoonlijk belangrijk vind dat mijn plan niet nadelig uitpakt voor mensen. Als de gemeente daardoor sneller een besluit kan nemen over mijn plan. Als mensen daardoor minder snel tegen mijn plan zullen zijn.
Extrinsiek - dwang
Als ik daarmee aan de wens van de gemeente kan voldoen.
Als ik daarmee een voorbeeld voor andere vergunningaanvragers kan zijn.
Tabel 4: Dimensies, items en scores van de factor motief
Menselijk kapitaal = de kennis van zaken, vaardigheden, tijd en middelen die een binnenplanse vergunningaanvrager bezit en kan inzetten bij het organiseren van participatie.
Kennis over belanghebbende n
De vergunningaanvrager denkt kennis te hebben van het begrip ‘belanghebbenden’ in de context van de Omgevingswet.
Binnen de Omgevingswet wordt veel geschreven over het begrip ‘belanghebbenden’. Weet u wat er met dit begrip wordt
bedoeld?
Ja, heel goed. Ja, een beetje. Nee, niet. Kennis over participatie De vergunningaanvrager denkt kennis te hebben van het begrip ‘participatie’ in de context van de Omgevingswet.
Binnen de Omgevingswet wordt veel geschreven over het begrip ‘participatie’. Weet u wat er met dit begrip wordt bedoeld?
Dimensies Indicatoren Items Score
Kennis in relatie met bereidheid
De
vergunningaanvrager moet kennis hebben wil hij bereid zijn.
Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning zou aanvragen?
Ik weet wat de begrippen in de voorgaande vragen betekenen, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren. Ik weet wat de begrippen in de voorgaande vragen betekenen, maar toch zou ik liever geen overleg met belanghebbenden organiseren. Ik weet niet wat de begrippen in de voorgaande vragen betekenen, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik weet niet wat de begrippen in de voorgaande vragen betekenen, maar toch zou ik best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Tabel 5: Dimensies, items en scores van de factor kennis
Dimensies Indicatoren Items Scores
Organisatorische vaardigheden
De vergunningaanvrager denkt organisatorische vaardigheden te hebben.
Hoe goed bent u over het algemeen in het organiseren van bijeenkomsten? Veel Gemiddeld Niet zo goed Sociale vaardigheden De vergunningaanvrager denkt sociale vaardigheden te hebben.
Hoe goed bent u over het algemeen in het contact leggen met mensen?
Dimensies Indicatoren Items Scores
Organisatorische vaardigheden in relatie met bereidheid De vergunningaanvrager moet organisatorische vaardigheden hebben wil hij bereid zijn. Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning zou aanvragen?
Ik ben goed in het organiseren van
bijeenkomsten, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Ik ben goed in het organiseren van
bijeenkomsten, maar toch ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren. Ik ben niet goed in het organiseren van bijeenkomsten, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik ben niet goed in het organiseren van
bijeenkomsten, maar toch ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren. Sociale vaardigheden in relatie met bereidheid De vergunningaanvrager moet sociale vaardigheden hebben wil hij bereid zijn. Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning
Ik ben goed in het leggen van contact met mensen, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren. Ik ben goed in het leggen van contact met mensen, maar toch ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
zou aanvragen?
mensen, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik ben niet goed in het leggen van contact met mensen, maar toch ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Tabel 6: Dimensies, items en scores van de factor vaardigheden
Dimensies Indicatoren Items Scores
Tijd De vergunningaanvrager denkt de tijd te hebben om te kunnen organiseren.
Hoeveel tijd denkt u te hebben voor het organiseren van overleg met belanghebbenden?
Voldoende Gemiddeld Onvoldoende Middelen De vergunningaanvrager denkt de
middelen te hebben om te kunnen organiseren.
Hoeveel middelen denkt u te hebben voor het organiseren van overleg met
belanghebbenden?
Dimensies Indicatoren Items Scores
Tijd in relatie met bereidheid
De
vergunningaanvrager moet de tijd hebben wil hij bereid zijn.
Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning zou aanvragen?
Ik heb voldoende tijd, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Ik heb voldoende tijd, maar toch ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik heb onvoldoende tijd, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik heb onvoldoende tijd, maar toch ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren. Middelen in relatie met bereidheid De vergunningaanvrager moet de middelen hebben wil hij bereid zijn.
Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning zou aanvragen?
Ik heb voldoende middelen, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren. Ik heb voldoende middelen, maar toch ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren. Ik heb onvoldoende middelen, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik heb onvoldoende middelen, maar toch ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Tabel 7: Dimensies, items en scores van de factor tijd en middelen
Sociaal kapitaal = de hulp die een binnenplanse vergunningaanvrager nodig heeft en kan krijgen van sociale contacten en het vertrouwen in hun willen en kunnen.
Dimensies Indicatoren Items Scores
Benodigde hulp
De vergunningaanvrager denkt hulp nodig te hebben van sociale contacten.
Denkt u hulp nodig te hebben van andere wanneer uw een overleg met
belanghebbenden zou organiseren? Ja Nee Verkrijgbare hulp De vergunningaanvrager denkt hulp van sociale contacten te kunnen krijgen.
Hoeveel hulp van anderen denkt u te kunnen krijgen bij het organiseren van overleg met belanghebbenden? Veel Gemiddeld Weinig Geen Vertrouwen in anderen De vergunningaanvrager denkt dat bepaalde sociale contacten kunnen helpen.
Wie zouden u kunnen helpen bij het organiseren van overleg met
belanghebbenden?
Niemand
Mensen van gemeente Mensen van buurtvereniging Buren
Collega’s Vrienden De vergunningaanvrager
denkt dat bepaalde sociale
Wie zouden u willen helpen bij het organiseren van
contacten willen helpen. overleg met belanghebbenden?
Familie Anders
Dimensies Indicatoren Items Scores
Hulp in relatie met bereidheid
De
vergunningaanvrager moet hulp kunnen krijgen wil hij bereid zijn.
Welke uitspraak past het best bij u wanneer u weer een vergunning zou aanvragen?
Ik denk wel hulp te kunnen krijgen, dus ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Ik denk wel hulp te kunnen krijgen, maar toch ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik denk geen hulp te kunnen krijgen, dus ik zou liever geen overleg met belanghebbenden organiseren.
Ik denk geen hulp te kunnen krijgen, maar toch ik zou best een overleg met belanghebbenden willen organiseren.
Tabel 8: Dimensies, items en scores van de factor sociaal kapitaal
Sociaal-demografische kenmerken = de persoonlijke kenmerken van een binnenplanse vergunningaanvrager die mogelijk invloed hebben op zijn bereidheid om participatie te organiseren.
Dimensies Items Scores
Leeftijd Wat is uw leeftijd? Jonger dan 20 21 – 40 41 – 60 61 – 80 Ouder dan 80 Geslacht Wat is uw geslacht? Open vraag Opleidingsniveau Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau? Geen
Basisonderwijs lbo of vmbo mavo of mbo havo of vwo hbo of wo Inkomen Wat is uw netto-inkomen per maand? Minder dan 1.000
1.000 tot 2.500 2.500 tot 5.000 Meer dan 5.000
Tabel 9: Dimensies, items en scores van de factor sociaal-demografische kenmerken