• No results found

ONTWIKKELINGEN DIVIDENDBELASTING IN HET INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT

4. INTERNATIONALE ONTWIKKELINGEN EN INVULLING IN DUITSLAND,

4.2 ONTWIKKELINGEN DIVIDENDBELASTING IN HET INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT

Het heffen van dividendbelasting kunnen landen op twee verschillende methoden baseren. Onder het klassieke systeem van de vennootschapsbelasting is geen aftrek voor dividenden aan aandeelhouders toegestaan bij het berekenen van de belastbare winsten.124 De ontvangen dividenden worden bij de aandeelhouders volledig belast, afhankelijk van de hoogte van het dividend en het overige inkomen van de aandeelhouders. De dividenduitkeringen zijn al onderhevig geweest aan

vennootschapsbelasting. Het klassieke systeem leidt tot economisch dubbele belastingheffing waardoor het gedrag van ondernemers wordt beïnvloed.124 Klassieke systemen kunnen leiden tot ernstige verstoringen van investeringen. Dit leidt tot ondermijning van het principe dat economische overwegingen en niet fiscale redenen het gedrag van ondernemers zouden moeten bepalen.

Om de ongewenste dubbele belastingheffing van het klassieke systeem te elimineren werden er verschillende dividendverlichtingssystemen ontwikkeld.125 Als gevolg hiervan werden thans gedistribueerde winsten belast in overeenstemming met het marginale inkomstenbelastingtarief van de aandeelhouder. Dividend-imputatie is één van de systemen waarmee getracht wordt dubbele

belastingheffing te voorkomen. Dividend-imputatie is een vennootschapsbelastingstelsel waardoor de fiscale nadelen van de dividenduitkeringen aan aandeelhouders worden verminderd door hen alleen te verplichten het verschil te betalen tussen het vennootschapsbelastingtarief en hun marginale

belastingtarief.126 Op het niveau van de aandeelhouder wordt een gedeeltelijk of volledig belastingkrediet aangeboden voor de vennootschapsbelasting die betaald is op het niveau van de uitkerende vennootschap.127 De manier waarop landen invulling geven aan deze dividend-imputatie is afhankelijk van de omstandigheden van het belastingstelsel. Het Europese Hof van Justitie uitte meerdere malen kritiek op de imputatiesystemen vanwege de ongelijke behandeling van

124 Cnossen, 2015, p. 524.

125 Cnossen, 2015, p. 529. 126 Cnossen, 2015, p. 530. 127 Maier & Schanz, 2017, p. 5.

32

grensoverschrijdende dividenden door sommige lidstaten.128 In sommige lidstaten konden enkel ingezeten aandeelhouders zich beroepen op de belastingverlagende belastingkredieten. Mede onder druk van rechterlijke uitspraken van het Hof van Justitie dienden niet alleen de direct getroffen lidstaten hun belastingstelsels te herzien maar ook lidstaten met vergelijkbare belastingwetgeving. Tussen 1999 en 2008 besloten negen landen om de dividend-imputatie af te schaffen waaronder het Verenigd Koninkrijk en Ierland in 1999, Duitsland in 2001 en Frankrijk in 2005.129

Tijdens de overgang van het imputatiesysteem naar het klassieke systeem voerden veel landen een belastingvermindering in op het niveau van de aandeelhouder. Net als bij dividend-imputatie is het mogelijk om de mate van dividendaftrek te variëren.130 Een volledige dividendaftrek maakt het

systeem gelijk aan een onverdeelde winstbelasting. Een kleine aftrek brengt het systeem dichterbij het klassieke systeem. Het grootste nadeel van het systeem van de dividendaftrek is dat de vrijstelling automatisch wordt uitgebreid naar buitenlandse aandeelhouders en vrijgestelde entiteiten.131 Het probleem is dat buitenlandse aandeelhouders niet de extra inkomstenbelasting betalen die

binnenlandse aandeelhouders wel betalen. Om dit te voorkomen kan een bronbelasting op dividenden worden ingevoerd of verhoogd om het systeem van de dividendaftrek gelijk te stellen aan een het imputatiesysteem.132 Vanaf 2015 passen twaalf landen het klassieke systeem toe waarbij er een dividendaftrek plaatsvindt op het niveau van de aandeelhouders.

Ondanks het ontbreken van een gemeenschappelijke wet op de inkomstenbelasting op het niveau van de Europese Unie worden lidstaten door recente beslissingen van het Hof van Justitie ertoe aangezet om hun stelsels van de vennootschapsbelasting meer op elkaar af te stemmen.133 Het Hof van Justitie ambieert een gelijke fiscale behandeling van winstuitkeringen van ondernemingen, bestaande uit dividenden en kapitaalwinsten, op het niveau van de Europese Unie. De toenemende

belastingconcurrentie tussen lidstaten vormt de belangrijkste aanleiding van het harmoniseren van belastingwetgeving op het niveau van de EU.134

4.3 Ontwikkelingen bronbelasting op rente, royalty’s en dividend in het

internationaal belastingrecht

In 2014 en 2015 vonden er wereldwijd belangrijke veranderingen plaats in belastingverdragen en nationale wetgeving die van invloed zijn op de bronbelasting die moet worden betaald over passieve beleggingsinkomsten.135

4.3.1 Ontwikkelingen in belastingverdragen

Veel landen hebben met andere landen belastingverdragen gesloten om dubbele belastingheffing te voorkomen of te verminderen. Dikwijls voorzien nationale belastingstelsels in de inning van bronbelastingen van bepaalde soorten inkomsten die worden uitbetaald aan niet-ingezetenen. Deze bronbelastingen kunnen van toepassing zijn op rente, royalty’s en dividenden. De meeste

belastingverdragen verminderen of elimineren de hoeveelheid belasting die moet worden ingehouden ten aanzien van inwoners van een verdragsland. Hieronder volgt een korte opsomming van recente

128 Maier & Schanz, 2017, p. 5. 129 Ainsworth, 2016, p. 58. 130 Cnossen, 2015, p. 530. 131 Cnossen, 2015, p. 530. 132 Cnossen, 2015, p. 530. 133 Maier & Schanz, 2017, p. 3. 134 Maier & Schanz, 2017, p. 4. 135 Kinds & Pakarinen, 2015.

33

ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan wat betreft de bronheffingen die zijn opgenomen in belastingverdragen136:

• Het Verenigd Koninkrijk en Canada ondertekenden een nieuw protocol om dubbele belastingheffing te voorkomen. Het tarief van de bronbelasting op dividenden betaald aan pensioenfondsen wordt teruggebracht naar 0%. Tevens voorziet dit protocol erin dat rente die wordt uitgekeerd aan uiteindelijke gerechtigden die zakelijk handelen niet meer onderhevig zijn aan bronbelasting.

• Australië en Zwitserland sloten een nieuw belastingverdrag waarin een dividendbelasting tarief van 15% werd afgesproken. Portfoliodividenden betaald aan pensioenfondsen zijn vrijgesteld van bronheffing. De bronheffing op rente bedraagt 10% waarbij financiële instellingen en pensioenfondsen zijn vrijgesteld.

• Japan en het Verenigd Koninkrijk voegden een nieuw protocol toe aan hun belastingverdrag met als doel om dubbele belastingheffing tegen te gaan. Op grond van dit protocol bedraagt de bronbelasting op dividend 10%. De bronbelasting op rente wordt verlaagd van 10% naar 0%. • Nederland en China sloten een nieuw belastingverdrag om dubbele belastingheffing te

voorkomen. Op grond van dit verdrag bedragen de bronbelastingen op rente, royalty’s en dividenden maximaal 10%.

Zoals hierboven al werd gesteld sluiten landen voornamelijk belastingverdragen met elkaar om dubbele belastingheffing te voorkomen.

4.3.2 Ontwikkelingen in nationale wetgevingen

Naast ontwikkelingen in belastingverdragen hebben verschillende landen ook belangrijke wijzigingen met betrekking tot het heffen van bronbelastingen doorgevoerd in hun nationale wetgeving137:

• In Oostenrijk werd in december 2014 een nieuwe wet aangenomen waardoor rente op staatsobligaties en bedrijfsobligaties die worden betaald aan natuurlijke personen die woonachtig zijn in een niet-EU/EER-land onderworpen is aan een bronbelasting van 25%. Voorheen was dergelijke rente vrijgesteld van enige bronheffing.

• In 2014 werden in Egypte belangrijke belastingwijzigingen doorgevoerd. Naast een tijdelijke verhoging van het vennootschapsbelastingtarief werd er een bronbelasting van 10% ingevoerd op bruto-uitkeringen van dividenden aan ingezeten en niet-ingezeten bedrijfsentiteiten. Dividenduitkeringen waren op grond van de vorige wet op de inkomstenbelasting vrijgesteld van bronbelasting.

• Door een nieuw aangenomen wet in Italië is de bronbelasting op dividenden en rente op bedrijfsobligaties verhoogd van 20% naar 26%.

• Eind 2014 keurde het Spaanse parlement een belangrijke belastinghervorming goed waardoor het binnenlandse bronbelastingtarief op dividenden en rente betaald aan niet-ingezetenen is teruggebracht tot 20% in 2015 en 19% in 2016. Ook het vennootschapsbelastingtarief werd verlaagd van 30% naar 28% in 2015 en naar 25% in 2016.

Op nationaal niveau valt er een trend te onderkennen waarin landen hun bronbelastingen op rente en dividenden verhogen. Enkel Spanje differentieert zich van deze trend door de bronbelasting op rente- en dividenduitkeringen aan niet-ingezetenen te verlagen.

136 Kinds & Pakarinen, 2015. 137 Kinds & Pakarinen, 2015.

34

4.4 Bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden in Duitsland