• No results found

3. Methode van onderzoek

3.1 Onderzoeksdesign en model

Gekozen is voor een kwalitatief onderzoek waarbij onderzoek wordt gedaan naar de effecten van het toepassen van co-design in toezicht door de Belastingdienst op de compliance van de doelgroep ZZP’ers en hoe dit kan worden verklaard.

Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek omdat het meer beschrijvend en verklarend van aard is en zich richt op interpretaties, ervaringen en meningen. Het is daarbij de bedoeling om inzicht te verkrijgen in hoe ZZP’ers aankijken tegen de toepassing van co-design in toezicht door de Belastingdienst. Als eerste is een doelstelling en daarop een centrale vraagstelling geformuleerd op basis waarvan onderzoek verricht wordt. Om de centrale vraag

onderzoekbaar te maken is deze vervolgens opgedeeld in meerdere theoretische en empirische deelvragen.

Het empirisch onderzoek bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste zijn zes interviews

afgenomen onder ZZP’ers. Om daarnaast meer inzicht te verkrijgen in het standpunt van de Belastingdienst zijn ook twee interviews afgenomen bij beleidsbepalende medewerkers van deze overheidsdienst. Naast interviews zijn aan alle geïnterviewden stellingen voorgelegd. De resultaten van de interviews en de stellingen en de analyse daarvan zijn verwerkt in hoofdstuk vier. Met de combinatie van interviews en enquêtes wordt een zo goed mogelijk inzicht te gegeven in het effect van co-design op de compliance van ZZP’ers.

Onderzoeksmodel

Vanuit de literatuur met betrekking tot co-design worden de effecten op de compliance gedestilleerd. Deze beoogde effecten worden vervolgens getoetst onder de ZZP’ers. In de analyse wordt de theorie daarna getoetst aan de bevindingen uit het onderzoek.

Vervolgens worden de onderzoeksresultaten geanalyseerd wat zal leiden tot inzichten en verklaringen voor de gevonden uitkomsten.

32

Figuur 6 Onderzoeksmodel

3.2 Data

Deze paragraaf bevat een beschrijving van de bronnen waarvan in dit onderzoek gebruik is gemaakt. In het onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende methoden van

materiaalverzameling met als doel door triangulatie de betrouwbaarheid van de bevindingen te vergroten.

3.2.1 Literatuurstudie

Het onderzoek is gestart met een studie naar de theorieën en literatuur die betrekking hebben op de centrale vraag en de geformuleerde deelvragen. Hierbij is gezocht naar relevante en recente stukken met betrekking tot de begrippen co-design, toezicht en compliance. Een eerste blik op boeken, tijdschriften en periodieken leidde tot de vondst van een ‘systematic review’ van Voorberg et al. (2015) en een overzichtsartikel van Blomkamp (2018-1). Vanuit enkele van de gevonden overzichtsartikelen zijn door middel van snowballing meerdere artikelen beoordeeld op relevantie voor deze afstudeeropdracht. Het internet is daarbij ingezet als zoekbron aangezien daar veel, recente, informatie voorhanden is. Met name ‘Google Scholar’ is gehanteerd omdat het snel, goedkoop en gemakkelijk hanteerbaar is en omdat het een algemene zoekmachine betreft voor wetenschappelijke artikelen met een grote dekking. Verder beschikt het over ‘doorlinks’ en bevat het een grote variëteit aan informatie met betrekking tot verschillende vakgebieden.

Theorie: Co-design Compliance Effect op compliance Conclusie: Inzicht in het effect van co-design in toezicht op de compliance van ZZP'ers Data analyse Data: onderzoek onder ZZP'ers

33 Documenten

Voor de beschrijving van de organisatie van de Belastingdienst en de wijze waarop toezicht wordt vormgegeven is gebruik gemaakt van openbare publicaties en documenten van de Belastingdienst. Tevens is geput uit de documenten die de bewindslieden van het Ministerie van Financiën voor parlementaire behandeling hebben aangeboden zoals bijvoorbeeld kamervragen en kamerstukken uit het dossier Belastingdienst. Informatie over recente ontwikkelingen op het gebied van co-design is tevens uit voornoemde stukken achterhaald.

Media

Voor de duiding van met name de aanleiding en de geschetste problematiek en uitdagingen is ook gebruik gemaakt van opinies in vakbladen en krantenartikelen.

3.2.2 Semi-gestructureerde interviews

Er is gebruik gemaakt van face-to-face interviews om de centrale vraag te onderzoeken. Het voordeel van een interview is dat het flexibel van aard is (in vergelijking met vragenlijsten) omdat de mogelijkheid aanwezig is vragen voor de geïnterviewde nader toe te lichten of om de interviewer de mogelijkheid te bieden door te vragen op de gegeven antwoorden. Er is voor een interview gekozen met een semi-gestructureerde opzet, waarbijgebruik gemaakt is van open en neutrale vragen. Deze vorm van interviewen geeft de geïnterviewde ruimte om te antwoorden zonder daarbij onderbroken of ‘geholpen’ te worden door de interviewer.

Nadelen van het houden van interviews zijn onder meer de tijd die het kost om een interview af te nemen en de mogelijkheid van ‘interviewer bias’31. Als bijlage 1 is de interviewopzet

opgenomen met de richtinggevende vragen die voor elk interview gebruikt is.

Doelgroep- en respondentenkeuze

In het onderzoek is een beperking aangebracht in de doelgroep. Gekozen is voor de doelgroep ZZP’ers omdat dit dossier gekenmerkt kan worden als een ‘wicked problem’. De

weerbarstigheid zit dan vooral in het feit dat dit een, soms complex, dossier met een veelvoud aan raakvlakken en dilemma’s betreft. Verder blijkt uit de inleiding dat het een doelgroep is waar qua compliance een slag geslagen kan worden door de Belastingdienst. Het is de doelgroep met jaarlijks veel starters en stakers waar ook een groot gedeelte (37,1%) van de aangiften correctiewaardig is.

34

Omdat geen sprake is van een begin- eindmeting dan wel van meetbare ‘harde’ afhankelijke variabelen (zoals euro’s) is het praktisch onmogelijk om de bijdrage te kwantificeren door middel van ‘harde’ cijfers.

Omdat het onderzoek zich toespitst op een toezichthoudende organisatie die wet- en regelgeving uitvoert is om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen toegelicht dat de uitkomsten anoniem verwerkt zullen worden in de scriptie. Ook is toegelicht dat de

onderzoeker werkzaam is bij de Belastingdienst en dat het interview plaatsvindt in het kader van het afronden van de studie aan de Universiteit van Leiden.

Voor het benaderen van respondenten uit de doelgroep ZZP’ers is in eerste instantie gebruik gemaakt van het eigen netwerk van de onderzoeker. Dit heeft geleid tot drie respondenten. Vervolgens is voor het benaderen van de overige respondenten gebruik gemaakt van het netwerk van de eerste drie respondenten. Er is sprake van de volgende woonplaatsverdeling: twee uit regio Den Haag, twee uit regio Leiden en twee uit de Bollenstreek. Naast

vorenstaande regioverdeling is ook sprake van een spreiding in werkzaamheden van de respondenten. De geïnterviewden zijn werkzaam in verschillende beroepsterreinen: advocaat, accountant, managementconsultant/interim-manager, coach, consultant en

administrateur/boekhouder. Om meer en beter inzicht te verkrijgen in de problematiek zijn tevens twee medewerkers van de Belastingdienst geïnterviewd, te weten een strategisch adviseur handhaving en een strategisch adviseur voor de directie MKB.

3.2.3 Stellingen

Tot slot zijn aan alle respondenten als afsluiting van het interview stellingen voorgelegd over het effect van co-design op compliance. Gebruik is gemaakt van een 5-punts Likertschaal. Op een 5-punts Likertschaal kunnen respondenten aangeven in hoeverre zij het met een bepaalde stelling (helemaal) mee oneens, neutraal of (helemaal) mee eens zijn. Door aan de

antwoordmogelijkheden een waarde van 1 tot en met 5 toe te kennen, ontstaan inzichten die dit kwalitatieve onderzoek ondersteunen.

Voor de grafische weergave is gekozen voor een cirkeldiagram. Tezamen met de legenda en de gegevenslabels geeft een cirkeldiagram in één oogopslag weer in hoeverre de respondenten het met een bepaalde stelling (helemaal) mee oneens, neutraal of (helemaal) mee eens zijn. Voor de duidelijkheid is ervoor gekozen om in de cirkeldiagrammen met percentages aan te

35

geven hoeveel respondenten het (helemaal) mee oneens, neutraal of (helemaal) mee eens zijn met de voorgelegde stellingen. Voor de weergave van de verschillende onderdelen is gekozen voor een schaal van donkerblauw (helemaal mee oneens) tot aan donkergroen (helemaal mee eens).

3.3 Operationalisatie

Naast de in de literatuur gevonden kenmerken (van de variabelen) zijn in de interviews open vragen gebruikt om relevante kenmerken te vinden, waarmee de begrippen co-design en compliance verder geoperationaliseerd kunnen worden. Hierbij is ook uitgegaan van de kenmerken die in publicaties van de Belastingdienst en de OECD naar voren komen. Operationaliseren helpt een vertaalslag te maken van onderzoeksvragen naar ‘waarneem’- vragen.

Tabel 6 Operationalisatie kenmerken co-design en compliance Experts Stakeholders Gezamenlijk Openheid Verwachtingen Machtsverhouding Wederkerig Ontwerpen Innovatief Verbetering

Op tijd indienen aangiften Op tijd betalen op de aangiften Snelle afhandeling aangiften Open communicatie

Duidelijkheid fiscale positie Verstrekken van fiscale informatie Belastingwetgeving

Juist doen van aangiften

Onterecht opvoeren van kostenposten of aftrekposten Geen ficale verrassingen bij afhandeling aangifte Belastingheffing

Belastingtarief

Verdeling belastingopbrengsten Optreden van de Belastingdienst Co-design Participatie Transparantie Gelijkwaardigheid Design-led Compliance Tijdigheid Rechtvaardigheid Juistheid Transparantie

36 3.4 Data-analyse

Na het woordelijk transcriberen van de interviews zijn deze bestudeerd op patronen en gecodeerd. Deze codes en patronen zijn de basis gaan vormen voor de analyse in hoofdstuk vier. Hierbij is onderstaande coderingstabel gehanteerd. De codes zijn gebaseerd op de onafhankelijke variabele co-design en de afhankelijke variabele compliance.

Coderingsschema gebruikt voor de analyse van de interviews:

 Compliance piramide o Gemak o Zekerheid o Feedback / communicatie o Efficiënt / effectief  Co-design o Design-led o Gelijkwaardigheid o Multidisciplinaire samenwerking o Transparant en openheid o Users / expert  Compliance o Tijdigheid  Aangifte  Betaling  Reactietermijn Belastingdienst  Tijdsbeslag o Transparantie  Belastingsysteem  Belastingpositie (eigen)  Communicatie  Werkwijze Belastingdienst o Juistheid  Aangifte  Boekhouding  Aanslag

37 o Rechtvaardigheid

 Belastingheffing / -tarief  Verdeling belastingopbrengst  Optreden Belastingdienst