• No results found

Ontwikkelingen in de twintigste en één en twintigste eeuw

3.3 De Malburgse dijken en dijkdoorbraken

3.3.6 Ontwikkelingen in de twintigste en één en twintigste eeuw

In de twintigste eeuw vonden de meest ingrijpende veranderingen plaats sinds de bewoning van Malburgen. In relatief korte tijd werden de Stadswaarden en de Malburgse Polder vol gebouwd als onderdeel van de gemeente Arnhem. In de een en twintigste eeuw voerde Rijkswaterstaat samen met het Waterschap Rivie- renland het project Malburgen/Bakenhof uit, namelijk het terugleggen van de Malburgse bandijk (de voormalige veerdam) in het kader van 'Ruimte voor rivieren'. Hieronder behandelen we in het kort de belangrijkste ingrepen in Malburgen.

Bochtafsnijding van de Rijn aan de noordzijde van de Margarethapolder omstreeks 1905

De scherpe knik in de Rijn bij het Malburgse veer (afb. 41a) veroorzaakte bij hoge waterstanden opstuwing. Begin 1900 bedacht het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een plan om dit euvel te verhelpen: een bochtafsnijding. Op afbeelding 41b zien we de doorsnijding in uitvoering (1903), waarbij het veerhuis zou worden gesloopt en de veerdam teruggelegd. Afbeelding 41c laat het resultaat van de doorsnijding zien. Het veerhuis werd gesloopt en even verder westwaarts op de grens naar de Stadswaarden herbouwd (zie ook paragraaf 5.3 en 6.2).

Opheffing van de Marke van de Malburgse straat in 1907

In 1907 hebben de geërfden de Marke van de Malburgse Straat opgeheven. Ze verdeelden de gronden, in hoofdzaak grasland onder elkaar. De gemoederen raakten bij enkele geërfden danig verhit, onder meer bij de eigenaresse van de Bakenhof, de weduwe Marie Scheidius-Lüps. Zij waren namelijk niet uitgenodigd op de vergadering zoals ze zelf verklaarden. Ze mochten niet meedelen in de verdeling van de Malburgse Straat. Hoe dit verder afliep, is onduidelijk161. Kort na de sloop van boerderij de Bakenhof eind 1963 werd de voormalige Malburgse Gemeinte en de gronden er binnen volgebouwd met bedrijfspanden en de nieuwe gevangenis van Arnhem.

Hoog water in 1926 te Malburgen

In januari 1926 stond de Malburgse Polder weer blank. De Malburgse schaardam was flink beschadigd. Op 20 februari besloot de Geërfdendag het herstelwerk aan de schaardam in

het openbaar aan te besteden. Na aankondiging op de daartoe bestemde plaatsen en na annoncering in "de Gelderlander" en "de Betuwe" kwamen de volgende 'biljetten' (offertes) binnen:

1 Bureau "Basalta", Arnhem ad fl. 4440,-

2 L. Jansen, Arnhem ad fl. 3321,-

3 Firma Geurts en Wezendonk, Pannerden ad fl. 2873,- 4 J.P.W. Heijting, Angeren ad fl. 2865,- 5 J.B. Martens GJzn, Huissen ad fl. 4695,-

De laagste inschrijver kreeg het werk, te weten J.P.W. Heijting te Angeren162. Tijdens het hoge water van 1926 hield de Holthuizer dijk stand. Nadien werd de dijk verzwaard. De specie was afkomstig van een perceel van Johannes Kersten ten westen en ten zuiden van de huidige Parkdreef. Het perceel werd tot meer dan 1 meter diepte ontkleid163. De laatste keer dat de Malburgse Polder onder water liep was in 1929, aldus Dick van Manen.

161Gelders Archief, Archief Marken en Maal- schappen. Doos 92. Notulenboek 1909 d.d. 25 april 1908.

162Gelders Archief, Gedeputeerde Staten, inv. nr. 9398.

163Van Hemmen 2001.

Malburgse veerdam in 1935 op bandijkhoogte gebracht

In 1935 werd de Malburgse veerdam ongeveer met een pakket van twee meter klei opgehoogd tot circa 15.35 + NAP en daarmee op bandijkhoogte gebracht. De stad Arnhem maakte de sprong over de Rijn en al spoedig verrezen de eerste woningen in de Stadswaarden (afb. 42). Dit was het begin van de wijk

Malburgen. Tijdens de oorlog lag de bouw in Malburgen vrijwel stil. De steenfa- brieken werkten op geringe capaciteit door. Grote delen van de

Margarethapolder werden afgegraven (afb. 42). Op de luchtfoto is duidelijk de volkstuinencomplex ten noordwesten van de steenfabriek te zien.

Na de oorlog bouwde onder meer NV Grondexploitatie-Beleggingsmaatschappij 'Arnhem-Zuid' de wijk Malburgen verder uit. In 1953 en 1967 werd Malburgen in twee fasen bij de gemeente Arnhem gevoegd. Oude boerderijen zoals de Bakenhof en De Koppel, het verkavelingspatroon, oude weteringen en vele oude dijken en wegen maakten plaats voor woonwijken, industrieterreinen, en kantoorcomplexen (afb. 43). Bij Holthuizen verrees de woonwijk de Zilverkamp. De Pleijroute kwam tot stand. Aan het eind van de jaren negentig van de twintigste eeuw moesten de steenfabrieken in de Margarethapolder eraan geloven. Niet lang daarna in 2001 kwam in het kader van 'Ruimte voor rivieren' het plan Bakenhof tot stand (afb. 44). Wat nog rest van het oorspronkelijke Malburgen is een stuk van de oude veerdam, en een deel van de Malburgse dijk met een aantal dijkwoningen. Op de plek van de Oude Tol vonden we de resten terug van de kerk van Malburgen.

3.3.7 Samenvatting en conclusie

De bedijking van de Betuwe kreeg aan het eind, of mogelijk in het midden van de dertiende eeuw zijn beslag. In de omgeving van Malburgen treffen we diverse dijken, dammen en kaden aan zoals de Betuwse bandijk (onderverdeeld in drie dijkvakken: Huissense dijk, Holthuizer dijk en Eldense dijk), de Malburgse dijk, de Malburgse veerdam, de Sleuteldam en de Griftdijk.

Vóór de vijftiende eeuw is weinig bekend over het beheer en onderhoud van de Malburgse dijken. In 1433 brak de Holthuizer dijk op twee plaatsen door. In dat jaar nam het ambtsbestuur van de Over-Betuwe het beheer en onderhoud van de Holthuizer dijk van dat van Huissen over. Tegen de keur van de Betuwe in kreeg Aerndt van Holthusen toestemming om aan beide zijden op de dijk bomen te poten. Op de Rijn werd agressief bekribd om land aan te winnen. De scheepvaart op Rijn en IJssel lag in talloze, strenge winters door ijsgang stil. De zestiende eeuw stond in het teken van de bochtafsnijding van de Rijn bij Arnhem. Door veranderingen in het rivierenregime en agressief bekribben kwam de Rijn steeds dichter bij Malburgen te lopen, waarbij enkele boerderijen en dijkhuizen, en een deel van de boomgaard van het kasteel Malburgen werden verzwolgen.

In de zeventiende eeuw ging de erosie door de Rijn onverminderd voort en moest ten slotte kasteel Malburgen eraan geloven, terwijl de IJsselmonding steeds meer verzandde. Uit de kaarten van 1621 en 1632 blijkt, dat de Malburgse dijk jonger is dan het verkavelingspatroon en dat het westelijke dijkvak lijkt te zijn teruggelegd. Het aantal dijkdoorbraken in de zeventiende eeuw was rond Malburgen gering, maar in de winter van 1651 liep de Malburgse Polder onder vanwege een doorbraak van de Malburgse dijk. Hierdoor bezweek ook de Holthuizer dijk.

De verstopping van de IJsselmond nam in de achttiende eeuw zodanige vormen aan, dat in 1775 een doorsnijding van de Pleij werd uitgevoerd. Verder werd in Rijn en IJssel nog steeds agressief bekribd. In 1711, 1741 en 1751 brak de Malburgse dijk door en kwam de Malburgse Polder blank te staan. In 1742/43

A fb . 42 Luchtf ot o v an de geallieer den v an 26 maart 1944

A

fb

. 43 Luchtf

ot

A fb . 44 Luchtf ot o uit 2003 v an de 'B ak enhof' (Br on: R ijkswaterstaat)

brak de Malburgse veerdam op verscheidene plaatsen door, waarbij overslag- zand over de achterliggende landerijen werd afgezet. Een deel van het Malburgse lijnpad werd verzwolgen. De Malburgse schaardijk werd omstreeks 1750 verhoogd en verzwaard en in 1754 werd de Malburgse veerdam op bandijkhoogte gebracht. Het ambt Over-Betuwe slaagde er in 1770 eindelijk in om de Huissense dijken te mogen schouwen.

In de negentiende eeuw was kribbenaanleg geen lokale aangelegenheid meer, maar werd het landsbelang om de vaargeul op zijn plaats te houden ter verbetering van de scheepvaart en vanwege de veiligheid. In het begin van de negentiende eeuw werden de Huissense dijken versterkt. De hoogte van de Malburgse veerdam was herhaaldelijk onderwerp van discussie in verband met de veiligheid van de Lijmers.

Omstreeks 1905 vond een bochtafsnijding van de Rijn plaats aan de kop van de Margarethapolder, waarbij het Malburgse veerhuis werd gesloopt. De veerdam werd teruggelegd. Op de grens met de Stadswaarden verrees een nieuw veerhuis. In 1907 kwam een einde aan de marke van de Malburgse Straat. De Malburgse schaardam was in 1926 bij hoog water flink beschadigd. De veerdam werd in 1935 met een pakket van ongeveer twee meter opgehoogd tot circa 15.35 m + NAP en daarmee op bandijkhoogte gebracht. Arnhem maakte de sprong over de Rijn. Dit was het begin van de uitgestrekte wijk Malburgen. Oude boerderijen zoals de Bakenhof en De Koppel, het verkavelingspatroon, oude weteringen en vele oude dijken en wegen maakten plaats voor woonwijken, industrieterreinen, en kantoorcomplexen. De Pleijroute kwam tot stand. Aan het eind van de jaren negentig van de twintigste eeuw moesten de steenfabrieken in de Margarethapolder eraan geloven. Niet lang daarna in 2001 kwam in het kader van 'Ruimte voor rivieren' het plan Bakenhof tot stand (afb. 44).

Wat nog rest van het oorspronkelijke Malburgen is een stuk van de oude veerdam, en een deel van de Malburgse dijk met een aantal dijkwoningen. Op de plek van de Oude Tol vonden we de resten terug van de kerk van Malburgen.

3.4 Herkomst en aard van de specie voor het opmaken,