• No results found

5. Diervriendelijke viskweeksystemen

5.1 Ontwerpatelier diervriendelijke viskweeksystemen

Het ontwerpatelier diervriendelijke viskweeksystemen was er op gericht om samen met uiteenlopende belanghebbenden te komen tot een interactief proces dat zou leiden tot een ontwerp voor een maatschappelijk geaccepteerd en diervriendelijk viskweeksysteem.1 Daarbij was in dit project het proces belangrijker dan het uiteindelijke ontwerp.

Voor het ontwerpen van een diervriendelijk en maatschappelijk geaccepteerd vis- kweeksysteem werd gekozen voor het stappenplan zoals beschreven in 4.2.4. Dit stappenplan leent zich uitstekend voor het (her)ontwerpen van technische systemen en een viskweeksysteem is in zekere zin op te vatten als een technisch systeem. In het kort ziet het stappenplan er als volgt uit:

- er is een probleemdefiniërende fase en een probleemoplossende fase;

- de probleemdefiniërende fase bestaat uit 1) vorming van een ontwerpteam, 2) keuze van het onderwerp van (her)ontwerp, 3) selectie van relevante belanghebbenden, 4) dataverzameling, 5) interpretatie van de data, en 6) het vaststellen van de ontwerp- vraag;

- de probleemoplossende fase bestaat uit 7) (her)ontwerp en ideeëngeneratie, 8) selec- tie en verdere uitwerking van ideeën, 9) testen van prototypes in de praktijk, en 10) evaluatie procedure.

In het ontwerpatelier werden in vogelvlucht min of meer dezelfde stappen doorlopen: I. Probleemdefinitie:

- Er werd niet van tevoren een ontwerpteam gevormd, maar er was wel een soort kernteam dat het ontwerpatelier samen met procesbegeleiders heeft voorbereid. Alle aanwezigen bij het ontwerpatelier (met uitzondering van de procesbege- leiders) vormden met elkaar het ontwerpteam.

- Het onderwerp van (her)ontwerp was een maatschappelijk geaccepteerd en diervriendelijk viskweeksysteem.

- De relevante belanghebbenden werden door het kernteam dat het ontwerpate- lier voorbereidde geselecteerd en uitgenodigd.

- Dataverzameling en de bijbehorende interpretatie van data vond maar beperkt plaats, namelijk tijdens het ontwerpatelier zelf.2 In twee groepen werd door de

procesbegeleiders geïnventariseerd wat de aanwezigen beschouwden als zorg- punten en/of zwaktes in de huidige viskwekerij en wat ze beschouwden als kwaliteiten en/of sterktes in de sector. Op deze manier kon een indruk verkre-

1 De lijst met deelnemers aan het ontwerpatelier is opgenomen in bijlage 2.

2 Overigens was daarnaast het idee dat de dataverzameling in het kwantitatieve consumentenonderzoek

(hoofdstuk 2) en de kwalitatieve stakeholderanalyse (hoofdstuk 3) ook ingebracht zouden worden tijdens het ontwerpatelier. Dit heeft helaas maar in beperkte mate gestalte gekregen.

gen worden van de handelingstheorieën en daarbij behorende waarden van de verschillende aanwezige belanghebbenden.

- Na de inventarisatie van de zorgen en/of zwaktes en de kwaliteiten en/of sterk- tes in de viskwekerij werd de ontwerpvraag definitief vastgesteld. In de ene groep bleef de ontwerpvraag ongewijzigd: 'Ontwerp, bedenk nieuwe diervrien- delijke viskweeksystemen of aquaculturen, die kunnen rekenen op maatschappelijke acceptatie en draagvlak'. Wel werden er wat nuanceringen gemaakt die het ontwerp wat afbakenden. Zo werd gezegd dat het niet om het ontwerp van hele systemen moest gaan maar om aspecten van systemen. Ook werd er vanuit gegaan dat de waterkwaliteit goed moest zijn, dat de controleer- baarheid van het systeem gericht moest zijn op het gedrag en welzijn van vissen, dat het aantal vissoorten beperkt moest blijven tot meerval en paling omdat elke soort vis zijn eigen specifieke eisen heeft, en dat de term maat- schappelijke acceptatie vaag was en daarom wat genuanceerd zou moeten worden. In de andere groep werd de ontwerpvraag op basis van de geïnventari- seerde zorgen, zwaktes, kwaliteiten en sterktes wat aangepast: 'Ontwerp, bedenk nieuwe diervriendelijke, vermarktbare viskweekketens op basis van maatschappelijk draagvlak'. Ook hier werden nuanceringen gemaakt: het ont- werp moest vermarktbaar zijn, uitsluitend gericht op meerval en paling, diervriendelijkheid moest vooral gebaseerd zijn op het kunnen ontplooien van natuurlijk gedrag en de keten moest als geheel meegenomen worden.

II. Probleemoplossing:

- Na het definitief vaststellen van de ontwerpvraag volgde de ideeëngeneratie (wederom in twee groepen). Om deelnemers los te krijgen uit het heden en hen zo met een meer open geest over de toekomst na te laten denken, werd eerst gevraagd naar ieders droombeeld of wensbeeld ten aanzien van diervriendelij- ke viskweeksystemen. Vervolgens vond een brainstorm plaats om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen (divergentie). Het was daarbij verboden om op elkaar te reageren met 'ja maar' omdat dit de creativiteit kan doden (uitstel van oordeel). Op het moment dat de ideeën uitgeput dreigden te raken werd in één groep een creativiteitsbevorderende techniek toegepast, een vervreemdings- techniek. Deelnemers werd gevraagd wie hun held was en wat zo kenmerkend is aan hem of haar. Vervolgens werd gevraagd 'Hoe zou deze held met het pro- bleem zijn omgegaan?' Dit leverde 23 extra ideeën op (boven de 34 ideeën die in deze groep al genoemd waren). In de andere groep, waar geen vervreem- dingstechniek werd toegepast, werden 60 ideeën gegenereerd.

- Na het verzamelen van alle mogelijke ideeën op het gebied van de viskwekerij vond een selectie van ideeën plaats (convergentie). De deelnemers mochten de ideeën die hen het meeste aanspraken voorzien van één blauwe, rode of gele stikker. Van elke kleur kregen ze 7 stikkers. Blauw stond voor ideeën die rela- tief gemakkelijk en op korte termijn uitvoerbaar waren, weinig risico met zich meebrachten, waarschijnlijk een hoge aanvaardbaarheid hadden en waarvan waarschijnlijk voorbeelden voorhanden waren. Rood stond voor innovatieve, spannende ideeën die op middellange termijn uitvoerbaar waren, eventueel voor een doorbraak zouden kunnen zorgen en toch implementeerbaar waren.

Geel tenslotte stond voor ideeën voor de toekomst (lange termijn). Ze waren uitdagend, leken nu nog onmogelijk en konden derhalve ook als 'de rode ideeën van morgen' bestempeld worden.

- De ideeënselectierondes leverden een aantal clusters van ideeën op die in sub- groepjes nader werden uitgewerkt op een poster. Daarbij werd gebruikgemaakt van tekenmateriaal en beeldmateriaal (foto's uit tijdschriften) en kon de hulp worden ingeroepen van een tekenaar. Op de posters moest in ieder geval naar voren komen wat het doel, het nut en de noodzaak was van het geschetste (element van een) viskweeksysteem. Tevens moest aangegeven worden wan- neer het geschetste beeld werkelijkheid kon worden (doorkijk). Ook werd om een actieplan gevraagd met daarin aandacht voor de vragen: 1) Wie moet wan- neer welke acties ondernemen en op welke manier moet hij of zij dat doen, 2) Met wie kan een coalitie gesloten worden om het geschetste (element van een) viskweeksysteem te realiseren, 3) Hoe ziet het institutionele kader eruit?, 4) Wie is de trekker of het aanspreekpunt?, 5) Wat zijn de risico's en welke oplos- singen zijn daarvoor te bedenken?, en 6) Wanneer komt de nieuw te vormen projectgroep voor het eerst bij elkaar?

- Na het uitwerken van de ideeën volgde de presentatie ervan aan alle aanwezi- gen. Na een korte uitleg was er enige tijd voor discussie en konden suggesties en aanbevelingen gedaan worden in de vorm van kleine briefjes die bij de be- treffende poster geplakt konden worden. Deze stap in het proces kan eventueel opgevat worden als een eerste toets aan de praktijk (hoe reageren andere be- langhebbenden op het voorgestelde ontwerp?). Uiteraard was er in het project geen ruimte voor het echte toetsen van prototypes van ontwerpen in de prak- tijk. Hoewel de intentie er wel was om op basis van de geschetste (elementen van) ontwerpen voor viskweeksystemen samen met de aanwezige belangheb- benden afspraken voor vervolgonderzoek te maken aan het eind van het ontwerpatelier, bleef deze stap in het proces wat in de lucht hangen;

- Het ontwerpatelier werd afgesloten door de projectleider en twee andere aan- wezigen. Zij gaven een korte inhoudelijke reactie op de uitkomsten van het ontwerpatelier (evaluatie).

5.2 Resultaten van het ontwerpatelier diervriendelijke viskweeksystemen