• No results found

Ontwikkelingen van de Nederlandse elektriciteitsmarkt

Conclusies met betrekking tot de maatregelen ter bevordering van de liquiditeit

1.05 Ontwikkelingen van de Nederlandse elektriciteitsmarkt

In hoofdstuk 4 worden verschillende maatregelen besproken die de liquiditeit op de Nederlandse groothandelsmarkt voor stroom kunnen verbeteren. Er zijn echter recentelijk maatregelen genomen die in de nabije toekomst worden

geïmplementeerd. De maatregelen zullen vermoedelijk op termijn een gunstige uitwerking hebben op de liquiditeit. Een voorbeeld hiervan is het zogenaamde ‘transparantiebesluit’ van de DTe inzake beschikbaarheid van productie-eenheden. Daarnaast zijn er maatregelen waarvan niet duidelijk is hoe ze precies zullen uitwerken op de liquiditeit. Voorbeelden hiervan is de ophanden zijnde CO2-emissiehandel. Hoewel het niet mogelijk is om een compleet overzicht te geven, worden in dit hoofdstuk enkele relevante ontwikkelingen weergegeven. Voorts wordt beknopt beschreven wat voor effecten van deze ontwikkelingen uitgaan op de liquiditeit.

Op 9 december 2003 zijn door de DTe twee besluiten genomen met het doel de informatievoorziening over regel- en reservevermogen te waarborgen, met name met het oog op het handhaven van de balans tussen vraag en aanbod van elektriciteit.50 In het door DTe genomen ‘transparantiebesluit’ wordt de beschikbaarheid van adequate en actuele gegevens omtrent de beschikbaarheid van regel- en reservevermogen voor TenneT gewaarborgd. Het transparantiebesluit waarborgt dat Tennet te allen tijde weet hoeveel productievermogen voor balancering beschikbaar is.

Een gerelateerd besluit van de DTe heeft bepaald dat TenneT een deel van de informatie ten aanzien van de

beschikbaarheid van productie-eenheden (geaggregeerd) dient te publiceren. Publicatie van deze gegevens maakt het voor marktpartijen mogelijk om een inschatting te maken van de (verwachte) ruimte op onbalansmarkt. Marktpartijen kunnen beter beoordelen of, en zo ja, tegen welke prijs zij regel- en reservevermogen willen aanbieden aan TenneT. Dit stimuleert marktpartijen bovenal om ten tijde van verwachte schaarste productievermogen aan TenneT ter beschikking te stellen, waardoor de efficiënte werking van de onbalansmarkt wordt bevorderd. Dit besluit regelt ook dat het opgestelde en beschikbare productievermogen voor de eerstvolgende 12 respectievelijk 9 kalendermanden wordt gepubliceerd. Hierdoor wordt niet alleen de transparante werking van de onbalansmarkt maar van de markt als geheel bevorderd.

Het effect van het transparantiebesluit op de liquiditeit is beperkt positief. Door de markt beter te voorzien van informatie over de verwachte diepte van de onbalansmarkt zullen marktpartijen hun kansen om door TenneT te worden afgeroepen beter kunnen inschatten. Deze informatie vermindert dus de onzekerheid hetgeen de transactiekosten en toetredingsdrempels om

vermogen in de onbalansmarkt aan te bieden enigszins verlaagt. Daarnaast bevordert het besluit de transparante werking van de gehele markt. Dit kan op termijn een positief effect hebben op de liquiditeit.

Krachtens het NMa besluit inzake Nuon – Reliant dient 900 MW firm51 capaciteit te worden geveild.52 Het voorstel bepaalt dat Nuon deze 900 MW firm capaciteit zal veilen voor (steeds opnieuw) vijf jaar. Er wordt geveild in capaciteitsblokken van 10 MW met een looptijd van vijf jaar. De veiling wordt in principe voor de eerste maal gehouden in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2004, waarbij de leveringsperiode 1 juli 2005 tot en met 31 juni 2010 is. De veilingvoorwaarden en de criteria voor toelating tot de veiling behoeven de voorafgaande goedkeuring van de NMa. Een monitoring trustee zal toezien op naleving door Nuon van haar verplichtingen, waaronder begrepen de uitvoering van de veiling, en het hierover

rapporteren aan de NMa. De koper van capaciteit op de veiling heeft gedurende vijf jaar recht op gegarandeerde levering door Nuon. Nuon, Essent en Electrabel zijn uitgesloten van deelname als koper aan de veiling. Kopers op de veiling mogen maximaal 23 capaciteitsblokken (230 MW) verwerven.

Het hierboven kort beschreven voorstel biedt volgens de NMa een oplossing voor het door haar gesignaleerde

mededingingsprobleem op de groothandelsmarkt, namelijk dat met de overname de productie-eenheden van Reliant Nuon een dusdanige omvangrijke positie op de groothandelsmarkt zou krijgen waarmee zij het elektriciteitsprijzen niveau zou kunnen beïnvloeden.53

Ten minste theoretisch kan worden gesteld dat de veiling van 900 MW drie positieve effecten teweeg zal brengen op de Nederlandse groothandelsmarkt voor elektriciteit. Ten eerste zal de veiling een richtprijs kunnen gaan geven voor capaciteit. Een dergelijke prijs kan transparantie vergroten en inzicht bieden in de ‘prijs voor capaciteit’. Ten tweede kan het besluit de liquiditeit bevorderen, omdat derden tot de markt kunnen toetreden en toegang kunnen krijgen tot productiemiddelen voor de opwek van elektriciteit. Ten derde betekent de veiling van blokken met een looptijd van vijf jaar, de introductie van een nieuw product op de elektriciteitsmarkt. Het is de verwachting dat deze nieuwe producten zullen worden omgezet (verhandeld) naar bestaande producten (bijvoorbeeld jaar en maandcontracten). Dit zal, op termijn, leiden tot additionele liquiditeit.

Anderszins kan beargumenteerd worden dat de veiling van 900 MW de negatieve effecten van de Nuon-Reliant fusie moet compenseren. Dit geldt echter voor zover het de marktmacht van NUON betreft. Voor wat betreft de liquiditeit van de markt wordt ten opzichte van de situatie voor de fusie toch een klein positief effect verwacht.

Daarnaast vinden met ingang van 2004 tevens veilingen van capaciteit plaats door Electrabel in België. In totaal zal Electrabel 1200 MW op de markt brengen. Ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt in België zal een positief effect hebben op de liquiditeit in Nederland, gezien de verbondenheid van beide markten.

In juli 2003 heeft het Europees parlement ingestemd met Richtlijn 2003/87/EG54 waarin is neergelegd dat alle EU-lidstaten in 2005 een systeem voor CO2-emissiehandel dienen te starten. In dit Europese handelssysteem doen de grotere industriële bedrijven mee.

Het Ministerie van Economische Zaken (EZ), VROM, de provincies en bedrijven werken aan een toewijzings- of

51 Onder firm capaciteit wordt verstaan capaciteit waarvan de beschikbaarheid wordt gegarandeerd door in dit geval Nuon. 52 Besluit van de d-g NMa 3386/ Nuon - Reliant Energy Europe. Zie www.nmanet.nl/nl/Images/11_15321.pdf.

53 Het is de taak van NMa op basis van de Mededingingswet om fusie-voorstellen te beoordelen, waarbij gekeken wordt of het fusiebedrijf marktmacht krijgt. Deze taak verschilt van de toezichtstaak van NMa waarbij gekeken wordt of bedrijven hun eventuele machtspositie misbruiken.

Dienst uitvoering en toezicht Energie Pagina 66 van 96 allocatieplan. In dit plan komt, kort gezegd, te staan hoeveel emissierechten de betrokken bedrijven krijgen toebedeeld. Het eerste plan loopt van 2005 tot en met 2007. Eind maart 2004 moet het plan aan de Europese Commissie worden

voorgelegd. Daarop volgende plannen hebben telkens een looptijd van 5 jaar. Op basis van het plan treft de overheid een besluit waarmee formeel wordt aangegeven welke bedrijven die CO2 uitstoten de verplichtingen op grond van de richtlijn krijgen opgelegd. In het besluit wordt ook aangegeven hoeveel rechten die bedrijven verstrekt krijgen voor de betreffende periode.55

Met de invoering van systemen voor emissiehandel worden op termijn de ongelijkheden die te maken hebben met de uitstoot van broeikasgassen waarschijnlijk grotendeels weggewerkt. Dit betreft met name de CO2-emissiehandel. Het invoeren van een Europees systeem voor CO2-emissiehandel kan in potentie een aanzienlijk effect hebben op de elektriciteitsmarkten. Het effect is nog niet goed in te schatten omdat de details van het systeem nog onduidelijk zijn en er ook nog veel vragen zijn over de verdeling van de emissierechten. Daarentegen is duidelijk dat de waarde van CO2-emissierechten een directe invloed heeft op de variabele kosten van elektriciteitsproductie. Omdat kolencentrales per kilowattuur veel meer CO2 emitteren dan gascentrales, zal dit invloed hebben op de concurrentie tussen deze twee typen elektriciteitsproductie. Ook de concurrentieverhoudingen tussen Duitsland (meer bruinkoolcentrales) en Nederland (meer gascentrales) zullen wijzigen. Dit heeft invloed op de inzet van de centrales maar beïnvloedt ook investeringen in nieuw productievermogen. Het kan dan financieel-economisch aantrekkelijker worden een gascentrale te bouwen in plaats van een kolencentrale. Invoering van CO2-emissiehandel zal de elektriciteitsproductie van CO2- vrije opties, zoals duurzame elektriciteit, waterkracht en nucleair, aantrekkelijker maken ten opzichte van elektriciteit uit fossiele bronnen.

Uit bovenstaande blijkt dat de CO2 emissiehandel met name effect zal hebben op de prijzen en concurrentie tussen de verschillende typen elektriciteitsproductie. Het directe effect op de liquiditeit zal vermoedelijk gering zijn. Verwacht mag echter worden dat door een level playing field tussen de prijsgebieden Nederland en Duitsland, als gevolg van de CO2 emissiehandel, de congestie op de interconnectoren tussen Nederland en Duitsland zal afnemen met name gedurende piek uren. Hierdoor ontstaat er een diepere markt waardoor de liquiditeit verbetert. Voorts geldt dat zodra het eerste toewijzings- en allocatieplan bekend en geaccepteerd is, een belangrijke bron van onzekerheid in de markt zal zijn weggenomen. Minder onzekerheid kan leiden tot lagere transactiekosten en hogere liquiditeit.

Vanaf 1 juli zullen alle huishoudens vrij zijn om hun leverancier te kiezen. Op dit moment is ongeveer 62% van de markt geopend, hoewel sinds medio 2001 eindverbruikers al de mogelijkheid hebben om te switchen naar een ‘groene’ leverancier. Als gevolg van deze stap zal de concurrentie in levering voor de retailmarkt toenemen. Deze toegenomen concurrentie zorgt ook voor extra druk op de groothandelsmarkt. De indruk bestaat echter dat de concurrentie in levering nu al groot is en dat de marges op levering zeer laag zijn. Het is niet de verwachting dat deze laatste stap in de opening van de verbruikersmarkt een groot effect zal hebben op de liquiditeit op de groothandelsmarkt. Omgekeerd wordt het belang van een liquide groothandelsmarkt groter, om een goed werkende retailmarkt mogelijk te maken.

In voldoende liquide elektriciteitsmarkten zal optimaal gebruik worden gemaakt van de prijsverschillen tussen markten in verschillende landen. Uit een analyse van de importveilingen tussen Duitsland en Nederland blijkt dat de prijsverschillen tussen deze twee landen op de dagveiling optimaal zijn benut in zowel 2002 als 2003. Alleen tijdens de extreme prijspieken op de APX in 2003 werd de importcapaciteit ondergewaardeerd wat hoogstwaarschijnlijk te maken heeft met een zekere mate van risicoaversie van partijen.

Vermoedelijk om dezelfde reden is op de maand- en jaarveiling van importcapaciteit eind 2003 en begin 2004, minder betaald voor importcapaciteit dan het werkelijke prijsverschil tussen Duitsland en Nederland op dat moment. In die periode waren er grote fluctuaties in de prijzen van OTC contracten.

2.01 Grensoverschrijdende arbitrage

Het Nederlandse elektriciteitssysteem is niet geïsoleerd, maar is verbonden met de Duitse en Belgische markten via de interconnectors. In totaal bedraagt de voor handel beschikbare capaciteit in 2003 circa 3350 MW, waarvan circa twee derde de Duitse interconnectiecapaciteit beslaat, en een derde de Belgische. Internationale handel zorgt voor een relatie tussen elektriciteitsmarkten in de verschillende landen. Wanneer elektriciteit onbeperkt kan stromen tussen twee landen wordt de markt effectief vergroot tot een enkele markt met overeenkomstig meer vragers, aanbieders en marktdiepte, hetgeen de liquiditeit ten goede komt. Elektriciteit is dan in beide landen tegen dezelfde prijs en voorwaarden beschikbaar. In de praktijk is de vraag naar grensoverschrijdende transportcapaciteit echter regelmatig groter dan het aanbod (met name overdag), en bestaat er een veiling om de schaarse capaciteit te alloceren. In een goed werkende markt zal er in dat geval een relatie bestaan tussen de prijs voor interconnectiecapaciteit in de veiling en de verschillende marktprijzen voor elektriciteit in de twee landen. Er zullen immers arbitragemogelijkheden ontstaan indien de prijs van elektriciteit die in het exporterende land gekocht is, vermeerderd met de prijs voor transportcapaciteit, gemiddeld genomen afwijkt van de prijs voor elektriciteit in het importerende land56.

Een dergelijke arbitrage kan echter bemoeilijkt worden indien de markt voor elektriciteit niet voldoende liquide is. In dat geval kan de prijsvorming van elektriciteit onvoldoende betrouwbaar worden geacht om arbitragehandel profijtelijk te maken, kunnen werkelijk gepercipieerde prijzen afwijken van de gepubliceerde prijzen, en kan een prijsdispersie persisteren zonder toetreding van nieuwe arbitrageurs uit te lokken (de transactie- en risicokosten zijn dan te hoog). In deze paragraaf wordt daarom de (ontwikkeling van) de arbitrage op de importveiling tussen Duitsland en Nederland geanalyseerd. Een analyse van de Belgische import is minder zinvol aangezien er geen duidelijke uurlijkse of termijnprijzen bestonden in 2003 voor België.

Naast een analyse van de prijzen betaald voor importcapaciteit is het tevens instructief te bekijken in hoeverre het gebruik van deze capaciteit inderdaad overeenstemt met het op basis van prijsverschillen te verwachten gebruik.