• No results found

Afbakening van het studiegebied

Onder de term projectgebied verstaat men het gebied waar de voorgenomen activiteiten gepland zijn.

In het kader van dit project kan het projectgebied dus aanzien worden als het gebied dat door de initiatiefnemer gebruikt wordt voor de optimalisaties en uitbreiding van het Shoppingcenter te Wijnegem.

4630803001 – Aanmelding project-MER Optimalisatie Wijnegem Shopping Center | 28 Het studiegebied wordt globaal gedefinieerd als het projectgebied met daarbij het invloedsgebied van de effecten. De afbakening van het studiegebied is afhankelijk van het invloedsgebied van de afzonderlijke ingrepen, de milieukarakteristieken en de voorgenomen activiteit. Dit kan per milieueffect verschillen. Gezien de schaal van de kaarten en de verschillen tussen al de verschillende effectgroepen en tussen de verschillende disciplines, is het moeilijk dit duidelijk onderscheidend grafisch voor te stellen zonder het overzicht te verliezen. Onder de verschillende disciplines zal in het MER een specifieke beschrijving gegeven worden van de afbakening van het studiegebied.

Het studiegebied zal zich uitstrekken over de gemeente Wijnegem, de stad Antwerpen, en eventuele omliggende gemeenten, indien de invloed zich over een ruimer geografisch gebied kan uitstrekken.

Referentiesituatie

Dit is een beschrijving van de huidige toestand van het projectgebied en zijn omgeving. De bestaande toestand (2019 - 2020) wordt als referentie genomen voor de toetsing van de effecten.

Indien geen recente gegevens beschikbaar zijn voor bepaalde aspecten, zal de deskundige uitgaan van de beschikbare gegevens (met aanduiding van referentiedatum) en/of zal hij de beschikbare gegevens actualiseren (door bijkomende metingen, door veldwerk of door extrapolatie) indien hij dit nodig acht omwille van mogelijke significante wijzigingen in de tijd.

Geplande situatie-invloed van het project op de omgeving

De geplande situatie is de toestand van het studiegebied na uitvoering van het project, en dit zonder rekening te houden met eventuele milderende maatregelen die in dit MER voorgesteld zullen worden.

De geplande situatie is in deze dus enerzijds de werffase voor de realisatie van het project, en anderzijds de exploitatiefase, na ingebruikname van het nieuwe gedeelte. Het interne redesign van het bestaande gedeelte van het winkelcentrum wordt niet meegenomen in de scope van het effectenonderzoek. Dit betreft een interieurrenovatie, waarbij niet verwacht wordt dat dit effecten naar de omgeving teweegbrengt.

Deze beschrijving omvat dus eigenlijk de beschrijving en de evaluatie van de positieve en negatieve effecten van het projectvoornemen.

De ingreep-effectanalyse omvat een globale analyse en afbakening van de te verwachten relevante milieueffecten. Hierin wordt de milieu-impact van het voorliggende project beschreven ten opzichte van de beschouwde referentietoestand. Dit kan het best gebeuren aan de hand van ingreepeffectenschema’s waarop dan de selectie van significante milieueffecten kan gebeuren.

Daarna worden de relevante milieueffecten beschreven per milieudiscipline en beoordeeld. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de reikwijdte van de milieueffecten.

Waardeschaal en effectbeoordeling

In het MER houdt de bespreking, beoordeling en evaluatie van de effecten van het plan (voor de verschillende milieudisciplines) rekening met globale ingreep-effectrelaties. De beoordeling baseert zich op:

Wat is de kwetsbaarheid van het milieu?

Het belang van het effect van de ingreep op het desbetreffende onderdeel wordt beoordeeld met de termen ‘kwetsbaarheid’ (zeer, matig, weinig). De significantie is een rechtstreeks gevolg van de kwetsbaarheid van het gebied voor een bepaald onderdeel van een discipline. Wanneer een gebied als kwetsbaar werd getypeerd voor een onderdeel, kan een ingreep die hierop een invloed heeft significant zijn vanaf een bepaalde grootteorde. Significant betekent niet hetzelfde als aanzienlijk,

maar wel dat er een effect optreedt dat niet meer als verwaarloosbaar wordt beschouwd (vanaf score +1 of -1).

Wat is de omvang van de effecten?

De omvang van de effecten wordt vastgesteld en uitgedrukt in termen als ‘groot’, ‘matig’ en

‘gering/beperkt’. Het vaststellen van de omvang van de effecten gebeurt a.d.h.v. de criteria die hierboven werden beschreven, en dit naargelang de milieudiscipline waarop deze effecten invloed uitoefenen.

Wat is het waardeoordeel?

Het waardeoordeel van het effect wordt met de termen ‘positief’ en ‘negatief’ uitgedrukt. Hierin worden nog gradaties onderscheiden, aangeduid met een aantal plus- en mintekens. Deze gradatie verloopt exponentieel.

Een combinatie van deze elementen geeft verschillende mogelijkheden, samengevat in volgend algemeen beoordelingskader:

Kwetsbaarheid Schaal Grote impact Matige impact Gering/Beperkte

impact

Zeer kwetsbaar -3 +3 -2 +2 -1 +1

Matig kwetsbaar -2 +2 -1/-2 +1/+2 0/-1 0/+1

weinig kwetsbaar -1 +1 0/-1 0/+1 0

Om een overzicht te verkrijgen van het belang van de verschillende effecten wordt voor elk effect volgende indelingswijze gehanteerd:

Aanzienlijk negatief (-3) Aanzienlijk positief (+3)

Negatief (-2) Positief (+2)

Beperkt negatief (-1) Beperkt positief (+1) Verwaarloosbaar/geen significant effect/geen effect (0)

Op basis van de grootte van de cijfergegevens kan vervolgens snel afgeleid worden in hoeverre de deskundigen een effect als belangrijk beoordeeld hebben.

Hierbij duidt een positieve score op een gewenst effect. Dit kan bv. een verhoging, een ondersteuning of een versterking van de betrokken eigenschap zijn. Een negatieve score wijst op een ongewenst effect. Dit kan bv. gaan om het verdwijnen, een verlaging of een aantasting van een bepaalde eigenschap. Voor elk relevant effect wordt een beoordelingskader geschetst dat zal gebruikt worden bij de bepaling van het significantieniveau.

Maatregelen

Op basis van de impactbeoordeling (van -3 tot +3) kan afgeleid worden in hoeverre een maatregel/aanbeveling noodzakelijk is en welke de impact is van de maatregel/aanbeveling (resterend effect): de milderende maatregelen/aanbevelingen worden gekoppeld aan de impactbeoordeling.

In het richtlijnenboek milieueffectrapportage ‘Algemene methodologische en procedurele aspecten’

(oktober 2015) is een kader opgenomen waar de koppeling van effectbeoordeling met milderende maatregelen is gemaakt .

4630803001 – Aanmelding project-MER Optimalisatie Wijnegem Shopping Center | 30 Voor alle gevallen geldt: indien er geen milderende maatregelen voorgesteld kunnen worden, dient dit gemotiveerd te worden.

In het MER zal een onderscheid gemaakt worden tussen noodzakelijke maatregelen en aandachtspunten/aanbevelingen (maatregelen ter optimalisatie van het projectvoornemen).

Volgens de handleiding Milderende Maatregelen kunnen maatregelen met impactscore -1 of maatregelen die het resterend effect niet voldoende verkleinen soms beter als ‘aanbeveling’ worden opgenomen dan wel als ‘maatregel’.

De MER-deskundige zal aangeven of een maatregel noodzakelijk is (en aangeven wat het resterend effect is).

Ontwikkelingsscenario’s

De geplande projecten in de omgeving van het projectgebied worden voor zover relevant meegenomen in de milieubeoordeling als ontwikkelingsscenario’s. De focus ligt daarbij op hun cumulatieve impact met de effecten van het project zelf. Specifiek voor dit project zal worden nagegaan welke de cumulatieve effecten zijn ten aanzien van de volledige ontwikkeling van de site.

Er zal bij de bevoegde diensten nagevraagd worden of er nog andere projecten of plannen in de omgeving gekend zijn die een invloed kunnen hebben op of ondervinden van het voorliggende project.

Met betrekking tot mobiliteit worden de ontwikkelingen omtrent R1 (Routeplan 2030, Ring Antwerpen, Oosterweel) en A102 (verbinding E19 en A12 met E313) Oosterweelverbinding (=

vergund) in beschouwing genomen in een toekomstscenario.

Op dit moment zijn ons geen andere ontwikkelingsscenario’s gekend.

Samenvatting en besluit

Na de analyse i.f.v. de verschillende milieuaspecten worden in een samenvatting en een eindbespreking de belangrijkste elementen van de studie tabelmatig weergegeven en besproken, samen met een globale evaluatie van het project. Tevens worden leemten in de kennis aangegeven.