• No results found

Het onderzoeken en beschrijven van de functies binnen het transformatieproces volgens de maanlandingmethode

Hoofdstuk 4: literatuur over processen en besturing

5.2. Het onderzoeken en beschrijven van de functies binnen het transformatieproces volgens de maanlandingmethode

5.2. Het onderzoeken en beschrijven van de functies binnen het transformatieproces volgens de maanlandingmethode

In ’t Veld onderkent twee methoden voor de benadering van een systeem;

• vanuit de elementen

• vanuit het geheel

De tweede methode, een aanpak vanuit het geheel, is kenmerkend voor de systeembenadering74. In ’t Veld beschrijft deze methode als ‘we laten het systeem vooralsnog geheel in tact en doen zoveel mogelijk waarnemingen aan de buitenkant. Welke invoer heeft invloed op welke uitvoer? Pas als dat uitputtend is gebeurd, openen we het deksel, bepalen de samenhang, de interacties en de functies van de verschillende subsystemen die we onder het eerste deksel aantreffen 75. Tot het openen van het deksel zien we het systeem als een black box. Als ik deze methode toepas kan ik, afgeleid van figuur 2 (de schematische weergave van het

vermogensbeheerproces), volgens de maanlandingmethode op procesniveau het proces afhandeling van beleggingstransacties positioneren als black box tussen de black box van het proces van daadwerkelijke aan- en verkopen en de black box van

74Analyse van organisatieproblemen J in ’t Veld p.50 75Analyse van organisatieproblemen J in ’t Veld p.48

het proces van het instrueren van de bank voor het afwikkelen van een

beleggingstransactie. Door uit te gaan van dit aggregatieniveau is op het niveau black boxes alleen de relatie tussen deze black boxes onderwerp van onderzoek. Daarbij wordt de output van het proces van daadwerkelijk aan- en verkopen

beschouwd als input voor het transformatieproces afhandeling beleggingstransacties en de output van het transformatieproces afhandeling beleggingstransacties

beschouwd als input voor het proces instrueren van de bank voor het afwikkelen van de transactie.

Figuur 6: positionering proces afhandeling van beleggingstransacties in black boxes

Onderwerp van analyse is de black box afhandeling van beleggingstransacties. Voor het onderzoek is interessant welke eisen de black box instrueren van de bank voor het afwikkelen van een beleggingstransactie stelt aan de output van de black box afhandelen van beleggingstransacties en welke input aan het de black box afhandeling van beleggingstransacties wordt geleverd door de black box daadwerkelijke aan- en verkopen.

Eisen van de black box instrueren van de bank voor het afwikkelen van een beleggingstransactie.

Externe infrastructuur

Het afwikkelen van beleggingstransacties wordt als dienstverlening aangeboden door de bank waar de geldrekeningen en effectendepots worden aangehouden. Zoals blijkt uit figuur 2 (de schematische weergave van het vermogensbeheerproces) zijn er een aantal processen in de bancaire infrastructuur die daadwerkelijk de afwikkeling van beleggingstransacties in het bancaire systeem tot stand brengen. Deze processen vallen buiten de scope van dit onderzoek met uitzondering van de eisen die deze stellen aan de output van het proces afhandelen van beleggingstransacties als input van de instructie aan de bank.

Analoog aan Basel I en II blijkt internationaal overleg richting gevend geweest te zijn voor de huidige specificaties van de dienstverlening van banken met betrekking tot de afwikkeling van beleggingstransacties. Door een sterke daling van de

aandelenmarkten in oktober 1987 werden de centrale banken zich bewust van het risico dat verstoring van het afwikkelproces van effectentransacties effect zou kunnen hebben op het betalingensysteem of op de financiële markten als totaal. Onder vlag van de Bank for International Settlements is dit besproken in het Committee on Payment and Settlement Systems. Dit committee heeft september 1992 een rapport76 uitgebracht. In dit rapport werden vier soorten risico’s onderscheiden die het gevolg waren van de toenmalige wijze van afwikkelen van effecten transacties. Destijds werden de betrokken gelden en effecten uit een transactie onafhankelijk van elkaar uitgewisseld. Door deze onafhankelijke uitwisseling ontstonden risico’s als

76 Delivery versus payment in securities settlement systems (onderzoeksdatabase)

Daadwerkelijke aan- en verkopen Instrueren van de bank voor de afwikkeling van een beleggings transactie Afhandelen van beleggings transacties

kredietrisico (dat een tegenpartij niet volledig aan haar betaling kon voldoen, risico’s op kosten van vervanging, liquiditeiten risico (de tegenpartij wil wel betalen maar heeft geen liquide middelen) en, als belangrijkste, principal risk. Principal risk wordt

omschreven als ‘The risk of losing the amount invested due to bankruptcy or default’. 77Dit risico ontstaat op het moment dat een transactie niet volledig is afgewikkeld en dat dan, net op dat moment, de tegenpartij failliet gaat of in betalingsmoeilijkheden komt. Dan zijn de effecten wel betaald maar nog in het bezit van de tegenpartij of de effecten zijn wel geleverd maar de tegenpartij heeft het geld nog in bezit. Om deze risico’s te bestrijden zijn er door het committee 9 aanbevelingen geformuleerd in de ‘Recommendations regarding securities clearance and settlement ’78 De

aanbevelingen hebben rechtstreeks effect op het vermogensbeheerproces en in onderstaande schematische weergave is aangegeven en vervolgens toegelicht waar in het proces de aanbeveling consequenties heeft.

figuur 7:schematische weergave vermogensbeheerproces inclusief aanbevelingen

1. Trade Comparison: By 1990, all comparisons of trades between direct market participants

(brokers/dealers) should be accomplished by trade date plus one day (T + 1).Voor directe

marktpartijen dient de onder II gedane transactie uiterlijk de dag na transactiedatum bevestigd te worden.

2. Trade Confirmation/Affirmation By 1992, indirect market participants (institutional investors)

should be members of a trade comparison system that achieves positive affirmation of trade details.

Indirecte marktpartijen (institutionele investeerders) zouden lid van een systeem moeten zijn wat een positieve bevestiging van de transactie details afdwingt. Robeco gebruikt voor de onder II genoemde bevestigingen het systeem OASYS Global79. 3. Central Securities Depository By 1992, a central securities depository should be in place, and the

broadest possible industry participation should be encouraged.Er moet een centrale securities

depository80 worden ingericht en industrie brede participatie moet worden aangemoedigd. Waar voorheen effecten bewaard werden in de kluizen van de

77www.investerwords.com

78Delivery versus payment in securities settlement systems p.47

79 Omgeo OASYS Global, the electronic trade allocation and confirmation solution for brokers/dealers, investment managers and custodian banks around the world, facilitates crossborder trading and minimizes the inefficiency and operational risk associated with manual trade processing. www.omgeo.com

80 An entity which holds and administers securities or other financial assets, holds issuance accounts and enables transactions to be processed by book entry. (www.ecb.int)

lastgever Robeco Groep NV tegenpartij tegenpartijBank

Bank lastgever Effect/ Geld otc I II III Effect/ Geld Effect/

Geld Centr securitiesdepository

beurzen 1 2 3 4 5 6 7 8 9

aangesloten banken werd het oprichten van een centrale bewaarplaats

aangemoedigd. Dit had als voordeel dat effecten bij transacties niet meer fysiek verplaatst hoefden te worden maar simpel via een mutatie in een girale administratie konden worden overgeboekt.

4. Trade Netting By 1992, the potential benefits of a trade netting system should be studied and, if

appropriate, implemented.Het potentiële voordeel een transactie netting systeem moet

onderzocht en, als het nuttig is, ingevoerd worden. Het principe van netting81 is vooral nuttig als partijen veel transacties over en weer met elkaar afsluiten. In plaats van afwikkeling per transactie worden dan de schulden en vorderingen, zowel in geld als in effecten, aan het eind van een periode in totalen tussen de marktpartijen

afgewikkeld. Netting wordt vooral toegepast bij de afwikkeling van transacties op effectenbeurzen. Omdat Robeco niet direct op een beurs handelt, is de aanbeveling van netting voor haar niet van belang. Deze aanbeveling is alleen voor de

volledigheid opgenomen.

5. Delivery Versus Payment (DVP) By 1992, DVP should be employed as the method for settling all

securities transactions. Levering tegen betaling zou gebruikt moeten worden voor het

afwikkelen van alle effecten transacties. het principe van levering tegen betaling is boter bij de vis. Door gebruik te maken van een CSD wordt op dezelfde plaats het geld en de effecten giraal aangehouden. Levering tegen betaling betekent dat de CSD op hetzelfde moment dat de effectenrekeningen gemuteerd worden, de geldrekeningen muteert.

6. Same-Day Funds Payments associated with securities transactions should be made in same-day

funds. Betalingen die betrekking hebben op effecten transacties zouden dezelfde dag

beschikbaar moeten zijn.

7. T + 3 Settlement By 1992, final settlement should occur on T + 3.Finale afwikkeling zou 3 dagen na transactiedatum moeten gebeuren

8. Securities Lending Securities lending and borrowing should be encouraged as a method of

expediting the settlement of securities transactions. Het uitlenen en inlenen van effecten moet

aangemoedigd worden als een methode om het settlementproces te versnellen: mocht een partij effecten hebben verkocht die hij op dat moment niet in bezit heeft, dan kan door het lenen van effecten van derden de afwikkeling versneld worden. 9. Common Message Standard By 1992, the standard for securities messages and the ISIN

numbering system developed by the International Organisation for Standardisation should be adopted.

De standaard voor effecten berichten en het ISIN identificatie systeem wat ontwikkeld is door de International Organisation for standardisation zou geadopteerd moeten worden. De standaard voor effectenberichten is gedefinieerd door de International Organisation for standardization82 (ISO) en bekend als richtlijn bekend onder ISO 15022. Onder deze richtlijn zijn er 2 lay-outs van effectenberichten gedefinieerd die van belang zijn voor dit onderzoek:

1) Deliver against payment: verkoop effecten message type 543 2) Receive against payment aankoop effecten message type 541 De essentie van een gestandaardiseerd bericht is opbouw van informatie in

gestructureerde en benoemde volgorde zodat gewaarborgd is dat de weergegeven informatie door iedere betrokkene eenduidig wordt geïnterpreteerd. ISIN staat voor International Security Identification Number en is een standaard formaat voor het identificeren van 1 specifiek effect. Ook hier geldt de behoefte tot eenduidige

81 An agreed offsetting of positions or obligations by trading partners or participants. The netting reduces a large number of individual positions or obligations to a smaller number of obligations or positions. (www.ecb.int) 82The International Organization for Standardization (ISO) is a worldwide federation of national standards bodies (ISO member bodies).

interpretatie. De richtlijnen voor ISIN zijn vastgelegd in ISO 6166. De uitvoering, het daadwerkelijk toekennen van ISIN nummers, is belegd bij de leden van Anna, de Association of National Numbering Agencies. Zij definieren voor de ISIN standaard:

The standard provides a uniform structure for a number, known as the lSIN, that uniquely identifies securities. It details organisations, known as National Numbering Agencies (NNA's) that are responsible for issuing the ISIN in each country. In those countries where no NNA is in operation, four NNA's have agreed, on a regional basis, to act as a substitute agency’ 83.

Infrastructuur voor uitwisseling van berichten.

Voor het wederzijds uitwisselen van financiële berichten maken financiële

instellingen, waaronder Robeco, gebruik van een communicatienetwerk wat bekend is onder de naam SWIFT 84. De basis voor SWIFT is gelegd in 1973: gesteund door 239 banken uit 15 landen werd de noodzaak onderkend om te komen tot een

gedeeld data processing- en communicatiecentrum en een gemeenschappelijke standaard voor de uitwisseling van financiële berichten. Per 3 maart 2007 bestaat de SWIFT gemeenschap uit 8103 aangesloten instellingen die gemiddeld 12.265.837 berichten per dag met elkaar uitwisselen.85 Aangesloten instellingen zijn uniek identificeerbaar door een standaard adrescode, de BIC: Bank identification code. De berichten structuur binnen het SWIFT netwerk is gestandaardiseerd. Voor

categorieën berichten is een berichtengroep gedefinieerd en voor elk berichttype een berichtsoort. Voor de effectentransacties is de berichtgroep 500, de instructies zijn gestandaardiseerd in berichtentype 543 (delivery against payment) en 541 (receipt against payment). Dit is in lijn met de aanbeveling van het Committee on Payment and Settlement Systems. Voor het overdragen van de informatie benodigd voor de afwikkeling van een effectenverkoop dient het 543 bericht gebruikt te worden, voor de afwikkeling van een effectenaankoop het 541 bericht.86

Conclusie eisen van de black box instrueren van de bank voor het afwikkelen van een beleggingstransactie.

De output van het proces afwikkeling van effectentransacties is de input voor een 541 of 543 berichtentype in SWIFT wat gebruikt wordt voor het instrueren van de bank voor het afwikkelen van een beleggingstransactie.

Figuur 8: positionering proces afhandeling van beleggingstransacties in black boxes: output

83 http://www.anna-web.com/

84 society for worldwide interbank Financial telecommunications 85 www.swift.com

86 www.swift.com

Daadwerkelijke

aan- en verkopen Swift 541/543Informatie

bericht Afhandelen van

beleggings transacties

Welke input wordt aan de black box afhandeling van beleggingstransacties geleverd door de black box daadwerkelijke aan- en verkopen?

Bij het aan- en verkopen van effecten wordt gebruik gemaakt van een

geautomatiseerd tradingsysteem: het Long View Trading System (LVTS). Met dit systeem worden aan- en verkooptransacties verstrekt aan tegenpartijen.

Tegenpartijen bevestigen de uitvoering van deze aan- en verkooptransacties geautomatiseerd. Dan is er sprake van een gedane transactie als input voor het proces afwikkeling van beleggingstransacties. De informatie over deze gedane transacties wordt via een interface van LVTS aangeleverd aan het proces afhandelen van beleggingstransacties. Daarvoor is in LVTS een interface structuur ontwikkeld zoals beschreven in de extract guide van LVTS87.

Conclusie Welke input wordt aan de black box afhandeling van beleggingstransacties geleverd door de black box daadwerkelijke aan- en verkopen

De input voor het proces afwikkeling van effectentransacties is de informatie zoals aangeleverd wordt via de interface van het tradingsysteem LVTS.

Figuur 9: positionering proces afhandeling van beleggingstransacties in black boxes: input en output

Wat voegt het proces afhandeling van beleggingstransacties toe?

Voor het proces afhandeling van beleggingstransacties wordt gebruik gemaakt van het intern ontwikkeld systeem PIA (Portefeuille informatie & administratie systeem). De informatie van een “gedane”transactie wordt via een interface ontvangen en leidt, na bewerking, tot een instructie van de bank voor het afwikkelen van een

beleggingstransactie via een gestandaardiseerd Swift 541 of 543 bericht.

De interface van PIA naar SWIFT is beschreven in het document ‘appendices SWIFT 88 ‘. Door in de beschrijving van de interface tussen PIA en SWIFT te benoemen welke informatie voortvloeit uit de interface tussen LVTS en PIA kunnen we

vaststellen welke informatie kennelijk toegevoegd wordt in de black box afhandelen van beleggingstransacties.

Vrijdag 2 maart is in een gesprek met Carol van de Meiracker, medewerkster Business Alignment binnen de afdeling Operations, de informatie van LVTS

benoemd in de interface tussen PIA en SWIFT. In een tweede gesprek op 8 maart is aan haar gevraagd wat de herkomst is van de informatie die uit PIA komt (kolom herkomst). De resultaten zijn aan haar teruggekoppeld en opgenomen in bijlage 2. De vraag is in hoeverre deze informatie ook daadwerkelijk juist is, dat is een risico. Dat risico zit niet in de volledigheid, immers de output, het 541/543, is

gestandaardiseerd, gepubliceerd en controleerbaar. En voor de herkomst die verwijst naar leveranciers, in blauw geaccentueerd, zal juistheid blijken uit het

87LVTS v.6.2. extractguide (onderzoeksdatabase) 88 Interne Robeco document (onderzoeksdatabase)

Informatie Interface LVTS Informatie Swift 541/543 bericht Afhandelen van beleggings transacties

vervolgonderzoek. Het risico zit in automatisch afgeleid, programmatuur of velden die gekwalificeerd zijn als technisch of niet van toepassing. Die worden niet verder onderzocht. Of dat daadwerkelijk een risico is zal uiteindelijk blijken door een al dan niet juiste MT541/543.

Bijlage 2 is de basis voor verdere verdieping in hoofdstuk 5.4.: volgens de maanlandingmethode wordt ingezoomd op de leveranciers van informatie om te onderzoeken op welke wijze hun product tot stand komt en wat de relatie is met het proces afwikkelen van een beleggingstransactie.