• No results found

Onderbouwde VISIE op het TOEKOMSTIG BEHEER

In document BEHEERSPLAN ONROEREND ERFGOED (pagina 14-17)

Onderstaande beheersdoelstellingen zijn ontstaan op basis van onderzoek in situ, literatuur- en archiefonderzoek. Het sluit niet uit dat bij toekomstige werken en/of verder onderzoek gegevens bekend worden die ertoe leiden dat de omschreven beheersdoelstellingen verfijnd, genuanceerd of geïnterpreteerd worden.

5.1. Bewaren gaat voor vernieuwen

Elke bescherming als monument heeft tot doel om het gebouw zo goed mogelijk over te leveren aan toekomstige generaties. Het begrip ‘bescherming’ moet daarbij heel letterlijk genomen worden: de eigenaar is gehouden het monument te beschermen tegen beschadiging, vernieling en verwaarlozing (passief behoud) door middel van regelmatig onderhoud en herstel (actief behoud). In dat onderhoud en herstel moet de eigenaar rekening houden met de erfgoedwaarden, de erfgoedkenmerken en de erfgoedelementen die aan de basis lagen van de bescherming, zoals ze beschreven zijn in de hoofdstukken 3 en 4 van dit deeldossier van het beheersplan. De nog aanwezige erfgoedkenmerken en -elementen moeten dan ook zo lang mogelijk bestendigd worden. Elke verwijdering van oorspronkelijk materiaal houdt immers een verlies van erfgoedwaarde en authenticiteit in.

Voorgenomen ingrepen worden in (voor)overleg met Onroerend Erfgoed of met de bevoegde Onroerenderfgoedgemeente besproken. Elke beheersdaad vraagt om een geïntegreerde en duurzame aanpak waarbij de impact op de volledige site met al z’n componenten wordt afgewogen. Ingrepen dienen de beschermde erfgoedkenmerken en -elementen (cf. hoofdstuk 3) te respecteren en te ondersteunen. Ze zullen een meerwaarde vormen voor de erfgoedwaarden en mogen de draagkracht van het gebouw niet overstijgen.

Ingrepen, verbouwingen en aanpassingen die onoordeelkundig of onherroepelijk zijn of die een verlies van de beschreven en gemotiveerde erfgoedwaarden impliceren, zijn niet toegestaan.

5.2. Maximaal behoud en versterking van de erfgoedwaarden

Het behoud van erfgoedwaarden kan maar gegarandeerd zijn als erfgoedkenmerken en -elementen bewaard worden.

Voor het rustieke tuinpaviljoen staat behoud van de volledige constructie, van de buitenafwerking en de binneninrichting voorop.

Van de paardenstal en het koetshuis moeten volgende kenmerkende elementen bewaard worden:

Wat het exterieur betreft:

- de vrijstaande witgeschilderde bakstenen volumes van anderhalve bouwlaag;

- de gesloten zuidgevels;

- de ordonnantie;

- de leien schilddaken met loden pirons;

- de gesloten dakvlakken;

- de poortopeningen op doorgetrokken, grijs geschilderde houten lekdrempels;

- de rondboog- en korfboogvormige bovenlichten met houten roedeverdeling;

- de imitatiepoorten aan de noordzijde;

- de deur met gesmede grendel in de noordzijde van de paardenstal;

- de hardstenen kordons;

- de halfradvensters met geschilderde roedeverdeling op een zwarte achtergrond.

Wat het interieur betreft:

- de moerbalken;

- de planken zoldervloeren;

- de dakconstructies;

- paardenstal: de buitendeur met gesmede grendel - paardenstal: tussenverdiep met halfradvenster;

Het behoud van erfgoedwaarden en erfgoedelementen impliceert in de eerste plaats regelmatig en vakkundig onderhoud en conserverende ingrepen.

Aan het rustieke tuinpaviljoen zijn restauratieve ingrepen aangewezen. De algehele constructie en de dakbedekking dienen gecontroleerd en desgevallend hersteld. Ook voor de leemafwerking, waar het vitswerk aan weer en wind is blootgesteld, dringt herstel zich op.

Zowel voor de paardenstal als het koetshuis dringt een algemene restauratie zich op. Op korte termijn dienen de lekken in het dak gedicht, de begroeiing op en in de buurt van de paardenstal en het koetshuis verwijderd en de gebouwen dichtgemaakt voor de steenmarter die er zich schuilhoudt.

Het koetshuis heeft een stabiliteitsprobleem, zoals de ernstige scheurvorming op verschillende plaatsen aangeeft. Het dient aanbeveling scheurmeters te plaatsen om te onderzoeken of de scheuren al dan niet gestabiliseerd zijn en deze vier keer per jaar te controleren. Bij restauratie is een stabiliteitsonderzoek aangewezen.

Ter versterking van de erfgoedwaarden van de paardenstal en het koetshuis worden volgende maatregelen voorgesteld:

- de kunstleien vervangen door natuurleien;

- herstel van de loden pirons;

- herstel van de imitatiepoorten (bepleistering, houten profielen en schilderwerk);

- herstel van de poorten in de westgevel van de paardenstal;

- herstel van de poorten in de oostgevel van het koetshuis;

- algemene schilderwerken.

5.3. Herbestemming als sleutel voor de toekomst

De paardenstal en het koetshuis bieden omwille van de open binnenruimte (de later ingebrachte woning in het oostelijk dienstgebouw kan verwijderd worden) en de veelvuldige muuropeningen, interessante mogelijkheden voor nieuwe, toekomstige functies. Het is evident dat de nieuwe functies de draagkracht van het gebouw niet mogen overstijgen en de waardevolle erfgoedelementen moeten respecteren.

Om de ruimtes van voldoende licht te voorzien, kunnen de halfradvensters en de bovenlichten van de (schijn)poorten geopend worden. Als het schrijnwerk van oorspronkelijke poorten, deur, bovenlichten of halfradvensters vernieuwd moet worden, gebeurt dat naar bestaand model. De deur en de poorten worden in hout vervaardigd; de bovenlichten en de halfradvensters bij voorkeur in hout indien een fijne profilering kan gegarandeerd worden (cf.

bestaande toestand). Indien niet kunnen roeden in metaal overwogen worden. Elke vorm van muuropening moet vooraf besproken worden met het agentschap Onroerend Erfgoed.

5.4. Van open monument naar open erfgoed

Sinds 2 juli 2009 is de vzw Patrimonium Zusters van het Heilig Graf, die de kloostersite van Herkenrode beheert, erkend als Open Monumentenvereniging. Die erkenning duurt tien jaar en loopt nog tot 2 juli 2019.

In september 2014 werd met Interregmiddelen in het kader van het project ‘Stilte en Bezinning’ een permanente tentoonstelling ingericht over de kanunnikessen van het Heilig Graf in de gewelfde kelders van het voormalige abdissenkwartier. Aansluitend bij de tentoonstelling zijn ook de spreekkamers in de zuidvleugel, de traptoren van de oostvleugel en de haardkamer tussen de oost- en de noordvleugel opengesteld voor publiek.

Na 2 juli 2019 kan een erkenning als Open Erfgoed aangevraagd worden. Dat kan door wijziging van dit beheersplan, meer bepaald door toevoeging van de motivering waarom (een deel van) de gebouwen op de kloostersite van Herkenrode een erkenning verdienen als Open Erfgoed.

In document BEHEERSPLAN ONROEREND ERFGOED (pagina 14-17)