• No results found

Ontwikkelingen in de zestiende eeuw

3.3 De Malburgse dijken en dijkdoorbraken

3.3.2 Ontwikkelingen in de zestiende eeuw

In de zestiende eeuw rukte de Rijn richting Malburgen op, terwijl de rivier zich van de stad Arnhem afwendde. Omstreeks het midden van de zestiende eeuw sneden de Arnhemmers de meanderbocht van de Rijn om de Stadswaarden af (afb. 9), zodat de stad weer aan het water kwam te liggen.

Uit het archief van de commanderij van St. Jan te Arnhem89

Agressief kribben in de Rijn leverde Malburgen in deze eeuw ook land op. Claes Smaellevelt, richter en dijkgraaf te Huissen en Malburgen verklaarde op 12 oktober 1548 het volgende. Hij was met heer Johan Beltgen, commandeur van het klooster van St Johan te Arnhem naar een stuk land van het klooster in het kerspel Malborgen aan de Rijn gegaan. Hij heeft gezien, dat de commandeur droogvoets van het oude land naar een stuk zand, dat was aangewassen kon lopen. Vervolgens is de commandeur dat zand gaan afpalen en beplanten. Het betreffende stuk land zou het 'St. Jans wertgen' zijn geweest.

Op 11 september 1553 verklaarden Claes Smaellevelt en zijn schepenen dat volgens Johan Beltgen het convent en het zusterhuis te Huissen van plan waren om het oude land, genaamd de Koey (afb. 6) 'af te kribben op de nieuwe waard, die de commandeur [Johan Beltgen] had laten bepoten'. Hij verzoekt de richter het convent te zeggen, zich aan het waterrecht te houden. Hetzelfde stuk land komt in 1621 nogmaals ter sprake (paragraaf 3.3.3).

Beltgen verzoekt in hetzelfde jaar Smaelevelt en de schepenen te Malburgen mee te gaan naar een stuk land, de Koe genaamd. De eigenaar, het convent te Huissen had naast Beltgen's pas ingeplante 'nieuwe eerd'(aanwas), een kleine duiker laten leggen 'boven de Weterkuyll naar den Rijn en aarde had laten uitgraven uit den Weterkuyll'. Hiermee zal de oude Rijnstrang zijn bedoeld. Kennelijk was er onenigheid over de waterlossing van het buitendijkse deel van het perceel de Kooij.

Johan Smysynck (van St. Jan te Arnhem en Nijmegen) verklaarde op 28 september 1554 aan Johan Beltgen verpacht te hebben een dreef land in het kerspel Malburgen, 'waar de dijk middendoor gaat' bij de waard van Beltgen. De dreef land was mogelijk de Jamerlose Straat (zie afb. 6).

Claes Smalefelt komt in januari 1556 nogmaals in beeld. Hij legde vast, dat Johan Smysinck het land te Malborghen, dat door de Orde (van St. Jan) d.d. 16 mei 1485 aan Jan Engelen, zijn vrouw Arcke en hun zoon Engel in lijftocht was gegeven, weer door de commanderie in gebruik was genomen. In ruil hiervoor kregen 'Jan Enghelen, diens vrouw Foeils en hun oudste dochter Wolter': - het goed de Borcht, waarvan zij een appel- en perenboomgaard zouden

maken;

- een stuk land, waarop Jan Enghelen 'de Hofstad van de heeren van St. Jan' had gebouwd;

- een losplaats aan den Rijn.

Afbeelding 17 is een detail van de kaart van de Margarethapolder uit 1586. Rechtsboven vinden we langs de Malburgse dijk 'Smalefelts bowhof'. Dat is mogelijk de boerderij van Claes Smalefelt geweest.

Herstelwerkzaamheden aan de Holthuizer dijk

Omstreeks 1550 is een keur opgesteld om de Holthuizer dijk (400 roeden en 25 voet lang) te herstellen. Ambtman Karel van Lynden en de heemraden Rutger van Welij, Henrik Hackfort, Derk van Rijswijk (vanwege Nijmegen) en Gijsbert van Mekeren, heer tot Meijnerswick (wegens Arnhem) hebben de gebreken aan de 89Loeff 1950.

dijk 'besichtiget' en wel 'van id hecken daer dieselve aengaet, wes aen die linden daer dieselve dijck affgaet'. Op de 'alingen'(gehele) dijk moet een kade worden aangebracht90, 'diewelcke vijff voet boven op oer lijff breet en derdenhalve voet Huessenscher maeten hoech sijn en wesen sall afflopend ardt…'. De zaak moet gewaterpast worden en om de vier roeden moet een 'willighe stump' direct naast de kade in de dijk worden gestoken om de boel bij elkaar te houden. Verder bevatte de keur een passage over het aardhalen; '….datmen die eerde haelen sall ten naesten ende opten minsten schaeden buiten dijcks'. Wanneer buitendijks geen aarde te bekomen was, dan mochten de dijkers binnendijks grond halen, maar niet te dicht bij de dijk.

Ambtman en heemraden komen verder met een verdeling van de werken over de ambten en kerspelen91.

De winter van 1570/1571 was koud. Eind november was de waterstand op de Rijn uitzonderlijk hoog. In december begon het vriezen. Fikse sneeuwbuien

wisselden elkaar in hoog tempo af. Sinds lange tijd had men zoveel sneeuw gezien. In januari 1571 vroor de Rijn dicht. Daarna ging het dooien en begon de Rijn te kruien. Op 2 februari stroomde de Rijn bij Keulen over en vonden vele dijkdoorbraken in Nederland plaats. Wellicht bezweek de Holthuizer dijk in dat jaar op de grens van Elden, waarbij een kolk ontstond. De kolk is buiten gedijkt. Daar beschrijft het dijkvak nog een flauwe kronkel. De achterliggende landerijen werden bedolven onder een laag overslagzand. Mogelijk herinnert de Santkamp hieraan. De kolk is voor de bouw van een woonwijk gedempt92.

De kaart van de Margarethapolder uit 1586.

Afbeelding 18a en 18b zijn twee vrijwel identieke kaarten en tonen 'Malburghs Uterwarts Landt' in 1586. Het zijn kopieën van elkaar. Welke de oudste is, weten we niet. Beide kaarten bevatten verschillende handschriften en zijn tot in de achttiende eeuw gebruikt. Ze zijn afkomstig uit het legerboek van Huissen93. Afb. 18a is kleurrijker en geprononceerder dan afb. 18b. Het noorden is beneden. De kaarten geven een schat van informatie over de toestand en bezittingen van de landerijen in de Margrethapolder en over de erosieve werking van de Rijn. De cartograaf heeft de grondbezittingen met verschillende kleuren gemarkeerd. 90Zie ook Mulder, Spaan en De Wolf 2002, p.

24. Tegenwoordig noemen we ze tuimelkaden.

91

APO 1400-1838, inv. nr. 2618. 92Van Hemmen 2001

93Gelders Archief, Domeinen Huissen, kaart 9,

Ten noorden van het kasteel treffen we het 'Pastorie landt' aan. Het gebied 'Die Hul' eronder is in het bezit van Mr Schencken's weduwe evenals de lange strook grond langs de Rijn. De rivier heeft volgens de kaart behoorlijk wat grond van Schencken's land afgesnoept. Tussen het bovengenoemde land en de Rijn rest een zeer smalle, jonge aanwas die met een groene kleur is aangegeven. De

strook is verpacht aan 'Berndt Dericksen dochter'. Tussen de Hul en Schencken's weduwe land heeft Jan van Spellen ruim 16 morgen. Zijn huis staat pal naast de veerdam.

Aan de westzijde van Jan van Spellen vinden we 'Bijlantz Leen meins gnedigen herren Hertogen to Cleve'. Op zijn grondgebied bevindt zich het 'Bijlantschen Vehr'. De afstand van het veerhuis naar de 'Vehrstadt' is behoorlijk groot. Het perceel naast de 'vehrstadt' langs de Rijn heet 'Beilandts Werdt'. (Al deze goederen, gelegen in de Veerpolder, had de familie Van Bijlant in leen van de hertog van Kleef). Daaraan grenzen achtereenvolgens de 'Anschoot of Rieswardt', het 'Middelsant tegen het Kerckenlandt to Malburgen' en het 'Middelsant tegen des commandeurs van Arnhem'. De opwassen worden aan weerszijden begeleid door een strang. Het zijn relicten van de Oude Rijn vóór de bochtafsnijding in het midden van de zestiende eeuw. Rechtsonder bevestigt de cartograaf de kunstmatige afsnijding van de rivier. In de Rijn heeft hij

geschreven: 'Diesen loop Hertog Carl van Gelre dem Rhin mit graven gevenden op Arnhem'.

We keren terug naar het laatstgenoemde middelzand. Daarboven ligt een klein hoekje land langs de Malburgse dijk, 'Smalevelt' genaamd. Daarachter liggen drie boerderijen, van rechts naar links: die van 'Smalefelt, Gerritgen Lamberts en Henrick van Vlotens bowhof' (de latere Bakenhof, afb. 17). De kerk van

Malburgen grenst met haar perceel aan dat van Smaleveld; daarnaast met lichtbruine markering 'herr Derick van Wylich' land.

De cartograaf tekende tegenover Henrick van Vloten een 'Sluysken'. De noordwest grens van Bijlands Leen bestond uit een voormalige 'Dijck der dat stroomwater uit den Alden Rhijn komend van die leeghden ….' moest keren. Waarschijnlijk hebben we te maken met een oude zomerkade of veerdam. De oude meander van de Rijn (Uiterwaard systeem) is nog op te maken uit het verkavelingspatroon, met name in het land van Jan Spellen. Door landaanwinst is de zomerkade in onbruik geraakt en legden de Malburgers even noordelijk een nieuwe veerdam aan.

Op de splitsing van Rijn en IJssel ligt 'dat grote middel sant streckende bies tegen Iselort' met oostelijk een belangrijk huis, voorzien van een trapgevel. Stroomop- waarts heeft de tekenaar drie symbooltjes in de Rijn weergegeven, die lijken op een @. Vanaf de IJssel staat achtereenvolgens geschreven:

- 'die hoffstat bei St Margrieten Wardt over boert gefallen';

- 'die hoffstat da unsere genedigen herren bauhoff upgestanden. Daar Jan van Oort up gewohnt overgebrocken';

- 'der Schmalen Thient, ein plecksken landts also genant. van den Rhijn afgebrocken'.

Er zijn dus twee boerderijen met landerijen door erosie in de rivier verdwenen. Dat moet niet zo lang vóór 1586 hebben plaatsgevonden, want de cartograaf wist (nog) wie er woonden.

In het zuidoosten heeft de Rijn de oude inlaagdijk (schaardijk) met een aantal dijkhuizen verzwolgen, waaronder dat van Mary Kusters, Jan Dericksen, Jan Pauwels ('custerien gut tho Malb.') en Jan Everts ('kercken gut tho Malb.'). De 'alde borch' is buiten gedijkt en wordt door de Rijn bedreigd. Uit het kaartbeeld kunnen we verder opmaken, dat de Malburgse dijk zich naar het oosten richting Pleij heeft uitgestrekt. Het perceel de Smalle Tiend lag toen vrijwel zeker binnendijks. Een groot deel van de boomgaard ten noordoosten van het kasteel (die Jan van Engelen in 1556 aanlegde) is in de Rijn verdwenen evenals het zuidelijke deel van de veerdam. Tussen de boomgaard en veerdam lijkt de cartograaf een kolk te hebben getekend, maar zeker weten doen we het niet. In het uiterste zuidoosten blijft voor ons de betekenis van het toponiem 'Die Caperen' in nevelen gehuld. De nieuwe, rechte inlaagdijk, die aansluit op de oude Malburgse dijk is op de kaart als schaardijk weergegeven. We missen op de kaart kribben of hoofden in de Rijn. Die moeten er wel geweest zijn.

De kerk van Malburgen staat nog in volle glorie pal naast de Malburgse dijk. Naar het westen toe passeren we twee dijkhuizen om vervolgens bij 'Hans Albertz gut Raven' aan te komen. Hier bij deze T-boerderij beëindigen we de rondgang door 'Malburghs Uterwarts Landt'.