• No results found

Ontwikkeling van agrarisch inkomen en inkomen in het midden en kleinbedrijf

8. Agrarische sector

8.3 Ontwikkeling van agrarisch inkomen en inkomen in het midden en kleinbedrijf

In deze paragraaf wordt evenals in voorgaande jaren een beknopte vergelij- king gemaakt met het midden- en kleinbedrijf (mkb). Vergeleken wordt de

ontwikkeling van het gemiddelde inkomen van een zelfstandige in het mkb en het inkomen per ondernemer in de land- en tuinbouw, hierbij worden de BV's buiten beschouwing gelaten. Verder in deze paragraaf zal op basis van gege- vens uit het Bedrijven-Informatienet en die van het EIM getracht worden in- zicht te geven in de verschillende niveaus van de inkomens in de beide sectoren. Het gemiddelde bruto-totaalinkomen van zelfstandigen in het mkb wordt voor ongeveer 65% bepaald uit de winst uit de ondernemingen. In de agrarische sector ligt dit op 75%. Dat kengetal is dus vooral van belang om de ontwikkeling van de inkomens van de kleine zelfstandigen te volgen.

Vanwege het grote aantal bedrijven in het mkb is de ontwikkeling van de inkomens in de mkb relatief stabiel. Anders dan bij de land- en tuinbouw zijn bij een aantal sectoren binnen de mkb prijsontwikkelingen niet erg gevoelig voor invloeden van buitenaf. Zo is de inkomensontwikkeling in het mkb min- der afhankelijk van het buitenland, wat voor een sterk op de export gerichte sector als de land- en tuinbouw natuurlijk wel geldt. Aan de kostenkant is het vooral de loonsom die de uiteindelijke inkomens bepaald.

In 2007 groeit het Nederlandse mkb harder dan het grootbedrijf (EIM, 2007b). Er wordt een winstgroei verwacht van 8,5%. Dit geldt voor vrijwel alle sectoren. De detailhandel vormt hierop een uitzondering. De sector groeit wel mee met de winstontwikkeling, maar de laatste jaren was het winstniveau hier in ieder geval laag. De opkomst van internetwinkelen en een sterke con- currentie tussen de supermarkten hebben een prijsdrukkend effect op dit win- kelaanbod. De winst uit onderneming per zelfstandige neemt in 2007 met ongeveer 3% toe. Het is vooral de goede kostenbeheersing die de winstont- wikkeling in een positieve richting houdt. Hogere energiekosten beperken de groei nog enigszins, terwijl voor 2008 rekening wordt gehouden met hogere loonkosten die een drukkend effect zullen hebben.

Het aantal zelfstandigen in het mkb neemt nog steeds in een hoog tempo toe. In 2007 is het aandeel zelfstandigen zelfs historisch hoog te noemen. De grotere behoefte aan flexibel personeel wordt ingevuld door zelfstandigen en uitzendpersoneel. Het uitzicht op goede afzetmogelijkheden en een goed in- komen doet velen besluiten voor zichzelf te beginnen met altijd de mogelijk- heid om terug te vallen op een gewone vaste baan. Dit zal gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt niet al te moeilijk zijn. Vooral in de bouw en de zakelijke dienstverlening breidt het aantal zelfstandigen snel uit. Daarnaast zijn er ook veel nieuwe deeltijdondernemers, die een onderneming starten naast hun reguliere (deeltijd-)baan.

De afzet van het mkb neemt ook in 2007 wederom met ruim 3% toe. De afzet naar het buitenland groeit hierbij iets sterker dan die binnen Nederland.

Vooral de bouw, de groothandel en de dienstverlening zijn snel groeiende sec- toren. Vanaf 2006 heeft de consument duidelijk meer vertrouwen gekregen in de economie, wat leidt tot hogere uitgaven. De detailhandel groeit dan ook vanaf 2006 weer sterk en ook in de horeca is er een relatief grote groei, maar iets minder dan in de detailhandel. Van de buitenlandse afzetgroei profiteren vooral de groothandel en de transportsector. De centrale rol die Nederland speelt bij de distributie van goederen vanuit andere werelddelen is hierbij van groot belang. Voor 2008 verwacht het EIM een afzwakking van de groei van de buitenlandse afzet. De minder sterke ontwikkeling van de economie in de Verenigde Staten en de sterke euro zullen van invloed zijn op de economische groei in de Europese landen.

Het herstel van de werkgelegenheid in het mkb in 2006 zet zich in 2007 verder voort. De groei blijft wel achter bij die van het grootbedrijf. De cijfers laten zien, dat de werkgelegenheid sterker toeneemt naarmate het bedrijf gro- ter is. In het mkb groeide het aantal banen met 92.000, waarvaan 40.000 nieuwe zelfstandigen. Deze nieuwe zelfstandigen vinden voor een groot deel hun werk in de bouw en de zakelijke dienstverlening. Bovendien ontstaat er ook een groot aantal nieuwe webwinkels. Voor de werkgelegenheid per sector geldt dat de sectoren met een sterke afzetgroei ook een grotere werkgelegen- heidsgroei hebben. Dat geldt dus voor de bouw en de zakelijke dienstverle- ning en in iets mindere mate voor de detailhandel en horeca. In de industrie is echter nog steeds sprake van een daling van de werkgelegenheid, vooral onder invloed van innovaties en een verbetering van de arbeidsproductiviteit. Tech- nologische ontwikkelingen leiden ook tot een krimp van de werkgelegenheid in de transport- en communicatiesector.

De winstmarges binnen het mkb blijven in 2007 vrijwel onveranderd. Voor het komende jaar wordt verwacht dat die iets zullen dalen. Toch ont- wikkelt de winstgevendheid zich voorspoedig in het mkb en ook gunstiger dan bij het grootbedrijf (100 werknemers en meer).

De winstontwikkelingen in de verschillende sectoren laten een sterk uit- eenlopend beeld zien. De ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit, maar ook de verschillen in afzetontwikkeling hebben hier mee te maken. De industrie en groothandel, die relatief meer op de buitenlandse markt zijn georiënteerd, profiteren van een gunstige internationale handel en halen daardoor sterke winststijgingen. Maar ook de bouw, de autosector en de detailhandel boeken grotere winsten. Deze zijn echter vooral het gevolg van de toenemende bin- nenlandse koopkracht. De groei van de winst voor het mkb die in 2007 ruim 8% was, zal naar verwachting in 2008 ongeveer halveren.

0 10 20 30 40 2002 2003 2004 2005 2006(v) 2007(r) x 1.000 euro mkb-zelfstandigen agrarische zelfstandigen

Figuur 8.1 Inkomensontwikkeling per ondernemer in de land- en tuinbouw en het mkb

In figuur 8.1 zijn de inkomens van zelfstandigen in het mkb en de agrarische sector vergeleken, waarbij alleen ondernemers zijn meegenomen die persoon- lijke onderneming hebben. Vanaf 2005 zijn de inkomens in de agrarische sec- tor hoger dan van de zelfstandigen in het mkb. Hierbij dient wel opgemerkt te worden, dat in het mkb veel van de zelfstandigen zogenaamde hybride onder- nemers zijn, die ook een (parttime) dienstbetrekking hebben. Wanneer het ar- beidsinkomen van buiten bedrijf wordt meegenomen is het verschil tussen de agrariërs en mkb'ers kleiner, want het inkomen van buiten bedrijf van de mkb'er is gemiddeld 3.000 euro hoger. In 2007 is het verschil tussen de agra- rische- en mkb-zelfstandige kleiner geworden en is het inkomen van de agra- rische zelfstandige naar verwachting 4.000 euro hoger dan dat van de mkb'er.