• No results found

Openingsscherm databank

5.2.3.2 Beheerplanning opvragen

Met deze module kan u de beheerplanning opvragen. Dit kan op drie verschillende manieren:

-Meerdere criteria

U kan de beheerplanning bevragen door een combinatie te maken van beheereenheden, type beheermaatregelen, beheermaatregelen en jaar. Dit doet u door in de keuzelijsten telkens één of meerdere beheereenheden, types, beheermaatregelen en jaren te selecteren. Meerdere waarden binnen een keuzelijst selecteren kanu met de Shift of de Ctrl-toets.

Daarna klikt u op de toets ‘opvragen beheerplanning’. De databank haalt dan alle gegevens op die voldoen aan uw zoekcriteria.

U heeft ook de mogelijkheid om beheereenheden ruimtelijk te selecteren via de GIS-viewer. Klik daartoe op de knop ‘selectie via kaart’. U komt in de GIS-viewer terecht.

Selecteer één of meerdere beheereenheden en klik daarna op de knop ‘Gebruik selectie’. De geselecteerde beheereenheden zijn zichtbaar in de keuzelijst met beheereenheden. Voor uitleg over het gebruik van de GIS-viewer wordt u doorverwezen naar hoofdstuk 4.

-Overzicht voor één jaar

Via de keuzelijst met jaren kunt u een overzicht opvragen van alle beheermaatregelen in een bepaald jaar. De status van de maatregelen worden weergegeven (zie legende).

-Overzicht voor één maatregel

Via de keuzelijst met maatregelen kunt u opvragen in welke jaren bepaalde maatregelen gepland zijn. De status van de maatregelen worden weergegeven (zie legende).

Wanneer u een selectie gemaakt heeft krijgt u een overzichtstabel.

-U kunt de beheereenheden visueel weergeven door op de knop ‘Toon op kaart’ te klikken. Op die manier komt u in de GIS-viewer terecht.

-Omdat het technisch niet altijd mogelijk is om van die overzichtstabellen een rapport te maken binnen Access heeft u de mogelijkheid om de tabel te exporteren naar een excelbestand. Klik daartoe op de knop ‘Naar Excel’.

5.2.3.3 Registratie en wijzigen van beheerplanning

Via deze module moet u registreren of bestaande maatregelen zijn uitgevoerd. De enige velden die u hier kunt aanpassen zijn de status en de argumentatie. Het wissen van maatregelen is hier niet mogelijk. Wanneer u de status van een maatregel op niet uitgevoerd zet krijgt u de vraag om een maatregel naar een later jaar te verplaatsen.

Indien u ja klikt kunt u een maatregel toevoegen. In het argumentatieveld wordt automatisch commentaar toegevoegd die erop wijst dat het om een toegevoegde maatregel gaat. Maatregelen wissen en toevoegen kunt u via de module beheereenheden.

U kunt beheermaatregelen van toekomstige jaren niet wijzigen.

5.2.3.4 Criterium-afhankelijk beheer

In deze module kunt u aangeven of een criterium voor een bepaalde beheereenheid in een bepaald jaar gehaald wordt. Standaard staat aangeduid dat het criterium gehaald

wordt. Wanneer u ‘criterium gehaald’ uitvinkt worden de criteriumafhankelijke maatregelen automatisch in de planning opgenomen.

U kunt criteria van toekomstige jaren niet wijzigen.

5.2.3.5 Monitoringsplanning opvragen

Het bevragen van de monitoringsplanning verloopt gelijkaardig aan het opvragen van de beheerplanning (zie 3.2).

5.2.3.6 Registratie uitgevoerde monitoring

De registratie van de monitoring gebeurt in tegenstelling tot de beheerplanning niet op beheereenheidniveau. Er wordt vanuit gegaan dat een bepaalde monitoringsmaatregel volledig of niet wordt uitgevoerd. Met de knoppen ‘uitgevoerd’ of ‘niet uitgevoerd’ kan de status veranderd worden.

5.2.4 GIS-viewer

De GIS-viewer werkt op basis van ESRI - shapes. Via de viewer kunnen bestanden die bekomen worden via het bevragen van de databank gevisualiseerd worden. Anderzijds kan de GIS-viewer gebruikt worden om bestanden te selecteren en te gebruiken in bevragingen (zie hoger).

Functies binnen de GIS-viewer:

-kaart toevoegen: Via kaart toevoegen kan u een laag toevoegen. Dit kunnen shapes of tiff bestanden zijn. Let op: zware tiff-bestanden zoals topografische kaarten kunnen de applicatie vertragen.

Inzoomen Uitzoomen Schuiven

Selectietool: gebruik de shiftknop om meerdere beheereenheden te selecteren.

Inzoomen Uitzoomen Zoom op laag

Deze knop kunt u gebruiken indien u via een selectieformulier in de GIS-viewer terechtkomt. Na selectie van beheereenheden, klikt u op deze knop en zijn de bestanden geselecteerd in de keuzelijst.

Deselecteren van geselecteerde bestanden.

Kleur van de actieve laag

Dikte van de grens van polygonen, lijnen of punten van de actieve laag

Hiermee bepaalt u de transparantie van de actieve laag.

Hiermee verplaatst u de positie van een laag

Hiermee kunt u lagen wissen of deactiveren door uit te vinken

Door op de knop te klikken kunt u een afbeelding maken en opslaan van de getoonde kaart.

6 ONTHEFFINGEN 6.1 Algemene ontheffingen

Op de verbodsbepalingen in Art. 35 §2 van het Natuurdecreet zijn ontheffingen gewenst om:

1° individuele of groepssporten te beoefenen (in het toegankelijkheidsreglement wordt recreatief gebruik van het gebied strikt geregeld (zie hoofdstuk 7 en bijlage 23), en beperkt tot zachte gebruiksvormen);

2° gemotoriseerde voertuigen te gebruiken of achter te laten tenzij die nodig zijn voor het beheer en de bewaking van het reservaat of voor de hulp aan personen in nood;

3° keten, loodsen, tenten of andere constructies te plaatsen, zelfs tijdelijk (vb. vangkraal of tent in kader van happenings rond natuureducatie e.d.);

4° de rust te verstoren (om beheerwerkzaamheden te kunnen uitvoeren) of reclame te maken op welke wijze ook;

5° in het wild levende diersoorten opzettelijk te verstoren, vooral tijdens de perioden van voortplanting, afhankelijkheid van de jongen of overwintering en trek; ze opzettelijk te vangen of te doden; hun eieren opzettelijk te rapen of te vernielen of hun nesten, voortplantingsplaatsen of rust- en schuilplaatsen te vernielen of te beschadigen (om wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken/exoten te kunnen bestrijden);

6° planten opzettelijk te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen of planten of vegetatie op welke wijze ook te beschadigen of te vernietigen (wetenschappelijk onderzoek/uitvoering van beheerwerkzaamheden);

7° opgravingen, boringen, grondwerkzaamheden of exploitatie van materialen te verrichten, welk werk ook uit te voeren dat de aard van de grond, het uitzicht van het terrein, de bronnen en het hydrografisch net zou kunnen wijzigen, boven- of ondergrondse leidingen te leggen en reclameborden en aanplakbrieven te plaatsen;

8° vuur te maken (opbranden van tak- en rijshout bij knotten en hakhoutbeheer) en afval te storten (maaisel/houtsnippers ed. tijdelijk te mogen stockeren);

9° bestrijdingsmiddelen te gebruiken (behandeling van het kapvlak van exoten met glyfosaat, nazorg bij exotenbestrijding);

11° het waterpeil te wijzigen en op kunstmatige wijze water te lozen (ikv. herstel van een ecologisch optimale waterhuishouding).

6.2 Specifieke ontheffingen

Twee types van ontheffingen worden hier aangevraagd:

- ontheffing van de vergunningsplicht voor ontbossing ten behoeve van natuurbehoud. Het betreft een kaalkap, gedeeltelijk voorzien binnen natuurinrichting, gedeeltelijk binnen het beheerplan, tot het bekomen van een permanente open plek groter dan 3 ha, namelijk in de aaneensluitende beheereenheden 14C, 14K, L41 en L60, samen 4,33 ha (doelstelling: droge en natte heide);

- ontheffing van de wijziging van vegetaties (besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu), omwille van de nieuwe doelstellingen. Hieronder vallen de meeste omvormings- en sommige reguliere maatregelen, zoals opgesomd in hoofdstuk 4 en met een jaarplanning in bijlage 17 en bijlage 19.

Tevens dient hier vermeld te worden dat in het kader van natuurinrichting een aantal ontheffingen zijn verkregen:

- ontheffing verbod tot ontbossing: verkregen op 6 december 2006, met als bijkomende voorwaarde : ontbossing op de percelen Sint-Gillis-Waas 1e afdeling sectie B met de nummers 127B (deel) = 12D bosbestand, 62 (deel) = 11A en 248 (deel) = 14K+14L dienen als open plek in functie van natuurbehoud opgenomen te worden in het bos- en natuurbeheerplan;

- ontheffing MER-ontbossing verkregen op 13 december 2006.

7 OPENSTELLING LIJST VAN FIGUREN

Figuur 7.1: Bebording en voorzieningen openbare wegen

In figuur 3.5 is de visie op de toegankelijkheid van het gebied weergegeven. In paragraaf 3.5 is de visie toegelicht.

De meeste beoogde routes volgen het traject van reeds bestaande paden. Binnen het natuurinrichtingsproject worden door VLM en ANB de nodige maatregelen genomen om deze trajecten in een geschikte uitgangssituatie te brengen. Het gaat daarbij om volgende maaregelen:

- verbetering van de paden in functie van de toekomstige functie (recreatie, beheer, ontsluiting). Dit gebeurt o.a. met mengpuin, steenslag, zand;

- voor het pad voor mindermobielen gelden enkele specifieke maatregelen (steenslagverharding, maximale hellingsgraad, minimale niveauverschillen, geleidelijn voor slechtzienden, zitbanken met rustplaats voor rolstoelen, houten palen met witte kop);

- knuppelpaden op de natste plaatsen en tevens een knuppelpad als onderdeel van het pad voor mindermobielen (dit als overgang naar het begrazingsblok-zuid);

- loopplanken over sloten in begrazingsblok-zuid;

- zitbanken;

- bewegwijzering van pad voor minder mobiele personen en pad begrazingsblok-zuid (gekleurde routepalen). Het centraal wandelpad en de oostelijke lus naar Kalf worden bewegwijzerd door de Provincie (aanmaak) en de gemeenten (plaatsing + onderhoud);

- bewegwijzering in de periferie van het gebied;

- verwijderen van niet meer toepasselijke bewegwijzering;

- plaatsen van grotere en kleinere infoborden en verplaatsen van sommige bestaande infoborden;

- inrichting van een reliëfrijke speelzone (Kalf). De niveauverschillen worden gecreëerd door opbrengen van grond. Deze is bedoeld voor spelende kinderen (met natuurlijke speelelementen: stammen en stronken);

- inrichten van de 3 gebiedstoegangen (o.a. parking, groenaanleg, picknickset, zitbank, infobord, afvalbak, fietsenstalling – niet steeds op alle 3 locaties).

In het projectuitvoeringsplan (AMINAL Afdeling Natuur & Vlaamse Landmaatschappij 2006) staan deze maatregelen in verder detail beschreven (www.vlm.be). Hieronder wordt verder toelichting gegeven over enkele materiaaltechnische aspecten van de verharding (op basis van bestekken voor uitvoering van PUP):

- ophogen met zandig materiaal;

- ophogen met mengpuin en afdekken met porfiersteenslag;

- ophogen met mengpuin en afdekken met zandig materiaal, opvullen putten met zandig materiaal;

- aanleggen van een ruiterpad;

- aanleggen van een knuppelpad;

- aanleggen van loopplanken (over grachten).

Het gaat om porfiersteenslag met kaliber 0/3 mm en om gebroken mengpuin met kaliber 0/32 mm. De ruiterpaden bestaan uit ongeveer 10 cm zand, de wandelpaden uit 5-10 cm zand met eventueel 10-20 cm gebroken mengpuin onder, voor de stabiliteit. Deze hoeveelheden verschillen weliswaar heel sterk per locatie.

Dit openstellingsplan voorziet voor de periode 2008-2035 de regeling van onderhoud en toegankelijkheid. De toegankelijkheid is geregeld via het toegankelijkheidsreglement in bijlage 23, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeentes Stekene en Sint-Gillis-Waas als politiereglement van de politiezone SInt-Sint-Gillis-Waas - Stekene.

Aanvullend op dit toegankelijkheidsreglement (politiereglement) wordt de beide gemeentes gevraagd een gemeentelijk aanvullend reglement op te stellen - opgesplitst per gemeente - met de bedoeling de volgende openbare wegen af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, onverminderd de eventuele verdere gebruiksbeperkingen die volgen uit figuur 3.5 van het Geïntegreerd Bos- en Natuurbeheerplan van Stropersbos en de artikels 4, 5 en 6 van het toegankelijkheidsreglement Stropers, opgenomen als politiereglement: Braemstraat tussen N403 en Stroperstraat, Stroperstraat vanaf de Braemstraat tot aan de spoorwegbedding, Liniedreef, Groenstraat, Zavelstraat (gedeeltelijk), Kolshoekstraat (gedeeltelijk), spoorwegbedding (op de figuur als LF38 Dender-Waaslandroute). Deze openbare wegen en de bijhorende bebording en voorzieningen zijn weergegeven in figuur 7.1, die zal dienen als basis voor de gemeentelijke aanvullende reglementen.

Paden doorheen rustzones worden niet meer apart onderhouden en ondergaan het beheer van de rustzone (kan ook ‘niets doen’ zijn). Wat de Douglasdreef betreft, wordt gewacht met deze uitdoving tot de criteriumafhankelijke kap van Douglas heeft plaatsgevonden. In bestanden 27A en 27B geldt recht van doorgang voor de jacht.

Het onderhoud van de paden bestaat in het jaarlijks verifiëren van de in het projectuitvoeringsplan en in dit beheerplan beoogde staat van de recreatieve en educatieve infrastructuur, met inbegrip van de speelzone, en waar nodig meteen herstellings- of verbeteringswerken uit te voeren, indien mogelijk met dezelfde of althans even functionele, steeds ecologisch verantwoorde materialen.

8 MONITORING LIJST VAN FIGUREN

Figuur 8.1: Classificatie van natuurstreefbeelden tot doelengroepen

In het projectuitvoeringsplan (PUP: AMINAL Afdeling Natuur & Vlaamse Landmaatschappij 2006) is reeds voorzien in een monitoringsprogramma, lopend tot 2018. Los hiervan is bij het opstellen van dit beheerplan bekeken welke noden voor monitoring wenselijk en/of haalbaar zijn, en dit binnen het kader van de monitoringprotocollen van het INBO (volgens De Cock et al. 2007). Daarnaast is nagegaan in welke mate hiermee aangesloten zal worden bij de monitoring van het PUP of bij reeds bestaande datasets die volgens een vrij gestandaardiseerde methode zijn verzameld (zie datasets vermeld in hoofdstuk 2).

Het monitoringsplan is weergegeven in bijlage 24, waarbij de laatste 5 kolommen het feitelijke monitoringsprogramma omvatten, voorzien in dit beheerplan, met de nodige toelichting. De analyse in de voorgaande kolommen documenteert verder de aanwezigheid van eventuele bestaande gegevens.

Monitoring komt neer op het opvolgen van een aantal kenmerken van het gebied of het beheer, alsook het verwerken en beoordelen hiervan. Naar deze kenmerken wordt verwezen met de algemene term ‘parameters’. Er is onderscheid tussen:

- stuurparameters: dit betreft vooral controle over uitvoering van het beheerplan (evaluatie van criteria, beheeruitvoering en monitoring)

- tussenparamaters: dit betreft enkele abiotische kenmerken van het gebied, die een gewenste toestand moeten bereiken in functie van de doelstelling per beheereenheid;

- doelparameters: hiermee wordt het resultaat van het beheer gemeten op het niveau van flora, fauna, cultuurhistorie en infrastructuur.

De meeste monitoringactiviteiten worden uitgevoerd over een grotere zone (zie kolom

‘gebied van interesse’), vaak het hele studiegebied – dit betekent geenszins dat elke beheereenheid in de zone onderzocht moet worden. Veelal wordt in de methodiek aangegeven een steekproef te nemen (het eerste jaar worden dan bv. PQ’s of een aantal vaste trajecten gekozen). Soms gaat het echter wel om een vlakdekkende kartering of GIS-analyse. In de beheerdatabank kunnen tevens overzichtskaarten worden geraadplaagd om te weten op welke deelzone de monitoring betrekking heeft.

Omdat de zones soms gedefinieerd zijn op het niveau van doelengroepen (zie 3.2.1), zijn de doelengroepen weergegeven op kaart in figuur 8.1.

Op deze ruwe zonering zijn enkele uitzonderingen, waarvan één zeer belangrijke het evalueren van criteria. Het betreft hier het verifiëren van een bepaalde toestand, waarbij het niet voldoen hieraan één of meer extra (criteriumafhankelijke) maatregelen inroept.

Afhankelijk van de beheereenheid dient de evaluatie van criteria in een andere periode of met een andere frequentie te gebeuren (zie het planningsoverzicht van de reguliere beheermaatregelen, waarin dit is opgenomen: bijlage 18). De jaarplanning van de criteriumevaluatie per beheereenheid is daarom apart opgenomen in bijlage 25, met telkens het bijhorende criterium.

9 KOSTENRAMING 9.1 Beheer

Aan de verschillende maatregelen zijn kosten toegekend, op basis van Staatsbosbeheer (2001), AMINAL Afdeling Natuur Limburg (2005) en het ministerieel besluit van 12 november 2003 tot vaststelling van de werkzaamheden die op fofaitaire basis in aanmerking komen voor een premieverlening in toepassing van het premiestelsel voor beschermde landschappen. Via diverse omrekeningen zijn de kosten teruggebracht op hectareniveau, zodat aanwending in de beheerdatabank mogelijk is (waarin van elke beheereenheid de oppervlakte is gekend). Deze eenheidskosten zijn weergegeven in tabel 49. De opbrengsten van geproduceerd hout zijn hier niet in meegerekend. Bij maaien, kappen, plaggen e.d. is afvoer steeds inbegrepen.

Tabel 49: Eenheidsprijzen per hectare voor beheermaatregelen in Stropers, met aanduiding welke werken normaliter in eigen regie gebeuren, voorts de totale kost binnen het beheerplan per maatregel met telkens de kost en oppervlakte per jaar, opgesplitst volgens type (omvorming / regulier).

Maatregel

in EUR Kost Omvormingsbeheer Kost Regulier beheer

Criteria evalueren X 30

Hakhoutkap lokaal X 1000

27140 € (14

uitvoeringsja(a)r(en); per jaar gem. 1.94 ha of 1938.57 €)

Hoofdbestr. Am. vogelkers X 500

31205 € (2

uitvoeringsja(a)r(en); per jaar gem. 31.2 ha of 15602.5 €)

Houtkanten planten X 6000

26460 € (2

Kroonhout verwijderen X 400

21112 € (14

uitvoeringsja(a)r(en); per jaar gem. 3.77 ha of 1508 €)

Maatregel

in EUR Kost Omvormingsbeheer Kost Regulier beheer

Lokaal maaien X 500

Maaien boomopslag X 1900

16891 € (5

Overstaanders planten X 1200

63336 € (14

Stootbegrazing of maaien X 600

184428 € (28

uitvoeringsja(a)r(en); per jaar gem. 10.98 ha of 6586.71 €)

Streekeigen aanplant X 2400

27984 € (3

uitvoeringsja(a)r(en); per jaar gem. 3.89 ha of 9328 €)

Maatregel

in EUR Kost Omvormingsbeheer Kost Regulier beheer

Strooisel afvoeren 850

Verwijderen boomopslag X 1900

50008 € (28

In bijlage 26 is de kostenraming van het niet-criteriumafhankelijke beheer weergegeven.

De totalen per maatregel, en opgesplitst volgens omvormings- of regulier beheer, zijn tevens getotaliseerd in tabel 49. De totale kost komt op ca. 3.322.291 euro voor de volledige uitvoering van het beheerplan, zonder bijkomende criteriumafhankelijke maatregelen. In illustratie 16 is te zien hoe de jaarlijkse kosten fluctueren.